Biekorf. Jaargang 59
(1958)– [tijdschrift] Biekorf–
[pagina 134]
| |
Een gedicht van Constant LievensTer saliger gedachtenisse van de huwelijksfeeste van Lodwyk Demonie en Juliana Lievens, op den 11 n. van Aprilmaand het jaar ons Heeren 1877.
Constituit me dominum domus suae
et benedixit ancillae suae in aeternum.
Hi heeft mi gesteld als heer van syn huus
ende heeft sine dienstmaagd gesegend in alle eeuwigheid.
Lof si den Heere, syn naam is gesegend
en sine goedheid is uutgeschenen
groot ende mildig over sine kinderen.
Want de Heer heeft u verkoren, hi sei
in den beginne der scheppinge:
het is niet goed dat de man alleen si,
geven wi hem eene vrouwe gelijk aan hem,
opdat si hem ten geselschappe si,
ende moeder van blide kinderen.
En hi heeft u gesteld als heer van syn huusGa naar voetnoot(1)
en sine dienstmaagd gesegend in de eeuwigheid:
en God sei tot den priester ende sprak:
segen hunne liefde ende trouwe
omdat si mine kinderen syn
en ik se gebaard hebbe in de almacht des Vaders
ende se verlost in den bloede des Soons
ende se geheiligd in de vlamme des Geests,
opdat hunne trouwe heilig si
ende hunne loon eeuwig
en hunne kinderen mine kinderen. -
En de priester voor 't outer neergeknield
en bedenkende hoe groot de liefde Gods is
hoe mildig sine werken syn ende weldadig
sprak in de sachtheid des herten
en de liefde van den heere ende seide:
Van alle eeuwigheid, myn kinderen, verkoor U God,
opdat gy leven soudet lijk man ende vrouwe,
| |
[pagina 135]
| |
ende verlaten sult gi uwen vader ende moeder,
en de vrouw sal gehoorsamen den man
en de man sal luusteren naar de stemme Gods
ende beminnen sult gi malkaar
ende geleiden ten paradize.
Du maged van de dellingen, du zytGa naar voetnoot(2) rein en schoon
en rijk is uwe siele voor den Heere,
ende du jongeling, kom haastig over de heuvelen
ende besie de maged uwe bruud
of du in haar het beeldsel vinds
van de maged die dochter van heuren Sone was
sine moeder ende bruud, Maria soet. -
kom haastig ende geleid se ende bewaar se
want verheven in Gods ogen is de vrouwe
wiens schoonheid geen blaai en is
ten toon gesteld der wereld
maar 't blinken van de siele
die door 't gelaat den glans weerschingt
den glans van Gods genade,
wiens juweelen deugden syn, liefdadigheid en goedheid,
wiens ring het teeken van de liefde is
wiens snoer geen idelheid maar vast geloof en hope is.
kom ende bewaar se lijk eigen moeder heur kind waert:
opdat de seghen des Heeren over uw hoofd si
opdat de kinderen der menschen God lovende segghen:
De seghen des Heeren is over hen,
hi heeft hunne deugd geseghend,
de heer is met hen
hi heeft hunne akkers doorgegaan
en sine gebenedide hand gereikt over de velden,
en het graan het sperkelt in de voren
en de staal wagende buugt onder den last van den dracht,
de heer hi heeft den dorpel overstapt
en hi heeft kinderen gevonden engelen op der eerde,
en si de moeder heeft den geur gevoeld en den wind
van het hand des Heeren die segenende doortrok.
Ter saligheid van de brude mijn de Christi kerke
stierf ons Heer de bittere dood, uut liefde van syn beminde,
trekt dan door de bane des levens
langs de wandeldreven die leiden ten paradize,
| |
[pagina 136]
| |
ende verdraagt uw liden om Christi wille
opdat uw liden soet si ende salig.
De Priester las ende seide:
en sine bevende hand, geladen met den seghen des Heeren
ging omhoog omleeg en weg & weer -
en de maghen en vrienden ze baden
en keken hoe de seghen des Heeren viel
op u biddende neder.
en hi sei de Priester: Saget gi lijk Isaac de
kinderen uwer kinderen en leefdet gi lyk Rebecca
tot het vierde geslachte.
Ende wi seiden: Het si zo - Amen. -
[C. Lievens]Ga naar voetnoot(3) |
|