Biekorf. Jaargang 98
(1998)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 172]
| |
De ghilde van Sinte Barbele, Brugge 1568.De St.-Barbara-kapel van de tertiarissen in Magerzo, tussen de Ganzeplaats en het Groenstraatje, gemeenschap gesticht in 1342 en in 1369 van een kapelanij voorzien, was in 1552 eigendom geworden van de augustinessen van Spermalie. In 1568 doet suppoost ende poortere, conchierge vanden huuse ghenaempt ter derder oordene, toe behoorende me vrauwe d'abdesse van Spermaeille Clement van Nieukercke Willem SampeGa naar voetnoot(1) dagvaarden:
die hem vervoordert heeft, hem lovende deken vander ghilde van Sinte Barbele, te meer stonden tzijdert aen ougst laetstleden herrewaerts, aldaer te commene e(nde) groote beroerte te makene, den suppl(ian)t grootelicx iniureren(de) tonrechte, jae verdreeghen(de) vanden lijfve te beroovene, ter causen vande(n) edificien e(nde) temmeraigen, zo van maetselrie als anderssins... door de abdis gecommandeerd niet gheoorlooft en zoude gheweest zijn, hem vanteren(de) de zelve Willem daghelicx dat hij de duere, die van ouden tijd(en) den inganck vand(er) voors(eijde) cappelle gheweest heeft, niet alleene vand(e) voors(eijde) ghilde nemaer ooc voor alle de ghuene die den dienst belieft aldaer te co(m)men hoorene, zal doen stoppen, e(nde) doen open houden de duere daer neffens staen(de), twelcke voor de veranderinghe was de duere van(den) huuse, e(nde) den inganck ten huusewaert inne, met eenen ganck voorbij den thuijn der voors(eijde) cappelle. In welck(er) ganck stont eenen block e(nde) een wijwatervat die nog staen up huerl(ieder) plaetse; van welke(r) ganck nu ghemaect es een schoone sale, corresponderende upde voors(eijde) cappelle.. Ende alzo de voorn(oemde) suppl(iant), bij laste van me vr(auwe) voorn(oemd), in meeninghe heeft gheweest den voors(eijden) block te verzetten binnen der beloke vand(e) voors(eijde) cappelle, de voorn(oemde) Willem Sampe 't zelve vernemende heeft zo vele ghedaen alsdat hij aldaer heeft doen commen mijnheeren vand(e)r vicariaet, ende daer toe ooc den inquisiteur, dewelcke inspectie ghenomen hebben vander plaetse e(nde) nochtans de zake heml(ieden) gheenssins anghetrocken. Sulcx dat de voors(eijde) Willem Sampe | |
[pagina 173]
| |
an heml(ieden) gheen confoort in zijn quaet voorstel vijndende, heeft opden Xn deser maendt van december LXViii, naer tcelebreren vander messe inde voors(eijde) cappelle, de voors(eijde) beroerten vernieut ende den suppl(ian)t van nieus verdreecht zegghende Indien ghij an dien block compt, ic zal u den hals ofsteken... (Stadsarch. Br, XII, 262, bundel Spermalie).
Hierop laat de suppoost Willem dagvaarden voor mijne heeren vander wet om hem de toegang te ontzeggen, gezien de gilde der busschieters geen enkel ogenblik rechten kon laten gelden t.a.v. de gildekapel.
Het hier bedoelde convent Magerzo, dat was aangekocht in 1552 door abdis Johanna vande Roziere toen alleen zuster Celie daar nog verbleef, werd door de monialen van Spermalie grondig gerenoveerd, 1565-68, (waarvan hierboven een voorbeeld te vinden is) om als effectief refugium te dienen, na de plundering van het convent in Sijsele, tussen 1588 en 1607. Op die laatste datum kocht abdis Maria de Ramires - zij bleef abdis van 1607-1648 - het refugium van de Duinen in de Snaggaertstraat à 1450£, terwijl de Godelieven, die daar in 1586 waren ingetrokken, in 1608 naar Magerzo verhuisden dat zij in 1600 aan Francisca de Bejar hadden gekocht. Die zouden daar o.l.v. Josijne Swijns tot 1638 blijven. Zie uitgebreid Monasticon II, 260 en III, 2, blz. 466; Haec Olim 1971, blz. 41-52 (art. A. Hoste); Catalogus 800 jaar Spermalie, Brugge, 1986, blz. 47-50; 300-303 (art. N. Geirnaert en L. Vandamme). De abdis die hier de schoone sale corresponderende upde cappelle liet bouwen was Kathelijne Beijts († 1580), abdis sinds 1557. De sale was wellicht bedoeld als kapittelzaal. De block binnen of buiten het beluik van de kapel zal een offerandeblok geweest zijn. A. Dewitte |
|