Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 22 (1901)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 22
Afbeelding van Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 22Toon afbeelding van titelpagina van Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 22

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.26 MB)

Scans (20.82 MB)

XML (0.99 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 22

(1901)– [tijdschrift] Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 388]
[p. 388]

Correspondentie tusschen prins Maurits en den Amsterdamschen burgemeester Reinier Pauw in de jaren 1617-1619,
Medegedeeld door Dr. Joh. C. Breen.

De hier volgende brieven zijn in der tijd afgeschreven uit in het Koninklijk Huis-archief aanwezige bescheidenGa naar voetnoot1); de heer Mr. M.J. ridder Pauw van Wieldrecht te Leersum had de welwillendheid ze aan het Historisch Genootschap ter uitgave af te staan, waarvoor hij den dank van alle beoefenaars der vaderlandsche geschiedenis verdient. Niet minder komt die dank toe aan H.M. de Koningin, die geene bezwaren maakte tegen het publiceeren dezer stukken, waarvan de origineelen helaas niet meer in H.M.'s archief werden teruggevonden.

Het woord ‘correspondentie’ is misschien eene minder juiste aanduiding van den hier afgedrukten bundel: immers tegen 29 brieven van Maurits komen er slechts 2 van Reinier Pauw in de collectie voor; de overige door hem tot den Prins gerichte missiven zijn, blijkens Maurits' herhaalde verzekering, onmiddellijk na de ontvangst door dezen vernietigd. Het

[pagina 389]
[p. 389]

gemis van wat door Pauw werd geschreven is hoogelijk te betreuren: hoe gaarne zouden wij daardoor een dieperen blik hebben geslagen in het karakter van den man, die door zijne tegenstanders - Joost van den Vondel vooraan - zoo zeer is gesmaad en belasterd. Reinier Pauw, de leider van het verzet, dat van Amsterdam tegen de staatkunde van Oldenbarnevelt uitging, de man wien Maurits zijn volste vertrouwen schonk, moet iemand geweest zijn van meer dan gewone talenten. Eene monografie over hem zou geen weelde zijnGa naar voetnoot1); doch helaas, de bronnen vloeien daarvoor nog zoo karig. In het Amsterdamsch archief zocht ik tevergeefs. Kan in particuliere archieven het een en ander over hem schuilen? Zoo ja, dan houd ik mij voor nadere mededeeling daarvan aanbevolen. Thans kan ik niets anders doen dan mijne lezers met een enkel woord herinneren dat Reinier Pauw, als zoon van den Amsterdamschen graanhandelaar Adriaan Pauw, den 29en Juli 1564 te Amsterdam werd geboren. Na zijn huwelijk met Cornelia de Lange, 28 October 1584, werd hij op 25 jarigen leeftijd, in 1590, tot schepen, en in het volgend jaar tot lid der vroedschap gekozen. Na in 1592 commissaris van huwelijksche zaken en injuriën te zijn geweest, werd hij in 1593 opnieuw lid der schepenbank, waarin hij vervolgens in de jaren 1595, 96, 98, 99, 1601 en 1602 zitting had. In 1604 en 1610 was hij thesaurier. In 1605 werd hij suo anno burgemeester, welke waardigheid hij daarna nog zeven maal in 1609, 11, 14, 16, 17, 19 en 20

[pagina 390]
[p. 390]

bekleedde. Tusschen zijn eerste en tweede burgemeesterschap vertegenwoordigde hij (1606-1608) Amsterdam in de Gecommitteerde Raden der Staten van Holland en West-Friesland; terwijl hij van 17 November 1618-24 Juni 1622 hetzelfde deed in de vergadering der Staten-Generaal. In de jaren 1612, 13 en 15 was hij commissaris van de Wisselbank, terwijl hij, na zijn terugtreden uit het publieke leven, van 1623-1628 nog als lid van het college van Weesmeesteren fungeerde. Verder dient nog vermeld dat hij in 1613 en 1623 belast werd met een gezantschap, respectievelijk naar Engeland en Denemarken; dat hij in 1618 en 1619 door de Staten van Holland werd aangewezen tot lid der rechtbank over Oldenbarnevelt, en dat hij een der grondleggers en eerste bewindhebbers is geweest der Oost-Indische Compagnie. Voorzeker, toen hij den 19 Februari 1636, op bijna 72 jarigen leeftijd, overleed, kon hij op een welbesteed leven terugzien.

Van meer belang dan de twee briefjes van Pauw, zijn de 29 brieven van Maurits; van 8 Augustus 1617 tot Juni 1619 loopend, vormt deze verzameling een welkom toevoegsel tot het tweede deel der tweede serie van de Archives de la Maison d'Orange-Nassau van Mr. Groen van Prinsterer, waarin men uit dezen zelfden tijd slechts een zestal brieven van Maurits' hand vindt. De hier afgedrukte zijn gecopieerd naar de minuten. Veel over den inhoud te zeggen is overbodig. De briefwisseling vangt aan met een schrijven van 8 Augustus 1617, enkele dagen na het doordrijven der Scherpe Resolutie. Duidelijk zien wij, hoezeer Maurits zich daardoor gegriefd gevoelde, en hoe deze resolutie - door Fruin gekarakteriseerd als roekeloos en gevaarvol en een burgeroorlog in zich sluitend - hem te meer deed besluiten ‘alles te doen wat moghelijck zal wesen omme de eenmael

[pagina 391]
[p. 391]

aengenomene ware Ghereformeerde religie te helpen mainteneren’. Tot in het begin van December was de correspondentie blijkbaar zeer druk; vervolgens vinden we slechts een paar brieven, tot Maurits zich in Maart 1618 naar den Gelderschen landdag begeeft. Over zijn wedervaren aldaar en nog meer over zijn bezoek aan de vergadering der Staten van Overijsel, in Mei, komen niet onbelangrijke bijzonderheden in de brieven voor. Na zijn terugkeer uit Deventer zijn nog twee missiven uit Juni 1618 bewaard; terwijl de verzameling besloten wordt door twee ongedateerde brieven, die, zooals ik in de noten heb aangetoond, uit Januari en Juni 1619 dagteekenen.

In al deze brieven zien wij Maurits niet alleen met hart en ziel deel nemen aan den strijd, maar als leider en aanvoerder optreden. Hoe dringt hij er voortdurend bij Pauw op aan, dat Amsterdam zou vol houden! Tegelijkertijd doet het aangenaam aan, dat in deze hoogst vertrouwelijke brieven geen enkel woord voorkomt, dat ook maar den geringsten smet op het karakter van den schrijver kan werpen. Ook hier wordt het woord van Groen bewaarheid: ‘La Maison d'Orange-Nassau peut librement ouvrir ses archives’. Maurits streed voor zijn beginsel ridderlijk en met eerlijke wapenen. Nog in den laatsten hier afgedrukten brief hooren wij hem aandringen op de aanneming der te Dordrecht vastgestelde kerkenorde, ‘opdat den staet van den lande eenmael op een vasten voet ende buyten alle swarigheyt mach gebracht worden’. Helaas, dat reeds uit het gehaspel over de aanvaarding dier nationale kerkenorde moest blijken dat de personen waren veranderd, doch de staatsinrichting niet! De onder Maurits' leiding gevoerde strijd heeft zeer zeker de Gereformeerde kerken dezer landen gered en zoo indirect ook voor den staat vruchten gedragen, doch

[pagina 392]
[p. 392]

overigens bleef men sturen in de richting der provinciale souvereiniteit, een koers die de Republiek ten slotte heeft doen stranden.

Joh. C.B.

I.
Maurits aan Reinier Pauw.

Eerentfeste, wyse ende discrete, besundere goede vrundt,

't Zedert u vertrek van hierGa naar voetnoot1) zijn eenige gedeputeerden geweest binnen der stede van den Briel, ende zenden U hier beneffens copie van 't ghene aldaer by henluyden ende den magistraet derzelver stede is verricht int affnemen van eenen nieuwen eedt van de criechsluyden, aldaer garnisoen houdende; waaruyt wy anders niet en connen speuren, ofte het is een fondementlegginge omme het criechsvolck te gebruycken tegens ende tot onderdruckinghe van degene die daer begheeren te blyven by de eenmael aengenomene ende ware Christelijcke Gereformeerde religie. Wy hadden wel ghewenscht dat zulcx by het voors. garnisoen niet en ware gheschiedt, maer zy zijn gesurprenneert gheweest. Wy zijn van meyninge morghen te verschynen in de vergaderingen van Mijn Heeren de Staten-Generaal ende Raedt van State, omme te sien ofte men met eenighe andere resolutiënGa naar voetnoot2)

[pagina 393]
[p. 393]

aldaer te nemen, die van Hollandt niet en zoude connen remboreren, ende de zaecken alsoo in tegenwicht houdenGa naar voetnoot1). Ende zijn van onser zyde geresolveert alles te doen wat moghelijck zal wesen omme de voors. eenmael aengenomene ware Ghereformeerde religie te helpen mainteneren, ende versoucken U zulcx, daer het dienlijck zoude mogen wesen ende aen diegeene des behoorende van onsentwegen te verclarenGa naar voetnoot2).

Ende wy versoucken, dat het U gelieve de voors. copie datelijcken te doen communiceren aen de andere goede stedenGa naar voetnoot3), die beneffens ons de voors. ware Gereformeerde religie begeeren voor te staen ende mainteneren.

Alhier zijn eenige gedeputeerden gecomen van Oudewater, seggende dat die gemeynte aldaer geresolveert zijn den naestcompstigen Sondagh Godes Heylig Avontmael te houden, waerover die Gecommitteerde Raden van de Staten van Hollandt desen namiddagh by ons zijn geweest, persuaderende dat wy tzelve souden willen doen beletten, waerinne wy swaricheydt hebben gemaeckt, ende gesustineert dat men de voors. gemeynte daermede behoorde te laten bewerden, als daervoor houdende dat het dan met meerder stillicheydt zoude toegaenGa naar voetnoot4). Ende zijn daeromme van opinie dat men oock derwaerts eenighe gedeputeerden zal affveerdigen, omme met die van

[pagina 394]
[p. 394]

het garnisoen te doen zoo in den Briele geschiet is, int veranderen van den eedt.

Wy versoucken U mede ons te willen laten weten wat resolutie, op u rapport aengaende dese zaecke tot Amstelredam zoude moghen genomen zijn.

Hiermede, Eerentfeste etc.

In 's Gravenhaghe, den viiin Augusty 1617.

 

Post data. Wy hebben aen de Provintiën geschreven dat se datelijck hare gedeputeerden herwaerts zouden willen schicken ende versoucken U de goede handt aldaer te bieden, omme te sien ofte het niet mogelijck en ware de steden Medenblik ende Monickendam om te setten. Wy zullen alhier arbeyden soovele wy connen. Wy zouden oock geerne u advis vernemen opt gene men in dese gelegentheyt noch meer zoude mogen doen, ende ofte wy oock zullen vastgaen mette betalinge van het criechsvolck, dat ter cause van de kerckelijcke swaricheden mochte alhier gecasseert werden.

 

Dit by billet. Wilt ons laten weten, door wien ghy best vindt dat wy van hier onse brieven aan U zeker ende gevoeghlijck zullen mogen doen bestellen, ende door wien ghy ons de uwe wilt doen leveren.

II.
Maurits aan Reinier Pauw.

Maurits etc.
Eerentfeste etc. Besundere goede vrundt,

't Zedert onsen lesten van den viiin deser is hier niet meer voorgevallen, dan dat de Gecommitteerde Raden van de Staten van Hollandt begeerdt hebben

[pagina 395]
[p. 395]

dat wy de compaignie van den capitein Fainfes zouden willen uuyt den Briel trecken, hoewel hy den commissarisen heeft eedt gedaen. Ende hebben daeromme zijn compagnie, beneffens noch die van den jongen Prince Don Guillaume van PortugualGa naar voetnoot1) etc., (daeraff Bouchoven lieutenant is) oock patente doen depescheren, omme van daer te vertrecken. Ende zenden twee andere compaigniën in hare plaetsen binnen den Briel; houdende oock daervoor, dat men de capiteinen ende officieren derselver mede den eedt zal willen affnemen.

Daer zijn eergisteren twee commissarisen naer Oudewater gesonden; maer hebben noch niet connen vernemen watter zoude mogen gepasseert zijn; vertrouwende dat se aldaer zullen constant blyven. Wy en zullen alhier van onser zyde niet laten te doen, wat tot den welstandt der zaken ende tegens de genomene scherpe resolutiën eenichsints zoude connen mogelijck ende dienlijck wesen; versouckende dat het U gelieve de goede handt daeraen te houden, dat yegens de resolutiën, die men hier is nemende, by de vijff stedenGa naar voetnoot2) oock andere, mannelijcke mogen werden genomen, want wy daervoor houden, datter geenen beteren middelen is dan die, om d'andere steden, die haer tsamen geligeert hebbenGa naar voetnoot3), in den toom te houden ende haer voornemen te stutten. Wy zijn verwittight, dat eerstdaeghs de gedeputeerden van de Provintiën hier zullen wesen, daermede de zaecken seer gestijft zullen connen werden, ingevalle de voors. vijff steden haer alsvoren souden

[pagina 396]
[p. 396]

gelieven te resolveren; hetwelcke wy goedt hebben gevonden aen U te schryven, vertrouwende dat by U daerinne alle mogelijcke goede offitiën zullen werden gedaen ende der landen welstandt, beneffens ons, betracht.

