Biekorf. Jaargang 75
(1974)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 139]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het leenhof van Gapannes te ZoutenaaieBij een archeologisch onderzoek naar de middeleeuwse bewoningssites op het grondgebied van, de vroegere gemeente Zoutenaaie (thans deel uitmakend van de gemeente Veurne) werden tevens enkele geschreven bronnen, bewaard o.m. in het Rijksarchief te Brugge, geraadpleegd. Hierbij werd speciaal aandacht besteed aan de lenen die gelegen waren te Zoutenaaie en afhingen van het Leenhof van de Burg van Veurne. Het belangrijkste leen gelegen te Zoutenaaie schijnt het leenhof van Gapannes geweest te zijn. Het hing direkt af van het Leenhof van de Burg van Veurne en is zelf een leenhof, daar er een aantal achterlenen van gehouden zijn. Omstreeks 1680 vermeldt Pauwel Heinderycx dit leenhof als het Hof van Gapanus met een fonsier van 8 gemeten en 5 achterlenenGa naar voetnoot(1). Wanneer wij de tekst van Pauwel Heinderycx verder volgen, dan blijkt dat dit leenhof vroeger zou toebehoord hebben aan de familie van Gapannes (of Gapanus), waaraan dit leen zijn benaming zou danken. Onder Gapannes somt K. De Flou inderdaad enkele persoonsnamen van de XVde eeuw opGa naar voetnoot(2). Daarna zou het leenhof overgegaan zijn in handen van de familie van Hevele. Voor de periode gaande van 1519 tot na 1666 is Pauwel Heinderycx iets meer specifiekGa naar voetnoot(3). Deze laatste gegevens stemmen inderdaad volledig overeen met de aanduidingen van een leenregister van het Leenhof van de Burg van Veurne, dat als datum 13 augustus 1680 draagtGa naar voetnoot(4). Het is niet uitgesloten dat Pauwel Heinderycx dit document als bron gebruikt heeft, hoewel in dat geval een belangrijke discrepantie tussen beide teksten onverklaarbaar lijkt: het leenregister van 1680 vermeldt namelijk dat het leen in kwestie ‘dit la cour de Ghapannes’ een oppervlakte heeft van 8 gemeten, ‘avec 14 ou 15 arrieres fiefs’Ga naar voetnoot(5) en niet met 5 achterlenen zoals Pauwel Heinderycx beweert. Een | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 140]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
beschrijving van 1616 en een leendenombrement van 1723 tonen duidelijk aan dat van het leenhof van Gapannes 14 achterlenen afhingen in de XVIIde eeuw. Wij komen verder terug op deze laatste dokumenten. Het dient tenslotte nog vermeld dat volgens sommige auteurs het leenhof van Gapannes 15 achterlenen en later 40Ga naar voetnoot(6) of vroeger 40 en later 15 achterlenen hadGa naar voetnoot(7). Wanneer we L. Gilliodts-Van Severen volgen bij de chronologische opsomming van de personen die het leenhof gehouden hebben, dan zien we dat de oudste gegevens teruglopen tot de XIVde eeuw. Op dat ogenblik is het leenhof van Gapannes in handen van Roger de Ghistelles d'Eckelsbeke. In 1377 wordt deze opgevolgd door zijn broer Gerard, wiens zoon Jean het leen in handen krijgt in 1388. Gauthier, zoon van Jean, volgt deze op in 1457. De dochter van Gauthier, Jossine komt op het leen in 1472. Daarna volgt haar zoon Pieter, in 1503 gevolgd door zijn zoon Philippe. De volgende leenhouder is Isabelle van Heule. Haar dochter Adrienne volgt haar op. In 1590 gaat het leen over naar Catherine, die gehuwd is met Nicolas de Morel. In 1616, meer bepaald op 12 november, wordt het leenhof van Gapannes verkocht aan Cornille van de WoudeGa naar voetnoot(8). Daarna komt het leenhof achtereenvolgens in handen van zijn zoon Gillis (1631), diens zoon Gillis (1661), diens broeder Just (1691), diens zuster Anne Marie (1694), haar zuster Marie Catherine (door gift, 1694). In 1707 koopt Jooris Fraeijs het leenhof over. Hij wordt achtereenvolgens opgevolgd door zijn zoon Johannes FranÇois (1720), diens zoon Patricius (1722), diens neef Josse (1743), diens dochter Marie (1785), haar zoon Jacques en tenslotte diens zoon Ferdinand Eugène (1790)Ga naar voetnoot(9). Een iets of wat gedetailleerde beschrijving van het leenhof van Gapannes wordt ons slechts door twee dokumenten gegeven. Het jongste dateert van 9 maart 1723 en bestaat uit een leendenombrement dat door Ingelbertus Fraeijs, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 141]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voogd van Patricius Fraeijs, overgegeven wordt aan Francois de Vigeureux, die in deze periode luitenant baljuw was van het Leenhof van de Burg van Veurne. Uit dit denombrement blijkt dat Patricius Fraeijs zijn vader Joannes opvolgt als houder van het leenhof van GapannesGa naar voetnoot(10). Het tweede dokument is ouder en bestaat uit een beschrijving van hetzelfde leenhof - met aanduiding en beschrijving van de 14 achterlenen zoals in het leendenombrement van 1723 - dat gevoegd werd bij de verkoopakte van 12 november 1616Ga naar voetnoot(11). Deze beschrijving - een los stuk - is weinig of niet bekend. K. De Flou had er blijkbaar geen kennis van. Het komt immers niet voor onder de toponiem Gapannes in zijn Woordenboek. In bijlage geven wij de tekst van dit dokument, omdat het zo weinig gekend is en tevens omdat het enkele interessante gegevens omtrent de ligging en de samenstelling van het leenhof bevat. De ligging van het leenhof van Gapannes en van de achterlenen is voorlopig niet met preciesheid vast te stellen. Er zijn immers geen landboeken uit de XVIlde of XVIIIde eeuw gekend die de volledige oppervlakte van Zoutenaaie perceel per perceel beschrijven. In het leendenombrement van 1723 en in de koopakte van 1616 worden de diverse percelen gelokaliseerd met behulp van en ten overstaan van de landerijen die aan andere eigenaars of leenhouders toebehoren. Daar deze laatste landerijen niet precies kunnen gelokaliseerd worden, bieden beide dokumenten weinig houvast voor een precieze lokalisatie van het leenhof. Toch geven enkele aanduidingen van topografische aard een - weliswaar tamelijk vage - indikatie. Zo blijkt dat het fonsierleen uit drie percelen bestaat, waarvan de eerste een driehoekige vorm heeft en met de noordzijde aan de Reigersvliet grenst. Dit betekent dat het fonsier gelegen is aan de noordgrens van de gemeente Zoutenaaie, ten oosten van de oude Zeedijk (de huidige Oude Zeedijkstraat). De Reigersvliet vormt inderdaad de noordelijke grens van het oostelijk gedeelte van Zoutenaaie en is bij Popp aangeduid als het Zoutenaai leyken. Deze ligging wordt nog bevestigd door de gegevens betreffende de ligging van de 3 achterlenen die in 1616 gehouden worden door Gillis de Raedt. Deze achterlenen grenzen aan het fonsier van het leenhof van Gapannes | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 142]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(nl. het ‘principael leen van Gapennes’) en liggen ‘oost vander kercke’. De ligging van de thans verdwenen kerk van Zoutenaaie is bekend, niet alleen door ikonografische bronnen zoals de kaart van graaf de Ferraris, maar tevens door de opgravingen van 1960, waarbij het grondplan van de kerk kon gerekonstitueerd worden. Zij stond op het perceel 146a (Popp nummer), c. 125 m ten oosten van de Oude Zeedijkstraat en e. 130 m ten zuiden van de ReigersvlietGa naar voetnoot(12). Volgens de beschrijving van 1616 had het leenhof van Gapannes een fonsier van 7 gemeten 75 roeden. Het denombrement van 1723 geeft dezelfde oppervlakte aan. Volgens beide dokumenten bestaat het fonsier uit ‘diversche’ stukken of percelen, nl. 3:
Van het leenhof van Gapannes zijn volgens beide dokumenten 14 achterlenen gehouden. Zowel in 1616 als in 1723 horen sommige van deze achterlenen samen en zijn zij in leen gegeven aan één en dezelfde persoon. Zij worden als volgt gerangschiktGa naar voetnoot(13):
