Het insignis domus in de tuin van de Jacobijnen te Brugge, 1476
Wanneer op 5 februari 1476 (of 1477) de eerste steen wordt gelegd (Reg. Obligationes Perpetuae, in privé-bezit, p. 118-119, 17de eeuw) voor huizen in utilitatem conventus - het betreft vijf huizen naast de toegangspoort (waarboven een portiershuis is, in commodum civium), alle even hoog, én vier kleinere huizen vlak bij en tegen de kerk aan, én nog twee partes domunculi, cameren wellicht, ad sedendum in illis sutores veteramentorios, voor de oude schoenlappers, wordt uitdrukkelijk gezegd dat non procul ab illa porta constructa est insignis domus, attributa dicti cimiterii.
Het moet duidelijk gaan om een gebouw noord van de kerk in de Langestraat tot op de hoek van de Braambergstraat, aangezien gezegd wordt dat een doorgang wordt gelaten voor de burgers van de Langestraat en Molenbrug om zo de kerk te bereiken. Wellicht gaat het hier om de eerste nieuwbouw na de brand van 1459? Van de ‘kleinere’ huizen in de Langestraat (longa platea) wordt het huis dat het dichtst staat bij de maior domus, dus het insignis domus dat uitkomt in dezelfde Langestraat, door Paulus Jordaens geaccomodeerd als atelier voor zijn schrijnwerkerij, functie die het bleef behouden tot 1667. De andere huizen werden alle aan burgers verhuurd; het insignis domus zal de prelaat met zijn raad hebben gehuisvest, dat in de 17de eeuw helemaal op het zuiden stond. Zonniger dus.
A.D.