Biekorf. Jaargang 95

[p. 411]

Vraagwinkel

Vondel in Brugge

De grote dichter Joost vanden Vondel zou in 1651 in Brugge op bezoek zijn gekomen Een van zijn gedichten draagt immers het onderschrift te Brugge op Sint-Appolinarisdag 1651. Dit gedicht was opgedragen aan de toen in 1651 nieuw gewijde Brugse bisschop Carolus Van den Bosch.

Is er over het verblijf van Vondel in Brugge iets meer bekend dan deze ene vermelding op dit gedicht?

L.V.A.

Verdwenen renteboek van Koolstamp

Onder de opgegeven bronnen van K. De Flou's Toponymisch Woordenboek (dl. XVIII, kol. 1098) worden twee stukken vermeld van Koolskamp: Kaart gesneden uit een renteboek van Koolskamp en een renteboek van Koolskamp, beide uit het jaar 1629. Weet iemand waar deze stukken thans zouden te vinden zijn?

A.V.

Aan de schandpaal met een schrode

In de jaren 1563 en volgende werden er in Ieper een aantal protestanten opgepakt en veroordeeld (I. Diegerick, Mémoire justificatif du magistrat d'Ypres sur les troubles religieux, dl. II, blz. 181 en vv.). Vaak stonden ze aan de schandpaal op de markt, thooft verbonden met een schroode ende ghestelt te zine aen eenen staeke up een schavot... Soms werden ze onthoofd, verbrand ofwel maar eenvoudig tentoongesteld

Wat betekent deze uitdrukking ‘thooft verbonden met een schrode’?

L.V.A.

Rederijkersfeest te Poperinge in 1561

In 1561 besliste de magistraat van Poperinge tot de aankoop van 128 oncen silver prysen voor de vreemde rederijkersgilden die Poperinge zouden aandoen bij een wedstrijd in hun stad (Fragmenta, dl. I, blz. 190).

Zijn er meer gegevens bekend over dit rederijkersfeest?

L.R.

Poeke in de dekenij Torhout

Bij de oprichting van de nieuwe bisdommen in 1559 en de hertekening van de dekenijen, werd het Oostvlaamse Poeke, dat helemaal ligt tussen parochies van de dekenij Tielt onder het bisdom Gent, gevoegd bij de Westvlaamse dekenij Torhout onder het bisdom Brugge. Poeke was dus een Brugse enclave in het bisdom Gent!

Weet iemand een aanvaardbare uitleg over deze wel zeer ongewone toestand, die pas tot stand kwam toen men de indelingen der kerkelijke omschrijvingen herschikte tot meer logische entiteiten dan de vroegere middeleeuwse situatie?

L.R.

[p. 412]

De Spraakkunst van Phil. de Neckere

In 1815 verscheen er in Ieper een Spraakkunst van de hand van een gewezen dorpsgriffier, Philip de Neckere.

Weet iemand mede te delen wie de auteur was en welke ideeën of bijzondere optiek er in deze Spraakkunst (verschenen het eerste jaar van ‘den Hollander’) aan bod kwamen?

L.R.P.A.

De biekorven van Biekorf

In zijn gedegen overzicht van Biekorf vijf-en-twintig jaar! (jg. 1914, blz. 1-37) schreef L. De Wolf op blz. 15: Hijzelf (Gezelle) gaf het blad zijn name ‘Biekorf’, Bethune tekende den Korf, die thans nog dient als kop van 't blad.

Die Biekorf als kop van 't blad stond al boven de Voorboodschap in Lauwe, 1890 (1 pg., nr. 1).

Op de nog niet gecorrigeerde ‘Voorboodschap’ aan de ‘Vlamingen’ stond een andere Biekorf als korf, en op het voorblad van het eerste nummer (blz. III) stond nog eens een andere Biekorf afgebeeld: een biekorf op een lage tafel tussen honingblommen o.a. de distel. De distel komt ook voor bij de Biekorf die Jules Fonteyne tekende voor de Dagwijzer van het zilveren jubileum van het tijdschrift.

Vraag: wie tekende de Biekorven voor Bethune?

J. de M.

Johanna van Vlaanderen in Diest

Onder de titel De inkomsten en goederen van de heer van Diest in 1334 wordt in Eigen Schoon en De Brabander (jg. 1994, blz. 29-48) nagegaan welke de som was waarover Johanna van Vlaanderen, weduwe van heer Gerard van Diest, mocht beschikken uit het domein der heren van Diest als weduwgeld. De schatters van deze soort lijfrente waren notabelen uit de streek die zulks deden op initiatief van drie broers van de overleden heer van Diest, nl. Jan, bisschop van Utrecht, die zijn overleden broer opvolgde als heer van Diest, en de ridders Thomas en Arnold van Diest.

Nergens wordt er evenwel gezegd wie deze Johanna van Vlaanderen eigenlijk was. Hoe past zij in de genealogie der graven van Vlaanderen?

A.B.

Fortnamen in de Geuzentijd

Pauwel Heinderycx beschrijft in zijn Jaerboeken van Veurne en Veurnambacht (ed. E. Ronse, 4dln.) uitvoerig de troebele 16de eeuw. Na de inname van Veurne in 1583 vermeldt hij de aanleg of herinrichting van een aantal forten aan de oostkant van de kasselrij omstreeks 1590, o.m. bedoeld tegen de Oostendenaars. Een aantal versterkingen hadden merkwaardige namen zoals ‘Beckaf’, ‘Verlooren-cost’, ‘Tard advisé’ of ‘Coupe la voye’ (dl. 3, p. 267 en 282).

Was het gebruikelijk dergelijke namen aan versterkingen te geven? Waar kwam dit nog voor?

J.V.A.