Weduwen en wezen in het laat-middeleeuwse Gent
Marianne Danneel vatte onder die titel haar doctoraatsverhandeling uit 1992 samen, die verscheen in de reeks Studies in Urban Economic and Political History of the Medieval and Modern Law Countries, vol. 3, Garant, Leuven-Apeldoorn, 1997, 438 blz.
Het eerste deel behandelt het weeskind, het tweede (blz. 251-424) de weduwe als gezinshoofd. Het is duidelijk dat beide delen de gehele tijd noodzakelijk in mekaar overlopen hoewel A. erin slaagde in een heldere taal houdenisse, voogdij en in deel 2 rechten en plichten van de weduwe, weduwe-rentenierster of weduwe van een dagloner, te behandelen in het bredere kader van de familie en gezin in de middeleeuwen. De recente Franse en Engelse interpretatiemodellen worden op een duidelijke manier geconfronteerd aan bv. de studie van J. Heers die zich voor zijn analyse uitsluitend op Noord-Italiaans bronnenmateriaal baseerde, 1974. Haar eigen ‘gangmakers’ blijken vnl. P. Hoppenbrouwers 1985, M. Boone 1991