Hiermede, Eerentfeste etc.

In 's Gravenhaghe, den xin Augusty 1617.

 

Wy en vinden niet goedt, dat by U van eenighe deser zaken copie aen yemanden werde gegeven, aengesien wy verstaen dat den Advocaet uuyt den steden van particulieren daeraff met brieven veradverteert wordt.

 

By billet als kalffken.

Belangende den persoon van onsen broeder, Prince Henrijck van Nassau etc., daeraen behoort men niet te twijffelen S.L. zal dezelve voet gaen als wy. Begeerende dat ghy hiervan niet veel mentie aen yemandt willet makenGa naar voetnoot1).

 

By billet geteeckent.

Wy senden U oock hierbeneffens een extract, dat wy hebben doen nemen uuyt de resolutie van de Heeren Staten van Hollandt etc., waerinne al het fenijn is ghelegen, ende claerlijcken uuyt blijckt, dat sich den Advocaet is maeckende dictator van Hollandt; streckende oock dezelve clause merckelijck tegens de ware Gereformeerde religie ende onsen persoon, dewyle men daertoe het criechsvolk begeert te gebruycken; hetwelcke wy U versoucken die Heeren van Amstelredam te verthoonen, opdat het haer oock gelieve daerop wel serieuselijck te letten.

[pagina 397]
[p. 397]

Desen dagh ('t welck wy int schryven deser verstaen hebben) vertrecken de Heere van Duvenvoorde en pensionaris de Groote naer Zeelandt, om de Heeren Staten aldaer over te brengen d'antwoorde, die alhier aen derzelver Gedeputeerden was medegegeven, zijnde dezelve nu gestelt in forme van apologie ofte justificatie van wegen de Edelen ende meeste steden van HollandtGa naar voetnoot1); gevende U daeromme met eenen te bedencken, ofte het niet goedt en ware dat de andere vijff steden hare andtwoorde, die syluyden daerop mochten gereedt hebben, datelijck mede naer Zeelandt schickten, om beneffens de voors. apologie by den Heeren Staten aldaer geexamineert te werdenGa naar voetnoot2).

III.
Maurits aan Reinier Pauw.

Maurits etc.
Eerentfeste, wyse ende discrete, besundere goede vrundt,

Wy worden van eenighe zeer gheraden, dat wy souden schryven aen de Edele, oock alle de magistraten ende vroedtschappen van de steden van Hollandt etc., ende hebben daeromme dese bygaende missive doen concipieren, dewelcke wy, naerdat se aen de voors. Edelen ende steden zal overgesonden wesen, (des noodigh zijnde) van meyninghe zouden wesen, eenen yegelijcken door den druck gemeyn te

[pagina 398]
[p. 398]

maken, omme ons te beter te dienen tot ontschuldinghe van de onwarachtighe calumniën, die men ons is naergevende, ende verzekeringe van onse goede intentie tot der landen welstandt, zoo int generael als int particulier; hebbende U dezelve eerst eens willen communiceren ende u advis daerop hooren. Ende alsoo wy oock ghespeurt hebben dat uwen zoon, den pensionarisGa naar voetnoot1), hem in de kerckelijcke zaken wel heeft geoeffent ende de gelegentheydt daeraff wel is verstaende, soo verzoucken wy U hem het voors. concept oock ter handen te stellen, ten eynde hy de moeyte wille nemen omme tselve mede te deursien ende daer hy eenighe woorden ofte redenen mochte vinden, te hoogh ofte te leegh loopende, dezelve naer zijn goedtduncken in de marge te veranderen; ende ons daerna, gecorrigeert, beneffens u advis, wederomme alhier over te senden; waeraen ons sonder[ling] aengenaem welghevallen zal gheschieden.

Ghisteren morgen hebben wy hier gesproken met den schouteth Muys van DordrechtGa naar voetnoot2), ende zijn beducht dat aldaer niet soo gladde ofte goede resolutie zal werden genomen, als wy wel zouden wenschen; maer dat die van Dordrecht zullen blyven op den zelffsten voet, die zy tot noch toe in de kerckelijcke disputen hebben gehouden; verhopende nochtans dat se sullen desavoueeren de leste resolutie, die men alhier heeft genomen. Wy doen alle mogelijcke debvoiren omme van henluyden een goede resolutie te mogen crygen, waeromme wy oock luyden derwaerts hebben geschickt, opdat de zaecken daertoe mochten werden gebracht, ende hebben tot meerder

[pagina 399]
[p. 399]

bevoorderinghe van dien den voors. schouteth Muys noch een memorie medeghegheven, daeroff wy U oock een dubbel hierbeneffens zijn overschickende. Wy souden nu des te meer noodigh achten, dat by die van Amstelredam ende andere steden met haer gevoelende op dese saken beter moge werden geleth, ende, gelijck wy U noch meermalen in onse voorgaende geschreven hebben, by henluyden soo mannelijcke resolutie magh werden genomen, als die gewichtigheyt der zaken ende dienst van den lande nootelijcken is verheysschende, ende daermede de andere meest-stemmende steden mogen werden in toom gehouden. Welke zaecken wy U oock noch ernstelijck versoucken te willen behertigen ende bevoorderen helpen, zoovele als immermeer mogelijck zal wesen.

Wy hebben oock uwen lesten van gisteren ontfangen, dewelcke wy, zonder die yemandt te thoonen, datelijck hebben gescheurt ende vernieticht, zoo wy oock gedaen hebben al u andere brieven, waerop ghy U mooget verlaten ende wel gerust zijn.

Ende belangende tghene ghy soudet goedtvinden, omme by ons een reyse gedaen te werden deur de steden, daertoe vinden wy ons wel genegen, maer zijn beducht dat men alhier geduerende onse absentie eenige schadelijcke resolutiën zoude mogen int werck stellen, alsoo het eenen langen tijdt zoude moeten aenloopen, eer dat wy die reyse zouden connen ghedaen hebben.

Hiermede, Eerentfeste etc.

In 's Gravenhage, den xvin Augusty 1617.

[pagina 400]
[p. 400]

IV.
Maurits aan Reinier Pauw.

Maurits etc.
Eerentfeste etc.

Deser thoonder, Roeloff RoeloffszGa naar voetnoot1), heeft ons gecommuniceert de pampieren, die ghy hem hebt medegegeven, ende doen U voor uwe groote sorghvuldigheydt ende neersticheydt zeer bedancken, met verzouck daerinne met onghespaerden vlijt, soo ghy tot nogh toe ghedaen hebt, te willen continueren, ende de andere steden van Amstelredam, Enckhuysen etc. tot een goede ende mannelijcke resolutie te sien bewegen; te meer, dewyle men speurt dat by de andere

[pagina 401]
[p. 401]

parthie niet en wordt geslapen. By ons worden van gelijcken alle uyterste middelen aengewendt by de steden van Dordrecht, Delft, Gorcum ende Schiedam, omme van daer een gelijcke resolutie te procureren tegens de scherpe, die men alghereets hier heeft genomen, hetwelcke wy houden te wesen den eenigen middel, daermede men de andere zoude mogen rembareren; ende willen niet twijffelen, zoo zulx magh geschieden, ofte zy zullen wel een ander register trecken, dan zy tot noch toe ghedaen hebben. Ende zoude onses bedunckens goet wesen dat men eenen roup liet gaen, dat die van Amstelredam ende andere goede steden selffs zullen uuyt hare middelen doen betalen de criechsluyden, die men mochte casseren, doordien zy weygerden eenen anderen eedt te doen ofte haer tegens die van de Ghereformeerde religie te laten gebruycken; ende conde men dese resolutie van de steden verwerven, daer en is niet dat de andere meer vreesen.

Wy verstaen dat den pensionaris de Groote by de Heeren Staten van Zeelandt zyne propositie heeft gedaen, diewelcke men hem in gheschrifte heeft affghevoordert. Soo haest wy de toegeseyde copie daeraff connen crygen, zullen U een dubbel daervan over zenden. Wy hebben voor desen lesten, ende naer ons beste ghedencken, noch dry van uwe brieven ontfangen, dewelcke wy, vervolgens ons schryven van eerghisteren, datelijck hebben vernietiget, zonder dezelve aen yemandt te communiceren, gelijck wy oock zullen doen met alle de andere, die wy noch van U zouden mogen becomen; waerinne ghy U wel moocht gerust stellen.

Hiermede enz., Eerentfeste etc.

In 's Gravenhage, den xviiin Augusty 1617.

[pagina 402]
[p. 402]

V.
Maurits aan Reinier Pauw.

Maurits etc.
Eerentfeste, wyse ende discrete, besundere goede vrundt,

Den Raetsheer Sweerts heeft ons uwe leste wel overghelevert, welcke brieven wy datelijck hebben vernietight, ende zullen de copie van de resolutie in goede ende secrete bewaringe houden. Wy doen U over de genomene moeyten ende gedane debvoiren tot het beleydt der zaecke zeer bedancken. Van de compste van de gedeputeerden van de Heeren Staten van Zeelandt connen wy noch den gesetten tijt niet weten, overmidts de ghedeputeerden van der Tholen ende Goes, op naerder rapport aen hare principalen, noch eens naer huys waren vertrocken; dan souden als ghisteren, wesende Dynsdagh, wederomme in de vergaderinge tot Middelburgh verschynen; zulcx dat wy nu alle ure naerder bescheydt zijn verwachtende, wat dagh ende ure die gedeputeerden van Zeelandt zouden verreysen, daeraff wy U daernaer sullen verwittigen. Zullen wy oock doen soo haest wy int zeker zullen hebben verstaen de resolutie, die by die van Dordrecht zal zijn genomen, dewelcke eergisteren ende noch gisteren zijn vergadert geweest.

Hiermede, Eerentfeste etc.

In 's Gravenhage, den xxiiin Augusti 1617.

VI.
Maurits aan Reinier Pauw.

Maurits etc.
Eerentfeste etc., besundere goede vrundt,

Desen morgen sijn ons uwe leste wel ter handen

[pagina 403]
[p. 403]

gecomen, met het bygevoeghde concept, dat u zoon den pensionaris heeft gemaeckt, doende denzelven over de moeyten daerinne genomen zeer bedancken, ende zullen hetzelve in goede ende secrete bewaringhe houden, maer uwen brieff hebben wy datelijck vernietight.

Wy zenden u hierbeneffens den brieff, die wy hebben gheschreven aen den Hertoghe van Venetiën in faveur van den schipper Dirck Pietersz. Proost, ende daerbeneffens copie, opdat ghy den inhoudt daervan moget weten, meynende wy dat dezelve zoo dienstelijcxt zullen wesenGa naar voetnoot1).

Wy verstaen dat in Zeelandt de overcompste van de ghedeputeerden gheresolveert is, ende alleenlijck nu stondt op 't maken van d'instructie, die dezelve gedeputeerden soude medegegeven worden, daerop ginder eenighe gedeputeerden van de steden naerder rapport begeerden te doen aen hare principalen.

Ghisteren zijn de mannen van acht in den ouden raedt tot Dordrecht noch vergadert gheweest, ende hebben goedtgevonden hare gedeputeerden, die lest op de vergaderinghe hier zijn gheweest, te belasten dat se zouden by gheschrifte stellen haer advis op tghene zy t'harer wedercompste in de voors. vergaderinghe souden proponeren, twelck dan daerna by de voors. mannen van acht ende ouden raedt zal oversien werden, omme daerop wyders te resolveren.

Wy zouden geerne verstaen tgene by die van Enchuysen ende andere goede steden daeromtrent zal geresolveert zijn.

Hiermede, Eerentfeste etc.

In 's Gravenhaghe, den xxvn Augusty 1617.

[pagina 404]
[p. 404]

Naerdat wy desen geschreven hadden hebben wy schryven van Dordrecht ontfangen, inhoudende de poincten in de bygaende memorie vervatet, dewelcke wy soo hebben doen instellen, opdat men uuyt den stijl van den brieff niet en zoude oordeelen, wien ons dien heeft geschreven, aengesien den man niet en wil gekent zijn; ende verzoucken U deselve memorie met discretie te communiceren aen die ghy het gheraden mochtet vinden.

VII.
Maurits aan Reinier Pauw.

Maurits etc.
Eerentfeste etc.

Wy zenden u hierbeneffens copie van de resolutie by die van Dordrecht genomen, mitsgaders den schrifftelijcken last aen hare gedeputeerden gedaen, om ons te rapporteren; U verzouckende d'een en d'ander t'examinerenGa naar voetnoot1).

Uuyt Zeelandt verstaen wy, dat de gedeputeerden derselver provintie haer zouden prepareren om van daer te vertrecken, in meyninghe zijnde t'eynde van dese weke hier aen te comen.

Hiermede, Eerentfeste etc.

In 's Gravenhaghe, den lesten Augusti 1617.

[pagina 405]
[p. 405]

VIII.
Maurits aan Reinier Pauw.

Maurits etc.
Eerentfeste, wyse ende discrete, besundere goede vrundt,

Ghisteren is onsen boeckhouder Josua Apolony uuyt Zeelandt alhier aengecomen, denwelcken ons heeft aengebracht, dat de ghedeputeerden van de Heeren Staten aldaer op huyden, wesende Maendagh, van ginder zouden vertrecken om herwaerts te comen, ende dat dezelve Heeren Staten tot op voorleden Vrydagh souden noch zijn vergadert geweest. Ende, soo ons den voors. Apolony oock heeft aengedient, souden de voors. gedeputeerden wel ghelast comen, hoewel nochtans die van der Tholen ende Goes eenige spertelinge souden hebben willen maeckenGa naar voetnoot1).

Hier wordt by eenige geoordeelt dat het goedt ware, dat de ghedeputeerden der stadt Amstelredam, die nu souden mogen herwaerts comen, ghelast wierden omme, alhier wesende, van weghen dezelve stadt eenige besendinge te doen aen sommige steden van Zuydt-Hollandt, als namentlijcken Dordrecht, Delff, Gorcum, Schiedam etc. Verzoucken U daromme ons te laten weten, ofte dezelve Gedeputeerden daertoe zullen gelast comen, opdat, indien se met zulcken last comen, wy alsdan met henluyden mogen adviseren ofte zulcx geraden is ofte niet.

Ende hiermede, eerentfeste, wyse ende discrete, besundere goede vrundt, blijft Godt bevolen.

In 's Gravenhaghe, den iiiin Septembris 1617.

U Goedtwillige Vrundt.

[pagina 406]
[p. 406]

IX.
Maurits aan Reinier Pauw.

Maurits etc.
Eerentfeste etc., besundere goede vrundt,

Desen dient alleenlijck om U te verwittigen, dat desen naermiddagh de gedeputeerde van de Heeren Staten van Zeelandt alhier zijn aengekomen, ende dat wy daeromme meynen, zoo de Heeren van Amstelredam nu oock hare gedeputeerden ghelieffden te zenden, dat die recht wel te passe souden comen.

Hiermede, Eerentfeste etc.

In 's Gravenhaghe, den viin September 1617.

X.
Maurits aan Reinier Pauw.

Maurits etc.
Eerentfeste, wyse ende discrete, besundere goede vrundt,

Alsoo wy hadden verstaen dat by den Staten van Utrecht ses compaigniën soldaten wierden aengenomen, hadden wy ons datelijck laten vinden in de vergaderinghe van den Raedt van State ende tselve aldaer geproponeert; hetwelcke by de meeste stemmen niet goedt en werde gevonden ende geresolveert de zake te kennen te geven aen de Generaliteit. Oversulcx van daer gegaen zijnde by Mijn Heeren de Staten Generael ende deselve zulcx mede voorgedragen hebbende, is by alle de provintiën goedt gevonden, dat men aen die van Utrecht soude schryven simpelijck omme te weten de redenen, waromme zy deze lichtinge doen; maer by de meeste stemmen geresolveert

[pagina 407]
[p. 407]

te schryven dat men aldaer met de voors. lichtinghe soude supercederenGa naar voetnoot1). Waerop wy nu dagelijcx antwoorde zijn verwachtende.

Tot Leyden, hoewel men ons hadde versekert dat de gemeynte geene lichtinge van criechsvolck soude hebben willen lyden, is evenwel dryhondert man by den magistraet aldaer aangenomen; maer is daerop gevolght, dat sich die van de oude Gereformeerde religie geheelijcken van de andere hebben gescheyden, ende verclaert met henluyden geen ghemeynschap meer te willen houden, ende hebben hun noch de andere, die als een tweede scheuringe ofte derden hoop schenen te maecken, haer by de oude gevoeget.

Wy souden wel willen yemandt senden naer Hoorn, Moninckendam ende Medenblik, omme aldaer met eenige persoonen, die goedt sijn, in onsen name te spreken, ende tot goede resolutie te vermanen, waertoe wy den persoon van den sieckentrooster Roeloff Roeloeffsz. bequaem sijn houdende; versoucken U daromme hem datelijcken herwaerts by ons te senden, opdat wy hem daertoe mochten gebruycken ende onse meyninghe alhier naerder te verstaen geven; waeraen gy ons vrundtschap sullet doen.

Hiermede, Eerentfeste etc.

In 's Gravenhaghe, den xviiin September 1617.

XI.
Maurits aan Reinier Pauw.

Maurits etc.
Eerentfeste etc., besundere goede vrundt,

Roeloff Roeloffsz. is alhier by ons geweest ende

[pagina 408]
[p. 408]

heeft ons gecommuniceert tghene hem by Samuel BartholdusGa naar voetnoot1), in name van eenige is overgheschreven, mitsgaders den mondelinghen last, die ghy hem haddet gegeven. Ingevolge van 't welcke wy hebben goedtgevonden aen die van Moninckendam te schryven, soo ghy uuyt de bygaende copie naerder zult connen vernemen. U bedanckende voor de continuatie van uwe goede affectie, met verzouck deselve int beleydt deser zaecke noch wyder te willen verthoonen; waeraen den lande sonderlingen dienst ende ons zeer aenghenaeme vrundtschap zal geschieden.

Hiermede, Eerentfeste etc.

In 's Gravenhaghe, den ixn Octobris 1617.

 

Wy hebben oock aen die van Edam geschreven ende versocht, dat se hare gedeputeerden met die van Amstelredam souden willen zenden.

XII.
Maurits aan Reinier Pauw.

Maurits etc.
Eerentfeste etc.

Ghisteren zijn ons uwe leste behandicht. Wy bedancken U voor d'advertentiën daermede gedaen, ende insonderheydt over de goede debvoiren, die ghy bewesen hebt in de zaecke van Moninckendam, daeraff wy een goede uuytcompste zullen verhoopen.

Van de zaecken van Utrecht hadden wy diergelijcke advisen van anderen vernomen.

[pagina 409]
[p. 409]

Dezelve uwe brieven hebben wy terstonts verbrandt, gelijck wy oock alle de andere uwe voorige gedaen hebben.

Hiermede, Eerentfeste etc.

In 's Gravenhage, den xvin Octobris 1617.

 

Post data, xvin October 1617. De provintiën hebben op de zaken van Utrecht noch geen vaste resolutie genomen. De Heeren Staten van Zeelandt zullen naestcommenden Donderdagh vergaderen, waromme eenige van hare extraordinaris-gedeputeerden derwaerts gereyst zijn, met intentie hare principalen de voors. zake, soo die nu gelegen is, te proponeren, ende van gelijcken het concept op het houden van een Synode Nationael, twelck in gheschrifte is vervaet; midtgaders het point van de Fransche trouppen, vermidts die van Hollandt difficulteeren dezelve langer te betalen. Waerop wy eerstdaechs goede resolutie uuyt Zeelandt hopen te vernemen, zoo oock uuyt de provintie van Gelderlandt, alwaer oock toecomende Donderdagh vergaderinghe sal wesen, ende zijn daromme van gelijcken derselver gedeputeerden van hier derwaerts reysende.

XIII.
Maurits aan Reinier Pauw.

Maurits etc.
Eerentfeste etc.

Wy hebben uwe leste ontfangen ende daeruuyt geerne verstaen dat de Heeren van Amstelredam hare gedeputeerden dese weke wederomme herwaerts souden senden; bedancken U seer voor uwe advertentiën.

[pagina 410]
[p. 410]

Alhier en is tzedert het vertreck van de voors. gedeputeerden niet van importantie voorgevallen. De gedeputeerden van de vier provintiën zijn hier nu wederomme gearriveert, ende van meyninge dese weke (terwyle die van Zeelandt zullen presideren) het houden van het Nationale Synode te besluytenGa naar voetnoot1).

Den Ambassadeur du Maurier is de voorleden weke uuyt Vranckrijck wederomme hier gecomen, hebbende zyne propositie in de vergaderinge van Mijn Heeren de Staten Generael ghedaenGa naar voetnoot2), ende dezelve tot voorighe ruste ende eenicheydt zeere vermaendt, in terminis generalibus; ende en hebben oock wy noch niet anders als diergelijcke van hem connen vernemen, twelck hy seght hem van den Coninck gelast te zijn.

Wy verzoucken U de goede handt daeraen continuelijck te willen houden, dat de Heeren van Amstelredam geen debvoir en sparen by de goede in de steden Moninckendam ende Medenblick, als van andere steden in hare quartieren daeromtrent, omme dezelve tot goede resolutiën te bewegen, gelijck oock van gelijcken in dese quartieren by ons met onghespaerden vlijt gedaen wert.

Hiermede, Eerentfeste etc.

In 's Gravenhage, den vn Novembris 1617.

XIV.
Maurits aan Reinier Pauw.

Maurits etc.
Eerentfeste etc.

Hierbeneffens senden wy U een extract uuyt de

[pagina 411]
[p. 411]

poincten van beschryvinge, dewelcke nu souden uuytgaen, waeruuyt ghy zult connen sien hoe de sake van de religie duysterlijck gestelt wordtGa naar voetnoot1). Onses

[pagina 412]
[p. 412]

bedunckens staet dit poinct recht op schrouven ende om de vroedtschappen wederomme te blindtdoecken,

[pagina 413]
[p. 413]

evenals tevoren. Wy hebben U tselvige nu willen oversenden, opdat de Heeren van Amstelredam daeraff in tijts mochten veradverteert zijn ende op hare hoede wesen. De andere poincten ende documenten daertoe dienende meyndt den borghemeester Jonas WitsenGa naar voetnoot1) eerstdaegs aen de Heeren van Amstelredam copielijck over te schicken, waeruuyt dan de Heeren aldaer breeder zullen connen onderricht werden.

Eenige van Dordrecht meynen, dat het nu dienstelijck ware, soo Mijn Heeren van Amstelredam gelieffden noch voor de aenstaende vergaderinge eenighe gedeputeerden naar Dordrecht te senden, omme de vroedtschappen aldaer van alles volcomen onderrichtinghe te geven; dewyle den yegenwoordigen borgemeester int doen van de propositiën sich seer achterhouwende verthoondt. Ende dat dan oock by de gedeputeerden van Amstelredam ende Heeren van Dordrecht in deliberatie mochte geleydt werden om in beider name eenighe besendinghe te doen in de steden van Gorinchem ende Schiedam, tot bevoorderinghe van der landen ruste ende welstandt. Dit

[pagina 414]
[p. 414]

stellen wy U in bedencken om Mijn Heeren van Amstelredam voor te dragen, dewelcke alsdan sullen daerinne gelieven te doen, zoo deselve ten meesten dienste van den lande zullen oordeelen het raedtsaemste, ende nadat zulcx hare stadts gelegentheyt zal connen lyden; waertoe wy U verzoucken alle voorige goede officiën te plegen ende continueren; ende zal ons aengenaem welgevallen daeraen geschieden.

Hiermede, Eerentfeste etc.

In 's Gravenhage, den xxn Novembris 1617.

 

By billet.

In 't schryven deser worden wy veradverteert, dat die van Rotterdam eenen officier met twijntich soldaten van hare compaignie waertgelders hebben gesonden binnen SchoonhovenGa naar voetnoot1), dewelcke van meyninge zijn oock een compaignie te lichten, waerover dat zal commanderen den zoon van Gerrit van Galen; ende zijn dese twijntich soldaten met vier ende vijff tseffens ghisteren by den bailliu van Schoonhoven in de stadt aldaer gebracht. Eergisteren avondt, wesende Saterdach, wierden wy veradverteert, dat die van Rotterdam de voors. soldaten met een behendicheyt in een caeghschuyte hadden gescheept ende dat den zoon van den voorn. Galen daerby was; waeruuyt eenige alhier presumeerden dat se souden gaen naer Oudewater, ende hebben daeromme den capiteyn Couck in dilligentie daeroff gewaerschout, opdat hy wel soude toesien ende op zijn hoede wesen.

 

Post data, in margine:

Wy geven U mede in bedencken, ofte het niet

[pagina 415]
[p. 415]

goedt en ware op de copie van dit bygaende extract van de poincten van beschryvinge eenige annotatiën te maken, dewelcke men eenige persoonen in de goede steden zoude mogen communiceren. Soo ghy tselve geraden vindt, wilden wy wel, dat u zoon den pensionaris de moeyte name om dezelve annotatiën, die hy dienstelijck soude mogen achten, eens te stellen.

XV.
Maurits aan Reinier Pauw.

Maurits etc.
Eerentfeste etc.

Wy senden U hierbeneffens twee pacquetten brieven, het eene houdende aen Wolphert Barentsz.Ga naar voetnoot1) ende Cornelis Cornelisz. SoopGa naar voetnoot2), oude borghemeesters binnen Hoorn; ende het andere aen Aelbert Bruyningh, secretaris tot Enckhuysen, waerinne wy gelijcke brieven zijn sendende aen Symon Marsz. Lievens ende Cornelis Mathijsz. Schagen, beide vroedtschappen tot Medenblick, van enen sodanighen inhoudt als die voors. van Hoorn; dewelcke wy onder het cachet volant hebben doen sluyten, zulcx dat U.L. het pacquet met den brieff aen die van Hoorn bequamelijck zal connen openen; hetwelcke geschiedt is, opdat

[pagina 416]
[p. 416]

ghy dezelve soudet mogen lesen, daerop wy ons refereren; U versouckende dezelve gelesen hebbende vast te doen sluyten, ende aen de voors. borgemeesteren tot Hoorn sekerlijck laten overleveren; mitsgaders oock het pacquet van den voors. secretaris, denwelcken wy van gelijcken versocht hebben d'innegheslotene sekerlijck aen de voors. vroedtschappen tot Medenblick te doen behandigen. Ende zal U.L. hieraen de goede zake dienst ende ons aengename vrundtschap bewysen.

Hiermede, Eerentfeste etc.

In s' Gravenhage, den xxvn Novembris 1617.

 

Wy verzoucken U de goede handt daeraen te willen houden dat de voors. onse brieven tot Hoorn met discretie ende goed beleydt aen de goede patriotten van de regieringe aldaerGa naar voetnoot1) mogen werden voorgedragen ende gerecommandeert.

Naer het schryven deser hebben wy goedtgevonden (volgens naedere onderrichtinghe) de brieven van Hoorn alleen aen den borghemeester Soop te senden.

Desen morgen sijn ons uwe brieven van gisteren, nopende de besendinge, wel ter handt gecomen.

XVI.
Maurits aan Reinier Pauw.

Maurits etc.
Eerentfeste etc

Eergisterenavondt zijn wy wederomme alhier aen-

[pagina 417]
[p. 417]

gecomen, hebbende besocht de steden Delff, Schiedam, Rotterdam, Dordrecht ende GorinchemGa naar voetnoot1), dewelcke wy mondelinghe hebben verclaert ende schriftelijck overgelevert tgene wy vertrouwen uwen zoon den pensionaris (volgens onse begeerte) U zal hebben gecommuniceertGa naar voetnoot2). Ende willen verhopen dat de gedeputeerden derzelver steden eenichsints wel gelast alhier op d' aenstaende vergaderinge zullen verschynen, doch geloven dat die van Rotterdam by hare vorige resolutie sullen blyven pertisteren; maer verwachten niet dan goede resolutiën van de Heeren van Amstelredam, U versouckende dezelve daertoe sooveel mogelijck te helpen disponeren, zoo ghy tot noch toe gedaen hebt.

Wy hebben ghelesen het geschrift, dat in name van de Gecommitteerde Raden van de Heeren Staten van Hollandt yegens den inhoudt van ons voors. propositie aen verscheyden steden is overgesonden; hetwelcke wy bevinden geheel scherp inghestelt te wesen; gelijck wy achten dat ghy van ghelijcken zult hebben gesienGa naar voetnoot3).

Hiermede, Eerentfeste etc.

In 's Gravenhage, den iiiin Decembris 1617.

XVII.
Maurits aan Reinier Pauw.

Maurits etc.
Eerentfeste etc.

Ons is gethoont geweest seker concept, twelck den Advocaet heeft ingestelt op het houden van een

[pagina 418]
[p. 418]

Synode Provintiael, hetwelcke men voorheeft de steden over te senden, omme te sien ofte men de zake niet daertoe soude connen brengen, dat hetzelve Synode, volgens den inhout desselven concepts soude moghen werden gehoudenGa naar voetnoot1) Dewyle nu dit concept geheel glimpich ende schijnbaer is ingestelt, gelijck ghy uuyt de bygaende copie zult connen sien, zijn wy beducht dat daermede de goede steden haer lichtelijck zouden mogen laten affleyden van hetgene zy alreede op het Nationale Synode mette provintiën hebben gebesoigneert, ende wy voor gewis houden dat de provintiën van tgene zy algereets soo loffelijck ende na soovele moeyten hierinne hebben geresolveert niet en zullen willen desisteren, nochte veel weyniger, naer luydt des voors. concepts (om een Synode Provintiael te houden) eenige gedeputeerden herwaerts schicken, aengesien dese maniere van doen niet alleene is strydende yegens het oude kerckelijck ghebruyck int convoceren van provintiale synoden, maer oock daervoor ghehouden moet werden, ende tot eene vaste maxime ghestelt, dat alle diergelijcke concepten puyr ende alleenlijck dienen, omme het Synode Nationael te verhinderen; ja dat men oock selfs, soo uuyt dezelve concepten mede claerlijck can werden gespeurt, geene intentie en heeft om een wettelijck Synode Provintiael te houden, zonder hetwelcke nochtans ende datelijck gevolgh van een Nationale Synode, men van deze zake niet met alle goedts ofte vruchtbaers heeft te verwachten. Soo en hebben wy niet connen nalaten U midts desen daeraff te verwittigen ende waerschouwen, ten eynde het U gelieve de goede handt daeraen te houden dat Mijn Heeren van Amstelredam hierin wel toesien

[pagina 419]
[p. 419]

ende haer met het aennemen des voors. concepts niet en laten abuseren, ofte eenichsints wijcken van de forme van haer concept, twelck van harentwegen beneffens de andere vier steden is inghesteldt ende overghelevertGa naar voetnoot1); maer volcomentlijck persisteren by het oude gebruyck der kercken int convoceren van provintiale synoden, altijts voor desen geobserveertGa naar voetnoot2).

Verzouckende U daerbeneffens, van gelijcken te willen helpen bevoirderen, dat oock de andere goede steden vant Noorderquartier haer hierop mogen verdacht houden, ende tselve met Mijn Heeren van Amstelredam alsoo aennemen; hetwelcke tot merckelijcken dienst van Godes kerck ende den lande zal comen te strecken.

Hiermede, Eerentfeste enz.

In 's Gravenhage, den eersten January 1618.

 

Op een afzonderlijk blad geeft de copie nog het volgende:

Aen den Borghemeester Pauw tot Amstelredam is geschreven, gelijck dese minute deurgaens is luydende sonder de marginale clauseGa naar voetnoot3). Ende voor post data: Wy hebben gisteren de verkiesinge gedaen van den magistraet tot Delff, ende verhopen dat dese nieuwe borghemeesteren niet soo hevigh zullen zijn als de vorige waren.

[pagina 420]
[p. 420]

XVIII.
Maurits aan Reinier Pauw.

Den Prince van OraengiënGa naar voetnoot1) etc.
Eerentfeste etc.

Hierbeneffens schicken wy U copie van tgene wy althans aen de Heeren Borghemeesteren ende Regierders der stadt Amstelredam zijn schryvende, belangende hondert soldaten, die wy binnen de stadt van den Briele hebben gesonden, waeruyt ghy de redenen naerder zult gelieven te sien, ons daerop refererendeGa naar voetnoot2).

Voorts aengesien de resolutie genomen by eenige van de provintiën tot het houden van een Synode Nationael het eenige middel is, daermede haer dezelve provintiën het bundichste aen malcanderen zijn houdende, ende daeromme des te meer noodigh, dat oock de vijff steden van Hollandt etc., die insgelijcx tselve synodum hebben ingewillight, zulcx met constantie maintineren, als wesende mede den eenigen wegh om t' eeniger tijdt uuyt dese kerckelijcke swaricheden te mogen geraken ende de goede zake in vasten ende goeden staet te houden, soo verzoucken wy U de zaken daertoe binnen de voors. stadt van Amstelredam naer u uuyterste vermogen te willen helpen beleyden, dat dit aldus magh naergecomen ende volvoert werden; opdat by gebreke van dien de voors. provintiën, soo die anders zouden, niet en werden gemiscontenteert.

Daerbeneffens versoucken wy U alsoo mede te

[pagina 421]
[p. 421]

willen doen in de zake van het Synode Provintiael, ten eynde men daer niet en versta, dat het anders werde gehouden, dan op den ouden voet. Want in zooverre men zoude daerinne handelen op eenige de minste andere maniere, gelijck by andere werdt voorgeslagen, soo is het zeker dat men zal bevinden dat haer alle de kercken van Hollandt tegens malcanderen zullen verdeelen ende in groote confusie comen; daerdoor dan den noodigen voortganck van de besoignes zouden werden belet ende de religions-verschillen in swanck blyven tot merckelijcken nadeel van der landen dienst; hetwelcke wel schijnt by desen tyden by sommige wordt gepractiseert ende betracht, die dan oock niet liever zouden zien als de voors. confusie.

Wy hebben gesien het concept, twelck nu lest is ingestelt geweest, dienende om een Synode Provintiael te houden by vijffenveertich predicantenGa naar voetnoot1),

[pagina 422]
[p. 422]

ende tzelve gecommuniceert met D. Walaeus, predicant tot Middelburgh, die althans alhier is predy-

[pagina 423]
[p. 423]

kende, denwelcken daerinne vele swaricheden is vindende, waeromme hy tzelve op onse begeerte met noch eenige andere predicanten alhier naerder zal examineren, ende de bedenckingen, die zy daerop vinden, in geschrift stellen; dewelcke becomen hebbende, zullen U daervan binnen weynigh dagen copie zenden tot beter onderrichtinge.

Hiermede, Eerentfeste etc.

In 's Gravenhage, den xxvn February 1618.

 

Aengesien u zoon den pensionaris ons de copie van het voors. concept heeft ter handen ghestelt, versoucken wy U dese met hem te communiceren, opdat hy oock magh weten wat wy daermede gedaen hebben.

XIX.
Maurits aan Reinier Pauw.

Den Prince van Oraengiën etc.
Eerentfeste etc.

Huyden morghen commende tot Leyden ende aen de poorten begroet zijnde by eenige van de magistraet

[pagina 424]
[p. 424]

aldaer, hebben wy haer gerecommandeert de zake van haer borgheren, die by den officier worden gecauseert ende voorts zijn innegedaeght; daerop zy ons wat goedts hebben toegheseyt, haer gelatende gelijck ofte zy wat moderatie zouden willen gebruycken, zonder haer voorder met eenige belofte t'obligerenGa naar voetnoot1). Ende gecomen zijnde tot Leyderdorp is ons overgelevert zekere missive in name van de Staten van Utrecht aen ons geschreven, hoewel wy hier comende hebben vernomen dat de Staten in drye maenden niet en zijn vergadert gheweest; van welcke missive wy U hierbeneffens copie zijn overzendendeGa naar voetnoot2), U verzouckende dezelve secretelijck te communiceren mette andere Heeren van Amstelredam, Dordrecht etc., sonder dat voorder daeraff aen yemanden anders eenige mentie gemaeckt werde ofte copie daeraff gegeven, om eenige goede consideratiën. Aengesien wy hier zoo naby waren, hebben wy, niettegenstaende dezelve missive, onse reyse herwaerts aen gevoordert, alwaer wy desen avont ten zeven uren zijn gearriveert, vindende eenige compaigniën borgheren in de wapenen; ende zijn van meyninge met Godes hulpe morgen geheel vrough voorts naer Arnhem te reysen, zonder datter yet voorders is gepasseert.

Hiermede, Eerentfeste etc.

Tot Utrecht, den xxn Marty 1618.

 

Post datae (sic). Gisteren den geheelen dagh ende

[pagina 425]
[p. 425]

desen verledenen nacht heeft men alhier zeer besich geweest, om noch meer waertgelders aen te nemen, ende is dienvolgende yeder een van de ses compaigniën met vijftien man vermeerdert; zulcx datter in dien dagh ende nacht 300 souden gelicht sijn. Men heeft, zoo wy bericht worden, een schellinck belooft en gegeven aen dengene die eenige wisten aen te brengen, die dienst begeerden te nemen.

XX.
Maurits aan Reinier Pauw.

Den Prince van Oraengiën etc.
Eerentfeste etc.

Wy bedancken u voor de advertentiën, die ghy ons van ginderen hebbet gesonden, begeerende ghy daerinne willet blyven continueren. Van de uuytcompste des landtdaghs alhier hebben wy zeer goede hope ende willen niet twijffelen, ofte daer zal op de zaken van de kercke ende Nijmmegen eene goede resolutie volgenGa naar voetnoot1). Onse presentie vinden wy alhier noch voor eenige dagen noodigh, omme de zaken tot welstandt van den lande te beter te helpen dirigeren; doch ingevalle ghy zoudet mogen bevinden dat daerdeur ende geduerende onse yegenwoordige absentie uuyt Hollandt, de zaken van den lande aldaer eenigen merckelijcken achterdeel mochten comen te scheppen, zoo verzoucken wy u, dat ghy ons dan alsoo haest zulcx zekerlijcken [is], willet

[pagina 426]
[p. 426]

overschryven; want wy ons dan datelijcken in aller dilligentie van hier derwaerts zouden begeven.

Hiermede, Eerentfeste etc.

Tot Arnhem, den xxvin Marty 1618.

 

Post datae (sic), 26 Marty 1618.

