Biekorf. Jaargang 75
(1974)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 39]
| |
Een snuifje muskaatnootSinds de 13de eeuw kennen we de noten-muskaat in West-Europa. De benaming komt zowel in het Oudfrans als in het Engels voor. De oudste Middelnederlandse teksten waarin ‘muskaat noot’ te vinden is, zijn geneeskundige recepten uit de 14de eeuw, nml. in een ‘confexie’ voor goede spijsverteringGa naar voetnoot(1). In de 15de eeuw wordt ‘twee cleene musscaten’ vermeld als ingrediënt van een ‘wondendranc’ (die alle wonden geneest)Ga naar voetnoot(2). Nader bij de keuken van de 15de eeuw staat het gebruik van ‘kruidnoot’ als bestanddeel, in een mengeling van poeders, dat moest dienen om slecht bier weer goed te maken. Toendertijd werd deze ‘specerij’ ook gestampt in een mortier en toegevoegd (samen met peper en gember) aan de bereiding van een honingdrank, boschmede genoemdGa naar voetnoot(3). Begin 16de eeuw - omstreeks 1500 en mogelijk wat vroeger, - verschijnt muskaatnoot ook onder de ‘keúkenspecerijen’. Samen met een groot deel andere kruiden werden ze in de jaren 1528 en 1532 aangekocht voor de kloosterkeuken van Sioen (Kortrijk): ‘een vierendeel in 1528’, ‘een half pond in 1532’Ga naar voetnoot(4). Kloosters betrokken waarschijnlijk ‘deze vrucht met groote deughden’ zowel voor hun kloosterpharmacie als voor hun keuken. Ook Joos van Ohistele († 1516) spreekt in het relaas van zijn reis in het Oosten (1481-85) over ‘de noten muscade’. Uit de 17de eeuw bereikten ons meer uitvoerige beschrijvingen over ‘de grote deugden der selver’. Heden ten dage zijn we vertrouwd met het gebruik van notenmuskaat in allerhande bereidingen. We appreciëren haar aromatische geur en haar prikkelende smaak. Haar geneeskundige kwaliteiten, haar stimulerende eigenschappen zijn ons nog onvoldoende bekend; alhoewel men nooit getwijfeld heeft aan haar evidente geneeskracht. Muskaatnoten, door de Indianen Pala Java genoemd, werden bij hen niet gebruikt om spijzen te kruiden, maar uitsluitend als artsenij. | |
[pagina 40]
| |
Voorname lieden in ‘Indiën’ namen onrijpe muskaatnoten voor ‘inleg’ in edik (azijn) of in suiker. Zo bewerkt werden ze ter plaatse gebruikt als ‘confituren’Ga naar voetnoot(5). Aldus ingelegde noten werden ook naar Europa gebracht waar ze als artsenij en als delicatesse genuttigd werden. Het specifieke van de muskaatnoot ligt bij haar olie. Een bewijs hiervoor biedt het 17de eeuws recept,Ga naar voetnoot(6) dat wij integraal laten volgen. | |
Van muscaten oly.Men neemt een pont bladen van muscaten, 2 loot gengber, een half loot nagelenGa naar voetnoot(7), alles kleijn gestoten, men doetter gerectificeerden brandewijn op: men laet het in een sachte waermte drij daghen en nachten staen, daerna giet men se af en doe anderen van den selven brandewijn daer bij, doet daer na die .....gnacie in balneo-marieGa naar voetnoot(8), laet het kout worden soo swemt het boven, delen olij is seer crachtigh in onmacht, of als men van sij selven valt, want men smeert dan de neusgaten daer mede, of den polst; hij wort oock ingenomen voor den slach-pijn inde maege, voor winden en anders. | |
De muskaatnoot in het volkslevenIn de overlevering van de volksgeneeskunde zijn volgende gebruiken nawijsbaar en nog gebruikelijk. De ‘kruidnoot’ wordt als amulet tegen reuma, tandpijn, steenpuisten en verzweringen gedragen. Een mespunt muskaatpoeder in witte wijn wordt als remedie tegen braken ingenomen. Tegen kolieken wordt een mengsel van gelijke delen eierdooiers, muskaatpoeder en brandewijn aanbevolenGa naar voetnoot(9).
Voor een vijftigtal jaren was het systeem ter bestrijding en genezing van borstverkoudheden veel eenvoudiger. ‘Een stuk grauw papier (inpakpapier) werd verwarmd boven de kachel; werd ingevet met een vetkaarsje (‘kaarsje van ne cent’ genoemd) en daarop werd muskaatnoot geraspt. Het aldus bewerkte papier moest men op de blote borst leggen, juist vóór het slapen gaan’. Dit middel was de voorloper van de hedendaagse ‘thermogeenwatten’. | |
[pagina 41]
| |
Merkwaardig is de vaststelling dat echte, onvervalste muskaatnoten ‘warm’ en vervalste ‘koud’ aanvoelen; dat echte kruidnoten ‘licht’ zijn, vervalste ‘zwaar’Ga naar voetnoot(10). Uit de negotie stamt deze remedie tegen prostatitis (volksremedieGa naar voetnoot(11): ‘Op 1 liter jenever worden 2 à 3 noten (muskaat) geraspt. Men laat het mengsel overnachten en ‘trekken’. Hiervan wordt 's morgens, 's middags en 's avonds 1 druppelken (maat voor 1 borrel) gedronken’.
In de diergeneeskunde wordt volgende empirische, volkse methode tegen gastritis of gastricisme bij runderen nog toegepastGa naar voetnoot(12). ‘- Wanneer een koe té veel eet: dit gebeurt bij het eten van jeugdig loof, van rapen bv., (loofvoeder); - ook wanneer er een zekere vergiftiging ontstaat door het eten van een of ander insektGa naar voetnoot(13) - ook wanneer een stuk eten in de keel (in de stroot) blijft zitten. Bij zulke gevallen gaat men als volgt te werk: Men neemt een goeie klomp boter (± 150 à 200 gr.) of een goeie helft van een pakje margarine; hierin mengt men 1 geraspte muskaatnoot. Dit mengsel verdelen in ± 3 à 4 porties. Terwijl iemand de muil van het rund openhoudt worden de 3 of 4 balletjes boter in het keelgat van het rund gebracht’.
Tot slot zij vermeld - dat ook de bladeren van de muskaatboom (Myristica fragrans - L.) vroeger werden gebruikt als artsenij, groen of gedroogd; dat foelie (macis) afkomstig is van de zaadrok of zaadhuls van de muskaatnoot. G. Vlieghe-Steps |
|