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 143]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De totale oppervlakte van de dochterlenen bedraagt dus c. 67 gemeten 1 lijn 53 roeden. Dit brengt de totale oppervlakte van het leenhof van Gapannes (met inbegrip van het fonsier) op c. 74 gemeten 2 lijnen 28 roeden. Hiervan zijn het fonsier en de eerste elf achterlenen, met samen een oppervlakte van c. 68 gemeten 1 lijn 3 roeden, gelegen op het grondgebied van Zoutenaaie. F. Verhaeghe | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 144]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
telcker veranderynghe ende by coope den xen pennynck ende ghelyck relief]*Ga naar voetnoot(15). Mr. Chaerles budsin, in huwelicke hebbende Joncvr. Anna de Ryeel fa Jor heindricx, by successie van Joncvr. Isabeau, tzelfs Anna zustere, houdt vanden voorn. hove vier leenen ofte manschepen al liggende inde prochie van zoutena, danof teerste leen groot es zestien gemeten ofte daer ontrent, liggende zuutwest vander kereke ende es de hofstede daer vinchent ricx woont metten boomgaerden bewesten benoorden ende beoosten, met een halseken anden boomgaert ende een sticxken benoorden ande stede, metten yephoveken bezuuden ende bewesten an tlant van Jor chastelet, bezuuden an tlant van Jacques Wayns. [Staende ten relieve van x lb].*
Het ije leen es groot vyf gemeten en half ofte daer ontrent, liggende ant yephof beoosten anden driehouck ten twee sticken, streckende oost ende west, benoorden ant lant van Jan de Wonselles, bewesten an Jor [open] chastelet ter cause van Joncvr. Anthonette de morbays zyne gesellenede, houdende dese twee sticken vyf ghemeten xl. roeden ende tsurplus licht inde sticken vanden naervolghende leenen. [Staende ten relieve vanden bester vrame ende ten dienste van een paer handschoen an zynen heere telcken inde syncxedaghen].*
Het iije leen es groot vier lynen, liggende noort an tvoorgaende yephof, bezuuden ande dreve ende es een viercant stick groot iiij lynen xl roeden, danof de xl roeden zyn vanden voors. leene van v en half ghemeten, liggende naerst den zelven leene. [Staende ten relieve vanden bester vrame ende ten dienste van een paer handschoen alsvoren].*
Het iiije leen es groot ij ghemeten 1 roeden, beoosten an tvoorschreven, in een stick bezuuden ande voors. dreve, bewesten an tleen vanden voors. mr. chaerles dat gehouden es van Jor pieter de Doix, danof de 1 roeden zyn vanden voors. leene van v en half ghemeten naerst den zelven leene liggende. [Staende ten relieve vander bester vrame ende ten dienste van een paer handschoen tsjaers alsvooren].*
Joncvr. Anna fa Jor Jan casenbroot houdt twee leenen ofte manschepen liggende liggende inde voors. prochie van zoutenay, zuut vander kereke, danof het eerste groot es drie gemeten landts ende es een stick streckende oost ende west, metten westhende ande strate genaempt den ouden zeedyc, toosthende ende zuutzyde an haer selfs lant, de noortzyde ande walgracht van tzelfs Joncvr. Anna vervallen hofstede, ende het ije leen es groot twee gemeten landts, ligghende noort vandaer ende es een stick oock streckende oost ende west, twestende ande voorn. strate genaempt den ouden zeedyck, metten zuutzyde ande voorn. walgracht, toosthende an haer selfs lant ende de noortzyde an Jor pieter de doix lant. [Staende beede ten relieve | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 145]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vander bester vrame ende elc ten dienste van een paer handschoen tsjaers telcken inde syncxe daghen alsvooren].*
Gillis de Raedt te Iper, in huwelicke hebbende Johanne fa Pauwels Roose by successie van Jan botuut, houdt drie leenen ofte manschepen ligghende inde prochie van zoutenay voornoemt, danof teerste groot es viij lynen xviij roeden, oost vander kercke, metten westhende an Jor pieten de doix lant, metter zuutzyde ende oosthende ant naervolghende leen, de noortzyde anden Reyngers vliet. Het ije leen es groot zeven gemeten in diversche sticken te wetene vj ghemeten en half ligghende beoosten ende bezuuden van tvoorn. leen, metter noortzyde upden Reyngers vliet, toosthende ant naervolghende iije leen ende metter zuutzyde an mr. Jan de Jagher leen ende het ander half gemet licht al bet oost vandaer, veurgemeens met tleen van Jor charles de vos upde noortzyde vanden sticke ende upde zuutzyde vanden Reyngers vliet, metten oosthende an Jaques de mueninck lant ende twestende an tleen van gapannes ende het iije leen es groot een gemet tien roeden lants, streckende zuut ende noort, tnoorthende anden Reyngersrt vliet, de oostzyde an tvoornoemde principael leen van gapannes, tzuuthen de ande capelrie van sinte Wouburghen lant ende metter westzyde ant voorgaende leen van vj en half ghemeten. [Staende de zelve drie leenen ten relieve vander beste vrame ende teerste ende tleste ten dienste van elc een paer handschoen tsjaers telcken inde syncxe daghen alsvooren].*
Joncvr. catelyne van zinneghem weduwe van Jor chaerles de vos houdt een leen vanden voorn. hove groot zeven gemeten ligghende inde voorn. prochie van zoutenay in drie sticken tdeen an tandere beoosten ende bezuuden an tvoorn. principael leenhof, benoorden ande presbiterie van zoutenay lant ende bewesten an Jaques de mueninck lant. [Staende ten relieve vander bester vrame].*
Mer Eustace de croy ridder grave van Rioeulx, ter cause van mevr. [open] de gistelles zyne gesellenede, houdt een leen groot dertien ghemeten en half landts, liggende inde voorn. prochie van zoutenay ten diversche sticken, streckende oost ende west, metten oosthende an mynen heere van Ronquelincoeur lant, metter zuutzyde daer Lampernesse ende zoutenay scheeden, twestende an Jan de boom cum suis lant ende de zuutzyde ande kercke van zoutenay lant. [Staende ten relieve van x lb parisis].*
Andries de cueninck by coope van maerten nagele houdt een leen groot viij linen landts ligghende inde prochie van Ramscapple, zuut vander kercke, streckende metten westhende upde vliet, toosthende an hubrecht coornpuyt causa uxoris leen, metter zuutzyde an Joncvr. frachyne fa pieter stevins, huusvrouwe van Jan de Wulf, naervolgende leen ende de noortzyde an Pieter de mystere fs franchois landt. [Staende ten relieve vander bester vrame ende ten dienste van een paer handschoen tsjaers telcken inde vier syncxe daghen alsvooren].* | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 146]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jor Jan de Wulf in huwelicke hebbendeGa naar voetnoot(16) Joncvr. franchyne stevins, houdt een leen groot een gemet ende een vierendeel landts, ligghende inde prochie van Ramscapple voornoomt, streckende zuut ende noort, metten noorthende an tleen van Andries de cueninek voornoomt, tzuuthende hubrecht coornpuyt landt ende de hofstede vanden voorn. Pieter de mystere, de westzyde upde vliet. [Staende ten relieve vander bester vrame ende ten dienste van een paer handschoen by jaere teleken inde vier syncxe daghen].*
Jaques fs mr ysenbaert van provyn, over wylent mrr ysenbaert zynen vader, houdt een leen groot twee gemeten en half landts, wylent toebehoort hebbende hubrecht boudeloot, ligghende inde voorn. prochie van Ramscapple int leen vande voorn. Jan de WulfGa naar voetnoot(17), opde oostcant vanden zelven leene, benoorden ande hofstede wylent toebehoorende charles goossen. [Staende ten relieve vander bester vrame ende ten dienste van een paer handschoen by jaer alsvooren].* |
|