Int schryven dezer hebben wy ontfangen zekere brieven, die in name van de Heeren Staten van Hollandt etc. aen ons zijn geschreven, belangende de zaken van NijmmeghenGa naar voetnoot1). Het verwondert ons zoo dat de Heeren van Amstelredam ende andere daerinne hebben geconsenteert; wy meynen dat het verzouck daerby gedaen alhier niet dan te meer voordeel zal doen, ende dese landtschap immers niet en zal toestaen, dat eenige particuliere beneffens wettige magistraetspersonen op den landtdach souden verschynen; twelck geheel impertinent is, zoo wy oock vinden datter luyden in Hollant zijn, die gelooven dat de Heeren Staten van Gelderlandt eenige persoonen in hare vergaderinge zouden admitteren, die haer onwettelijck in regieringe hebben willen stellen, neffens soodanige, als (wy) wel wettelijck ende volgens de capitulatie, nu onlangs tot Nymmegen gestelt hebben. Dese brieven zyn alhier gesonden by eenen die genaemt is Michiel de Myst, neeff van Uuytenboogaert ende broeder van eenen, die oock brieven brachte, als wy lest tot Nijmmegen waren; zulcx dat daeruuyt genoughsaem geoordeelt can werden, dat Uuytenboogaert ende andere die hem aenhangen, oorzake tot dese factiën hebben gegeven, ende die noch meer

[pagina 427]
[p. 427]

zoucken te voeden tot nadeel ende ondienst van dese provintie.

Wy zouden zeer goedt ende noodigh vinden, dat datelijcken ende in dilligentie by de Heeren van Amstelredam ende andere etc. alhier geschreven werde aen de voors. landtschap, dat se goedtvinden, dat men niettegenstaende de voors. brieven met het Nationale Synode voortvare.

XXI.
Maurits aan Reinier Pauw.

Den Prince van Oraengiën etc.
Eerentfeste etc.

Nadat wy den bygaenden brieff aen U hadden doen depescheren, hebben wy den uwen ontfangen, gedateert den xxiiiin ende xxvn deser maendt Martij, zijnde den derden, die wy tzedert den xxiin derselver van U hebben ontfangen, die wy alle verbrant hebben, zonder dat yemandt van ons weet, dat die by U zijn geschreven, waerinne ghy moget gherust zijn.

Uuyt den voors. uwen lesten vernemen wy de maniere, hoe dat men by overstemminge van een lith van de vergaderinge de brieven aen de landtschap alhier heeft doen depescheren; dezelve en zijn noch niet geopent. Wy zijn die van de Heeren van Dordrecht, Amstelredam, Enchuysen, Edam ende Purmerendt met devotie verwachtende.

Hiermede, Eerentfeste etc.

Tot Arnhem, den xxvin Martij 1618.

 

Dus terstonts werden ons overgelevert de brieven van de Heeren gedeputeerden der steden Dordrecht, Amstelredam, Enckhuysen, Edam ende Purmerendt, dewelcke wy althans mede van den ontfanck veradverteren.

[pagina 428]
[p. 428]

XXII.
Maurits aan Reinier Pauw.

Den Prince van Oraengiën etc.
Eerentfeste, wyse ende discrete, besundere goede vrundt,

Eergisteren naer den middagh zijn wy alhier wel aengecomen. Van dage heeft dese landtschap begonnen te vergaderen; wy en connen daervan noch niet veel seggen, omdat ons de humeuren van de persoonen niet bekendt zijn; niettemin wy sullen ons beste doen, omme de zaken wel te beleyden, ende daerop goede resolutie sien te crygen.

Wy zouden wel willen weten den precisen tijt, wanneer de Heeren Staten van Hollandt zullen beginnen te vergaderen, ende ofte ghy daer nu mede zullet verschynenGa naar voetnoot1), alsoo wy U in sulcken gevalle souden adverteren van tgene alhier passeert, ende oock verwachten advertentie van U van tgene aldaer in de vergaderinge van Hollandt zoude mogen voorvallen in zaecken van importantie.

Hiermede, Eerentfeste etc. blijft Godt bevolen.

Tot Deventer, den ixn May 1618.

U goedtwillige vrundt.

XXIII
Maurits aan Reinier Pauw.

Den Prince van Oraengiën etc.
Eerentfeste etc.

Naerdat wy U onse brieven van den ixn deser

[pagina 429]
[p. 429]

hadden toegesonden, hebben wy ontfangen de uwe van den xin, xiin ende xvn, ende bedancken U voor tgene ghy ons daerby hebbet geschreven. Wy doen hier al wat wy connen, omme de zaecken deser landtschapsvergaderinge ten meesten dienste ende welstandt der landen te helpen dirigeren. Dienvolgende is by ons in dezelve vergaderinge geproponeert (maer by monde, wat wijdloopiger) 't ghene ghy uuyt de bygevoughde copie naerder zullet connen sien, hetwelcke ghy met soodanighe persoonen zullet mogen communiceren, als U zulcx zal raetsaem duncken. Op dese onse propositie is ghevolgt, dat de gedeputeerden der steden Campen ende Swol, die beyde met quade resolutiën waren gecomen, wederomme van hier naer huys sijn gereyset, omme hare principalen daervan rapport te doen. Oversulcx zijn die van Swol met goede resolutie wederomme gekeert, maer die van Campen met last by hare voorige resolutie te blyven; waromme die van de Landtschap goedt hebben gevonden haer wederomme terugge te schicken, ende noch beneffens henluyden derwaerts te deputeeren den drost ende rentmeester van Zallandt, genaemt Harsolte, midtsgaders den drost van Haecxbergen (als zijnde daer in goedt credit), omme te sien dezelve van Campen met alle gevouchlicheydt ende goede inductiën daertoe te bewegen, dat se souden willen consenteren in het Synode Nationael ende haer voegen mette vijff andere leden deser provintie, dewelcke haer daertoe thoonden geinclineert; dogh en heeft haer zulcx oock niet mogen bewegen, ende zijn de voors. gedeputeerden onverrichter saecken gisteren avondt spade alhier wederomme aengelanght, hebbende desen voormiddagh in des voors. landtschaps vergaderinge daervan rapport gedaen; waerop by deselve naerder ghelet ende gedelibereert zijnde, goedt is gevonden voor hare E.

[pagina 430]
[p. 430]

resolutie te verclaren, dat het Synode Nationael van weghen dezelve landtschap, beneffens den meesten deel van de andere provintiën in de vergaderinge van Mijn Heeren de Staten-Generael zal worden gheaccordeert ende bevoirdert. Die voors. gedeputeerden van Campen alleen hebben hiertegens verclaert daertoe niet te zijn gelast, ende zijn daromme noch versocht by de voors. vergaderinge, dat se zouden willen hiertoe allen mogelijcken vlijt aenwenden, ende aen hare principalen schryven; hetwelcke te doen zy hebben aengenomen. Wat by dezelve hierinne wyders zal worden gedaen, zal den tijd leeren.

Van gelijcken is oock by de voors. vergaderinge geresolveert, dat hare gedeputeerden comparerende ter vergaderinge van de hoochgedachte Heeren Staten-Generael zullen werden gelast omme aldair te helpen bevoirderen dat de compagniën waertgelders by de gevoughlijckste ende bequamste middelen mogen werden afghedanckt; hetwelcke wy U dus particulierlijck hebben willen overschryven, omme aldaer de goede patriotten hiermede secreetelijck des te meer tot constantie ende goede resolutie te encourageeren.

Wy zijn van meyninge yegens naestcommenden Maendagh ter langhsten, wesende den xxin deser, van hier te vertrecken ende onse reyse naer den Hage te spoedigen, zoovele wy zullen connen.

Tot Deventer, den xviin May 1618.

XXIV.
Maurits aan Reinier Pauw

Den Prince van Oraengiën etc.
Eerentfeste etc.

By onse leste van den xviin deser hebben wy U geadviseert van den ontfanck van uwe dry brieven,

[pagina 431]
[p. 431]

namentlijck van den xin, xiin ende xvn deser, mitsgaders van tgene tot dier tijt alhier was ghepasseert, gelijck wy vertrouwen ghy nu alghereets uuyt dezelve onse brieven naerder zullet hebben verstaen. Ghisteren ende van daghe hebben wy ontfangen uwe leste brieven van den xvin ende xviin deser (die wy met alle uwe voorgaende hebben verbrandt), mitsgaders den bygevoughden van den burghemeester HonighGa naar voetnoot1) ende andere bygaende pampieren; ende bedancken U zeer voor uwe goede communicatiën ende correspondentie.

Wy zijn van meyninge, soo wy U by onsen voors. van den xviin hebben verwittight, toecommende Maendagh van hier te vertrecken ende onse reyse te nemen over Swol ende Campen; ende van daer voorts naer den Hage te spoedighen, zoovele wy zullen connenGa naar voetnoot2).

Hiermede, Eerentfeste etc.

Tot Deventer, den xixn May 1618.

XXV.
Maurits aan Reinier Pauw.

Den Prince van Oraengiën etc.
Eerentfeste etc.

Tzedert onse wedercompste alhier en isser niet veel anders gepasseert in de vergaderinge van de Heeren Staten van Hollandt etc., dan ghy ons tot Amstelredam wesende hebbet verhaelt; dan men

[pagina 432]
[p. 432]

speuret noch dagelijcx dat men op de zyde der Remonstranten sich niet met allen zoucket te voegen, maer alles na hare intentiën ende begeerten dirigeren. Ende hoe zyluyden de zaecken zoucken te accommodeeren kan daeruyt oock geoordeelt werden, dat nu wederomme voor vierhondert mannen wapenen uuyt het magasijn sijn gelicht; hetwelcke men seght geschiedt te zijn ter begeerte van die van Haerlem. Zulcx dat wy in dese bedroeffde tyden geen goede uuytcompste in de zaken connen oordeelen, tensy haer de goede steden thoonen met goede couragie constant te houden, ende zoo voortvaren met hare loffelijcke aengevangene resolutiën; waertoe wy U verzoecken binnen Amstelredam de zaecken met allen mogelijcken vlijt daerhenen te helpen dirrigeren ende de goede handt daeraen houden, dat men daer niet en wijcke van de provintiën, ende namentlijcken in tgene belanght de uuytschryvinge van het Synodum National. Ende alsoo wy zeer bedenckelijck vinden dat de gedeputeerde van Amstelredam noch eerst naerderen last van hare principalen zullen moeten ontfangen, voordat zy wyder mette provintiën dezelve Synode helpen bevoirderen, overmidts men niet en moet twijffelen ofte, zoo haest in de vergaderinge van Mijn Heeren de Staten-Generael de uuytschryvinge van het voors. Synode National zal werden geproponeert, ofte daertegens zal in name van de provintie van Hollandt werden geprotesteert, in welcken gevalle die steden van Amstelredam, Dordrecht etc. door hare ordinarise Gecommitteerde Raden aldaer oock dienen te persisteren by hare vorige verclaringen ende contreprotestatiën, dewelcke zy deden in de voorledene maendt Novembris 1617, als in name van die van Hollandt etc. tegens het houden van de voors. Synode geprotesteert wiert, daromme hiertoe die van Amstelredam by tijts oock

[pagina 433]
[p. 433]

dienen geprepareert, soo verzoucken wy U zulcx aldaer insgelijcx te helpen procureren, omme voor te comen dat het niet en schyne dat de geheele provintie van Hollandt tegens het voors. Synode is protesterende; hetwelcke lichtelijck zeer groot nadeel zoude connen veroorsaken. Daer dient zeer gelet te werden op het groot beleyt, datter by de Remonstranten is; ja wy houden het zulcx, soo men daerop niet wel acht nemet, ofte zy zullen met d'eene ofte andere middel de zaken noch brenghen tot meerder nadeel van den lande, ende de goede met hare loose practicquen sien te bedriegen.

Hiermede, Eerentfeste etc.

In 's Gravenhage, den xxviiin May 1618.

 

Post datae (sic).

Hier heeft een roup gegaen datter eenige soldaten waeren naer den Briel gesonden; maer daer na vernomen hebbende, connen niet verstaen dat het zoude waer zijn.

Wy hebben uwen brieff door den Heer RuytenburghGa naar voetnoot1) wel ontfangen ende bedancken U voor de communicatie van tgene daerinne vermelt was; ende hebben die na overlesinge verbrandt.

XXVI.
Maurits aan Reinier Pauw.

Den Prince van Oraengiën etc.
Eerentfeste etc.

Uuyt het rapport van de Heeren gedeputeerden,

[pagina 434]
[p. 434]

keerende althans wederomme terugge naer Amstelredam, zult ghy wijdloopigh connen vernemen tgene nu alhier in de vergaderinghe van de Heeren Staten van Hollandt is gepasseert; ende alsoo ghy daeruuyt zullet verstaen dat de hevighe steden de minste genegentheydt niet en thoonen, ja rondelijck verclaren dat se geen Synodum Nationael begeeren in te willigen, maer wel een ProvintiaelGa naar voetnoot1), ende dat in zulcker voegen als U genoughsaem bekendt is te stryden tegens het oude gebruyck, daerinne tot noch toe geobserveert, soo versoucken wy U de goede handt daeraen te willen houden, zoovele U mogelijck zal wesen, dat de gedeputeerden der voors. stadt Amstelredam ter naester byeencompste van de voors. Heeren Staten van Hollandt etc. mogen alhier verschynen met claren ende goeden last omme het Synodum Nationael beneffens de goede provintiën ende steden (zulcx begeerende) te helpen bevoirderen ende uuytschryven, mits dat het Synode Provintiael tot preparatie van hetzelve Nationale zal voorgaen ende gehouden worden op den ouden voet, gelijck zulcx tot noch toe in de kercken deser landen is geobserveert. Ende dat oock, volgens onsen lesten, ingevalle wederom, twelck apparent is, in den name van de provintie van Hollandt ter vergaderinge van Mijn Heeren de Staten-Generael tegens het Nationale Synode wordt geprotesteert, by de ordinaris gecommitteerden van Amstelredam, Dordrecht etc. hare vorige contra-protestatie werde gereitereert, waeraen den lande dienst ende ons aengenaem welghevallen zal geschieden.

Hiermede, Eerentfeste etc.

In 's Gravenhage, den eersten Junij 1618.

[pagina 435]
[p. 435]

XXVII.
Maurits aan Reinier Pauw.

Den Prince van Oraengiën etc.
Eerentfeste etc.

Wy hebben uwe leste brieven wel ontfangen ende die datelijcken vernietigt; ende wat is aengaende de zaecke daerinne gheroert, wy meynen dat dezelve door die van Enchuysen zal werden gevoirdert ende int werck gheleydt met voorweten ende goedtvinden van eenighe andere. Hierbeneffens zenden wy U copie van zeker concept, twelck men heeft gesocht ons te doen smaecken; maer, aengesien wy tzelve vinden vol duystere woorden ende geheel op schrouven gestelt, hebben wy verclaert niet raedsaem te connen vinden om tselve met eenige steden, als namentlijck Dordrecht, Amstelredam, Enchuysen etc., in communicatie te leggenGa naar voetnoot1). Niettemin willen wy niet twijffelen, ofte het voors. concept zal door eenige persoonen in de vergaderinge van de Heeren Staten van Hollandt etc. werden gebracht, omme tzelve aldaer de voors. steden te doen smaecken ende goedtvinden. Dewyle wy dan vastelijck vermoeden, dat men daermede alleenlijcken zal zoucken te niete te doen ofte vruchteloos te maecken de poincten ende articulen, die by Mijn Heeren de Staten-Generael, na soovele ghenomene moeyten ende langhen tijt, op een Nationael Synodus zijn inghestelt, ende wederomme nieuwe disputen te verwecken, soo hebben wy goedtgevonden U de voors. copie by tijts over te senden met verzouck deselve te willen communi-

[pagina 436]
[p. 436]

ceren metten burghemeester Honigh, ende die secretelijcken te doen examineren by eenighe andere cloucke persoonen ende theologanten aldaer, omme haer advis ende goedtduncken daerop to hooren ende dienvolgende de zaecken aldaer zulcx te sien beleyden ende prepareren, dat de gedeputeerden van Amstelredam, indien dezelve daermede mochten tehuys comen, datelijcken daerop mochten werden gheantwoordt ende ghelast in geene andere concepten meer te bewillighen ofte die aan te nemen; maer te persisteren by hare voorgaende verclaringhen, dat is om te houden een Synode Provintiael op den ouden voet ende preparatorie tot een Synode Nationael; ten eynde men by affwijckinge van zulcke verclaringhe de zaecken niet en brenghe van quaedt in erger, ende de provintiën oorsake geve van eenigh misnoeghen; U oock versouckende dit voors. concept geheel secreet te willen houden, alsoo de persoon, die het ons heeft ter handen gestelt niet geerne zoude hebben dat by yemanden daervan eenige mentie werde gemaeckt, voordat het zoude mogen tijt zijn.

Hiermede, Eersame etc.

In 's Gravenhage, den xxiiin Junij 1618.

 

De provintiën zijn geresolveert de naestcommende weke de zaecke van het Nationale Synode by der handt te nemen ende aff te handelen. Wil dit alles met den voors. borghemeester communiceren, ende desen brieff secreet houden ofte vernietighen; wy zullen het voors. concept met het advis daerop wederom verwachten.

[pagina 437]
[p. 437]

XXVIII.
Reinier Pauw aan Maurits.

Doorluchtige, Hoochgeboren Prince, Genadighe Heere,

Uyt Uwer Excellencie missive van den 8n deser hebb' ick den ontfangh van mynen brieff neffens de bygaende memorie verstaen. Op gisteren hebb' ick mynen jongsten by mijn soon aen Uwe Excie op MuydenGa naar voetnoot1) gesonden. Aengaende de verpachtinge der gemeene middelen: is hier wel gesuccedeert, hebben over de 57000 gulden meer gegolden als het voorleden jaer in September; den ontfanger Reael verclaerde gisteren over de maeltijt dat sulcke vermeerderinge noyt by sijn tijt in den tijt van een jaer was geschiet; thoochste geweest sijnde ontrent 40000 gulden. Men can hieruyt eenichsints oordeelen dat dese veranderinge de luyden goede hope ende moet geeft; gelijck ick mede verstae dat van Ceulen ende andere plaetsen sich eenige familiën herwaerts sullen transporteren, daeraff eenige hier ter stede onderstaen huysen te hueren. Op gisteren hebben tydinge becomen dat in Texel twee schepen uyt Levanten rijckelijck geladen binnen waeren gecomen. Wort mede geseyt dat de schepen en galleyen van den Viceroy van Napels negen roovers van Tunes souden vermeestert ende verdaen hebben. Gisterenavond is hier tydinge gestroyt dat den secretaris Ledenberch hem selffs met een pennemes twee wonden soude

[pagina 438]
[p. 438]

hebben gegeven ende daeraff gesturven sijn; wat van de waerheyt is ben ick onseeckerGa naar voetnoot1).

Ende hiermede, Doorluchtige, Hoochgeboorne Prince, Genadige Heere, bidde Godt Uwe Excie te willen nemen in syne heylige bewaringe.

Desen 30 September in Amsterdam.

 

Uwer Excie dienstwillige Reinier Pauw.

XXIX.
Reinier Pauw aan Maurits.

Doorluchtige, Hoochgebooren Prince, Genadige Heere,

Op huiden voor den middach heb ick Uwe Excellencie geschreven, daertoe my referere. Op den middach is my Uwer Excellencie joncxte van den 29n geworden. Oock dus stracx dese ingesloten becomen.

Eindigende, Doorluchtige, Hoochgebooren Prince, Genadige Heere, de Almachtige zy met Uwe Excellencie.

Desen 30 September 1618, Amsterdam.

 

Uwer Exc. dienstwillige Reinier Pauw.

[pagina 439]
[p. 439]

XXX.
Maurits aan Reinier Pauw.

Den Prince van Oraengiën etc.
Eersame etc.

Wy verstaen datter wederom eenige disputen aldaer zijn gevallen nopende het ontslaen van de vroetschap van Amsterdam, zoowel van den eedt van vroetschap als van den eedt van kiesers van borgemeesters. Ende opdat alle voordere disputen voorgecommen worden, hebben wy noodich geacht ten overvloet onse meyninge dienaengaende duydelijcker te expresseren ende den magistraet aldaer toe te zeynden. Welcke brieven wy den borgemeester Hoynig toegezonden hebben ende hem versocht U de copie derselver te communiceren, eer hy den principalen overlevereGa naar voetnoot1). Versoucken U hiermede met malcanderen de saecke te overleggen ende alsulcke resolutie te nemen als ghyluyden tot meesten dienst ende ruste derselver stede zult bevinden te behooren.

Tgene desen aengaende geschiet en can int alderminste niet prejudicieren de actie, die wy voor Laurens Jansz. Spiegel hebben doen depescheren; maer is alleen daerom gedaen, ommedat d' andere niet en souden pretenderen tgene den voorn. Spiegel is pretenderendeGa naar voetnoot2).

Ende hiermede, Eersame etc.

[pagina 440]
[p. 440]

XXXI.
Maurits aan Reinier Pauw.

Den Prince etc.
Eerentfeste etc.

Alsoe de Heeren Staten van Hollant ende Westvrieslant, jegenwoordich alhier in competenten getale vergadert zijnde, beginnen by der handt te nemen de poincten van de beschryvinge, omme daerop goede ende vruchtbare resolutiën te nemen; ende dat wy verstaen dat de gecommitteerden der stadt Amstelredam niet volcomentlijck genouch en zijn gelastet ende geauthoriseert, gelijck wel de gecommitteerden van d'andere steden zijn, omme toe te staen de poincten, die in de memorie hierby gevoucht verhaelt staen, als namentlijck de confirmatie van d'uytsprake vant Synodus, mitsgaders de nieuwe kerckenordeninge, dieder geraempt is, hetwelcke dan tot de goede sake geheel prejudiciabel sal wesen; ende dat U bekent is dat dese vergaderinge de principaelste is, dieder noch gehouden is geweest, ende hoe noodig dattet is dat eenparichlijck aldaer vaste ende bondige resolutiën genomen worden, soo hebben wy U hiermede willen versoucken de goede handt daeraen te willen houden, alsoo wy verstaen dat desen aengaende op eenige pointen opt nieuw wederomme by de gecommitteerde van de stadt Amsterdam aen de

[pagina 441]
[p. 441]

vroetschappen aldaer sal geschreven worden, dat in de vergaderinge van de vroetschappen aldaer alsulcke resolutiën genomen worden, dat de gecommitteerden der stadt Amsterdam alhier wesende volcomentlijck mogen gelastet ende geauthoriseert worden, omme, beneffens d'andere steden alhier wesende, alle dese bygaende poincten aff te doen, de voors. poincten toe te staen ende te approberen, opdat den staet van den lande eenmael op een vasten voet ende buyten alle swarigheyt mach gebracht worden; waeraen den landen dienst ende ons welgevallen sal geschiedenGa naar voetnoot1).

Ende hiermede, Eerentfeste etc.

[pagina 442]
[p. 442]

Bijlage.
Twee missiven van Maurits aan den magistraat van Amsterdam.

I.

Eersame, wyse ende discrete, lieve, besundere,

 

Alsoo uluyden kennelijck is, dat wy tot bevoorderinge van de ruste ende verseeckertheyt van de staet van 't landt in verscheyden steden van Hollandt ende Westvrieslandt, ende lestelijck oock tot Amsterdam wesende, den iii Novembris 1618 verleden, eenige veranderinge in de vroetschappe genootsaeckt zijn geweest te doen, ende dat wy ten tyde van de voors. veranderinge aldaer verclaerden, dat wy deselve vroetschappen van den eedt van haere vroetschapsampten, alsmede die onder deselve daerbevoorens schepen geweest waeren, ende oversulcx de qualiteyt hadden, als electeurs ofte kiesers van burgemeesteren derselver stede te sijn, mede van de voors. qualiteyt ende dan eedt daerop gedaen, ontsloegen; ende dat wy dienvolgende de nieuwe ende by ons weder gestelde vroetschappen ontboden ende van nieuws beedicht hebbende, niet wel connen weten ofte wy degeene, die van de voors. wederom gestelde vroetschappen schepenen geweest zijnde, oock totte voors. qualiteyt ende het recht van electeurs van burgemeesteren te zullen wesen mogen beedicht hebben, gelijck nochtans onse volcommen meyninge ende intentie is geweest. Soo hebben wy uluyden by desen tot naerder openinge ende interpretatie van onse goede meyninge wel willen doen weten, dat wy verstaen, dat de vroetschappen by ons van nieuws beedicht, die hierbevorens schepenen zijn geweest,

[pagina 443]
[p. 443]

oock zullen hebben ende behouden de qualiteyt van het kiesen van Borgermeesteren derselver stede; versouckende ende ernstich begeerende dat ghyluyden tselve alsoo behoorlijck te bouck hebbende doen registreren, uluyden oock voortaen daernae reguleren wilt. Ende hiermede, Eersame etc., zijt Godt bevolen.

's Gravenhage, den xxin January 1619.

II.

Eersame, wyse ende discrete, lieve, besundere,

 

Alsoo wy bevresen, dat in onze brieven van den xxin deser eenige duysterheyt soude mogen gevonden werden, ende wy daeromme ten overvloet noodich gevonden hebben onse meyninge duydelijcker te doen verstaen, soo ist dat wy mits desen hebben willen verclaren, dat onse meyninge is geweest dat alle degenen, die vroetschappen waeren ende ontslagen sijn van den eedt ende verlaten zijn gebleven, dat wy deselve mede ontslagen ende verlaeten hebben van den eedt als kiesers van borgemeesters, niettegenstaende wy deselve als schepenen ofte in eenige offitiën hebben gelaten, also het eene temporeel is, ende het andere ad vitam. Versoeckende uluyden daeromme int kiesen van borgemeesters, dat nu eerstdaechs sal geschieden, u daernaer te willen reguleren. Ende hiermede, Eersame etc., zijt Godt bevolenGa naar voetnoot1).

's Gravenhage, den xxxn Januarij 1619.

voetnoot1)
De missiven van Maurits uit portefeuille 2386 en 2387; die van Pauw uit 2388c.
voetnoot1)
Mr. H.J. Koenen wijdde aan hem een spreekbeurt in de Afd. Letterkunde der Koninklijke Academie van Wetenschappen, en gaf deze lezing uit in ‘Over de beide Staatspartijen in de voormalige republiek der Ver. Nederl.’, Amst. 1868; doch het onderwerp is daarmede niet uitgeput.

voetnoot1)
Reinier Pauw was afgevaardigd geweest ter dagvaart van Holland, die Zaterdag 5 Augustus 1618 was gesloten.
voetnoot2)
De heer Joh. H. Been, archivaris van Den Briel, had de vriendelijkheid mij mede te deelen dat uit de Res. der Brielsche Vroedschap van 7 Aug. blijkt, dat den vorigen dag de ‘presente officieren’ den eed gedaan hadden. Het formulier van dien eed is in het Brielsch archief niet bewaard; wel een op 6 Aug. vastgestelde schutterseed.
voetnoot1)
Zie hierover de Secreete Res. der Staten Generaal van 9 Aug. 1617, afgedrukt bij v.d. Kemp, Maurits van Nassau, IV. 206.
voetnoot2)
Deze zinsnede is in de copie onderstreept.
voetnoot3)
Waarschijnlijk zijn hier bedoold Edam, Enkhuizen en Purmerend.
voetnoot4)
Over de quaestie te Oudewater, cf. de Res. der Gecommitt. Raden van Holland (gedrukt in die der Staten) van 8, 9 (er staat verkeerdelijk 19) en 26 Augustus 1617; en voorts, uitvoerig, Trigland, Kerckel. Gesch., blz. 1025 vv.

voetnoot1)
De oudste zoon van Don Emanuël van Portugal en Maurits' zuster Emilia van Nassau.
voetnoot2)
Amsterdam, Dordrecht, Edam, Enkhuizen en Purmerend.
voetnoot3)
Hiermede zijn bedoeld de acht steden: Haarlem, Leiden, Gouda, Rotterdam, Schoonhoven, den Briel, Alkmaar en Hoorn.
voetnoot1)
‘Prins Hendrik hadt rondtuit geseit, dat hij de leere van Rosaeus niet geloofde’. Volgens Uytenbogaert, bij Brandt, II. 556.
voetnoot1)
Dit antwoord is afgedrukt bij Baudartius, Memoriën, IX. 45 vv.
voetnoot2)
Het tegenvertoog was nog niet gereed; eerst 30 Aug. werd het in de Amsterdamsche Vroedschap vastgesteld. Het is afgedrukt bij Baudartius, IX. 50 vv.

voetnoot1)
De toen 31-jarige Adriaan Pauw, geb. 1 Nov. 1585, sinds 1611 pensionaris der stad Amsterdam.
voetnoot2)
Hugo Muys van Holy, van 1599-1620 schout te Dordrecht.
voetnoot1)
Roelof Roelofsz. was 11 Juni 1611 te Amsterdam door den Oudraad tot ziekentrooster aangesteld. Hij zal wel dezelfde zijn, die als vermaner op het schip Amsterdam de reis van Jacob van Neck in 1600 medemaakte en daarvan een journaal hield, waaruit later een uittreksel het licht zag. Hij stond blijkbaar bij de stedelijke regeering zoowel als bij den kerkeraad goed aangeschreven, want reeds kort na zijne benoeming, 21 Dec. 1611, werd, op verzoek van den kerkeraad, zijn salaris, en dat van zijn collega Pieter Willemsz., van f 450 op f 550 gebracht. In 1614 en 1615 vond ik eene extra-toelage van f 120 voor hem vermeld; 1 December 1617 ontving hij op zijn versoek ‘omme subsidys te becoomen omme sijn soon in studiis te continueeren’, f 75 voor 2 jaren, welke toelage 7 Nov. 1619 werd verlengd. Hij schijnt toen ontslag te hebben verzocht, althans men leest in de Res. Oud-Raad, 7 Nov. 1619, ‘dat Roelof Roelofsz., sieckentrooster geweest, het jaerl. tractement sal ontfangen, ende soo hy in den dienst niet blijft, soo sal sijn tractement ophouden’. Den 31sten Juli 1620 wordt een Roelof Roelofsz., op eene cautie van f 1700, toegelaten tot koopmansbode op Antwerpen. Den 6en Sept. 1623 werd aan den zoon f 100 voor een jaar toegestaan, doch opneming in het ‘College’ te Leiden werd hem niet vergund. Het Album Studiosorum bevat op 18 Nov. 1623 den naam van een 20 jarig Amsterdamsch theologisch student Rudolphus Rudolphi. Zie nog de 10e missive.

voetnoot1)
Cf. eene missive van den Venetiaanschen gezant Christoforo Suriano van 4 Sept. 1618, in ‘Brieven van Lionello en Suriano’, blz. 307. (Werken Hist. Gen.; Nieuwe Serie, No. 37.)

voetnoot1)
De Resolutie van Dordrecht is afgedrukt in de Res. Holl. 29 Aug. 1617. Zie ook Baudartius, IX. 68. De heer Mr. J.C. Overvoorde, archivaris te Dordrecht, deelde mij mede dat het Dordtsche archief aangaande deze zaken niets van belang bevat.
voetnoot1)
Zie over het verhandelde in de Staten van Zeeland een uitvoerig uittreksel uit de Notulen, bij Brandt, II 591-620.

voetnoot1)
Zie het verhandelde in den Raad van State en in de Staten-Generaal, bij v.d. Kemp, a.w., IV 210 vlg.

voetnoot1)
Van 1599-1640 predikant te Monnikendam; in 1618 afgevaardigde ter Dordtsche Synode.

voetnoot1)
Wat inderdaad 11 November geschiedde.
voetnoot2)
Den 3den November; te lezen bij Brandt, II. 643.

voetnoot1)
Maurits doelt hier op het eerste van de punten der beschrijving voor de dagvaart, samengeroepen tegen 5 Dec. 1617. Volgens het afschrift in het Resolutieboek der Amsterdamsche Vroedschap luidde het als volgt:
‘Voor het scheyden van de leste dachvaert, naedat geen eenparige resolutie en conde genomen werden opten voorslach by beschryvinge ende reces gedaen, omme tot accomodatie van de seer schadelijcke religions-differenten gelijck getall van politicque ende kerckelijcke persoonen, goede lieffhebbers des gelieffden vaderlandts ende van de ware Christelijcke Gereformeerde Religie by den heeren Eedelen ende eenige steden gecommitteert te werden, was ten lesten voorgeslagen, dat ten selven eynde een provinciael Synode van de voorsz. landen soude worden beschreven, ende een placcaet gemaeckt, jegens de onbehoorlijckheeden, die mit schryven, spreecken, ende andere manieren tot verstoringe van de gemeene ruste in den landen passeerden, mitsgaders een missive aen de classen ofte kerckendienaren, omme haer in hare predicatiën, ende andere actiën in de jegenwoordige religionsgeschillen stichtelijck ende moderatelijck te dragen, naer inhoudt van de concepten daerop gemaeckt; ende terwylen daerop geen eenparige resolutie en heeft connen genomen worden, waren de heeren Eedelen ende die Gedeputeerden van alle de steden ernstelijck versocht, ten eynde een yegelijck alle het gepasseerde in de voors. vergaderinge naerder overdencken, overwegen ende getrouwelijck naer de waerheyt rapporteren soude, op hoope dat Godt de Heere Almachtich zijnen Goddelijcken segen verleenen, die oogen naerder openen, ende die gemoederen disponeren soude tot alles, wes tot Godes eere ende glorie, der landen vry- ende gerechticheeden, eensamentlijck behoudenisse van de Evangelissche waerheyt ende eenicheyt dienstelijck is. Naerdien oock sedert het scheyden van de voors. leste dachtvaert, soo opte religions als andere importante saecken, den welstant, vry- ende gerechticheden der landen ende steden betreffende, veele ende verscheyden actiën in collegiën ende andersints sijn gepasseert, die naer de waerheyt dienen verstaen uuyttet het rapport van dengeenen, die daerby aen ende over zijn geweest, soo worden de heeren Eedelen ende steden vriendelijck versocht ende ernstelijck vermaent op alle 't geene voors. rypelijck ende met alle goede insichten te willen letten, ende op de voors. poincten alsnoch, sooveel de heeren Eedelen aengaet, well geresolveert te commen; ende de steden hare Gedeputeerden mit volcomen last te seynden, oock omme de voors. rapporten te hooren, ende de oprechte waerheyt van het gepasseerde verstaen zijnde alles wel te overwegen ende daerop mede te helpen advyseren ende resolveren, sulcx als tot meesten dienste ende verseeckeringe der landen int gemeen ende namentlijck van de landen ende steden van Hollandt ende Westvrieslandt int particulier sal bevonden worden te behooren; ende tot dien eynde hen disponeren omme op alles tot eenparige resolutie te commen (ist doenlijck), indien niet, hem uuytterlijck mette meeste stemmen te mogen conformeren, daertoe sunderlinge sal dienen geleth, dat de voorgaende oneenicheeden ende verscheydenheyt van de opiniën, tot seer groote schade, praejuditie ende interest van de landen ende steden van Hollandt ende West-Vrieslandt, binnen ende buyten dese landen zijn streckende ende vorder getogen worden.’

Hierop werd in de vergadering der Amsterdamsche Vroedschap van 4 en 5 Dec. 1617 de volgende resolutie genomen:
‘Naedat verscheyden stucken ende geschrifften tot dit poinct dienende waren gelesen, oock gehoort 't rapport van den heeren, die soo nu soo dan in den Haghe sijn geweest, ende op alles geleth, tgundt ter materye was te considereren, is verstaen dat de gedeputeerden deser stede, gecommitteert totte aenstaende vergaderinge van d' Eed. Mo. Heeren Staten van Hollandt ende West-Vrieslandt sullen inhaereren de voorgaende resolutiën van den voors. Raed ofte Vroetschappe opt stuck van de religie genomen, ende daerby alsnoch te persisteren. Ende aengesien by de Ho. Mo. Heeren Staten-Generael goetgevonden ende gearresteert is te convoceren een Nationale Sinode, als geen bequamer ende loffelijcker voet ende middel hebbende connen bedencken, daerdoor de geresen misverstanden ende oneenichheeden in religions-saecken souden connen werden gedemt ende teneder geleyt, oock de ruste ende vrede getroffen ende alle swaricheeden voorgecomen, sullen daeromme de voors. gedeputeerden by alle gevoechlijckste ende bequaemste middelen van inductie ende andersints arbeyden ende ernstelijck aenhouden, ten eynde de difficulterende provintiën, leeden ende steden vant landt, die alsnoch int voorschreven Nationael Sinode swaricheyt maecken, haer metten anderen bewilgende provintiën ende steden willen conformeren, omme gelijckelijck te arresteren een provintiael ende nationael Synode, op den ouden voet, opdat men by middel van dien, eens mach comen uuyt de tegenwoordige bedroeffde swaricheeden, ende geraecken tot het gewenschte wit van ruste, vreede ende eenicheyt, ende dat middelertijt daer verscheyden gevoelen geoeffent worden, vrydoom gelaten ende niemant daerover gemolesteert worde, in welcken gevalle laten de voornoemde Raeden haer beduncken dat het placcaet, daervan dit poinct is mentie maeckende, niet van noode sal weesen. Wat belangt de rapporten, daervan in dit poinct oock verhael wordt gedaen, sullen de gedeputeerde d'selve aenhooren, ende, ingevalle die zijn van importantie, daervan hare principalen adverteren, opdat alsdan daerop geleth ende geresolveert mach worden, als bevonden sal werden te behooren.’
voetnoot1)
Jonas Witsen. Hier schuilt eene vergissing: Jonas Witsen, ofschoon sinds 1596 lid der Vroedschap, werd eerst in 1623 Burgemeester. Ik vermoed dat bedoeld is de Oud-Burgemeester Gerrit Jacobsz. Witsen, die van Mei 1617 tot Mei 1620 Amsterdam in het College der Gecommitteerde Raden van Holland vertegenwoordigde.
voetnoot1)
De magistraat van dit stedeke onderscheidde zich door verregaande onverdraagzaamheid jegens de Contra-Remonstranten. Cf. Trigland, blz. 786 vv.

voetnoot1)
Wolphert of Olphert Barentsz was in de jaren 1611 en 1613 burgemeester geweest en werd het opnieuw bij de verandering der regeering van Hoorn door Maurits in 1618, waarna hij nog in 1620 en 1622 de burgemeesterlijke waardigheid bekleedde. In den toen ontbranden strijd tusschen de meer Remonstrantschgezinde ‘Burgers’ en de ‘Harden’ sloot hij zich bij eerstgenoemden aan; zoodat het uit het naschrift van dezen brief sprekend wantrouwen van Maurits blijkbaar niet ongegrond was.
voetnoot2)
Cornelis Cornelisz Soop, sinds 1585 lid der Vroedschap, bekleedde tusschen 1581 en 1613 dertien malen de burgemeesterlijke waardigheid.
voetnoot1)
Bij de verandering der regeering te Hoorn op 5 Oct. 1618 moesten 12 van de 20 leden der vroedschap door anderen worden vervangen, waaronder drie van de vier burgemeesters uit den jare 1617; de vierde, Claes Cornelisz. Veen, die nog geen lid der vroedschap was, werd toen daarin opgenomen en tevens (voor de vijfde maal) tot burgemeester gekozen.

voetnoot1)
Deze tocht, in gezelschap van graaf Willem Lodewijk, duurde van 27 November tot 2 December.
voetnoot2)
Afgedrukt bij Brandt, II. 668.
voetnoot3)
Zie Brandt, II. 672.

voetnoot1)
Ingediend 21 Dec. 1617; afgedrukt bij Uyttenbogaert (ed. 1647), IV. 233. Cf. de kritiek bij Trigland, blz. 1040.
voetnoot1)
Ingediend 19 Dec. 1617, te lezen bij Baudartius, IX. 84 en Trigland, 1042. Brandt, II. 679.
voetnoot2)
Op den 5den Januari 1618 besloot de Vroedschap dan ook in dezen geest, haren gedeputeerden ter dagvaart op te dragen de difficulteerende leden en steden van Holland ‘te induceren tot het mede aennemen ende goetvinden van 't selffde Synode Nationael, volgende de resolutie by den Rade alhier op den iiiie en ve December lestleden genomen, daernaer dat sy haer sullen hebben te reguleren. Ende oversulcx aenhouden dat het Nationael ende Provinciael Synode op den ouden voet, tegelijck goet gevonden ende gearresteert mach worden’.
voetnoot3)
Wat hiermede bedoeld is, blijkt uit de copie niet.
voetnoot1)
Den 20sten Februari 1618 was Maurits' oudere broeder Filips Willem overleden en het prinsdom Oranje aan hem overgegaan; van daar de veranderde titulatuur.
voetnoot2)
Deze brief is niet meer in het Amsterdamsch archief aanwezig.
voetnoot1)
Zie Brandt, II. 780. Het komt mij voor, dat van dit concept sprake is in de volgende resolutie der Amsterdamsche Vroedschap:
‘Den Xe Martij XVIcXVIII: Is den heeren XXXVI Raden deser stede voorgedragen dat, alhoewel by hare gedeputeerde alle instantie ende devoir is gedaen, om volgende hare resolutie den anderen difficulterende steden te bewegen tot het goetvinden ende arresteren tegelijck ende met eenen van een Synode Provinciael ende Nationael, d'selve steden daertoe nyet gebracht hebben cunnen werden, sulcx dat ter vergaderinge van den Heeren Staten van Holland ende Westvriesland alsnoch geen eenpaerigen voet ende resolutie genomen heeft cunnen worden, omme te commen tot het houden van een Provinciael ofte Nationael Synode; dan is seecker project gemaeckt, daerop de steden hebben genomen reçes, om t'selve met haere principalen te communiceren ende binnen weinich dagen weder geresolveert te commen; sijnde midlertijt by den heeren burgermeesteren deser stede goetgevonden met advys van den predicanten alhier te beschryven ende versoucken dominum Poleandrum (sic), professorem Theologiae in de Universiteyt tot Leyden, Antonium Tysium professorem Theologiae in de Illustre Schole tot Harderwijck, mitsgaders den bedienaers des Goddelycken Woords Festum Hommeum tot Leyden, Antonium Waleum in den Hage, Abrahamum Doreslaer tot Enckhuyzen ende Samuelem Bartholdi tot Monickendam, om alhier tot seeckeren bestemden dage te willen compareren ende met den predicanten voorn., ten overstaen van eenige van de magistraten, in de vrese des Heeren te saemen t'overleggen op wat voet men best ende bequamelijck tot het houden van een Synode Provintiael (zonder verminderinge ofte prejuditie van 't Nationael) soude mogen besoigneren; ende zijn oock met eenen de magistraten van de steden van Enckhuysen, Eedam, ende Purmereynt van de voors. convocatie verwitticht, ende in bedencken gegeven, off het nyet goet ware, dat syluyden eenige uyten haren mede wilden committeren, om de voors. vergaderinge by te wesen ende te assisteren. Ende op de voors. zaecke by den voorn. personen eenige vergaderingen gehouden, ende in onderlinge communicatie geweest sijnde, is bij den ecclesiastiquen verstaen, dat in het houden van een Synode Provinciael nyet vruchtbaerlicx gehandelt ende gebesoigneert sal cunnen worden, tenzy dat simul et semel het Nationael worde gearresteert; ende dat andersins daeruyt apparentelijck veel meer oneenicheyt, scheuringe ende verbitterheyt soude staen te verwachten; sijnde daertegens van de andere syde uyt de magistraet oock voorgedragen ende geallegeert, datter geene mindere swaericheyden ende onheylen sullen ontstaen, ingevalle men met gescheurde leeden ende nyet eenpaerlijck tot het houden van een Provinciael ofte Nationael Synode wil procederen ende voortvaren.
Alle welck de voorn. Raden aengehoort, daerop, mitsgaders op den inhoud van 't voors. project, gelet hebbende, is eyntelijck verstaen ende geresolveert, dat de gedeputeerden deser stede nochmaels alle bequame wegen ende middelen by der hand sullen nemen ende int werck stellen om den anderen difficulterende leeden, ist moegelijck, sien te bewegen, dat syluyden haer mede willen conformeren int aennemen ende arresteren van een Synode Provinciael ende Nationael te gelijck. Ende omme den steden daertoe te beter te induceren, zullen haer voorhouden ende remonstreren de swaericheyden ende beswaernissen, die soe by de voors. ecclesiastique personen ter voors. vergaderinge sijn voor ogen gestelt, als anderen meer, die haer sullen duncken tot dese zaecke applicabel ende dienstich te wezen. Doch soe echter de voors. difficulterende leeden blyven by hare vorige resolutie ende haer metten anderen steden nyet willen conformeren van simul et semel te besluyten een Synode Provinciael ende Nationael, sullen alsdan de gedeputeerden deser stede met Syne Excie ende den heeren gecommitteerden van d'andere provinciën, daermede syluyden voor desen op 't houden van een Synode Nationael hebben gebesoigneert, communiceren ende overleggen, op wat voet ende manier een nationale vergaderinge (sonder voorby te gaen het provinciael) best ende bequamelijck gehouden sal cunnen werden; daervan, met de redenen daertoe gemoveert ende waerop de resolutie sal wesen gefondeert, de voorn. gedeputeerden hare principalen zullen adverteren, omme voortz daerop gelet ende geresolveert te mogen worden, als men bevinden zal best ende dienstich te wesen.’
Over de in deze resolutie vermelde vergadering van predikanten en magistraten, te Amsterdam gehouden op 6 en 7 Maart 1618, zie men Dr. P.J. Wyminga, Festus Hommius, blz. 243.

voetnoot1)
Te Leiden was in Januari 1618 een nieuwe eed voor de schutterij ingevoerd, en niet minder dan 600 burgers, die dezen weigerden af te leggen, waren vervolgens ontschutterd; bij den verderen loop van het geschil werden sommigen gebannen. Cf. Baudartius, IX. 82 en X. 10.
voetnoot2)
Cf. over deze missive Wagenaar, Vad. Hist., X. 207 en v.d. Kemp, IV. 266.

voetnoot1)
Over het bezoek van Maurits aan den Gelderschen landdag te Arnhem, zie men v.d. Kemp, IV. 258-266, waar de resolutiën der vergadering in extenso afgedrukt zijn. Cf. ook Brandt, II. 711. Met de ‘zake van Nijmmegen’ is bedoeld het geschil over de magistraatsbestelling tusschen Maurits en een deel der vroedschap aldaar.
voetnoot1)
Beide brieven, de een betreffende Nijmegen, en de andere betreffende de Synode, staan afgedrukt in de Res. Holl. van 24 Maart 1618; de laatste ook bij Brandt, II. 709. Het besluit tot afzending der brieven was na heftige debatten op niet normale wijze genomen. Cf. de volgende missive van Maurits.

voetnoot1)
De Statenvergadering was bijeengeroepen tegen 7 Mei, doch de eerste zitting had den 15en plaats. Pauw was geen afgevaardigde.

voetnoot1)
Bedoeld is Jacob Gerritsz. Hoing, in 1618 en 1620 burgemeester van Amsterdam; lid der vroedschap sinds 1593.
voetnoot2)
Den 23sten Mei uit Kampen vertrokken, werd Maurits met groote pracht te Amsterdam ingehaald (Baudartius, X. 31 en Wagenaar, Amsterdam, I. 468); den 26sten Mei kwam hij in den Haag terug.

voetnoot1)
Bedoeld zal zijn Pieter Gerritsz. Ruytenburg, die van 1616 tot zijn dood, in 1627, lid der Amsterdamsche Weeskamer was, en die schoonvader was van Adriaen Pauw.

voetnoot1)
29 en 30 Mei was aldus besloten. 1 Juni ging de vergadering uiteen.
voetnoot1)
Waarschijnlijk doelt Maurits hier op het concept, hem door Hugo de Groot aangeboden en afgedrukt in diens Verantwoordingh, blz. 68. Cf. Brandt, II. 797.
voetnoot1)
Op zijn tocht door verschillende steden van Holland tot het veranderen der regeering, bracht Maurits den nacht van 29 op 30 September op het slot te Muiden door, waar hij de gastvrijheid van Hooft genoot.
voetnoot1)
Inderdaad had Ledenberg zich in den nacht van 28 op 29 Sept. om het leven gebracht. In Brandts Historie van de Regtspleging enz., blz. 25 (2e druk) vindt men eene aanteekening van P.C. Hooft over een gesprek tusschen Maurits en hem naar aanleiding van dit bericht.

voetnoot1)
Het komt mij voor, dat hiermede gedoeld wordt op eene missive door Maurits den 30en Januari 1619 tot de Amsterdamsche regeering gericht, ter verduidelijking van een vroeger schrijven van 22 Januari, beide in de achterstaande bijlage afgedrukt. Hierdoor is tevens de dagteekening van dezen ongedateerden brief vastgesteld.
voetnoot2)
Laurens Jansz. Spiegel behoorde tot het zevental regeeringsleden, dat den 3en November 1618 door Maurits was afgezet. Dit was echter door eene vergissing geschied. Burgemeester Hoing, die belast was met het overbrengen naar den Haag van het lijstje, dat de namen der te verwijderen raadsleden bevatte, had den naam van Volckert Overlander, wiens broeder zijn schoonzoon was, vervangen door dien van Spiegel, den schoonvader van een der zonen van Pauw. Cf. hierover: J.F. Gebhard Jr., ‘Eene raadselachtige bladzijde bij Brandt, opgehelderd door Bontemantel’ in het tijdschrift Oud-Holland, I. 189vv. en Dr. G.W. Kernkamp in zijne Bontemantel-uitgave, II. 211.
voetnoot1)
Het vierde punt der beschrijving ter dagvaart van Holland tegen 12 Juni 1619 was de approbatie van de besluiten der Dordtsche Synode en evenzoo van de daar vastgestelde kerkenorde. Op 10 en 13 Juni nam de Amsterdamsche Vroedschap betreffende dit laatste het volgende besluit: ‘Aengaende het concept van de kerckelijcke ordonnantie, naedat t'selve mede was gelesen, is goetgevonden omme de gewichticheyt van der saecke tselve te stellen in handen van eenige heeren uyt desen Raed, om daerop nader te letten ende tselve te dresseren soo sy souden geraden vinden. t'Welck gedaen ende t'voors. concept met de correctiën, daerop door de voorn. heeren gedaen, wederom in den Raed geresumeert sijnde, soo is geresolveert dat men deser stede gedeputeerde alle t'selffde sal metgeven, ende authoriseren om mette andere provinciën, leden ende steden van t'land daerop te helpen besoigneren tot meesten dienste der landen; doch sullen de voors. kerckelijcke ordonnantie nyet arresteren, sonder voorgaende rapport ende nadere resolutie van hare principalen.’ Den 21sten Juni, toen de definitieve vaststelling der kerkenorde in de Staten van Holland voorgesteld werd, verklaarden dan ook de afgevaardigden van Amsterdam, evenals die van Leiden, Rotterdam, den Briel en Hoorn, dat zij ‘niet ghelast waren dan op rapport’, weshalve ‘het eyntelijcken besluyt’ tot Dinsdag den 25sten werd uitgesteld. Het komt mij voor dat de hier afgedrukte brief van Maurits in deze dagen is geschreven; wellicht kort voor of op den 21sten Juni. Den 24sten Juni nam de Vroedschap eene resolutie, zooals zij in den brief werd gewenscht. Ge lijk men weet, kwam echter van de geheele zaak niets.

voetnoot1)
In een nader schrijven van 22 Juli 1619 spreekt Maurits het nog eens duidelijk uit, dat de ontslagen raadsleden ‘heur mede zouden onthouden van hun in de vergaderinghe van oudtborgemeesteren ende andere bedieninghen te laeten vinden ofte gebruycken, totdat den staet van den Lande anders zoude toelaten’.
De drie missiven staan geregistreerd ln het resolutieboek der Vroedschap, No. 12, fol. 72 vs. en 74.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • J.C. Breen

  • Reinier Pauw

  • Prins Maurits


editeurs

  • J.C. Breen


datums

  • 8 augustus 1617

  • 11 augustus 1617

  • 16 augustus 1617

  • 18 augustus 1617

  • 23 augustus 1617

  • 25 augustus 1617

  • augustus 1617

  • 4 september 1617

  • 7 september 1617

  • 18 september 1617

  • 9 oktober 1617

  • 16 oktober 1617

  • 5 november 1617

  • 20 november 1617

  • 25 november 1617

  • 4 december 1617

  • 1 januari 1618

  • 25 februari 1618

  • 20 maart 1618

  • 26 maart 1618

  • 26 maart 1678

  • 9 mei 1618

  • 17 mei 1618

  • 19 mei 1618

  • 28 mei 1618

  • 1 juni 1618

  • 23 juni 1618

  • 30 september 1618