Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 33 (1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 33
Afbeelding van Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 33Toon afbeelding van titelpagina van Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 33

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.15 MB)

Scans (21.23 MB)

XML (1.01 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 33

(1912)– [tijdschrift] Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 96]
[p. 96]

Onuitgegeven oorkonden uit de 13de eeuw, betreffende het klooster Jeruzalem onder biezelinge op Zuid-Beveland,
Medegedeeld door Dr. Henri Obreen.

Toen, in de tijden der beroerten, in onze gewesten het leven voor geestelijke broeders en zusters onmogelijk werd, trok juffrouw Catherina Meskens, abdis van het klooster Jeruzalem bij Biezelinge, naar het dochter-kloosterGa naar voetnoot1) St. Margarethendal, ook wel Ter Nonnen genoemd, bij Antwerpen, om daar betere tijden af te wachten. Het zou echter nog jaren duren voor deze aanbraken en nog bij haar dood, op 17 Januari 1612, bevond de laatste abdis van Biezelinge zich bij hare Antwerpsche zusteren.

Bij haar vertrek had zij onder meer met zich weten

[pagina 97]
[p. 97]

te nemen een houten kistje met ijzeren banden beslagen en van drie sloten voorzien, waarin de papieren van haar klooster geborgen warenGa naar voetnoot1). Van deze papieren is ons door SmallegangeGa naar voetnoot2) een gedeeltelijke inventaris overgeleverd, dien wij hierachter, als bijlage I, doen afdrukken. Kluit liet zich voor zijne Historia critica van een negental stukken copieën makenGa naar voetnoot3) en meldt dat deze stukken toen berustten in het St. Victors-klooster te Antwerpen; hiermede moet hij Ter Nonnen bedoelen, want een klooster van St. Victor bestond in die stad niet, maar wel waren de nonnen van het klooster Ter Nonnen van de orde van St. Victor of Victorinen.

Laatstgenoemd klooster werd bij de revolutie opgeheven, de papieren - dus ook die van Biezelinge - kwamen terecht bij de provinciale regeering, waar zij lange jaren bewaard bleven, totdat zij op het midden der vorige eeuw opgenomen werden in het Staatsarchief te Antwerpen, waar nu de charters van Biezelinge in het fonds Ter Nonnen ondergebracht zijn. Merkwaardigerwijze zijn laatstbedoelde stukken aan Kluit onbekend gebleven, terwijl juist de oorkonden, welke hij opnam, spoorloos verdwenen zijnGa naar voetnoot4) en toch uit den ouden inventaris blijkt, dat allen destijds deel uitmaakten van den inhoud van het kistje der laatste abdis. Hoe het zij, het is niet

[pagina 98]
[p. 98]

mogen gelukken dit raadsel op te lossen en bij het fragmentarische van het overgeblevene van het archief van Biezelinge, (immers de door Smallegange overgeleverde inventaris is ook slechts een uittreksel uit den completen), leek het mij dienstig hier als bijlage II een chronologische lijst der bekende stukken over Biezelinge gedurende de 13de eeuw te doen opnemenGa naar voetnoot1).

Intusschen verdienen de 13de eeuwsche stukken uit Biezelinge afkomstig en nu in het Staatsarchief te Antwerpen de aandacht onzer geschiedkundigen ten volle.

Zij leveren een welkome naoogst voor het in Zeeland toch niet zoo heel rijke materiaal der Privaturkunden uit de 13de eeuw. Zij zijn elf in getal, waaronder twee die reeds eerder gedrukt zijn in een Belgisch tijdschrift en daaruit overgenomen in het oorkondenboek van Van den BerghGa naar voetnoot2).

Voorts behooren onder het elftal twee vidimussen, die ons twee onbekende oorkonden geven, zoodat wij door de archieven van Biezelinge tien oorkonden der 13de eeuw rijker worden. Zij volgen hieronder in chronologische volgorde, naar de origineelen afgeschreven.

H.O.

[pagina 99]
[p. 99]

I.
Floris, voogd van Holland, bevestigt de gift van Wolferd heer van de Maelstede.

1258. 25 Maart. Antwerpen.

Universis presentem litteram inspecturis Florentius, Tutor Hollandie, salutem et omne bonum. Noverit universitas vestra quod nos, divine remunerationis intuitu, conferimus auctoritate presentium sanctis monialibus in Beselinge decimam, quam dominus Wlfardus eis conscripserat, prout in littera suaGa naar voetnoot1) super hoc confecta plenius continetur, ipsis habendam et libere et pacifice a nobis et nostris successoribus possidendam. In cuius rei testimonium presentem litteram eis porreximus, sigilli nostri impressione roboratam. Datum in Antwerpia, anno Domini MoCCoLo octavo, feria secunda post diem Pasche.

 

Orig.; zegel afgevallen; ook opgenomen in het vidimus van 1296, zie hier no. IX.

II.
Floris V bevestigt voor het klooster Jeruzalem de schotvrijheid over 60 gemeten door zijn vader aan het klooster gegeven.

1270. 13 Maart of 1271. 5 Maart.

Florentius comes Hollandie universis presentes litteras inspecturis vel audituris salutem. Cum dilectus

[pagina 100]
[p. 100]

pater noster, dominus Willelmus quondam Romanorum rex, dominum.. abbatem et.. conventum beati Bernardi, Cysterciensis ordinis, Cameracensis dyocesis, de sexaginta mensuris terre scitis in parrochya de Score in Zutbevelandia ab omni exactione et tallia, quod scot vulgariter appellatur, exemerit, prout in litterisGa naar voetnoot1) dicti patris nostri super hoc vidimus contineri confectis. Et dilecte in Christo.. priorissa et conventus monasterii sancti Victoris in Bieselinghe dictas sexaginta mensuras terre contra prefatos.. abbatem et.. conventum sancti Bernardi legitime, prout nobis intimarunt comparaverunt; Nos, inspectis donationis sue meritis, cupientes dictum monasterium de Bieselinghe ob remedium et salutem anime patris nostri eadem gratia supportari, ipsum ab omni scoto dictarum sexaginta mensurarum terre, prout dictum scotum nos contingit, duximus eximendum. In cuius rei testimonium presens scriptum sigillo nostro fecimus communiri. Datum et actum apud Iersk, anno Domini MoCCo septuagesimo, feria quinta post dominicam qua cantatur Reminiscere.

 

Opgenomen in vidimus van 1305, zie hier no. X.

III.
Agatha Arnulfsdochter geeft 4½ gemet lands onder Kruiningen en Kapelle aan het klooster Jeruzalem.

1271. 26 Augustus.

Ab humana faciliter memoria elabuntur que scripture testimonio non eternantur. Innotescat igitur tam

[pagina 101]
[p. 101]

presentibus quam futuris quod Agatha filia Arnulphi quatuor mensuras terre et dimidiam parum maius vel minus, de qua terra due mensure iacent in officio de Crunnicghe, residuum vero in officio de Capella in loco qui vulgariter dicitur die Wale, claustro de Jherusalem iuxta Bieselinghe, ordinis sancti Victoris, in elemosinam ac pure propter Deum donavit; addita tali conditione, quod dicta Agatha proventus memorate terre singulis annis ad terminum vite sue percipiet indilate; inposterum autem claustrum eandem terram sine aliqua contradictione ab omnibus calumpniantibus libere et quiete inperpetuum possidebit. In cuius rei testimonium sigillis proborum virorum domini Jacobi de Halle, domini Johannis de Capella, presbiterorum, et Arnoldi, presbiteri celebrantis in Everdeisdike curatiGa naar voetnoot1), presentes litteras contulit roboratas. Datum anno Domini MoCCo septuagesimo primo, feria quarta ante decollationem beati Johannis Baptiste.

 

Orig.; de vier zegels aan uithangende staarten afgevallen.

IV.
Elizabeth Lamsdochter geeft 8 gemeten lands en andere goederen aan het klooster Jeruzalem.

1272. Omstreeks 1 October.

De gestis hominum grandis emergeretur sepe calumpnia nisi oblivio rerum per scripture memoriam offerretur. Innotescat igitur tam presentibus quam futuris quod Elizabet filia Lams octo mensuras terre iacentis infra parrochiam de Capella, in toestaem-

[pagina 102]
[p. 102]

bocht, in Arnoudsmede, in die vierghemete et in Poppenmede, claustro de Jerusalem pure propter Deum in elemosinam sua sponte legavit. Domum suam, quam infra claustrum habet, et vaccam quam tenet ibidem, post vitam suam simili modo dicto loco rite legavit, tali conditione addita quod priorissa et conventus anniversarium suum annuatim et perpetue in dicto claustro sollempniter celebrarent. Item omnia bona sua quamdui vivit cum expensis ipsius priorissa et conventus fideliter ad eius usum procurabunt, preterea tres mensuras segetum et sesspites suos annuatim quocienscumque voluerit infra parrochiam de Capella priorissa et conventus cum expensis claustri ei ministrabunt. Item vaccam unam pro viginti quinque sol. Flandr. veteris monete annuatim nutrire tenentur eidem. Insuper dicta E. panem suum coctum habebit quemlibet achtendeel pro denario veteri Flandr. ibidem in claustro et pro tanto stopum cervisie que ibidem brassatur et domustagium certum ubi domum struere possit infra claustrum habebit. Ne autem super hiis possit inposterum attemptari calumpnia presens scriptum cum appensione sigilli domini Ghiselberti presbiteri de CapellaGa naar voetnoot1) una cum sigillo Arnoldi investiti de EverdeisdikeGa naar voetnoot2) duxit roborandum. Datum et prononciatum anno Domini MoCCoLXXo secundo, circa Remigii.

 

Orig.; zegels aan uitgesneden strooken afgevallen.

[pagina 103]
[p. 103]

V.
Elisabeth Lamsdochter geeft 2½ gemet lands aan Biezelinge.

1281. 25 Juli.

Ic Lizabet Lamsdochter maeke cont alle dien ghenen die dese letteren suelen horen of sien, dat ic hebbe gheven purlike omme Gode in aelmoesin broeder Willeme Pitersone van dien cloestre te Iherusalem bi Bieselinghe II ghemete lans ende een half, lettel min of me, licghende in Voghelwert in die prochie van der Capellen int Ostambacht, levet broeder Willem langher dan ic; vort van dien voerseide lande sal na broeder Willems leven een derdendeel gaen tesente Bernardus bi Scelle, een ander derdendeel te Sente Michels tAntwarpen, terde derdendeel ten cloestre in Middelborch in aelmoesien.

Dese aelmoesine wille ic dat sonder enich weder secghen ghestaede blive ende vort ga. In oerconde dien pape van dier Capellen den her Ghiselbrechts ende den her Arnoude dien pape van Everdeisdike, die dese aelmoesine hebben uthancghende beseghelt. Dit was ghedaen ende maect in die iaer ons Heren alsmen scrivet MoCCoLXXXIo in Sente Jacobsdaech ende Sente Kerstovers.

 

Orig.; zegels afgevallen.

VI.
Schuldbekentenis van Floris van Borselen.

1282. 29 Mei.

Ic Florens van Barsele make cont alle den goenen die dese letteren sien of horen lesen dat ic sculdich bein der abbedissen ende den convente van den

[pagina 104]
[p. 104]

clostre bi Bieselinghe vier hondert pont houder vlaemschere peneghe, seventiene pont min gheliker peneghe. Daer over hebbic hare gheven tvintich ghemete tienden littel me ofte min licghende in tambocht van Clotinghe, in the nemene toter tijt dat ic hare verghelde die vorseide peneghe, elc ghemet te rekene over neghene scheleghe inghels. So wat ghelde dat ic hare ghelde van desen vorseiden peneghen, van elken vichtich ponden sal men slaen vijf pont renten te goeder rekeninghen; dese vorseide peneghe ne sal men niet minderen met der vorseider renten. In orkonden deser dinc hebbic Florens gheseghelt desen brief ende doen seghelen met den seghelen mijns here Wouters van Cruninghe ende mijns here Jans van der Malsteden, in den jare ons Heren dat men scrivet dusentich tve ondert ende tve en thachtich, des vrijndaghes na der triniteit.

 

Orig.; zegels afgevallen.

VII.
Testament van Elizabeth Lams.

1289. 1 November.

Universis presentia visuris vel audituris Elyzabeth dicta Lams salutem. Cum nihil sit certius morte, nichil vero incertius hora mortis, sapiens est quod in diebus sibi prestitis provide se cogitat moriturus. Hinc est quod ego predicta E., sane mentis et rationis compos, tale in nomine Domini condidi testamentum. In primis scilicet legavi claustro in Biselinghen VIII mensuras terre et domum et vaccam, fratri WillelmoGa naar voetnoot1) ciphum argenteum, in claustro de

[pagina 105]
[p. 105]

Middelborgh, ubi meam eligo sepulturam, mensuram terre ad sacrariam, conventui ibidem X s. sterl., porte ibidem V s. sterl., subpriori XII s. sterl., presbitero parrochiali V s. sterl., custodi X s. tur., fratribus minoribus lectum cum lintheaminibus et pulvinari, conventui XX s. tur., ad sacrariam X s. tur., fratri Pe. de Meyloeskerke VII s. sterl., fratri Jo. dicto Coppart et fratri Jo. dicto Lanshere V s. sterl. equaliter dividendos, in Nortmonster V s. tur., in Westmonster V s. tur., curie beghinarum V s. tur., beghardis V s. tur., hospitio V s. tur., spiritui sancto in claustro V s. tur., in Antwerpia in claustro sancti Mychaelis mensuram terre, hospitio ibidem X s. lov., in claustro sancti Bernardi in Scelle mensuram terre, hospitio sancti Jo. in Brugis lectum cum pertinentiis suis, cuidam Katerine XX s. tur., dimidium zevonem tritici pauperibus in Bizelinghen et dimidium in curia beghinarum in Middelborgh. Item omnia utensilia que habui in domo Wiesgodis et sue sororis eisdem legavi, Marie filie Balduini pellicium conineum et sorcotium de camelot, Agathe pellicium agninum, cuidam sacerdoti lectum, Heremgardi flavam faliam et pellicium conineum, Elyzabeth par vestium de melioribus, Volhwine sorcotium, capelle V s. Cetera omnia bona mea mobilia et immobilia constituo in manus fratris W. predicti ut de eis presens testamentum meum persolvat antequam aliqua fiat distributio eorundem. Et ut ista omnia firma permaneant et inconcussa petii testamentum presens sigillari sigillo domini abbatis de Middelborgh. Datum et actum anno Domini MoCCoLXXXoIXo in die omnium sanctorum.

 

Orig.; zegel aan uithangende staart met deze afgevallen.

[pagina 106]
[p. 106]

VIII.
De gebroeders van Maelstede bevestigen de gift van hun grootvader Wolfardus.

1295. Juli.

Universis presentes visuris Johannes, Wolfardus, Lodewicus et Walterus filii domini Johannis militis et domini de Maelstede salutem et noscere veritatem. Noverint tam presentes quam futuri quod nos litteras illustris viri domini Wolfardi militis et domini de Maelstede nostri proavi de decimis iacentibus in terra que dicitur vroenlant infra parrochiam de Capella vidimus. Quas decimas ob salutem anime sue et predecessorum suorum contulit priorisse et conventui claustri Jherusalem prope Bieselinghe in perpetuum possidendas. Unde dominus noster Johannes miles et dominus de Maelstede lesam habens conscientiam in dictis decimis sic ut dictum est ab avo suo collatis compos sue mentis et rationis dictas decimas sicut avus suus contulerat sic pro parte sibi contingente quas iniuste possiderat et occupaverat dictis priorisse et conventui in restitutionem ob remedium anime sue et predecessorum suorum contulit et donavit perpetuis temporibus possidendas. Nos vero prefate patris nostri domini Johannis de Maelstede donationi et collationi dictarum decimarum assensum prebuimus et prebemus. In cuius rei testimonium presentibus litteris ob remedium animarum nostrarum et ad perpetuam memoriam sigilla nostra duximus apponenda. Datum anno Domini MoCCo nonagesimo quinto, mense Julii.

 

Opgenomen in het vidimus van 1296, zie hier no IX.

[pagina 107]
[p. 107]

IX.
Henricus, Gardiaan der Minnebroeders te Middelburg.

1296. Sabbato post Marci evangeliste, 28 April.

Vidimeert:

1.Den brief Oork. I No. 462.
2.Den brief hier No. I.
3.Den brief Oork. II No. 45.
4.Den brief hier No. VIII; allen betrekking hebbend op een gift van W. van der Maelstede.

 

Orig.; zegel afgevallen.

X.
Graaf Willem III vidimeert verschillende brieven van het klooster Jeruzalem, betrekking hebbend op de schotvrijheid.

1305. 22 November. Zierikzee.

Nos Willelmus Dei gracia Haynonie, Hollandie, Zelandieque comes ac Frisie dominus universis presencia visuris vel audituris salutem cum noticia veritatis. Noveritis quod nos nostrorum predecessorum.. comitum Hollandie privilegia et libertates monasterio monialium iuxta Biezelinghe concessa et concessas vidimus non cancellatas, non abbolitas nec in aliqua parte sui viciatas, sub hac forma que sequitur de verbo ad verbum.

1.Het stuk Oork. I No. 559.
2.Het stuk hier No. II.
3.Het stuk de Fremery Suppl. oork. No. 186.

Nos igitur Willelmus predictus pro nobis et nostris successoribus.. comitibus Hollandie dicta privilegia

[pagina 108]
[p. 108]

et libertates dicto monasterio firmamus et ratificamus secundum eorundem tenorem. In cuius rei testimonium sigillum nostrum presentibus est appensum. Datum anno Domini MoCCCo quinto, in die beate Cecilie virginis apud Ziericse.

 

Op de vouw: A. Stoke.

 

Orig.; zegel aan uithangende staart afgesneden.

Bijlage I.

Consent des Hoofts en Vicaris Generael des Bisdoms van Middelburg, om te mogen verkoopen de materialen des vervallen Kloosters van Jerusalem buiten Bieselinge. No. 21.

Fundatie van eender Misse, gedaan bij de Priorinne van Bieselinge, in de Parochie vander Capellen, van 't jaar 1506, den 20 Januarij. No. 24.

Gifte van Heer Florent, Graef van Holland, van Vryheit van Schot op twee-hondert Gemeten Lands, anno 1276. En de Confirmatie des selfs door Graef Jan van Holland en Zeeland, en Heer van Vriesland, anno 1297, met noch een Verbod van sulken Schot niet te eisschen, anno 1299, met noch een Vidimus van de voorschreven brieven van Heer Florent, anno 1290, t'saemgewonden, geannoteert, No. 25.

Gifte van een Visscherie in de Vlake-sluis, anno 1271, No. 26.

Gifte van vijftien Gemeten Thienden ter Capellen, in 't Vroonland, anno 1248, in Julius, No. 27. en Confirmatie van Aleydis, Gravinne van Holland en Zeeland aan de voorschreven Gifte: noch Confirmatie van de kinderen derselver van den jare 1299, geannoteert, No. 27.

Gifte van Graef Florent van Holland, van acht

[pagina 109]
[p. 109]

Gemeten Lands uit het Vroonland, anno 1257, No. 28.

Gifte van 25 Gemeten Lands by Bieselinge, by Heer Wolfaert, Heere van Maelstede, anno 1246. Hiervan zijn twee brieven geannoteert, No. 29.

Gifte van Vryheyt van Schot over t'sestig gemeten Lands, in de Parochie van Schore in Zuydbeveland, by Heer Willem, Konink van Roomen, den Orden van St. Benedictus gegeven, anno 1252, en geconfirmeert by Florent, Graef van Holland, anno 1252, en een Mandaet van denselven Graef Florent, anno 1252, item, Confirmatie van 't selve by Graef Jan, die de verkooping derselver t'sestig Gemeten aen die van 't Jerusalems Klooster voorsz. met de voorgaende Vryheit confirmeert, anno 1297. Item, noch geconfirmeert by Florent Graef van Holland, 1270, alle geannoteert, No. 31.

Item ses brieven t'saemgehecht in 't Francyn, gezegelt, van bevrijding van seker Land in verscheide parceelen zijnde van den Erfgenaem des Heeren van der Maelstede, anno 1330, en daer ontrent, No. 37.

Fundatie van eener Capelleryen in 't Klooster van Bieselinge, gedoteert met C. lib. en L. Swarten Tournoisen, anno 1301, in twee brieven: den anderen is geweest, van 't Klooster die penningen ontfangen te hebben, anno 1301, No. 40.

Testament van ses Gemeten Lands in verscheide plaetsen, gelegen in de Parochie van Abbekercke, gelaten aen 't Klooster van Jerusalem, anno 1346, in 't Francijn, gezegelt met ses zegelen, No. 42.

Donatie van een stuk Lands, gelegen in Cruningen, gepasseert voor Schepenen van Cruningen; waer af zijn, vier Schepenen-brieven byeen gehecht, van de jaren 1324, 1326 en 1350. Geannoteert, No. 43.

[pagina 110]
[p. 110]

Testament, waermede Heer Jan, Heer van Maelstede, maekt voor sijn jaergetye, aen het Klooster van Bieselinge, twee Gemeten Lands, in de Parochie van Capelle, gelegen in Ver-Maynen-Moer, anno 1301, en Vidimus voor Schepenen van dat selfde Testament, anno 1337, t'saem gehecht, No. 44.

Emptio celebrationis Missae, of Besetting van eender Sondaegscher Misse in het Klooster van Jerusalem, van 't jaer 1429. Geannoteert, No. 47.

Gifte van vijftien Gemeten Lands, liggende in de Parochie van Capelle, bij Willem, Graef van Holland en Zeeland, anno 1315, No. 59.

Item, een Testament in 't Latijn van Elisabeth Lams, daer mede den Klooster gelaten word acht gemeten Lands, anno 1289, daer van zijn drie brieven aen een gehecht, gedateert d'een en d'ander anno 1270 en 1281, No. 62.

Gifte van de helft van een stuk Lands, geheeten Vyve-mete, den Klooster gedaen by Jan vander Maelsteden, Ridder, in 't jaar 1346, No. 70.

Approbatie van Graef Aelbrecht, van de Vryheit van Schote, schattingen en bede van t'sestig Gemeten Lands, gelegen te Schore: en noch 200 Gemeten Lands, die sy hebben of verkrijgen sullen, anno 1394, No. 74.

Gifte van vier Gemeten Lands en half, luttel min of meer, de twee Gemeten in Cruninger Ambacht, d'andere in Capellen Ambacht, in de plaets geheeten de Wale; den voorschreven Klooster gedaen, anno 1272, No. 79.

Approbatie van Graef Willem van Holland, over de Giften van sijnen Vader en sijne Voorsaten den Klooster gedaen, anno 1337, No. 83.

Gifte van een Gemet Lands en 40 Roeden, tot een jaergetyde van Adriaen Gheerts, gelegen in Schore-polder, anno 1459, den 3 Mey, No. 84.

[pagina 111]
[p. 111]

Copie van een Gifte van 25 Gemeten Lands, bij den Heer Jan vander Maelstede, No. 92.

Confirmatie van Keyser Karel, van den Vrydom der exactien en schattingen, anno 1520. No. B en de Copye van de selve in 't Francyn, No. B.

Verkoopinge by Simon vander Maelstede den Klooster gedaen, van 5 Gemeten, en 200 Roeden Lands, anno 1331, en noch een stuk Lands van elf vierdendeelen, anno 1330, en approbatie bij Jan de Jonge, anno 1331, alle drie t'samen gehecht, No. L.

Vidimus van de brieven van Wolfard, Heer van Maelstede, waer mede hy aen het Klooster geeft, Vijftien gemeten Thienden in het Vroonland onder Capelle, in 't jaer 1295, No. G.G.

Littera Comitis Hollandiae, donationis LX. Mensurarum Abbatiae Sancti Bernardi; of Brief des Graefs van Holland, wegens de Gifte van 60 gemeten Lands, aen d'Abdie van Sint Bernard, in den jare 1250, aengeteekent met No. KK.

Collatio juris patronatus Ecclesiae de Schore, Monasterio de Jerusalem, of het toebrengen van 't Recht om 't beroep eenes Kerkkendienaers te besorgen over de Kerk van Schore aen het Klooster van Jerusalem; in den jare 1251, No. MM.

Bijlage II.
Chronologische lijst der stukken uit de 13de eeuw over het klooster Jeruzalem bij Biezelinge, uit oude inventaris (Inv., zie bijlage I), KluitGa naar voetnoot1) en orig. te Antwerpen (A).

1246. 21 Mei. Wolfard heer van de Maelstede geeft 25 gemeten lands. (Inv. No. 29; Kluit No. 136).

[pagina 112]
[p. 112]

1248. Juli. Dez. geeft 15 gemeten tienden. (Inv. No. 27; Kluit No. 149; boven No. IX).
1250. z.d. Willem II geeft 60 gemeten lands aan abdij van St. Bernard. (Inv. KK.)
1250. 3 Oct. Paus Innocentius IV neemt het klooster in zijn bescherming. (Orig. Antw.) Oork. I, No. 526 naar A.H.E.B. (Zie hier bl. 78, noot 2.)
1251. z.d. Het klooster krijgt het patronaatrecht over de kerk te Schore. (Inv. MM.)
1252. 11 Juni. Willem II maakt land te Schore, behoorende aan abdij van St. Bernard, schotvrij (Kluit No. 186; Inv. No. 31). Vid. Will. III 1305. (Hier No. X.)
1252. 18 Oct. Bevestiging van voorg. door Floris, broeder van Holland (Kluit No. 192; Inv. No. 31).
1252. z.d. Mandaat omtrent voorg. door voorg. (Inv. No. 31).
1256. 16 Mrt. Floris de voogd gebiedt zijn ontvangers geen schatting te vorderen van 60 gemeten door zijn broeder Willem II aan abdij St. Bernard geschonken (Kluit No. 232 noot.)
1255. 5 Oct. Paus Alexander IV bevestigt voorrechten (Orig. Antw.) Zie hier bl. 78, noot 2.
1257. 24 Dec. Floris de voogd geeft 8 gemeten vroonlands (Kluit No. 234; Inv. No. 28.)
1258? 9 Febr.? Floris de voogd beveelt Gerard van Ostende het klooster St. Bernard in het rustig bezit te laten van de landen daaraan door zijn broeder vrij van lasten verleend (Kluit No. 232).
1258. 25 Mrt. Floris de voogd bevestigt gift van tienden door W.v.d.M. gedaan (Or. Antw.) Hier No. I.
1258. 11 Juli. Aleyd voogdes bevestigt het klooster in de tienden gegeven door Wolfard heer van

[pagina 113]
[p. 113]

  de Maelstede (Kluit No. 239; Inv. No. 27). Hier No. IX.
1259. 30 Jan. Aleyd voogdes beveelt Gerard v. Ostende de abdij van St. Bernard geen schot te eischen van de 60 gemeten haar door Willem II geschonken (Kluit No. 247).
1270. 13 Mrt. Floris V confirmeert gift van schotvrijheid over 60 gemeten door Willem II gedaan. (Inv. No. 31). Hier No. II.
1270. z.d. Eerste testament van Elisabet Lams (Inv. No. 62).
1271. 26 Aug. Agatha filia Arnulphi geeft land onder Kruiningen en Kapelle (Or. Antw.) Hier No. III.
1271. z.d. Gift van visscherij in de sluis te Vlake (Inv. No. 26).
1272. omstr. 1 Oct. Elisabet Lams geeft goederen (Or. Antw.) Hier No. IV.
1276. 23 Juli. Floris V geeft schotvrijheid op 200 gemeten (Kluit No. 278; Inv. No. 25.)
1281. 25 Juli. Nieuwe gift van Elisabet Lams (Or. Antw. Inv. No. 62). Hier No. V.
1282. 29 Mei. Schuldbekentenis van Floris van Borselen (Or. Antw.) Hier No. VI.
1289. 1 Nov. Laatste testament van Elisabet Lams (Or. Antw.; Inv. No. 62). Hier No. VII.
1290. Vidimus van Floris V van zijn brief van 1276 (Inv. No. 25).
1290. Vidimus van brief van 1276 door Jan van de Maelstede, ridder, en den prior der Predikheeren te Zierikzee (Kluit No. 278, noot).
1295. Juli. De vier zoons van Jan v.d. Maelstede bevestigen de gift van heer Wolfard van tienden. (Opgenomen in vidimus van 28 April 1296; orig. Antw.; Inv. No. G.G.) Hier No. VIII.
1296. 28 April. De gardiaan der Minderbroeders te

[pagina 114]
[p. 114]

  Middelburg vidimeert de brieven enz. (Orig. Antw.) Hier No. IX
1297. 13 Aug. Jan I confirmeert schotvrijheid van 200 gemeten door Floris V gegeven (Kluit No. 278 noot; Inv. No. 25).
1297. z.d. Dez. confirmeert schotvrijheid van 60 gemeten door Willem II gegeven. (Inv. No. 31).
1299. z.d. Dez. verbiedt over de 200 gem. schot te eischen (Inv. No. 25).
1299. z.d. De kinderen van gravin Aleyd confirmeeren de gift van 15 gemeten ao. 1248 door W.v.d. Maelstede gedaan (Inv. No. 27).
1305. Vidimus van Willem III. (Or. Antw.) Hier No. X.

voetnoot1)
1279. O.L.V. Hemelv.avond (14 Aug.). De officiaal van het bisdom Utrecht verzoekt, op aandringen van de magistraat van Antwerpen, aan de abdis van Biezelinge dat zij vrouw Beatrix van Everingen met drie of vier anderen zende om een klooster te stichten te Antwerpen buiten St. Jorispoort; zij ontvangt daartoe een kapel aan St. Willebrord gewijd en bij Antwerpen gelegen. (Regest van een nu verloren stuk bij Smallegange, Cronyk van Zeeland, Middelb. 1696, blz. 727); vgl.: Inscriptions funéraires de la province d'Anvers, IV, blz. 410.
voetnoot1)
Dit vermeld in: [v. Heussen en v. Rijn] Oudheden en gestichten van Zeeland, Leiden 1722, II, blz. 135 en vlgg.
voetnoot2)
A.w. blz. 727 en vlgg., en daaruit overgenomen door v. Heussen en v. Rijn, a.w. blz. 136 en vlgg.
voetnoot3)
Het zijn uit zijn cod. dipl. de nos. 136, 149, 186, 192, 232, 234, 239, 247 en 278. Zij werden overgenomen door Van den Bergh.
voetnoot4)
Het is mij een aangename plicht hier mijn dank te betuigen aan den behulpzamen Staatsarchivaris te Antwerpen, den heer J. Vannérus, wien geen moeite te groot is geweest om mij bij dit onderzoek van dienst te zijn.
voetnoot1)
Ten overvloede zij hier vermeld, dat in Antwerpen geen cartularium van Biezelinge bestaat en de tegenwoordige rijksarchivaris in Zeeland zoo vriendelijk was, mij, bij schrijven van 9-V-1911, mede te deelen dat zich in zijn depôt geen archivalia van Biezelinge herkomstig bevinden.
voetnoot2)
I, Nos. 526 en 619, naar: Analectes pour servir à l'histoire ecclésiastique de la Belgique I, 1864, blz. 61 en vlgg.
voetnoot1)
Gift in do. Juli 1248, gedrukt bij Kluit No. 149, naar het nu verloren orig., en daaruit Oork. I, No. 462; ook opgenomen in het vidimus van 1296, zie hier No. IX.
De voogd had reeds op 24 Dec. 1257 het klooster begiftigd, zie Kluit No. 234, orig. nu verloren, en daaruit Oork. II No. 35. - Dit is het laatste stuk dat wij van den Voogd bezitten; den volgenden dag stierf hij tengevolge van een wond, op een tournooi te Antwerpen bekomen (Obreen, Floris V, Gent 1907, blz. 10).

voetnoot1)
Oork. I No. 559.

voetnoot1)
Deze zegelt ook het volgende stuk en No. V mede.

voetnoot1)
Deze zegelde ook het volgende stuk mede.
voetnoot2)
Deze zegelde ook no III en V mede.

voetnoot1)
Zie No. V.

voetnoot1)
Uit Kluit zijn deze oorkonden weder overgenomen in het Oork. van Van den Bergh.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • H.G.A. Obreen


plaatsen

  • over Biezelinge


datums

  • 25 maart 1258

  • 13 maart 1270

  • 26 augustus 1271

  • 1 oktober 1272

  • 25 juli 1281

  • 29 mei 1282

  • 1 november 1289

  • juli 1295

  • 28 april 1296

  • 22 november 1305