Biekorf. Jaargang 106
(2006)– [tijdschrift] Biekorf–Confratres caritatis Sancti Martini, 1257Een oorkonde uit 1257 vermeldt hoe de deken en de broeders van de caritatis van Sint-Maarten een half gemet grond in Brugge, gelegen bij de Vlasmarkt, kochten aan Wertin en Heilsoete BanekardGa naar voetnoot(1). In een akte van 1415 worden deze broeders van de derde orde opnieuw op deze plaats vermeld; ze verblijven er in twee huizenGa naar voetnoot(2). Ze worden ook genoemd broeders van penitencien van Franciscus, wat eigenlijk de officiële naam is voor de Zakbroeders. Merkwaardig is dat ook het Brugse klooster van de Staelijzers wel eens als het convent van Sint-Maarten werd aangeduid (1487). Walter Simons heeft in 1987 gepoogd deze knoop te ontwarrenGa naar voetnoot(3). Hij doet dit enerzijds door in de confratres caritatis Sancti Martini, de confrérie van Sint-Maarten, een gewone broederschap te zien. Anderzijds trof hij de sporen van de Zakbroeders enkel aan tussen 1271 en 1300, en dan niet meerGa naar voetnoot(4). Het Staelijzerklooster, met Sint-Maarten als patroon en de broeders van Sint-Maarten als bewoners, werd opnieuw en fors uitgebreid in 1470. Het convent hield tijdens de geuzentijd definitief op te bestaan. De convents-gebouwen werden in 1588 geïntegreerd in de nieuwe Sint-Trudoabdij, die even voordien zijn intrek had genomen in het aanpalende Hof van Sint-Baafs. Bij deze gelegenheid werd de voormalige Sint-Maartenskapel van het Staelijzerklooster omgebouwd tot abdijkerkGa naar voetnoot(5). A.D. |
|