Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 103 (2003)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 103
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 103Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 103

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 103

(2003)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 78]
[p. 78]

Aan tafel met Gezelle (2)

Angelus Van Severen was pastoor te Bellegem van 1865 tot 1891Ga naar voetnoot(1). L. Slosse schrijft dat Angelus Van Severen zijn brieven voor de pastorij van Bellegem ontving op 22 februari 1865 en dat hij er aankwam op 15 maartGa naar voetnoot(2). Hij zou er blijven tot zijn dood.

 

Bellegem ligt op ongeveer 9 kilometers van Kortrijk. Het was een landelijk dorp. In 1866, één jaar na de benoeming van pastoor Van Severen, telde het 2864 inwoners. Gezelle was sedert de herfst van 1872 onderpastoor van de O.-L.-Vrouwekerk van Kortrijk. Tussen hem en pastoor Van Severen groeide een vriendschapsband.

Het oudste gedicht dat Gezelle schreef op vraag van pastoor Van Severen was A,A,A, waarvan hier de eerste regels volgen:

 
A, A, A,
 
Naar huis is 't dat ik ga!
 
Prijsdeling! de schole is uit
 
En ik zing al overluid
 
A, A, A,
 
Naar huis is 't dat ik ga!Ga naar voetnoot(3)

Volgens de Gazette van Kortrijk van 18 september 1880 werd dit gedicht voorgedragen (of gezongen) te Bellegem op 12 september 1880Ga naar voetnoot(4). Dit gebeurde bij de prijsuitdeling van het eerste schooljaar van de vrije katholieke knechtjesschool. Gezelle schreef nadien nog andere versregels zowel op verzoek van pastoor Van Severen als van zijn onderpastoor J.L. Vandenweghe. In 1890 zijn er opnieuw duidelijke aanduidingen van de vriendschap tussen Gezelle en Van Severen. 10 juli 1890 was een heuglijke datum voor de parochie Bellegem. Men vierde de ‘goud- en zilveren priester-pastorsbruiloft’ van pastoor Van Severen. Hij was 55 jaar priester en 25 jaar pastoor van Bellegem. Overal in het dorp waren er bloemen en vlaggen en een kleurrijke stoet trok door de straten. Een gedicht van Gezelle mocht niet ontbreken. Gezelle schreef een gedicht met als eerste regels:

[pagina 79]
[p. 79]
 
Eerweerde Pastor, moerpilaar
 
Van Belleghem zoo menig jaar
 
Zij God gedankt: in woord of werk
 
Die U gelijkt is wonder sterk!Ga naar voetnoot(5)

Maar geen feest zonder maaltijd. Ook het opstellen van de spijskaart nam Gezelle voor zijn rekening. In de lijn van zijn taalevolutie nam Gezelle iedere gelegenheid te baat om Vlaamse benamingen voor gerechten ingang te doen vindenGa naar voetnoot(6). Hier volgt de spijskaart met daarna de toelichting.

Maaltijd op de Goud- en Zilveren priester- en pastorsviering

van den Zeer Eerweerden Heer

Mijnheer Angelus Van Severen



illustratie

[pagina 80]
[p. 80]

Beschrijving van de spijskaart:

Kaart: 14,8 x 10,1 cm

Op de keerzijde met de pen geschreven: Mr. Jul. Lefevere

Eigen verzameling

a)Belleghemse lepelspijze: Bellegemse soep
Bij de spijskaart voor een pastoorsbenoeming of viering verwijst Gezelle graag naar de gemeente waar hij benoemd werd. Zo vond ik in die zin: Heulsche taarten, gebak Steene-zeehaven. Het gaat dus niet om een gerecht of nagerecht kenmerkend voor die gemeente.
b)Gepalingde en gegeernaarde zalm: zalm gegarneerd met paling en garnalen
c)Ossenharst in 't gemoes: volgens Van DaleGa naar voetnoot(7) is harst een stuk gebraden vlees of vlees dat geschikt is om te braden, een ribstuk, een lendenstuk van een rund. Vroeger had harst in verschillende Germaanse talen uiteenlopende betekenissen, gaande van eert of droogoven tot rooster, braadpan, braadvlees en rugstuk van een geslacht dier. Gemoes: niet bij Van Dale, ook niet bij De Bo en DebrabandereGa naar voetnoot(8). Gemoes is dus Gezelliaans voor groenten, vergelijk met het Duitse: Gemüse.
d)Rebbenroost en toebehoor: geroosterde ribben.
e)Geklibberde hespe: De Bo geeft hiervan een duidelijke verklaring. Bij het woord klibbe is dit: v. Hutse, lil. Fr. gelée (animale ou végétale), klibbe van vleesch, klibbe van krieken. Kiliaen: klebber, klibber, klubber. Bij het woord hutse is de uitleg van De Bo zo mogelijk nog duidelijker: vleesch- of beenderensap dat, met te verkoelen, een slappe en trillende lijvigheid gekregen heeft. Het gesteven sap van enige fruiten met suiker gekookt.
f)Veld-dekensche peuzelinge: peuzelen is zoals bekend langzaam eten door kleine stukjes af te plukken. Veld-dekensche zal ongetwijfeld vruchten betreffen die als een deken het veld bedekken. Aardbeien als nagerecht is waarschijnlijk de juiste uitleg. Velddekensche is dus een maakwoord van Gezelle.

 

Volgens de Gazette van Kortrijk van 20 juli 1890 werden er tijdens

[pagina 81]
[p. 81]

de maaltijd heildronken gebracht door vicaris-generaal Waffelaert en door de Bellegemse burgemeester Vanden Bulcke.

 

Gustaaf Waffelaert (1847-1931) was geboren in het nabije Rollegem, was vicaris-generaal sedert 25 april 1890 en werd bisschop van Brugge op 28 juni 1895. Hoewel er geen spijskaart is bewaard gebleven op naam van Gezelle, mag aangenomen worden dat hij aanzat aan de feestmaaltijd. Daartoe zijn er twee redenen. Ten eerste zijn vriendschap metpastoorVan Severen. Een tweede belangrijke reden is de aanwezigheid van vicaris-generaal Waffelaert. Het was te verwachten dat Waffelaert in Bellegem zou zijn voor de viering van pastoor Van Severen.

 

Waffelaert was gedoopt door Van Severen toen die onderpastoor was te RollegemGa naar voetnoot(9). Gezelle had in 1880 een lang gedicht geschreven voor Waffelaert toen deze aan de universiteit van Leuven was ‘uitgeroepen Doctor of Leeraer in der Godheid’Ga naar voetnoot(10). Gezelle heeft de geschikte gelegenheid om vicaris-generaal Waffelaert te ontmoeten niet laten voorbijgaan.

 

Pastoor Angelus Van Severen heeft het groot feest van 10 juli 1890 niet lang overleefd. Hij stierf op 22 oktober 1891.

Georges Gheysen

voetnoot(1)
Angelus Van Severen, Tielt 3 maart 1807- Bellegem 22 oktober 1891, priester gewijd 13 juni 1835, hulppriester te Koolkerke en te Gits, onderpastoor te Rollegem bij Kortrijk in 1835, voor verdere benoemingen: zie bovenaan de spijskaart.
voetnoot(2)
L. SLOSSE, Rond Kortrijk. Jules De Meester Rousselaere 1898-1903, eerste deel, p. 68.
voetnoot(3)
met titel Verlofliedje, zie Guido Gezelle. Verzameld dichtwerk, red. J. Boets, deel 5, p. 368.
voetnoot(4)
Voor het afgedrukte artikel van Gazette van Kortrijk en nadere uitleg, zie: J. VERMEULEN en G. LEFEBVRE, Een dorp zoo preusch als menig steen, Guido Gezelle en Bellegem, Davidsfonds Bellegem 1999, p. 14 e.v.
voetnoot(5)
Het gedicht draagt als titel: Zoo menig jaar, zie Guido Gezelle. Verzameid dichtwerk, red. J. Boets, deel 6, p. 196. Het woord moerpilaar met betrekking tot een pastoor was een vondst. Het sloeg in en werd regelmatig afgedrukt op een rouwprentje voor een pastoor. De stoutste navolging vindt men op het gedachtenisprentje van Augustinus Van Becelaere, pastor jubilaris van Cachtem, gevierd den 28 Oegst 1906. Hij was pastoor van Cachtem sedert 28 februari 1881. De tekst is: Eerweerde pastor, moerpilaar van Cachtem reeds zoo menig jaar, en is ondertekend door G.G. Op dat ogenblik was Gezelle reeds bijna 7 jaar overleden.
voetnoot(6)
Zie Aan tafel met Gezelle, Biekorf 2002, p. 307-308.
voetnoot(7)
VAN DALE, Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, 13e herziene uitgave, Utrecht-Antwerpen.
voetnoot(8)
L. DE BO, West-Vlaamsch Idioticon (heruitgegeven door Joseph Samyn) Gent, 1892; F. DEBRABANDERE, West-Vlaams etymologische woordenboek, L.J. Van Veen, Amsterdam-Antwerpen 2002.
voetnoot(9)
Gazette van Kortrijk, 24 juli 1880; Guido Gezelle. Verzameld dichtwerk, red. J. Boets, deel 6, p. 197.
voetnoot(10)
Aldus de opdracht van Gezelles gedicht. Waffelaert behaalde het doctoraat in de godgeleerdheid.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken