Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 20 (1899)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 20
Afbeelding van Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 20Toon afbeelding van titelpagina van Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 20

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.19 MB)

Scans (22.08 MB)

XML (0.55 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 20

(1899)– [tijdschrift] Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina XL]
[p. XL]

Bijlage D.

Op de vergadering van Duitsche geschied- en oudheidkundige genootschappen, die 1 September 1891 te Sigmaringen gehouden werd, is in hoofdzaak het volgende besluit genomen:

Er behooren historische kaarten bewerkt te worden op gelijke schaal. Daartoe moeten kaarten gebruikt worden, die niet te vol zijn, om gelegenheid te laten voor het bijschrijven van allerlei gegevens en voor het kleuren. De kaarten, op de schaal van 1:100.000, moeten bevatten de rivieren, de belangrijke plaatsnamen en de gemeentegrenzen; de laatste zijn van groot belang, om zonder moeite tot nauwkeurige teekeningen te komen. Het verdient aanbeveling, dat de historische genootschappen deze kaarten voor belangstellende deskundigen kosteloos beschikbaar stellen. De uitvoering kan slechts goed geschieden onder leiding der ambtenaars van den Generalen staf en verdient den krachtigen steun der regeering. Van deze besluiten zal kennis gegeven worden aan de historische genootschappen van Oostenrijk, Zwitserland, Luxemburg, Belgie en Nederland, met verzoek om in dezelfde richting werkzaam te zijn.

Als toelichting van het in deze besluiten geschetste plan mogen de volgende mededeelingen dienen, ontleend aan eene brochure, door den bekenden Tübingschen hoogleeraar Von Thudichum in 1892 in het licht gezonden.

[pagina XLI]
[p. XLI]

De nieuwe kaarten zullen het mogelijk maken, de resultaten van geleerde onderzoekingen op het gebied van geschiedenis, rechtsgeschiedenis, oudheidkunde, topographie, natuurkunde, statistiek enz. met pen en kleuren in kaart te brengen en zoodoende in een duidelijk beeld voor ieder met een oogopslag begrijpelijk te maken. Deze bijgeteekende kaarten zullen voorzien in eene behoefte; gedrukte historische kaarten toch kunnen met het oog op het debiet steeds slechts bij benadering juist zijn, omdat zij in den regel de toestanden van verschillende tijdpunten op ééne kaart moeten voorstellen; zij worden daardoor onduidelijk, onzeker, soms onbruikbaar. Spruner's kaart van Germania b.v. omvat drie eeuwen, geeft namen uit Tacitus, Plinius en schrijvers van de 3e en 4e eeuw, en is dus voor geenen tijd geheel juist. Wij behoeven een veel grooter aantal kaarten, die allen op een bepaald tijdstip gedateerd zijn. De verschillende wijzigingen van hetzelfde gebied b.v. zijn zonder kaart onbegrijpelijk, maar zij worden niet duidelijker, wanneer men op dezelfde kaart den toestand van verschillende tijden wil aanduiden. Daartoe behoeven wij oneindig veel meer kaarten, honderden en duizenden.

De kaarten zijn evenwel niet alleen noodig, om de geschiedenis van verschillende territoriën duidelijk te maken, maar zij kunnen ook voor tal van andere doeleinden dienen, b.v. het aanteekenen van de oude namen der rivieren, meren en bergen, - de grenzen van talen en dialecten, - de uitbreiding van het Christendom door kerkstichtingen, - het landbezit van kloosters, - de kerkelijke indeelingen van een land, - de uitbreiding der godsdiensten sedert de 16e eeuw, - de Romeinsche wegen, kasteelen en koloniën, - de kasteelen der middeleeuwen, - de vestingen der 18e eeuw, - de oude handelswegen, - de straatwegen van Napoleon, -

[pagina XLII]
[p. XLII]

de koninklijke paleizen en de muntplaatsen in de vroege middeleeuwen, - het gebied van den Saksenspiegel, van het recht van Lubeck enz., - de landvredesbonden, - de partijstelling van edelen en steden in geval van strijd om het gezag tusschen landsheeren, - de Vlaamsche koloniën in Duitschland, - de uitbreiding der verschillende systemen van huwelijksgoederenrecht, - de vrijstoelen van het veemgerecht, - de marken, - de districten der verschillende rechtbanken, de kiesdistricten enz., - de oude tollen op de rivieren, - de leden van het Hanseverbond, - de mijnondernemingen in vroegere eeuwen, - den loop van besmettelijke ziekten, - de badplaatsen en hunne eerste vermelding, - de uitbreiding van den wijnbouw enz. enz. (Prof. Von Thudichum noemt nog veel meer onderwerpen, die door het gebruik der kaarten aanschouwelijk en duidelijk gemaakt kunnen worden.)

Om dit alles mogelijk te maken, moeten historische kaarten op dezelfde schaal voor geheel Duitschland vervaardigd en voor de geleerden zeer goedkoop of gratis verkrijgbaar gesteld worden. Alleen wanneer historici, rechtshistorici, archivarissen en geographen deze kaarten op grond van hunne lokale kennis allengs invullen, kan men iets goeds en betrouwbaars verkrijgen. In elk archief en ook op de bibliotheken en op de colleges der professoren in de geschiedenis moeten kopieën der vervaardigde kaarten van het eigene district voorhanden zijn, opdat iedere nieuwe aankomeling zich spoedig kunne orienteeren. Ook bij het middelbaar onderwijs zullen ze wellicht goede diensten kunnen bewijzen. Een volledig stel moet op eenige openbare plaatsen op verschillende punten van het Rijk gedeponeerd worden.

