Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

meer over deze tekst

Informatie terzijde

Biekorf. Jaargang 64
Toon afbeeldingen van Biekorf. Jaargang 64zoom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2,92 MB)

Scans (21,92 MB)

XML (1,10 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 64

(1963)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 400]
[p. 400]

Mengelmaren

De Schreiboom te Langemark

Op de vraag in Biekorf 1963 blz. 352 kan ik antwoorden dat er vóór de eerste wereldoorlog tussen Langemark en Poelkapelle, op de hoek van de straat leidend naar het station van deze laatste gemeente, een linde stond, de ‘Schreiboom’ genaamd. Zijn stam was zeer omvangrijk, hij was door drie ijzeren banden omringd en was ‘holde’. Hij werd vernield in 1914.

m.c. ieper

 

Die ‘Schreiboom’ van Langemark is vergaan in de oorlog van veertien. In die naam las en hoorde men algemeen schrei uit schreien: wenen, huilen. Een volksetymologie. De echte etymologie moet, volgens De Flou, afgeleid worden uit de plaats van de ‘schreibomen’, en er stonden heel wat bomen van die naam in ons gewest; zie zijn Wdb. XIV 414-418. Een ‘schreiboom’ stond op een kruisstraat of op een spletstraat. De oudste schreibomen zijn die van bij Ieper (Screbome, Screibome in 1257-1260) en bij Brugge (Screibome in 1299).

c.b.

 

In 1834 wist de Brugse archivaris J.O. Delepierre te vertellen (Chroniques, traditions et légendes de l'ancienne histoire des Flandres, Brugge 1834, 149) dat ‘Schreiboom’ betekende ‘arbre des gémissemens’. Aan deze boom immers zou, na de slag van Westrozebeke in 1382, het lijk van Filips van Artevelde zijn opgehangen. Naar het schijnt - we laten de romantische Delepierre aan het woord - hoorde men in 1834 soms nog in de omgeving van die boom het gezucht en het geschrei van gekwetste krijgers van 1382. De traditie zou er nog levendig geweest zijn, want ‘les habitans montrent encore aujoud'hui un tilleul isolé, connu sous le nom de Schreyboom’. Tot zover Delepierre in 1834. In zijn Dictionnaire géographique van 1836 heeft Vander Maelen deze ‘historische’ gegevens dankbaar overgenomen als een bewijs te meer voor het feit dat de veldslag van 1382 werd geleverd te Rozebeke-bij-Ieper en niet te Rozebeke-bij-Oudenaarde. Kervyn de Lettenhove zal in 1847 in zijn Histoire de Flandre III 531 alleen vermelden dat Filips van Artevelde werd opgehangen aan een boom ‘qui longtemps après resta célèbre dans toute la contrée’.

l. van acker

Jan Scilders water te Lampernisse

Op de vraag (Biekorf 1963, 352) of er iets meer over een familie (de) Scildere in Veurne-Ambacht bekend is, meen ik te weten dat de Kapelbrug op de baan Pervijze-Schoorbakke eigenlijk de Schildersbrug heet en vroeger de brug moet geweest zijn van het hof van een zekere de Scildere. De Jan de Scildere van Lam

[pagina 401]
[p. 401]

pernisse die in die akte van Cambron uit 1335 voorkomt is zeker dezelfde die ook in andere akten uit die tijd 1346-1354 voorkomt; De Flou XIV, 284 geeft daar een paar voorbeelden van. Gedurende de oorlog 1914-18 lag een Grote-Wacht op de Schildersbrug.

k.s.

Onze Windmolens In 1963

Bij het in werking treden van de Wet van 8 november 1962, werd de gemeente Komen op 1 september 1963 opgenomen in de provincie Henegouwen. De driezolder van J.B. Soete te Komenten-Brielen is dus van de Westvlaamse inventaris te schrappen. Deze molen werd in 1920 te Komen gebouwd uit delen van twee molens die uit Frankrijk waren overgebracht. De molen draait niet meer met de wind doch met de dieselmotor van een vrachtwagen. Deze motor is in de onderste zolder opgesteld. Op het klauwijzer is een sleepband gemonteerd.

De houten molen van Stavele is in october onttakeld en werd op 5 november vervoerd naar Naours, op 18 km van Amiens (Fr.). Bij de toeristische attractie van de grotten aldaar zullen er nu ook twee molens staan: deze van Stavele en de staakmolen van Linselles (Nord) die er reeds is opgericht. Beide molens worden er gebouwd door O. Van den Bussche. De molen van Stavele was de laatste molen waar het draaiende werk niet toebehoorde aan de eigenaar van de molen. Een overblijfsel van oud recht.

De staakmolen van Kuurne werd in juli-augustus hersteld door de molenmakers Vande Kerkhove en Peel. De wegen werden vernieuwd, de kap en de windweeg beslagen met eternit-schaliën, nieuwe teerlingblokken, enz. De molen werd gans met carbolineum bestreken. Dit product beschermt zeer goed het hout doch zit in het begin nogal zwart. Reeds verscheidene van onze molens werden na herstelling aldus ingesmeerd en graag zouden we toch enkele staakmolens in onze eigen molenkleuren zien schilderen: grijze verf, rode assekop, en witte verf op het beleg van de vier hoekstijlen.

In juli is de kap van de molen te Anzegem voor de helft ingestort.

De molen van Gijverinkhove werd verkocht om overgebracht te worden naar Oostvleteren. Sinds 1955 is hij buiten bedrijf.

Toekomend jaar zullen twee zeer belangrijke herstellingen uitgevoerd worden: Kortemark en Meetkerke. De torenkotmolen van Kortemark zal volledig hersteld worden om in bedrijf te worden gesteld. Molenaar is er immers G. Vanden Berghe, lid van een familie die ook de molens van Gits en Werken dagelijks doet draaien. De poldermolen te Meetkerke is ook een gelukkige herstelling. Het is onze enige molen met scheprad.

De Bosterhoutmolen van Meulebeke zal overgebracht worden naar Ieper.

c. devyt

[pagina 402]
[p. 402]

Nieuw-Jaer-Wensch
voor 't jaer 1825

 
'K wensch met 't Nieuw-Jaer, u veel zegen,
 
Die met welstand is gepaerd,
 
En nooyt vind op uwe wegen,
 
'T geen uw innig hert bezwaer,
 
'K wensch u goede çier te maeken,
 
Erf veel vreugden t'allen tyd,
 
En fortuyn u zou genaeken,
 
Gy alzo u dagen slyt.
 
Door uwen Dienaer Joseph Bonte

Naar een klein kaartje 8,5 × 6 cm op 75 exemplaren gedrukt te Brugge bij De Moor en gedateerd met de hand: 30 Dec. 1824. - Uit een Brugse verzameling. - Joseph Bonte was een ‘brei’ of marktloper die de vis thuis droeg.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Algemene gebruikersvoorwaarden
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • C. Bertens

  • Achiel van Acker

  • Magda Cafmeyer

  • Christiaan Devyt

  • Karel Suykers


plaatsen

  • over Langemark

  • over Lampernisse


datums

  • 1963