Biekorf. Jaargang 89
(1989)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 184]
| |
De vroede vrauwen 1551Nog voor de eerste handboeken voor vroedvrouwenGa naar voetnoot(1) van de pers komen ontstaat te Brugge onder blijkbare invloed van Fr. Rapaert een deontologie, een plichtenleer, waarin duidelijk wordt gezegd dat arm of rijk gelijk zijn voor behandeling, dat een begonnen verlossing om geen reden mag onderbroken worden en alleen aan een ander mag worden doorgegeven wanneer de afspraak van te voren was gemaakt, wanneer de gewoontes van de patient werden doorgegeven of wanneer een slecht verloop hulp van zowel andere vroedvrouwen als van medici noodzakelijk maakt. Alleen wanneer operatief moet worden ingegrepen mag de vroedvrouw het werk doorgeven. Zij mag nimmer farmaca zelf verstrekken, alleen op raad van een arts.
Hieronder volgt nu de tekst uit SABrugge, Secrete Resolutieboecken 1545-52, fol. 226-227, pas in 1697, 5 febr., door een nieuwe ordonnantie te vervangenGa naar voetnoot(2). | |
BijlageDit es den eed vanden vroedevrauwen, ontfaen den Ven in Decembre 1551, ter exercitie van dien officie, ende nochte ontfane.
Ommedieswille dat ter kennesse van mijnen heeren vander wet deser stede van Brugghe ghecommen es dat diversche vroedevrauwen in haerlieder werck hemlieden zeere quaelick ghequeten hebben, zommeghe duer dat zijs hemlieden an twerck niet en verstaen, ende andere duer andere ghebrecken, zoo est dat mijn heeren vander wet voorseijt ghestatueert ende gheordoneert hebben de poincten ende articulen naervolghende:
Eerst, dat van nu voordan nijemand haer en zal mueghen gheraeden ofte uutgheven voor vroevrauwe, noch teecken uutsteken omme over zulck bekent te zijne, ten zij datze drie | |
[pagina 185]
| |
jaren met een ghezwooren vroevrauwe gheleerd zal hebben, ende daernaer bij gheleerde medecijns gheexamineirdt ende bijder wet voorseijt gheadmitteird, ende den behoorlicken eed daertoe ghedaen, up de verbeurte van 5 £ gr., ende bovendien arbitraerelick ghecorrigiert te zijne in discretie van scepenen.
Item. Dat alle de ghuene die bijder wet tot tvoornoemde vroevrauscip gheadmiteird zullen zijn, zullen tzelve mueghen exerceren totten wederroupene vander zelver wet.
Item. Dat alle de ghuene die totten voornoemden officie zullen begheren ontfaen te werdene, zullen ghehouden zijn int college van scepenen te zweerene te onderhouden de poincten ende articulen naervolghende:
Eerst. Dat zoo wanneer zij bij eenighe vrauwen gheroupen zullen zijn, datze voorden aermen zoowel als voorden rijcken huerlieder uterste neersticheijt doen zullen, om de vrauwen ende de kinderen levende ende ghezond te bewarene.
Item. Zoo wanneer zij bij eenighe vrauwen in aerbeijde zijn (fol. 226v) al waren zij dan elders gheroupen, daeromme, noch omme gheene andere zaecken en zullen zijze mueghen verhaesten noch die vrauwen oft kinderen te meer mueghen travailleren voorden rechten tijd, noch en zullen daerof niet mueghen gaen, voor dat alle twerck vulcommen zij. Den ware dat zij eene andere daer zij van te vooren mede gheaccordeirt waren, in huerlieden plaetze ghestelt hadden. Zullen oock de ghuene daer zij mede gheaccordiert zijn, mueghen in huerlieder stede zenden, daer zij gheroupen zijn. Ende zullen elckandre informeren, hoe zijlieden metten vrauwen, die zij ghewuene zijn te dienen, pleghen te levene in huerlieder werck.
Item. Als twerck niet wel en gaet, ende dat zij niet vulmaectelickewijs en zijn datze alsdan hulpe zullen begheren van andere vroevrauwen of gheleerde medecijns.
Item de vroevrauwen, die van een endere bij een zwaer ofte quaet werck gheroupen worden, en zullen die eerste niet berespen, ghelijck of zij quaelijcken ghedaen hadden, ofte der zaken onwijs ware, maer zal al contrarie zegghen, minnelijc met haer accordeeren ende helpen; maer waere daer ijet zeer qualic ghedaen, zullen tzelve mueghen overbringhen ende der wet te kennen gheven. | |
[pagina 186]
| |
Item dat gheen vroevrauwen en zullen andere mueghen mesprijsen omdat zij raedt of hulpe van gheleerde medecins ofte andere vroevrauwen ghevraecht zal hebben, maer ter contrarien zullen tzelve moeten prijsen als wel ghedaen.
Item dat gheen vroevrauwen eenighe medecinen bezeghen en zullen, ten zij bij rade van eenighe gheleerde medicijns.
Item dat de vroevrauwen, als noodt werdt, zullen ghehouden zijn tdoode kint uut des moeders lichame met sticken te halene, ende tlevende kint uut des moeders doode lichame te snijdene, ofte indien zijt niet en willen, zullen ghehouden zijn (fol 227) tzelve bij een andere te doen doene, wel zorghe nochtans draghende dat tkint ofte moedere, die zij snijden willen, te vooren doot zij eer zij snijden.
Staende alle de voorseyde poincten tot arbitraire correctie vander wetGa naar voetnoot(3). A. Dewitte. |
|