De kopieën behooren met de hand gemaakt te worden; aan mechanische reproductie moet voorloopig

[pagina XLIII]
[p. XLIII]

niet gedacht worden. Toch is het einddoel, de detailkaarten later op kleinere schaal te vereenigen tot provinciale kaarten en deze, weder kleiner, tot rijkskaarten. Eene keuze daaruit kan later gedrukt worden en een historischen atlas vormen.

 

Reeds enkele maanden na het nemen der besluiten van Sigmaringen is men met de uitvoering van het plan op enkele plaatsen van Duitschland begonnen; in Beijeren heeft zelfs de chef van het Topographische bureau van den Generalen staf reeds spoedig aan de bewerking deelgenomen. Toch vorderde de zaak slechts langzaam, te langzaam. Eerst in het voorjaar van 1898 is daarin verandering gekomen. In aansluiting aan den Deutschen Historikertag te Neurenberg kwam als gewoonlijk eene vergadering van Duitsche historische genootschappen, die zich bezighouden met het publiceeren van geschiedbronnen (Publikations-institute) bijeen. In die vergadering werd besloten, de zaak ter hand te nemen en krachtig te bevorderen.

Het Historisch Genootschap, dat met de vergadering in vaste betrekking staat, ontving dadelijk de uitnoodiging om voor Nederland mede te werken. Reeds toen kon eene lijst gegeven worden van Duitsche territoriën, waar de zaak dadelijk, meestal van regeeringswege of met regeeringssubsidie, ter hand genomen was. De onderhandelingen met Oostenrijk bieden groote kans op slagen; in België schijnt de regeering de vervaardiging der kaarten onmiddellijk aan het Topographische bureau van den Generalen staf opgedragen te hebben. Zelfs onderhandelingen met Frankrijk zullen eerlang geopend worden of zijn reeds geopend.

Zoo is dus overal de zaak in goeden gang en de onderneming heeft kans van slagen. Nederland zal

[pagina XLIV]
[p. XLIV]

niet achterblijven. Ons bestuur meende echter, dat de Nederlandsche regeering niet zoo dadelijk bereid zou zijn de zaak te ondernemen, althans niet dan nadat overtuigend gebleken was, dat het partikulier initiatief in dezen onmachtig is. Dit middel wenscht dus ons Bestuur allereerst te beproeven, te liever omdat zoodoende de kaarten juist komen zullen in de handen van hen, die daarvan gebruik moeten maken of in de gelegenheid zijn, het gebruik door anderen te provoceeren.

Ons Bestuur is in overleg getreden met den hoogleeraar Lamprecht te Leipzig, die als voorzitter van den Historikertag de leider is der geheele onderneming. Ook met den directeur van het Topographische bureau te 's-Gravenhage werd mondeling overleg gepleegd; hij bleek voor het plan, welks belang hij wel inzag, gunstig gezind.

Het voornemen is nu, om in aansluiting bij de Duitsche kaarten en geheel op dezelfde wijze een stel van 30 kaarten te doen vervaardigen in 500 exemplaren. De kosten daarvan zijn begroot op f 3.000, te verdeelen over zes jaren. Aan 14 historische genootschappen en aan de 11 rijksarchivarissen wordt nu hierbij het verzoek gericht, om gedurende zes jaren f 20. - per jaar voor dit doel te willen beschikbaar stellen. Zijn deze bijdragen verkregen, dan zal aan Z. Exc. den Minister van Binnenlandsche Zaken het verzoek gericht worden, om de verlangde 30 kaarten te doen vervaardigen op het Topographische bureau van het Ministerie van Oorlog. Door zulk eene opdracht zal eene goede en goedkoope uitvoering verzekerd zijn; in opdracht van partikulieren worden door het Topographische bureau natuurlijkgeene werkzaamheden verricht. Mocht tegen de verwachting aan de vereischte som een klein bedrag ontbreken, dan mag men hopen, dat het Rijk dit zal aanvullen.

[pagina XLV]
[p. XLV]

De 25 deelnemende genootschappen en archieven zouden voor hun abonnement ontvangen elk 175 exemplaren van de kaarten hunner provincie en 2 volledige stellen kaarten, terwijl 100 volledige exemplaren voor het Rijk zouden gereserveerd worden. Deze verdeeling is natuurlijk slechts zeer voorloopig en zal veranderd moeten worden, naar gelang de deelneming van lokale genootschappen dan wel die van genootschappen van algemeene strekking de overhand heeft. De definitieve verdeeling zou aan ons Bestuur kunnen overgelaten worden. Elk genootschap of archief zou volkomen vrij zijn in de uitdeeling zijner kaarten aan belangstellende deskundigen, hetzij gratis, hetzij voor een kleinen prijs. Ook de beantwoording der vraag, hoe het best de medewerking van lokale deskundigen verkregen en opgewekt kan worden, blijft aan het bestuur van ieder genootschap en aan elken archivaris overgelaten. Natuurlijk is het Historisch Genootschap bereid, zich voor de genoemde som te abonneeren en verder om de bijdragen te innen en eventueel als subsidie aan het Ministerie van Binnenlandsche Zaken over te maken. Ook de rijksarchivaris in Utrecht is bereid gebleken zich te abonneeren.

Het Bestuur ziet met belangstelling de antwoorden op zijne vraag te gemoet.

 

Het Bestuur van het Historisch Genootschap,

 

B.J.L. de Geer van Jutfaas,
Voorzitter.

 

S. Muller Fz.,
Secretaris.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken