Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 66 (1965)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 66
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 66Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 66

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 66

(1965)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Sint Requiers

Dese prochie St. Requiers is eene houtlandtsche prochie, groot 818 ghemeten 2 lynen 94 roeden. Sy en is van de beste landen niet, maer van grooten transportGa naar voetnoot(6). Sy betaelt in 100 pont parisis ghestelt op de prochien van de ceure 1 pont 7 schellyngen 10 ½ pennyngen ende sy betaelt meer als naer advenante van haere grootte van lande 6 schellyngen 10 penningen.

De oude bewysen van het capyttel van St. Omaers gheven te kennen dat dese prochie voormaels deel gheweest heeft van de prochie van AlveringhemGa naar voetnoot(7), alwaer ghemaeckt wiert eene cappelle ter eeren van St. RequiersGa naar voetnoot(8), de welcke daer naer verandert is in eene prochiekercke, draeghende den naeme van den patroon van de eerste cappelle. De ceure (pastorij) behoort toe aen het clooster van Eversam die sy altydt doen bedienen door eenen van hunlieden religieusenGa naar voetnoot(9).

Den Burgh

Het leenhof van dese prochie wordt ghenaemt den Burgh, het foncier is groot 60 ghemeten, daer van ghehouden syn 46 achterleenenGa naar voetnoot(10), gheleghen verre suytwest van de kercke; daer voordesen ghestaen heeft een seer schoon huys, maer als nu is het maer een groot landthuysGa naar voetnoot(11).

Daer plachte voordesen noch te staen groote vervallen ghebouwen die den heere van den burgh heeft doen afbreken ende de mate-

[pagina 36]
[p. 36]

riaelen doen vercoopen, synde de cappelle van Isenberghe ghemaeckt van deselve brijckenGa naar voetnoot(12).

Dit leenhof heeft voortydts toebehoort aen het edele gheslachte die den naeme draegen van den Burgh, maer de naeme van dat leen ende hunlieden oorspronck en vynde ik nerghens bekentGa naar voetnoot(13), maer vynde wel als dat sy ghealliert gheweest hebben met de edelste gheslachten van Vlaenderen, ende dickwels syn vereert gheweest met de naeme ofte tyttel van rudder. Sij hebben oock bedient seer treffelycke ende eerlycke offitien in Vlaenderen, ende naementlyck in Veurnambacht, sonde Mr. Nicolaes van den Burg anno 1359 hooghballiu van Veurne ende Veurnambacht, ende anno 1366 hooghballiu van Brugghe. Ende anno 1498 was Mr. Pieter van den Burgh hooghballiu der stede ende casselrye van Veurne. Sy hebben oock ten verscheyden stonden landthouders gheweest van Veurnambacht, ghelyck Joris van den Burgh anno 1474, ende Pieter van den Burgh anno 1497, mitsgaeders veele andere van het gheslachte van den Burgh hebben gheweest schepens ende ceurheers van deselve casselryeGa naar voetnoot(14).

Niet ieghenstaende dat het voornoemde gheslachte in voorleden tyden seer vermenighvuldigt was, 't is nochtans nu geheel verstorven sonder datter eenighte van de rechte lyne overghebleven syn, alhoewel datter noch eenighte hunlieden naeme ende waepens draeghen, ende ieghenwoordigh soo treffelyck syn als die van het rechte gheslachte op gheweest hebben. Sy draeghen voor waepenen een vel ermynnen met drye roode roscammen, twee onder ende een boven.

De heeren van dit leenhof hebben in voorleden tyden ten meerendeel ter plaetse van den burgh ghewoont, 't welcke was seer schoon ende aenghenaem soo men noch can bemerckenGa naar voetnoot(15), mitsgaeders sij onderhielen daer eene cappelle tot hunlieden gerijf, dewelcke gheheel vervallen is, die begiftigt was met eenighe kleine ervelycke renten, hebbende den ieghenwoordighen heere van den Burgh deselve renten gejond aen de cappelle van Isenberghe.

Dit leenhof heeft van alle oude ende immemoriaele tyden toebehoort aen het gheslachte van den Burgh, totdat Mr. Pieter van den Burgh is ghestorven sonder kinders achter te laeten, ende dit goet is met de doodt van den voornoemden vervallen op jonckvrouwe Anna van den Burgh, syne suster, ende huysvrauwe van

[pagina 37]
[p. 37]

joncker Jan de Ghistelles, ende mits haere doodt is het vervallen anno 1573 op joncker Adriaen de Ghistelles, haeren soone, die dit leengoet vercochte aen Christiaen Boudens ende jonckvrouwe Ireine Barteloots (al. Bardeloos), weduwe van den voornoemden Christiaen Boudens. Renonceerende anno 1598 van den coop van dit goet by haeren man ghedaen in proffyte van Pieter Boudens, ontfangher der stede ende casselrye van Veurne, die het achterliet anno 1616 aen joncker Pieter Boudens, heere van den Burgh, synen soone, ende burghmeester der stede ende casselrye van Berghen Sinte Winockx, den welcken stierf anno 1680.

Daer is op dese prochie noch een schoon huys seer treffelyck gheboutGa naar voetnoot(16).

Tot St. Requiers doet men jaerlyckx een jaerghetyde van de gravinne Adela, dewelcke was dochter van Robert Capet, coninck van Vranckrycke, huysvrouwe van Boudewyn de Lille, graeve van Vlaenderen, de welcke trouwde anno 1027 ende stierf in 't clooster te Meessene anno 1079 daer sy haer vertroeken hadde ende alwaer sy oock begraven wiert, ende wiert de eerste abdesse van het voorseyde cloosterGa naar voetnoot(17).

voetnoot(6)
Transport van Vlaanderen: kadaster; Biekorf 1962, 354.
voetnoot(7)
Biekorf 1959, 345-351.
voetnoot(8)
Sanctus Richarius, eremijt en kloosterstichter in Ponthieu (7e eeuw). Zijn stichting Centulum naar hem Saint-Riquier genoemd.
voetnoot(9)
Het patronaat behoorde aan klooster Eversam. Tiendheffers waren het kapittel van Mesen (2/3) en de monnik-pastoor (1/3) die gezamenlijk de herstellingswerken aan kerk en pastorij moesten bekostigen. De koster werd gekozen door het kapittel van Mesen samen met de parochianen. - St.-Rijkers telde 200 kommunikanten in 1768. Broederschappen in 1764: confrerie van de Triniteit (afkoping van christenslaven); confrerie van de H. Laurentius. (Register Delvaux 323, archief van het Bisdom).

voetnoot(10)
Een van deze achterlenen was het Hof van Esschenelst; zie De Flou IV 27. Als bijzondere rechten bezat Den Burgh van St.-Rijkers: ‘de spleitelinghen van de straten in Veurnambacht’ (deel in kalsijderecht) en de haardpenningen van Houtem; zie Coutumes de Furnes (ed. Gilliodts, 1897) IV 388-391. - Op St.-Rijkers lag ook het leengoed De Walackers, groot 19 gemeten, niet afhangend van Den Burgh; zie Coutumes t.a.p. en De Flou XVI 1038.
voetnoot(11)
Verbouwe a.w. nr. 530; afb. (nr. 25) geeft de toestand weer in 1616 naar een tekening van de landmeter Louis de Bersacques.
voetnoot(12)
Zie boven blz. 34 en noot 3.
voetnoot(13)
Een legendarische genealogie van het geslacht van der Burch beschouwt als stichter van het geslacht een afstammeling van een ridder-kruisvaarder met name ‘de Bourg’, uit het grafelijk huis van Rethel; deze zou de heerlijkheid met de burcht te St.-Rijkers gesticht hebben. Een legende van het zuiverste water. Gailliard, Bruges et le Franc V 324-325.
voetnoot(14)
Zie de lijsten van Baljuws en van Landhouders van de wet (Kasselrij) bij F. De Potter c.s. Geschiedenis van Veurne I 82, 83, 97.
voetnoot(15)
De tekening van 1616 laat nog een grote wachttoren en een omwalling zien: toch schijnt Den Burgh reeds in 1616 een vergane grootheid te zijn. Zie boven en noot 10.
voetnoot(16)
Het ‘Kasteel’ van Opschoote; zie boven en noot 4. - Opmerkelijk is dat de auteur de familie Zannekin in verband met dit huis niet vermeldt.
voetnoot(17)
Het kapittel van Mesen had bezittingen te Alveringem met inbegrip aan de St.-Rikierskerk: J. Dhondt, Bijdrage tot het Cartularium can Meesen 119 (Brussel 1941). - Over Adela zie de historische gegevens bij D. Nicolas Huyghebaert, Monasticon Belge III 217-219 (Luik 1960).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken