Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 39 (1918)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 39
Afbeelding van Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 39Toon afbeelding van titelpagina van Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 39

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.11 MB)

Scans (18.63 MB)

XML (0.98 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 39

(1918)– [tijdschrift] Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 306]
[p. 306]

Goudsche vroedschapsresoluties betreffende dagvaarten der staten van Holland en der Staten-Generaal, 1562-1572,
Medegedeeld door Mr. A. Meerkamp van Embden.

Begonnen en voortgezet in de voorafgaande deelen van dit jaarboekGa naar voetnoot1), vindt de publicatie der Goudsche resoluties in de hierbij aangeboden reeks haar einde. Zij loopt tot de revolutionnaire vergadering der Staten van Holland op 19 Juli 1572, waarmede voor het staatsbestel een geheel nieuwe orde van zaken werd ingeluidGa naar voetnoot2). De vorige serie sloot met het jaar 1560 en de eerstvolgende bewaarde resolutie aangaande een statenvergadering dateert eerst van 10 Januari 1562. Ook in de daarop volgende jaren zijn die resoluties slechts zeer onvolledig geregistreerd, wat duidelijk blijkt bij vergelijking van het vroedschapsboek met het Register van Holland en Westvriesland, de gedrukte notulen van de statenvergaderingen. Eerst

[pagina 307]
[p. 307]

in 1566 begon men wat beter de hand te houden aan het inschrijven. Op 29 Maart 1570 besloot de vroedschap de notulen van de dagvaarten in Den Haag te doen registreerenGa naar voetnoot1) en sindsdien schijnen ook de resoluties van de vroedschap zelf aangaande landszaken vrij geregeld te zijn opgeteekend.

Het derde vroedschapsboek omvat de jaren 1559-1572. Uit de jaren 1570-1572 zijn echter ook de minuten der vroedschapsresoluties bewaard en, zooals vanzelf spreekt, vormen zij wat dit tijdvak betreft den grondslag van deze uitgaaf. De noten vermelden de afwijkingen in het latere register. Opschriften boven de resoluties ontbreken in de minuut; die uit het register zijn in de uitgaaf opgenomen, niet alleen ter wille van de uniformiteit maar ook omdat deze opschriften althans eenigszins tegemoet komen aan het ontbreken van een index.

Het samenstellen van een index heeft wel een punt van overweging uitgemaakt; er is echter van afgezien, omdat de stof bijzonder weinig geschikt is om geïndiceerd te worden. Immers bestaat zij voor het allergrootste deel uit resoluties betreffende beden van den landsheer. Het opsommen van de plaatsen, waar over die opeenvolgende beden gehandeld wordt, had niet veel zin, omdat de geheele publicatie chronologisch is ingericht, en een index van de tallooze, dikwijls weinig belangrijke, onderwerpen, die wel eens ter spraak zijn gekomen, zou den omvang van de uitgaaf onbehoorlijk hebben doen uitdijen zonder nochtans voldoende nut te beloven.

De beide gebruikte handschriften zijn beschreven in de Inleiding tot de Rechtsbronnen van GoudaGa naar voetnoot2). Ik heb daar in het midden moeten laten of er nog oudere minuten van vroedschapsresoluties hebben bestaan. Ook thans zou ik dit nog niet durven beslissen, maar wel is het mij intusschen gebleken, dat zeker niet alle kladaanteekeningen van den secretaris in het register kwamen. Immers zal

[pagina 308]
[p. 308]

men in het gansche register tevergeefs zoeken naar een zoogenaamd ‘Extract uit het Vroedschaps-Boek der Steede van der Gouda’ d.d. 13 Maart 1567, opgenomen in het Register van Holland en Westvriesland, 1565-1574Ga naar voetnoot1). Het uittreksel was geteekend door den secretaris van Gouda Joris Jacobsz. Dit geval bewijst echter niet, dat er een minuut-exemplaar der resoluties heeft bestaan, waaraan het uittreksel ontleend werd. Waarschijnlijker is, dat de secretaris het extract voorloopig uit zijn eigen notities heeft gegeven, met het voornemen om het later ook in het vroedschapsregister te boeken. Dat dit achterwege bleef is wellicht een gevolg hiervan, dat het bedoelde besluit niet door de volle vroedschap genomen was maar slechts door ‘eenige notable ende oude uit de Vroedschap’.

De archivaris van Gouda, Dr. J. Huges, heeft mij wederom zeer verplicht door de toezending der handschriften.

A.M.v.E.

I.
1562 Januari 10.
Unie.

Up tgebesoingneerde ende rapport, gedaen ter vroeschap bij Ghisbert Jan Maertsz., burgemeestere, die uuijter name deser stede die dachvaert in den Haege bewaert heeft, up zeker zaecken, breeder gementionneert in eenige lijbellen, daervan zijnde, es bij de meeste stemmen van der vroeschap gesloten ende geresolveert, indien de staten willen blijven bij de generalité ofte unie, gemerct, dat die van Vlaendren hem van die gemeen staten gesepareert hebben, dat dengenen, die de dachvaert bewaeren zal, alle middelen zoucken zal om mede gesepareert te worden indient mogelick is. Actum desen Xen Januarij anno XVcLXII stilo communi.

[pagina 309]
[p. 309]

II.
1562 Juli 15.
Petitie.

Upt rapport, gedaen bij Geerit Gerritsz., burgemeestere, diewelcke die laetste dachvaert uuijter name deser stede bewaert heeft, beroerende die petitie, gedaen - - bij de hoocheijt van de hertoginne van Parma - - opt lant van Hollant omme mette penningen indient noot waer te recisteren ende wederstaene die invasien, die bij den Franssijsen sectisten ende anderen van heurluijder medecomplixen zouden mogen gebueren, overmits die frontiersteden sober voorsien ende bewaert zijn van garnijsoene, up welck rapport bij de meeste stemmen van den vroetschap geresolveert is, dat diegene, die de toecomende dachvaert bewaren zal, zal hebben last voor deerste reijse te zeggen negatijff, ten ware bij de ander staten beter middel geproponeert worde, daer dengenen, die dezelve dachvaert bewaren zal, hem bij de meeste stemmen vougen zal ende daervan rapport nemen. Actum dezen XVen Julij anno LXII.

III.
1563 December 17.
Dachvaerdt tot Bruijssel. Hartoginne van Parma.

1. Up huijden den XVIIen Decembris anno XVcLXIII es. ter vroetschap gerapporteert bij Gerrit Gerritssoen, burgemeester - - als bewaert hebbende met Adriaen Gerritssoen, mede burgemeester, die generale dachvaert tot Bruijssel - - die petitie, bij de hoocheijt van de hertoochinne van Parma, regente van Co. Mats. wegen, gedaen upten IIIIen Decembris lestleden omme continuatie te hebben van de triennale bede upte gewoenliche termijnen - - die Sint Jans-misse lestleden geexpireert waren - - omme daermede te onderhouden die garnisoenen, upte frontieren leggende. Ende gemerct die gecomen van de voorleden triennale bede niet en hebben mogen strecken totter volre betalinghe toe, alsoe datter te coort zoude comen over die contingente portie van

[pagina 310]
[p. 310]

Hollant ontrent dertien duijsent drije hondert vijff ende twintich gulden, die de maiesteijt verschoten heeft, dat men dselfde penninghen mede zoude willen rembourseren. Ende dat daeromme onse gedeputeerden omme te resolveren up dese voorn. twee petitien up Manendach in den Haghe zullen moeten compareren. Es bij de meeste stemmen geresolveert, dat men van beijde saicken zal gheven negatijff andtwoirt.

Rentemeester Aernt Coebel.

2. Aengaende die penninghen, berustende onder die rentmeester meester Aernt Coebel, ter somme van negen duijsent drije hondert vijff ende twintich, die dstaten ingehouden hebben voor de renten, daer tgemeenlandt over bezegelt heeft ten behoufve van de Mat., es geconcludeert, dat wij ons zullen metten anderen staten conformeren.

Dachvaerden waerneemen.

3. Ten dage voorsz. zijn mede verthoent ende upgelesen zekere articulen, beroerende die dachwairden waer te nemen ende goede ordene te stellen. Es geresolveert om conform te maicken met den anderen staten, uijtgesondert IIIe artikel, daerbij gevoucht zal worden, dat die gedeputeerde schuldich zullen weesen voort te gaen.

Thiende penninck.

4. Insgelijck es gesteempt upte articule van de correctie van den thienden penninck.

IV.
1563 December 31.
Triennale bede.

1. Up huijden den laesten Decembris anno XVcLXIII es ter vroetschap gerapporteert bij Jan Dirck Hoensz., burgemeester, ende Jop Fransz. Brouckhuijsen, schepen - - als bewaert hebbende die dachvaert in den Haghe den XXIen deser jegenwoirdiger maent - - dat die gemeen staten van Hollant upte versochte continuatie van de triennale bede bij de hoicheijt van de hertoginne regente

[pagina 311]
[p. 311]

gedaen, mitsgaders tsupplement van de penninghen, die van de voorgaende triennale bede te cort quamen ende bij de Mat. verschoten, rapport genomen hebben omme in den heuren verder daerinne te communiceren. Ende hoewel onse gedeputeerden last hadden hem te conformeren met anderen steden upt derde artikel, beroerende die penninghen, berustende onder die rentmeester Coebel ter somme toe van negen duijsent drije hondert vijff ende twintich gulden, hebben nochtans om redenen, bij die van Leijden ende Amsterdam aldaer gemoveert omme daerup breeder te resolveren, heur rapport ten naesten dachvaert toe genomen. Ende alsoe die gedeputeerden sdaegs nae Drije Coninghen weder in den Haghe zullen moeten compareren omme upte voorsz. articulen heur antwoirde inne te brengen, es daeromme bij de meeste stemmen van de vroetschap geconcludeert, eerst aengaende die triennale bede ons te conformeren met anderen steden, mits genietende onse gewoenliche gracie ende voorgaende condicien, ende beroerende die penninghen, die te cort comen van de geexpireerde triennale bede, te gheven negatijff antwoirdt. Upt derde artikel es geresolveert te accorderen zoeverre anderen steden hem mede conformeren.

Admiralité.

2. Tenzelven daghe zijn ter vroetschap upgelesen zekere poincten ende artikelen, in de laeste dachvairt bij gescrifte gestelt, omme daerup te comen te vollen geresolveert. Ende eerst aengaende die admiralité van den grave van Heuren es gesloten dat men gheven zal andtwoirt negatijff.

Hijpoteecken.

3. Beroerende trecht ende executeren van de hijpotheecken es gegeven die gedeputeerden, die daer reijsen zullen, volcomen last omme wel upte saecke te letten, hebbende tadvijs van advocaten ende hem met anderen steden voorts te conformeren.

Jan van Duvoirde. Gebouft, vagabonden.

4. Nopende tversouck, gedaen bij Jan van Duvoirde,

[pagina 312]
[p. 312]

die hemzelven presenteert omme tlandt van Hollandt te suijveren van tgebouffte ende anderen vagabunden, es geresolveert, dat die gemeen staten versoucken zullen an de Mat. gelijcke provisie van placcaten als die van Brabandt ende Vlaenderen geobtineert hebben. Ende in gevalle dat niet en zoude mogen weesen, zullen onse gedeputeerden hebben volcomen last omme hem te vougen metten anderen steden ten meesten oerbaer als dat behoiren zall.

Breederoede. Bergermeer.

5. Upte versochte exemptie, gedaen bij de heer van Brederode, die van meeninghe es Bergermeer te bedijcken, es geresolveert te consenteeren zijn versouck mits dattet landt van Hollandt zoeveel prouffijten genieten zal alst genoten heeft van de visscherije ende dese exempsie zal geduijren twintich jaeren min ofte meer, zoe die meeste stemmen zullen vallen.

V.
1564 April 5.
Beschrijvinghe.

1. Up huijden den Ven Aprilis anno XVcLXIIII soe es ter vroetschap vertoent ende upgelesen zekere missive, gescreven bij meester Jacob van Eijnde, advocaet van tgemeen landt, inhoudende diversche poincten ende articulen upte welcke onse gedeputeerden geresolveert zullen moeten compareren up morgen in den Haghe omme metten anderen staten te communiceren sdaechs daeran volgende.

Impost van wijnen ende bijeren.

2. In den eersten es in deliberatie geleijt off men den impost van wijnen ende bieren - - alsoe die upten laesten dach deser jegenwoirdiger maent zal expireren - - mer verpachten zal den tijt van een jaer oft den tijt van drije jaeren achtereenvolgende. Es daerup geresolveert bij de meeste stemmen, omme die meeste costen te verhoeden, dat men dezelfde verpachten zal - - indien zij tot redelickheyt genouch mach ghelden - - den tijt van drije jaeren.

[pagina 313]
[p. 313]

Impost opten turff.

3. Es mede ommegevraecht oft oerbaer zoude wesen van slants wegen te verpachten den impost van den turff, een deijt upte tonne, dan off men dselfde wil doen bedienen up rekeninghe. Ende es gesloten bij de meeste stemmen, dat men ze verpachten zal voor een jaer mits condicien, indien daer eenigh inconvenient quame doer die van Brabant, die desen impost poogen te beletten, zoe zal men den pachter verset doen van zijnen pachte tot discretie van de staten van Hollant, mer den impost van Geertenberch zal bij eenen ontfangher worden gecollecteert.

Xe penningh.

4. Aengaende tsallaris van de visitateurs van de quoijeren van den thienden penninck es gesloten, gesien hebbende hemluyden besoigne, hemluyden te contenteren naer behoiren.

Graeffelickheydtstol.

5. Es noch geresolveert, alsoe mijn heeren van de financie van meeninghe zijn die Co. Mats. tollen te verpachten, dat men eerstdaechs zal solliciteren omme een goede ordonnantie te vercrijgen upt stuck van de tholle ende diezelfde gevisiteert ende in handen van de staten gestelt zal worden aleer die pacht voortgaet, achtervolgende die acte van de Mat., daervan zijnde, ende die staten geconsenteert.

VI.
(1565 April 25.)
Reeckeningen van tgemeen landt.

Tenzelven daghe es noch geproponeert, datter zeker disorde ende abuijs valt in de dachvaerden in den Haghe te bewaren upte rekeninghe van tgemeen landt, alsoe daer gemeenlick maer één gedeputeerde bescreven en wort omme de rekeninghe te anhoiren ende dat geschapen es in toecomende tijden bij doode van eenighe die staet van deselve lande ende tancleven van dijen weijnich te weten,

[pagina 314]
[p. 314]

es daeromme gevraecht off men van nu voortaen twee personen zeijnden zal - - mits hebbende tsamen één dachgelt van de stede - - ter audientie van dezelve rekeninghe. Ende geconcludeert, datter voortaen een burgemeester reysen sal met een adionct, mits dat zij tsamen deelen ende participeren zullen die dachgelden, daertoe staende, mitsgaders het dachgelt van deser stede. Ende van tboven gescreven sal men scriftelick adverteren den advocaet van tgemeen landt ende den rentmeester van tselve landt, meester Arent Coebel.

VII.
1565 Mei 10.
Turffimpost.

Up huijden den Xen Maii anno XVcLXV soe zijn ter vroetschap upgelesen zekere resolutien, bij de staten van Hollant ter laester dachvaert in den Haghe genomen, mitsgaders eenighe articulen upten welcken rappoert genomen es ende noch te resolveren staet. Ende upt artikel aengaende dsaecke van den impost upten turff ende toctroij, dat die staten zouden impetreren, daerbij die geheele uuijtvoeringhe van den turff zoude werden verboden, uuijtgesondert die veenen ofte moren, die de Brabanders hebben in de Langestraet etc., es geresolveert, dat men visiteren zal tprevilegie deser stede ende daermede consuleren est noet ende tinhouden van dijen voor te staen zoe ons mogelick es.

VIII.
1565 November 10.
Salaris van doctor Junius van Haerlem.

1. Up huijden den Xen Novembris anno XVc vijff ende tzestich es ter vroetschap upgelesen zekere missive van den advocaet van tgemeen landt, meester Jacob van Eijnde, inhoudende twee poincten, waerup onse gedeputeerden upten XVen deser jegenwoirdiger maent tsavonts in de herberghe ter dachvaert in den Haghe geresolveert zouden comen aengaende tversochte sallarijs van doctor

[pagina 315]
[p. 315]

Junius, wonende tot Haerlem, mitsgaders die questie van de bescrijvinghe van de dachvaerden, gemoveert bij die excellentie van de prinche van Oraingien, stadhouder, ende den raedt van Hollant, waerup geresolveert es, dat men eerst ende alvooren sien zal tgebesoigneerde van den voorsz. Junius ende alsdan hem eerlick loonen zal, behoudens dat men dselfde penninghen vinden zal van den impost ofte ander extraordinarijs middelen, zonder hem te gheven een jaerlixe gaigie.

Beschrijvinge van dachvaerden.

2. Nopende die beschrijvinghe van de dachvaerden es gesloten bij de meeste stemmen, dat wij dselfde nieuwicheijt zullen beletten eest mogelick ende arbeijden omme te blijven bij onse oude possessie.

Tol van Repelmunde ofte Twijel.

3. Tenzelven daghe es mede die vroetschap te kennen gegeven, hoe die van Dordrecht den staten angegeven hebben die zwaricheijt, gemoveert bij den thollenaer van Repelmunde ofte Twijel, die gheen contentement en wil nemen mette cautie, gestelt bij singulier personen maer begheert die te hebben onder tzegel van de steden. Ende es geconcludeert, dat men in alre naersticheijt pooghen zal die zaicke - - hangende in rechte - - ten eijnden te brengen zoe dat behoirt.

IX.
1566 April 27.
Deuijtgen opten turff.

1. Up huijden den XXVIIen Aprilis XVcLXVI soe is bij Gerrit Gerritsz. ende Jan Hey Gerritsz., burgermeesteren, als de voorgaende dachvaert in den Haghe bewaert hebbende, die gemeen vroetschap aengegeven de doleantie, bij die van Brabant gedaen aen de Mat. omme den impost van een deutgen upte ton van den turff offgedaen te hebben ofte ten minsten den turff, comende van moeren, toebehoerende eenige uut Brabant, dat dezelve turff van den impost geeximeert zoude weesen. Up welcke doleantie

[pagina 316]
[p. 316]

eensdeels de voorsz. dachvaert gedijent heeft. Ende op tselve point bij de voorsz. staten geresolveert is, dat men ijegelick in den zijnen zoude resolveren off men binnen Hollant generalicken zal doen collecteeren een deutgen up elcke tonne van den turff, nijet alleen van den turff, die uut Hollant wert gevoert nemaer oock van dengeenen, die binnen Hollant wert gebruijckt dan off men dinterdictie van de uutvoeringe der voorsz. turff solliciteren zal off dvoorsz. impost off te laeten stellen. Ende alzoo de gedeputeerden up Maenendach toecomende sullen moeten compareren omme up tgunt voorsz. es te responderen ende tantwoorden, is daerup bij de meeste stemmen van de vroetschap geconcludeert, dat onse gedeputeerden geen consent en zullen draegen omme tadmitteren dinterdictie noch tuutvoeren van den turf ende dat zij hem up tvorder mette meeste stemmen zullen confirmeren ende oock de staeten aen te dijennen, dat men oock behoort te collecteren een deutgen upten ton van den turff, comende uut tsticht van Utrecht, Gelderlant ende andere plaetsen.

Bede triennael.

2. Tenzelven daege zijn ter vroetschap upgelesen zeeckere pointen ende articulen, in de laetste dachvaert bij geschrifte gestelt, omme daerup te coemen ten vollen geresolveert. Eerst aengaende dat de hertoginne corts zoude begeren, de betaelinge van den termijn van Kersmisse van de bede triennale, de staeten alsnu zouden willen ordonneren den ontfanger dezelve betaelinge te doen zonder zwaricheijt onder behoorlicke ordonnantie, descharge ende acten van indempnitee, omme daermee de ruijteren ende benden te betalen, is bij mijn heren de vroetsschap geconcludeert ende geresolveert, dat onse gedeputeerden hem zullen confirmeren mette meeste stemmen van den staten.

Meester Charles de Smijtere. Rijsinghe van granen.

3. Nopende tverzouck, gedaen bij meester Charles de Smijtere omme betaelinge te hebben van zijn vacatien, gedaen tot slants versoucke, zoo dezelve Smijter zeijt, omme te beletten de rijsinge van de graenen etc., is

[pagina 317]
[p. 317]

geconcludeert, dat onse gedeputeerde geen consent draegen en zullen om hem van zijn vacatien eenige betaelinge te doen, aengemerct hij van tgemeen lant nijet te werck gestelt is.

Coebel. Meester Claes Dijert.

4. Tenzelven daege is ter vroetsschap upgelezen zeeckere memorie, overgelevert bij dontfanger Coebel, dadvocaet van tlant, ende meester Claes Dijert, advocaet van de staten voor den hove van Hollant, daerbij zij verzoucken van eenige dijensten ontlast ende nijet gemoeijt te zijn. Is geconcludeert, dat men daerup zal bezijen de contracten van dadvocaeten ende dat onse gedeputeerde hem zullen conformeren met dandere staten.

Grave van Egmondt. Spuije.

5. Ten voorsz. daege hebben de burgemeesteren mijn heren van de vroetschap aengegeven ende ommegevraecht oft geraeden waere omme met den grave van Egmont in communicatie te treden ende dezelve zijne Ex. een gracelicke propijn toe te vougen omme te coemen tot accordt van tproces, twelck de staten tegen zijnen Ex. uutstaende hebben beroerende de spoije. Is geconcludeert, dat wij ons zullen confirmeren. mette meeste stemmen.

X.
1566 Juli 3.
Heresie.

1. Up huijden den IIIen Julii 1566 is ter vroetsschap upgelesen twee requesten, gepresenteert bij die van Vlaenderen de hoocheijt van de hertoginne van Parma, beroerende de zaecken van de placcaten ende inquisitie up tstuck van de heresie, mitsgaders zeeckere articulen, overgegeven bij de bisschop van Brugge, mitsgaders Pieter Titelemanus, in den raide ons E. heeren des Co. in Vlaenderen. Is daeromme omgevraecht offt geraeden is, dat wij insgelijcxs presenteren zullen requeste als die van Namen, Brabant ende Vlaenderen gedaen hebben dan nijet. Is geresolveert ende gesloten, dat onse gecommitteerden

[pagina 318]
[p. 318]

volcomen last gegeven wert omme hem mitte meeste stemmen te conformeren om insgelijcs requeste te presenteren ende die te doen zulcs men bevinden zal oerbaerlicxt te wesen.

Stapel. Evocatie. Dordrecht. IJssel.

2. Tenzelven daege is upgelesen zeeckere requeste, gepresenteert bij de regierders van de stadt Utrecht, die bij zeeckere middelen, daerinne geroert, verzoucken aen de staten van Hollant, dat zij hem zouden vougen met hen supplianten omme te wederstaen die gepretendeerde servituijt, die die van Dordrecht zouden willen up te riviere van de IJssele practizeren ende inbrengen. Ende oock omme die evocatie, in de requeste geroert, te doen revoceren, casseren ende te nijete doen. Is geresolveert ende gesloten, dat wij ons zullen vougen met die van Utrecht ende wederstaen de evocatie. Ende nopende tvorder versouck, dat men met een advocaet ofte twee visiteren zal de compositie, tusschen die van Dordrecht ende ons gemaeckt, ende daerup consuleren. Ende indijen bij consulatie bevonden mochte werden, dat wij ons nijet en zouden mogen met die van Utrecht vougen - - ende ons te behouden aen de compositie - - omme dinterpretatie te doen revoceren, casseren ende te nijet doen, in zulcke gevalle off wij ons aen de compositie behouden zullen dan off wij die upseggen zullen. Is geresolveert, dat indijen swaricheijt bij de advocaeten gemaeckt ende gemoveert wert, dat wij ons nijet en zouden mogen vougen ende ons behouden aen de compositie met die van Utrecht, dat dijesnijettegenstaende wij ons zullen vougen met die van Utrecht volgende heur versouck.

Meester Claes Dijert, advocaet van tlandt. Ontfanger van tlandt.

3. Eodem die is geproponeert geweest die twee swaricheijden, gemoveert bij den advocaet, meester Claes Dijert, beroerende tverstant van IIe articule van des advocaets ende ontfangers commissie. Is geresolveert, dat wij zullen blijven bij de laetste resolutie, bij den staten daerup genomen.

[pagina 319]
[p. 319]

Coninck van Denemercken.

4. Eodem die zoo is upgelesen de resolutie bij den staten upten Ven Junij lestleden genomen, nopende dat de staten zouden versoucken ende solliciteren te hebben een personnaige als de graeff van Hoorn, Megen, Aerenberge ofte Hoochstraeten off een gelijcke personnaige omme hem te vinden aen de Co. Mat. van Denemercken ende te versoucken, dat hij zoude willen offdoen die nijeuwicheijt ende exactie, bij hem upgestelt. Daerup gehoort twedervaeren van Jan Gerrit Stempelsz., burgermeester, als te Bruijssel die dachvaert daerup bewaert hebbende. Ende alzoo onse gedeputeerde op Vrijdach toecoemende moeten coemen ten vollen geresolveert in den Haege, is ommegevraecht off men blijven zal bij tadvijs van mijn heer Philippus Coebel off dat men blijven zal bij de genomineerde, genaemt BroesbeeckGa naar voetnoot1), lijeutenant van den graeff van Aerenberch. Is geresolveert, dat wij ons zullen confirmeren met doppinie van die van Amsterdam.

XI.
1566....
Inquisitie.

Up huijden 1566 zoo is bij Jan Gerrit Stempelsz. mijn heren van de vroetsschap verbalick aengegeven de swaricheijden ende de communicatie, die de staten upte laetste dachvaert metten anderen gehadt hebben nopende off die van Hollant insgelijcxs zouden presenteren requeste aen de hertoginne van Parma, gouvernante in dese Nederlanden, als die van Namen, Vlaenderen ende Brabant gedaen hebben, beroerende die inquisitie ende de moderatie van de placcaten, upte heresie geemaneert. Ende alzoo onse gedeputeerde up Zaterdach toecoemende upte voorsz. zaecke zullen moeten coemen in den Hage geresolveert, is daeromme omme gevraecht ijegelick zijn oppinie ende advijs. Es geresolveert ende gesloten bij meeste opinie, alsdat onse gedeputeerden volcomen last

[pagina 320]
[p. 320]

zullen hebben omme hem te confirmeren mette meeste opinien, die hem die beste ende bequaempste duncken zal te wesen. Ende indijen onse gedeputeerde bevinden eenige swaricheijt, in zulcke gevalle te nemen rapport.

XII.
1566 Augustus 12.
Request aen de hartoginne van Parma.

Den XIIen Augusti 1566 zoo is ter vroetschap bij Jan Gerrit Heij Daemsz., burgermeester, ende meester Dirck Willemsz., die beijde als gecommitteerde geweest hebben tot Bruijssel omme te effectueren de resolucien, bij den gemeenen staten van Hollant genomen, nopende te presenteren zeeckere requeste, mijn heren van de vroetsschap aengegeven hoerluijder wedervaeren mitsgaders diverssche difficulteijten ende swaricheijden, hem bejegent. Is oock upgelesen zeeckere copie van een requeste, bij den staten van Hollant de hertoginne gepresenteert, mitte apostille, daerup gevolcht. Ende is daerup ommegevraecht off men bij de voorsz. gepresenteerde requeste blijven zal dan off men noch een requeste, ampelder houdende dan dvoorsz. gepresenteerde requeste, presenteren zal dan nijet, daerop de dachvaert in den Haege dienen zal den XXIIen deser maent. Is geresolveert ende geconcludeert, dat onse gecommitteerde hem zullen confirmeren mette meeste oppinien van de gemeene staeten. Ende indijen tgebeurt, datter drie oppinien tegen drie steecken, in zulcke gevalle ons te confirmeren mette drie oppinien, die raeden te postponeren vorder requeste over te geven.

XIII.
1566 Augustus 26.
Convocatie van de heeren staten-generael.

1. Den XXVIen Augusti 1566 soo heeft Jan Heij Gerritsz., burgermeester, als bewaert hebbende de laetste dachvaert in den Haege, mijn heren van de vroetsschap gerapporteert zijn wedervaeren. Ende alsoo die dachvaert in den Haege op Dingsdach toecoemende weder dienen

[pagina 321]
[p. 321]

zal, nopende off men versoucken zal convocatie ende vergaderinge van de generale staten, is geresolveert ende gesloten, dat onse gecommitteerde volcomen last zullen hebben omme hem te confirmeren mette andere staten, die stemmen te versoucken convocatie ende vergaderinge van de generale staten.

Ordinaris bede.

2. Tenzelven daege is bij den voorn. Jan Heij, burgermeester, aengegeven de vroetsschap, dat dordinaris beede geexpireert is ende dat de gemeene staten off zes grote steden verregelt hebben van zeeckere renten, die uute ordinaris bede betaelt zijn tot noch toe ende eenige renten verschenen zijn. Is daeromme ommegevraecht off men den ontfanger provisionael zal doen de renten betaelen dan nijet off dat men assignatie zal versoucken. Is geresolveert, dat onse gecommitteerde hem zullen confirmeeren mette meeste stemmen.

Gecommitteerde ter daghvaert.

3. Noch is geresolveert, dat de gecommitteerde, die van nu voortaen gecommitteert zullen werden omme boven ter dachvaert te reijsen, dat dezelve geen macht en zullen hebben omme de resolutien van de gemeene staten, beneden genomen, in eeniger manieren te moegen altercien ofte ijet te disponeren off resolveren tegen heurluijder laste. Maer in gevalle van swaricheijt te mogen nemen rapport, op peijne, dat diegeene, die zulcxs geexcedeert hebben, tot heurluijder costen alzulcke exces naemaels zouden beteren ende dresseren.

XIV.
1566 October 8.
Prinche van Oraingnien.

Den VIIIen Octobris 1566 soo heeft Jan Heij Gerritsz., burgermeester, als die dachvaert bewaert hebbende tot Bruijssel ende oock in den Haeghe, mijn heren de vroetsschap gerapporteert zijn wedervaeren nopende dat de staeten versocht gehadt hebben de bijcompste van den

[pagina 322]
[p. 322]

prinche van Orangnen, stadthouder alhijer in Hollant. Ende alzoo de dachvaert up morgen in den Haege dienen zal, is ommegevraecht off geraeden is aen te nemen IIIm knechten ende die te doen leggen in de steden, zoo grote als cleijne, naer den staet ende qualitee van elcke stadt, omme daermede te beletten ende voorcomen doproeren ende daertoe te verzoucken van de hertoginne autorizatie mitsgaders oock ordonnantie upte staten, dat dezelve over de knechten een hooft zullen mogen committeren dijent henluijden oorbaer duncken zal te wesen. Is geresolveert ende gesloten bij de meeste oppinien, dat onse gecommitteerde, die de dachvaert bewaeren zal met alle civilitee de staeten aengeven zal, dat wij nijet gequalificeert en zijn als andere steden ende daeromme geen consent draegen en moegen om dvoorsz. knechten aen te doen nemen. Ende indijen wij overstempt werden van de andere staeten, in zulcke gevalle te protesteren ende oock sustineren, dat in desen geen overstemminge en valt ende doverstemminge te resisteren ende voorts te insisteren ende verzoucken de bijcompste van den prinche alhijer in Hollant.

XV.
1566 November 5.
Prinche van Oraingnien.

Up huijden den Ven Novembris 1566 soe hebben Adriaen Gerritsz. ende Gerrit Gerritsz., burgermeesteren deser stede, mijn heren de vroetsschap aengegeven de propositie, bij de prinche van Orangnen, stadthouder, upten IIen deser maent den gemeene staten tot Schoonhoven gedaen, belangende omme deze landen te houden in goeder tranquilitee ende eendrachticheijt, daertoe een ijgelick van den staten georddonneert is tadvijseren bequaeme middelen omme daertoe te coemen ende daervan mijn heere de stadhouder up te eerste aenstaende dachvaert te adverteren. Is bij mijn heren van de vroetsschap geadviseert ende gesloten, dat onse gecommitteerde verclaeren zullen, dat alzo binnen deser stadt gheen uproer ofte turbel alsnoch - - deur Godts gratie - - geweest

[pagina 323]
[p. 323]

en is, verhopende onse gemeente te houden in goeden ruste, paijs ende tranquiliteijt, dat wiluijden zonderlinge nijet weten te advijseren in de geproponeerde zaecke dan zooveel als aengaet de pacificacie van tgemeen lant van Hollant ende bijsonder van de steden, daer al zulck oproer ende turbel es geweest, dat het goet waere, dat men taccordt, bij de hoocheijt van de hertoginne ende de geconfedereerde eedelen gemaeckt, in als dede onderhouden ende dat men middelertijt nijemant om tgelooff dede dooden zooverre dezelve geen oproer en maecken ende dat zoo lange ende ter tijt toe, dat bij de Co. Ma. bij advijs van de gemeene staten anders gedisponeert zal wesen.

XVI.
1566 November 26.
Prinche van Oraingnien.

1. Den XXVIen Novembris 1566 soo is ter vroetsschap upgelesen zeeckere missive, geexpediert bij den advocaet van tgemeen lant doer laste van de prinche van Orangnen, dienende omme te coemen geresolveert up Maendach toecoemende in den Haege up tgundt wes mijn voorsz. heer de prinche de gemeen staten van Hollant tot Schoonhoven aengegeven heeft, ende alzoo den Ven deser maent up tselve alhijer ter vroetsschap geresolveert is. Maer angemerct mijn heren de burgermeesteren tenzelve tijde nijet en hebben ter vroetsschap up doen lesen tcontract of accordt, bij de hoocheijt van de hertoginne gouvernante met de geconfedereerde eedelen gemaeckt, is daeromme tselve accort openbaerlick upgelesen ende ommegevraecht off geraeden is te persisteren bij de laetste genomen resolutie dan off men dezelve altereren zal. Is geresolveert ende geslooten, dat men persisteren zal bij de eerste genomen resolutie, mits dat onse gecommitteerde daer bijvougen zal, dat hetzelve bij ons geadviseert is, respect nemende up de troublen, die in andere steden geschijet zijn, hoewel wij in den onsen alhijer - - zulcxs als in de voorgaende resolutie geresolveert is - - nijet en behouffven, als nijet gequalificeert zijnde, als andere steden ende plaetssen.

[pagina 324]
[p. 324]

Triennale bede.

2. Eodem die is noch geresolveert ende gesloten up tpoinct, dat de voorsz. missive inhoudende is nopende de continuatie van den ommeslach van de triennale bede. Is onse gecommitteerde gegeven volcomen last omme daerinne te doen zulcxs hem goet duncken zal te wesen.

XVII.
1566 November 26Ga naar voetnoot1).
Ambassade Spaingnien.

Den XXVIGa naar voetnoot1) Novembris 1566 soe hebben Adriaen Gerritsz. ende Jan Gerrit Stempelsz., burgermeesteren, als gecommitteerde de dachvaert in den Haege laetst bewaert hebbende den XIXen Novembris lestleden, mijn heren gerapporteert haer wedervaeren. Ende naerdat de propositie ende resolutie van de dachvaert ter vroetsschap upgelesen is geweest ende de dachvaert in den Haege up Vrijdach toecoemende dijenen zal omme te coemen geresolveert up twee pointen, eerst off men een notable ambassade aen de Co. Mat. in Spaengnen zoude schicken, die dexcuse van tgundt in dese Nederlanden geschijet is zoude doen ende dat men een generael perdon zoude versoucken, ende voorts om de prinche van Orangnen, stadthouder over Hollandt, een gratuiteijt te doen, breder in de notule uutgedruct, is ijegelick van de vroetsschap gevraecht haer oppinie, daerup geresolveert ende gesloten is, dat onse gecommitteerde geen consent draegen en zullen omme een ambassaet aen de Co. Mat. te dresscheren nochte oock consenteren omme eenige costen daervan te supporteren. Ende nopende de gratuiteijt, die men den prinche van Orangnen zoude doen, is geresolveert, dat onse gecommitteerde volcomen last gegeven wert en dat zij hem nijet difficijl maecken en zullen omme den voorsz. prinche een gratuiteijt ende een somme van penninghen

[pagina 325]
[p. 325]

toe te vougen ende dat zoo cleijn alse doenlick is, mits dat dezelve penningen bij extraordinaris middelen gevonden zullen werden.

XVIII.
(1567 Januari 13.)
Predicatien.

1. Eodem die is ter vroetsschap upgelesen zeeckere notule van de dachvaert, gehouden den lesten Decembris 1566 in den Hage, mitsgaders zeekere missive, geexpediert ende aen dese stede gesonden bij den advocaet van tgemeen lant, beroerende omme te adviseren eenige bequaeme middelen omme te doen cesseren die predicatien ende te versoucken doer een ambassaet de bijcompste van de Co. Mat., dat hij zoude willen overcoemen, maer nijet met wapenen. Daerup geresolveert is, dat wij geen consent draegen en zullen om eenige costen van den ambassaet te draegen ofte om eenige legatie te doen doen ende onsen naem daerin te laeten besigen ende dat men de predicatie, daer se geschijet, met vruntschap zoude beletten ende dat de regenten van de steden, daer eenige spoliatie van kercken ende cloosteren gedaen zijn, met vruntsschap die principaelste, diet gedaen hebben, zoude induceren, dat zij tselve zouden weder reintegreren ende in zijn oude plaetse bringen.

Denemercken.

2. Tenzelven daege is oock upgelesen tractaet van den Co. van Denemercken ende alzoo hij hem daerinne difficijl maeckt om off te stellen den tol upte heete wijnen, is geresolveert, dat men persisteren zal bij tbesoing van doctor Stratius.

Denemercken.

3. Nopende tversouck, dat den coninck van Denemercken gedaen heeft omme te moegen equipperen XII schepen van oorlooge, is geresolveert, dat men dat offslaen zal ende hem dat ontseggen.

[pagina 326]
[p. 326]

XIX.
1567 Februari 8.
Prinche van Oraingnien.

1. Den VIIIen Februarii 1567 stilo communi soo heeft Dirck Cornelisz. van Oudewaeter, als bewaert hebbende de laetste dachvaert in den Haeghe, mijn heren van de vroetsschap gerelateert zijn wedervaeren. Ende naemptelick van het advertissement, dat mijn heer de prinche van Orangnen als stadthouder over Hollant de staten gedaen heeft, dat hem van de regente geseit was, dat hij hem nijet vervorderen zoude eenige vergaderinge van de staten te doen ende dat oock de prinche geseit was, dat hij nijet gedogen en zoude eenige vergaderinge van de staten, staende onder zijn gouvernement, te houden. Daerup bij de staten geresolveert is, dat de gemeen staten hem upten XIIen deser maent vinden zullen tot Bruijssel bij de hertoginne van Parma ende haer aengeven, dat het lant zonder vergaderinge nijet geregnert en mach werden ende dat men daeromme versoucken zal tselve affgedaen te hebben. Ende is dezelve resolutie bij mijn heren van de vroetsschap geapprobeert ende gelaudeert.

Hartoginne van Parma.

2. Tenzelven dage is oock upgelesen zeeckere missive van de hertoginne van Parma, daerbij den officiers van Vlaenderen gecommitteert is de vassallen, die eenige leenen van de Mat. ontfanghen hebben, weder nijeuwen eedt te doen ende alzoo de prinche van Orangnen gelijcke missive ontfanghen heeft ende van de meeninghe is te doen ontbijeden alle de leenmannen van de landen van Hollant ende henluijden te doen vernijeuwen den eedt, die elcxs respectivelick uut zaecke van heur leen hebben gedaen, mit belofte van te dienen up ende jegens een ijegelick ende voirts vorder als in de missive, is daerup geresolveert ende geconcludeert, dat onse gecommitteerde met de andere staten hem vinden zullen tot Bruijssel ende aldaer te aenhoren tgundt hem desen aengaende bejegenen zal ende dat gehoort hebbende versoucken te hebben rapport. Maer is bij aldijen, dat de Mat. maer

[pagina 327]
[p. 327]

alleen en begeert van zijn vassallen vernijeuwinge van den ouden eedt, is de gecommitteerde, die de dachvaert bewaeren zal, gegeven volcomen last omme daerinne consent te dragen.

XX.
1567 Maart 25.
Rapport.

1. Den XXVen Martii 1567 stilo communi hebben Dirck Cornelisz. van Oudewater, burgermeester, met Gerrit Gerritsz. de Lange, als gedeputeerde de dachvaert den XIIIIen deser maent in den Haege bewaert hebbende, mijn heeren van de vroetsschap aengegeven haerluijder wedervaeren. Ende is nijettemin upgelesen de notule van dezelve dachvaert ende alzoo upte naegescreven zaecken genomen is rapport ende de dachvaert daerup dienen zal den IIIen Aprilis in den Haege, is daerup geresolveert als hijernae volcht.

Tol tot Sparendam.

2. Eerst nopende dat Jan Daemen als de pachte van de tolle van Sparendam up hem heeft doen stellen ende in zijne plaetsse gesubstitueert Pieter Herrij, die gebooren is tot Antwerpen, upte welcke geobtineert is condempnatie ende interdictie van nijet vorder hem tingereren etc., is geconcludeert, dat men de substitutie zal resisteren ende in alder diligentie de zaecke ende tproces zal avancheren.

Harinckvaerdt.

3. Nopende tversouck, bij requeste gedaen aen de staten bij die steden ende vlecken, hem generende met de harinckvaert, om te hebben eenige subsidie totte toerustinge van een jacht, die zij boven twee schepen van oorloghe zouden equipperen ende toerusten etc. ende alzoo in de vergaderinge van de staten uutgeslaegen is, dat men hemluijden zoude moegen succurreren met een leeninge van penningen ofte met een gift van een somme van penningen, is daerup geresolveert, dat indijen die van Hollant nijet en konnen accorderen met die van Zeelant,

[pagina 328]
[p. 328]

dat men henluijden accorderen zal leeninge van drie duijsent gulden onder soufficante cautie de restituendo als de buijssen offsnijen, zonder tzelve te trecken in consequentie off henluijden eenige penningen in gifte taccorderen.

Soeterwoude. Voorburch.

4. Nopende de requeste, gepresenteert bij danibachtsbewaerders van Zoeterwoude ende oock Voorburch, die versouckende zijn, dat de staten zouden willen annemen tproces, twelck zijluijden hebben uutstaen tegens den anderen nopende de contributien van de zeven groten, is daerup geresolveert, dat men partije tegen partije sal stellen.

Turff. Sijmon Gerritsz. van Schoonhoven.

5. Nopende de doleantie, gedaen bij Sijmon Gerritsz. van Schoonhoven als collecteur van de impost van de turff, die versouckende is om de redenen, bij hem gemoveert, een gratuitee van XXX £, is geresolveert ende geconcludeert, dat men hem zijn versouck ontseggen zal zonder hem ijet meer too te vougen, ten waere nochtans dat indijen die meeste oppinien van de staten hem ijet meer toevougen dan daer hij up aengenomen is, dat wij ons daermede zullen confirmeren ende indijen dat tgebeurde, datter drie tegen drie steecken, den eenen hem ijet toevougende ende dander hem tselve offslaende, alsdan ons te confirmeren met dengeenen, die hem nijet toevougen.

XXI.
1567 April 9.
Haerinckvaert.

1. Den IXen Aprilis 1567 nae Paesschen zoo hebben Johan Dirck Hoensz., burgermeester, met Johan Heij Gerritsz., als gedeputeerde de laetste dachvaert in den Haege bewaert hebbende, ter vroetsschap gedaen hoerluijder rapport ende alzoo de steden ende vlecken, hem generende met de harinckvaert, versocht hebben tot onderstant van de toerustinge van noch een jacht, dienende tot beschermenisse van de buijsen voor de zeerovers ende piraeten, een somme van VIIIc gulden in gifte ende alzoo up haer versouck van de laetste voorgaende dachvaert

[pagina 329]
[p. 329]

uutgeslaegen was, dat men dezelve zoude mogen succureren met IIIm gulden in leeninghe, twelck bij den onsen alhijer henluijden upte laetste vroetsschap geaccordeert is, dan alzoo dezelve supplianten daer geen contentement mede en neemen ende dat de eedelen, Haerlem, Delft, Leijden, Aemsterdam consenteren in de gifte van VIIIc gulden, alzoo de visscherije nootlick in deze turbulente tijt geavancheert dijent, is daeromme alhijer ter vroetsschap andermael in communicatie geleijt off men dvoorsz. supplianten de VIIIc gulden in gifte zal accorderen dan nijet. Daerup geconcludeert ende geresolveert is, dat men de supplianten haer versouck, scilicet van VIIIc gulden in gifte, zal accorderen, mits dat dezelve penningen gaen zullen uuten impost, zonder tselve nochtans te trecken in consequentie ende onder protestaetie van non prejuditie voorgaende litispendentie ende processen.

Tienden penninck.

2. Tenzelven daege is upgelesen de conclusie ende notule van de dachvaert, beroerende den Xen penninck van den jaere LXIIII. Dan alzoo bij de steden begeert wert defalquatie van de huijsen, die leech ende onverhuijrt gestaen hebben anno LXIIII ende oock van huijsen, bij schamele luijden om Goidtz wille geoccupeert, dan beroerende tpoint van de huijsen, die om Goidtz wille bewoont tzijn, twelck bij den staten over tplatte lant offgeslaegen is zonder dat henluijden eenige defalquatie gejont ende geaccordeert is, ende alzoo uutgeslaegen is upte dachvaert, dat goet waer omme alle querelen te schuwen, dat ijegelicke stede zoude upbrengen haer portie, daer die up gestelt is anno LXI, is daerup geresolveert, als dat wij ons desen aengaenden refereren zullen tot de verclaringe van de gemeene staten.

XXII.
1567 Mei 2.
Twintich duijsent gulden bij den prince van Orainge geeijst.

Den IIen Maii 1567 zoo heeft Jan Dirck Hoensz.,

[pagina 330]
[p. 330]

burgermeester, als de laetste dachvaert in den Haege bewaert hebbende, ter vroetsschap gedaen zijn rapport. Ende alzoo de prinche van Orangnen gescreven heeft aen den advocaet van tgemeen lant van Hollant, alsdat dezelve de staeten aendienen zoude, dat zijnder excellentie gaerne up fraict zoude begeren te hebben van de staten XX duijsent gulden, min off meer, tot discretie van dezelve staeten, daervoor hij pres(en)teert verzeeckeringe te doen, ende tot dijen fijne aen de staten, mijn heere den president ende den advocaet van tlant geschreven heeft etc., up twelcke de steden, alzoo zij daertoe geen last en hadden om up te resolveren, genomen rapport, daervan de dachvaert up Maenendach toecoemende in den Haege dienen zal. Daerup geresolveert ende geconcludeert is, dat onse gecommitteerde, die de dachvaert bewaeren zal, hem conformeeren zal met die oppinie van die van Dordrecht, ist bij aldijen, dat zij oppineren hijerinne nijet en begeren te resolveren zonder te hebben alvooren advijs off consent van de hoocheijt van de hertoginne van Parma, regente. Ende indijen doppinie van die van Dordrecht zulcxs nijet en is ende dat de staten resolveren ende datter drie ende drie tegen den anderen staecken, de drie consenterende de prinche zijn versouck ende de andere drie hem tselve offslaende, alsdan ons te conformeren ende accommoderen met doppinien, die de prinche zijn versouck offslaen ende dat onse gecommitteerde dandere gemeen staten in tperticulier voor de vergaderinge emboucheren zullen, dat dit een nijeuwe zaecke is ende dat de staten geinterdiceert is up geene nijeuwe zaecken te moegen vergaderen, off wij daeromme hijerinne nijet misdoen en zullen.

XXIII.
1567 December 13.
Schiltaele.

1. Den XIIIen Decembris 1567 is ter vroetsschap upgelesen zeeckere missive, gedaen expedieren bij de stadthouder, president ende andere raeden van Hollant, van date den IXen deser maent, bij den welcken bevolen wert onse gedeputeerde in den Haege te schicken up Maenen-

[pagina 331]
[p. 331]

dage toecomende omme sanderen daechs met de eedelen ende andere steden van Hollant, mede beschreven, te resolveren upt versouck, dat aldaer van de Mats. wegen gedaen zal werden omme die continuacie van de upheffinge van de ordinaris bede upte schilttaelen te consenteren twee termijnen, alzoo dezelve ordinaris bede Sint Jansmisse lestleden geexpireert is. Waerup geresolveert ende geconcludeert is, dat onse gedeputeerden consenteren zullen in de voorsz. bede, mits genijetende de gewoonlicke laetste nijeuwe gratie.

Madame de Parma.

2. Tenzelven daege hebben de burgermeesteren insgelijcks mijn heren aengegeven, hoedat henluijden van eenige persoen van qualitee geemhoucheert is, dat madame de Parma, gouvernante, van meeninge is te vertrecken ende dat de staten van Brabant de voorsz. madame voor haer loijale ende getrouwe dijensten toegevoucht hebben een propijn van XXVm gulden ende van de staten van andere provincien insgelijcks verwachtende is een gratuitee. Is daerup gesloten, alsdat onse gedeputeerden de andere steden, indijent nijet vermaent en wert, tselve aengeven zullen ende de zaecke te avancheren, dat de voorsz. gouvernante een gratuitee ende propijn toegevoucht zoude moegen werden, mits dat tselve gevondeu zoude moegen werden bij extraordinaris middelen.

XXIV.
1568 Januari 1.
Arendt Coebel.

Den Ien Januarii 1568 is ter vroetsschap upgelesen zeeckere gepresenteerde requeste van Aernt Coebel, ontfanger van tgemeen lant, die versouckende is een gratuitee ende propijn van zeeckere dijensten, bij hem gedaen, ende dat hij de eedelen ende zes groten steden van Hollant wapenen in zijn glasen heeft doen stellen in zijn comptoir ende galerie. Daerup geresolveert is, dat onse gecommitteerde nemen zullen rapport.

[pagina 332]
[p. 332]

XXV.
1568 Mei 17.
CLm gulden.

1. Den XVIIen Maii 1568 soo heeft Jan Heij Gerritsz., burgermeester, als bewaert hebbende in den Haege den XIen deser maent de dachvaert, mijn heren van de vroetsschap gerapporteert ende verhaelt, hoedat mijn here den stadthouder, doer bevel van der excellentie van de hartoge van Alva, als gouverneur van wegen der Co. Mat., begerende is, dat de staten van Hollant zoude versegelen zeekere obbligatie van hondert ende vijftich duijsent gulden omme daermede te voorcoemen ende wederstaen die aenslaegen, die men up dese lande zoude moegen hebben, welcke penningen den staten gedefalqueert zal werden van deerste petitie, die de Mat. geaccordeert zal werden. Waerup geresolveert is, dat men de Mat. accorderen ende toelaeten zal zijn versouck ende de versegelinge doen, mits dat onse gecommiteerde stipuleren zullen, dat in de redemptie van de obbligatie der voorsz. penningen, dat wij daerinne genijeten zullen alzulcke gracie als wij in de laetste ordinaris bede genooten hebben.

Ontfanger Generael.

2. Ten voorsz. daege is mede ommegevraecht nademael den ontfanger Coebel deser werelt overleden ende tot Goidts genade gereijst is ende mitsdijen vacerende is den staet van tselve ontfangersschap, wije dat men daertoe zal committeren. Ende alzoo in de laetste vergaderinge van de staten communicative verhaelt is, alsdat men drie ontfangers zoude mogen stellen, waervan den eenen zijn residentie houden zoude in den Haege, dander tot Dordrecht ende de derde tot Alcmaer, waerup geresolveert is, dat onse gecommitteerde, die de dachvaert bewaeren zal, volcomen last gegeven wert omme hem te confirmeren met de meeste oppinien van de staten.

Meester Jacob van den Eijnde, advocaet vandt landt.

3. Tenzelve daege is mede ter vroetsschap upgelesen een-

[pagina 333]
[p. 333]

requeste, gepresenteert van wegen der vrunden, huijsvrou ende kindren van meester Jacob van den Eijnde, advocaet van tgemeen lant, die versouckende zijn, dat de staeten ijemant zoude committeren uute staten omme tot coste van tgemeen lant zijn zaicke te hove met zijn huijsvrou ende kinderen te helpen vervolgen, solliciteren, recommenderen ende diligenteren, ten eijnde hij zoude geraicken tot ontslaginge van zijn persoon ende stricte gevangenisse. Waerup geresolveert is, dat onse gecommitteerde volcomen last gegeven wert omme hem te conformeren met de meeste oppinien van de andere staten.

XXVI.
1568 Mei 24.
CLm Gulden.

1. Den XXIIIIen Maii 1568 soo heeft Jan Heij Gerritsz., burgermeester, als bewaert hebbende de voorgaende dachvaert in den Haege, gerapporteert mijn heren van de vroetsschap zijn wedervaeren ende onder andere verhaelt, hoedat in de laetste vergaderinge van de staten swaricheijt bevonden is bij wat manieren men de penningen vinden zal, daermede men lossen zoude de obligatie van CL duijsent, die der excellentie ducq dAlba versouckende is van wegen de Mat. dat de staten zouden versegelen, waervan communicative in de vergaderinge van de staten gesproocken is, dat men dezelve penningen zoude moegen vinden bij de verdoubblinge van den impost, etc. Daerby geresolveert is, indijent doenlick is, dat men offweren mach de verdoubblinge van den impost, dat men dezelve verdoubblinge offweren zal. Dan ist bijaldijen de meeste staten zijn, dat men dzelve redemptie bij de verdoubblinge van de impost vinden zal, dat onse gedeputeerde volcoemen last gegeven wert omme hem met de meeste oppinien van de staten te confirmeren.

Harinckvaert.

2. Tenzelven daege is bij de voorn. Jan Heij Gerritsz. mijn heren aengegeven, hoedat de steden ende vlecken van Hollant, hem generende met de visscherye ende

[pagina 334]
[p. 334]

harinckvaert, versouckende zijn van de staten een gifte van duijsent gulden, ten eijnde zij eenige oorloochsschepen zouden moegen equipperen tot preservatie van de haringvaert. Daerup geresolveert is, dat men de voorsz. steden haer versouck zal accorderen, mits dat dezelve penningen gaen zullen uuten impost.

Middelburchse wech.

3. Eodem die is oock geresolveert, dat onse gecommitteerde de staten aengeven zullen, dat Adriaen van der Does in Middelburch gestelt heeft twee draijboomen, mitsgaders oock de heere van Zommersdijck als ambachtsheere van Zevenhuijzen ende van ijegelyck paert, dat daerdoer passeert, neempt een stuver, ende van de staten versoucken addresse omme aen den groten raide te versoucken provisie tegen dvoorn. Does ende heere van Sommersdijck ende indijen de staten tselve offslaen, dat men dijesnijettemin van tstats wegen aen den groten raide versoucken zal de voorsz. provisie.

XXVII.
1568 Juni 14.
Ordinaris bede.

1. Den XIIIIen Junii 1568 soo heeft Jan Heij Gerritsz., burgermeester, gerapporteert de propositie, gedaen den gedeputeerden van den staten van Hollant den XIen deser maent bij den president van Hollant doer bevel van der excellentie van den hertoge van Alva als gouverneur ende cappiteijn-generael van Co. Mats. Nederlanden, alwaer begeert wert, dat die staten zouden verlengen ende continueren die ordinaris bede, verschijnende up twee termijnen als Sint Jansmisse ende Kersmisse, voor een jaer, welverstaende, dat den termijn van Kersmisse, lestleden verloopen, ommegeslagen zoude werden up Sint Jansmisse eerstcoemende ende den termijn, die verschijnen zoude Sint Jansmisse, ommegeslagen zoude werden Bamisse eerstcoemende. Daerup geresolveert ende geconcludeert is, dat onse gecommitteerden, die de dachvaert bewaeren zullen, volcoemen last gegeven wert omme hen

[pagina 335]
[p. 335]

te accommoderen met de meeste oppinien van de andere staten.

Reeckeninge van den ontvanger Coebel.

2. Tenzelven daege is mede bij den voorsz. Jan Heij Gerrits gerapporteert de difficulteijten, bevonden up tprepareren van de reeckeninge van den ontfanger Coebel, dewelcke al te saemen geredigeert zijn bij geschrifte ende daervan geexpediert zeeckere notule, up al twelcke geresolveert ende geconcludeert is, dat onse gecommitteerden volcomen last gegeven wert omme hem up als met de meeste oppinien van de andere staten te confirmeren.

XXVIII.
1568 Juni 28.
CLm £.

Den XXVIIIen Junii 1568 is ter vroetsschap upgelesen de missive, geexpediert bij den hove van Hollant, wesende gedateert den XXVen Junij 1568, bij denwelcken ons belast wert onse gedeputeerden te schicken in den Haeghe den XXVIII deser maent omme vruchtbare resolutie te brengen upten eijsch, gedaen uuten naem van de excellencie van ducq dAlba, gouverneur ende cappiteijn generael van Mats. Nederlanden, omme te hebben versegelinge van een obbligatie van CLm pond van XL groten tpont. Daerup geresolveert is, dat onse gecommitteerde desen aengaende accorderen zullen in tversouck van de versegelinge der voorsz. somme simpliciter zonder eenige condicie.

XXIX.
1568 September 28.
Meester jacob van den Eijnde, advocaet van tlandt.

Den XXVIIIen Septembris 1568 soo is ter vroetsschap upgelesen zeeckere requeste, gepresenteert bij de vrunden van meester Jacob van den Eijnde, advocaet van tgemeen lant van Hollant, dwelcke om redenen in de requeste geroert, versoucken, dat de staeten deszelffs advocaets

[pagina 336]
[p. 336]

articulen ende zaecken zouden desenderen ende vernaerstigen. Soodat insgelijcks ter vroetsschap upgelesen is den eijsch van den procureur generael, geexhibeert tegen den voorn, meester Jacob van Eijnden, advocaet. Daerup geresolveert is bij de meeste oppinien van mijn heren van de vroetsschap, dat onse gecommitteerde, die de dachvaert bewaeren zal in den Haeghe, oppineren zal, dat, alzoo den eijsch van den procureur generael inhoudende is verscheijden articulen, dwelcke die van der Goude verstaen de staeten nijet te roeren, dat daeromme men den supplianten voor apostille geven zal, dat zij extraheren ende overleveren de articulen uuten eijsch, die den procureur generael van de Mat. den advocaet te laste legt ende den advocaet susteneren wil dezelve deur laste van de staten gedaen te hebben ende dezelve gevisiteert zijnde dat men henluijden zal passeren letteren van recognitie, beroerende tgundt dezelve staeten denzelven advocaet belast gehadt hebben ende voorts doen na behooren.

XXX.
1568 September 30.
Tselve.

Den laesten Septembris 1568 zoo is ter vroetsschap gelesen zeeckere missive, geexpediert bij Jan Heij Gerritsz., in den Haege als gecommitteerde ter dachvaert zijnde, ende is andermael ommegevraecht off wij persisteren zullen bij de resolutie, up eergisteren genomen. Daerup geresolveert is, alsdat men den voorsz. Jan Heij Gerritsz. adverteren zal, dat wij in den onsen alsnoch bij de voorsz. resolutie persisteren.

XXXI.
1568 December 29.
CLm £. Impost opte wijnen.

1. Up huijden den XXIXen Decembris 1568 es gerapporteert bij Gijsbert Jan Maertsz. mitsgaders Jan Heij Gerritsz., burgermeesteren, als bewaert hebbende die dachvaert in den Haege, hoedat die grave van Boussu,

[pagina 337]
[p. 337]

stadthouder van Hollant van weghen ende uuten naeme van de Co. Mat., upte staeten begeert twee petitien, ten eersten, dat die staeten van Hollant zouden willen lossen haerluijder obbligatie, inhoudende de somme van hondert vijftich duijsent guldens ende dezelve penninghen te vinden bij vercopinge van renten upte staten voorsz., ten anderen, dat men zoude willen consenteren ende continueren den groten impost upte wijnen noch die tijt van een jaer, al breder verhaelt in de schriftelicke propositie, ter vroetsschap upgelesen, alwaer rapport up genomen es geweest. Ende alzoo onse gedeputeerden upten IIIen Januarij eerstcoemende wederom in den Haege moeten compareren ter dachvaert up deze zaecke, is daeromme geconcludeert ende geresolveert bij de meeste stemmen van de vroetsschap, dat men die Co. Mat. in als believen zal.

Waterlandse steden.

2. Eodem die es bij Gijsbert Jan Maertsz. ende Jan Heij Gerritsz., burgermeesteren, als in den Haege ter voorsz. dachvaert geweest hebbende, gerapporteert, hoedat die Waterlantsche steden aen de staten van Hollant versocht hadden omme rembourssement te hebben van de penningen, die zijluijden betaelt hadden tot vrijinge ende ontlastinge van de impositien, die de Co. van Denemarcken upte Sont ende de Co. van Sweden up andere plaetssen gestelt hebben upte goeden ende waeren, die aldaer verbij vaerende zijn van de landen van herwaerts over. Waerup geresolveert ende bij de meeste stemmen van de vroetsschap geconcludeert is, dat men eerst ende alvoren eijsschen zal van de voorsz. steden specificatie van heurluijder versouck ende die gesijen hebbende dat men alsdan dvoorsz. nijeuwicheijt offdoen zal ende daer vorder in advijsseren na behoeren.

XXXII.
1569 Januari 26.
Los- ende lijffrenten opte stadt.

Den XXVIen Januarii 1569 stilo communi is ter vroetsschap upgelesen zeeckere missive, geexpediert van wegen de excellentie van den hartoge van Albe, bij die-

[pagina 338]
[p. 338]

welcke de burgermeesteren, schepenen ende raidt belast wert te doen maecken zeeckeren staet, inhoudende de naemen ende toenaemen van allen dengeenen, die upbeurende zijn eenige renten, zoo losrenten als lijffrenten, als de stadt jaerlicks gehouden is uut te keren. Daerup geresolveert is, alsdat men de contenue der voorsz. missive eerstdaechs zal doen volcoemen ende de voorsz. staet maecken ende overzeijnden.

XXXIII.
1569 Februari 3.
CLm Gulden. Impost upte wijnen.

1. Den IIIen Februarii 1569 stilo communi soo is ter vroetsschap upgelesen de notule van den voorgaenden dachvaert, mitsgaders zeeckere missive van de gedeputeerden, de dachvaert bewaert hebbende, ende is in communicatie geleijt ende ommegevraecht off onse gedeputeerden, die ter dachvaert den IXen deser maent reijsen zullen, persisteren zullen bij de resolutie, alhijer genomen upte petitie, gedaen beroerende de versegelinge van CLm gulden ende de continuatie van den grooten impost, dan off onse gedeputeerden hem zullen conformeren met de andere oppinien van de staten. Daerup geresolveert is, alsdat onse gedeputeerden consenteren zullen in tversouck van de Mat. ende hem daerin believen, dan ist, dat de gemeen staten in tconsenteren van dijen - - beroerende den groten impost - - ijet willen stipuleren, dat alsdan ende in zulcke gevalle wij ons daermede zullen conformeren.

48744 £ 5 s. 7 d.

2. Nopende de proposicie, den XXIXen Januarii 1569 van weghen der excellentie van den hartoge van Alve, gouverneur-generael, gedaen aen de staeten van Hollant, omme bij de staeten te verschijeten ende betaelen alle alzulcke penninghen als eenige steden van de Zuijderzee gedeboursseert hebben totter equippaige van de schepen, toegerust tsiegens dinvasie, van graeff Lodewijck van Nassau begonst omtrent de Eeme ende upte zee, monterende ter somme van XLVIIImVIIcXLIIII £ V sc.

[pagina 339]
[p. 339]

VII d. van XL groten, mits dat dezelve penninghen upte eerste bede gedefalqueert zullen werden, daerup geresolveert is, alsdat onse gecommitteerden hem conformeren zullen met de meeste oppinien van de andere staten. Ende indijen datter drie tegen drie steecken, deen partije van hen accorderende ende dander tversouck offslaende, dat in zulcke gevalle onse gedeputeerden hem zullen conformeren met der oppinien, die accorderen de penningen te verschieten.

XXIIIIc Gulden.

3. Tenzelven daege is mede geresolveert nopende de XXIIIIc gulden, bij die van Aemsterdam - - zoo zij sustineren - - gedeboursseert omme offgedaen te hebben die nijeuwicheijt, bij de Co. Mat. van Denemarcken ende de coninck van Zweeden up die goeden van de onderzaten van dezen landen gestelt, daervan dvoorsz. stadt versouckt aen de staten van Hollant te hebben rembourssement, dat onse gedeputeerden zullen negatijff antwoort geven.

XXXIV.
1569 Februari 18.
48744-5-7.

1. Den XVIIIen Februarii 1569 stilo communi soo hebben Gijsbert Jan Maertsz. ende meester Jan Jacobsz., burgermeesteren, als de voorleden dachvaert in den Haeghe bewaert hebbende, ter vroetsschap gedaen hoer rapport ende verelaert, hoedat bij de gemeen staten genomen is geweest rapport nopende het versochte verschijet ende verleggen van de somme van XLVIIImVIIcXLIIII £ V sc. VII d., omme daermede te remboursseren eenige steden up de Zuijderzee, die dezelve steden upgebracht hebben ende daermede betaelt ende affgedanckt zeeckere schepen van oorlooge. Waerup weder dachvaert geleijt is in den Haege den eersten Vridach in de Vasten omme up tselve point geresolveert te coemen, daerup bij mijn heren geresolveert is, dat alzoo de verschooten penninghen concerneert ende aengaet de generale staten, dat onse gedeputeerden consenteren zullen te betaelen ende up te

[pagina 340]
[p. 340]

brenghen tcontingent ende portie, dat tlant van Hollant in gelijcke somme gewoonlick is te draeghen.

Delft, Coebel, Bol.

2. Ten voorsz. daege is mede ter vroetsschap upgelesen zeeckere copie van tprevilegie van die van Delft tot verificatie van hoer geobtineerde provisie van den hove van Hollant ende tbevel uut crachte van dijen gedaen an die weduwe van den ontfanger Coebel ende den tegenwoordigen ontfanger Bol omme henluijden te laeten genijeten zeeckere pretense gratie ende in communicatie geleijt ende ommegevraecht wat dat men voorts in der zaicke doen zal. Is geresolveert, dat men met die van Delft in tvrundelicke, bij zooverre het doenlick is, zal accorderen ende bij gevalle die van Delft daertoe nijet verstaen willen, dat men alsdan tegen henluijden proces sustineren zal.

Denemarcken.

3. Angaende die declaratie van costen, bij die van Amsterdam, Enckhuijsen ende andere watersteden ende dorpen overgeleijt, die zijluijden gedraegen zouden hebben in diversche reijsen, aen den coninck van Denemarcken gedaen, omme offgedaen te hebben die nijeuwe exactien ende tollen, die de coninck gestelt hadde up de schepen, waervan zij versoucken rembourssement, is geresolveert, dat onse gedeputeerde zullen persisteren bij de voorgaende resolutie, desen aengaende genomen, ende henluijden hoer versochte rembourssement ontseggen.

XXXV.
1569 Maart 16.
Denemarcken.

1. Up huijden den XVIen Martii 1569 stilo communi es bij meester Jan Jacobsz., burgermeester, rapport gedaen, als die dachvaert in den Haege bewaert hebbende met Jan Heij Gerritsz., hoedat die van Amsterdam versocht hebben rembourssement van heure verschooten penninghen ter somme toe van XXVc gulden ofte daeromtrent in

[pagina 341]
[p. 341]

taffdoen van zeeckere nijeuwicheijt, gepleecht bij de Co. van Denemarcken in toffnemen van een daelder up tlast van de goeden, doer die Sont passerende. Ende alzoo onse gedeputeerden upten XIXen deser maent weder compareren moeten ter dachvaert, die tot Bruijssel gehouden zal werden, waeromme daerup bij de meeste stemmen es geconcludeert, dat die gedeputeerden deser stede hem conform maecken zullen met die andere staten.

Geexecuteerde, fugitive.

2. Ende nopende zeeckere difficulteijten ende swaricheden, die staten ter voorsz. dachvaert aengedijent van zeeckere steden, hoedat veele weduwen, wesen ende andere tachteren zijn aen diversche fugitiven ende geexecuteerden van de voorleden troublen, zoo van verloopen renten ende andere schulde, ende dat zij tot heurluijder voldoeninghe van dijen nijet en konnen geraecken, zulcks dat int eijnde heurluijder ijpoteecquen tot nijet zoude comen, breeder in de notule, ter vroetschap gelesen, geinsereert, dat men daeromme eenige bequame remedie ter voorsz. dachvaert, die tot Bruijssel gehouden zal werden mitte generale staten, vinden zoude om die aff te doen, daerup bij de meeste stemmen geresolveert es, dat de gedeputeerden dezer stede hem adjoinct ende conform maecken zullen mette andere staeten.

XXXVI.
1569 April 1.
Petitie Ce penningh.

1. Den eersten April 1569 stilo communi soo hebben Gijsbert Jan Maertsz. ende meester Jan Jacobsz., burgermeesteren, als gedeputeerden ter dachvaert tot Bruijssel geweest zijnde, mijn heren van de vroetsschap gedaen heurluijder wedervaeren ende rapport. Ende eerst nopende de petitie, gedaen bij de excellentie van den hartoge van Alva van wegen de Co. Mat., dwelcke begerende is van alle goeden, zoo roerende ende onroerende, den hondertsten penninck, is geconcludeert, dat onse gedeputeerden last gegeven wert omme de Co. Mat. te gelijeven ende zijnder

[pagina 342]
[p. 342]

petitie te consenteren, welverstaende dat up eenige articulen, gementionneert in de schriftelicke middelen, den staten overgelevert, regardt genomen zal werden omme dezelve te mitigeren ende modereren ten fijne dezelve penningen gedresseert werden tot prouffijte van de Mat. ende dat met de minste coste.

Xe penningh.

2. Nopende de petitie, gedaen van alle roerende goeden, die vercoft zullen werden, dat men daervan geven ende betaelen zoude den Xen penninck, is geresolveert, dat onse gedeputeerde zullen hooren de advijsen ende middelen van de andere staten ende voorts weer rapport doen, omme naerder op de zaecke gelet te werden.

XXXVII.
1569 April 12.
Reeckeninge Grammay, Coebel.

1. Den XIIen Aprilis 1569 stilo communi soo is ter vroetsschap upgelesen de copie van een missive van den hartoch van Alva, gouverneur, daerbij den staten belast wert te betaelen zeeckere somme van penninghen, die men zeijt dat zij schuldich zijn up de reeckeninge van Grammay nopende de negenjaerige bede. Daerup geresolveert is, alsdat men eenige van de staten committeren zal omme te visiteren de voorgaende reeckeninge van Coebel ende aldaer inne te onderzoucken wat van de zaicke is, omme, dat gehoort, alsdan in der zaicke geresolveert te werden.

Thijende penningh.

2. Eodem die is ter vroetsschap upgelesen zeeckere geconcipieerde middelen ende articulen, dienende omme aff te slaen de petitie bij der excellentie van den hartoge van Alve van wegen de Co. Mat. gedaen up alle roerende goeden ende coopmanschappe, die vercocht zullen werden, den Xen penninck ende van alle onroerende goederen den XXen penninck, dweleke bij mijn heren van de vroetsschap gehoort zijnde, hebben met den anderen geadviseert ende

[pagina 343]
[p. 343]

gecommitteert den burgermeesteren omme tot henluijden te roupen eenige notablen uuter vroetsschap ende de voorsz. geconcipieerde middelen te visiteren ende daerbij te adderen, dat henluijden oorbaer duncken zal te wesen. Ende hebben die van de vroetsschap dezelve burgermeesteren ende die bij hem geeligeert zullen werden volcoemen last gegeven omme in tgundt voorsz. is te moegen volcomelick resolveren in alle schijn oft bij de geheele vroetsschap gedaen ware.

XXXVIII.
1569 April 16.
Hondertste penningh.

1. Den XVIen Aprilis 1569 stilo communi soo hebben Gijsbert Jan Maertsz. ende meester Jan Jacobsz., burgermeesteren, als ter dachvaert in den Haege geweest zijnde, ter vroetsschap gedaen hoer rapport ende is oick upgelesen de notule van dezelve dachvaert. Ende eerst nopende den hondertsten penningh is geresolveert, dat onse gedeputeerden zullen accorderen te heffen den hondertsten penning eens van alle roerende ende onroerende goeden up zulcke restrinctien ende moderatien als den hartoge van Alve, gouverneur, den staeten gegeven heeft bij memorie. Ende voorts, dat de staten zullen versoucken, dat de termijnen omme den hondertsten penninck up te brenghen verlangt zullen moegen werden. Ende dat der stede goeden nijet contribueren zullen mitsgaders de goidtshuysen, al volgende de voorsz. notule van de staten.

Thijende penninck.

2. Ende nopende tweede point, beroerende de propositie van de upsettinge van den impost up alle vercopingen, te weten van den Xen penninck van de roerende goeden ende den XXen penninck van de onroerende goeden, is geresolveert, dat men dexcellentie van den hartoch presenteren zal de somme van hondert duijsent gulden tsjaers zuijvers in de plaetsse van den Xen ende XXen penninck, geduijrende VIII off IX jaeren aeneenvolgende, ende de petitie beroerende den Xen ende XXen penninck gansschelick aff te slaen.

[pagina 344]
[p. 344]

XXe penninck.

3. Ende nopende den XXen penninck is oick geresolveert bijaldijen datter drie oppinien tegen drie steecken, deen partije den XXen penninck consenterende ende dander tselve affslaende, dat in zulcke gevalle onse gedeputeerden henluijden conformeren zullen met de drie, die consenteren den XXen penninck van den impost upte onroerende goeden, die vercocht zullen werden, bijaldijen men daermede den Xen penninck affweeren mach, ende de hondert duijsent guldens in de plaetse van dezelve Xen penninck geconsenteert.

XXXIX.
1569 April 23.
Hondertste penningh, Xe penningh, XXe penningh.

Den XXIIIen Aprilis 1569 soo hebben meester Jan Jacobsz., burgermeester, ende Gerrit Cornelisz., als gedeputeerden in den Haeghe met Gijsbert Jan Maertsz., burgermeester, in den Haeghe de dachvaert den XXen deser maent bewaert hebbende, gedaen ter vroetsschap hoerluijder rapport ende aldaer mondelinge verhaelt verscheijden middelen ende difficulteijten, bij den staeten ijegelick in heure oppinie voortgebracht, ende is oick upgelesen de notule van de dachvaert. Ende es eijntelicken nopende den geeijschten hondertsten penninck van allen goeden, zoo roerende als onroerende, noch den XXen penninck van allen onroerende goeden ende den Xen penninck van alle roerende goeden, die vercocht zullen werden, geresolveert, alsdat men dexcellentie van den hartoge van Alve van wegen de Co. Mat. accorderen zal den hondertsten penningh upte moderatien als dexcellentie van den hartoch gegeven heeft ende dat men daerbij versoucken zal dandere modifficatien, in de notule van de leste dachvaert geinsereert. Ende beroerende den XXen ende Xen penninck, dat men de Co. Mat. in plaetsse van dijen offreren ende presenteren zal een somme van hondert duijsent ofte hondert vijftich duijsent tsjaers zuijvers, den tijt van seven off meer jaeren langk,

[pagina 345]
[p. 345]

zulcks de meeste oppinien van de staten vallen zullen, ende dexcellentie van den hartoge van Alve remonstreren met een goede gratie, dat den Xen ende XXen penninck nijet drachelick en is ende geheelick redunderen zoude tot ganssche ruijne ende destructie van den lande.

XL.
1569 April 27.
Hondert duijsent gulden.

Den XXVIIen April 1569 soo heeft meester Jan Jacobsz., burgermeester, als gedeputeerde ter dachvaert in den Haeghe geweest zijnde, ter vroetsschap gedaen zijn rapport ende is aldaer in communicatie geleijt bijaldijen dexcellentie van den hartoge van Alve, gouverneur van de Co. Mats. Nederlanden, gheen contentement en zoude willen nemen met tconsent van de hondert duijsent gulden tsjaers zuijvers, up te brengen den tijt van zeven off negen jaeren, in de plaetsse van den Xen penninck van allen roerende goeden ende den XXen penninck van allen onroerende goeden, die vercocht zullen werden, off men in zulcke gevalle dexcellentie van den hartoch accorderen zal tweemael den hondertsten penninck van allen goeden, daerup geresolveert ende geconcludeert is, dat onse gedeputeerden volcoemen last gegeven wert te consenteren zeven off negen jaeren langh te betaelen tsjaers hondert duijsent gulden suijvers ende nijet hooger.

XLI.
1569 April 29.
Tweemael den hondertsten penninck.

Den XXIXen April 1569 soo hebben meester Jan Jacobszoon, Gerrit Huijgeszoon Hopcooper, burgermeesteren, ende Dirck Dirck Hoensz., als gedeputeerden in den Haeghe up eergisteren de dachvaert bewaert hebbende, ter vroetsschap gedaen hoerluijder rapport. Ende is gevraecht off men in de plaetsse van Cm gulden tsjaers zuijvers geduijrende eenige jaeren, daertoe onse gedeputeerden last gegeven was te consenteren, mits affslaende den Xen ende

[pagina 346]
[p. 346]

XXen penninck den Co. Mat. boven den hondertsten penninck, die men genouch hout geconsenteert, accorderen zal noch eenmael naer dexpiratie van drie jaeren den hondertsten penningk van alle goeden. Is geresolveert ende onse gecommitteerde volcoemen last gegeven omme hem te conformeren met de andere vier steden bijzooverre dezelve consenteren in den impost van tweemael den hondertsten penningk van allen goeden.

XLII.
1569 Mei 11.

Den XIen Maii 1569 soo hebben meester Dirck Willemsz. ende Gijsbert Jan Maertsz., burgermeesteren, als gedeputeerden tot Bruijssel de dachvaert bewaert hebbende, gedaen hoer rapport. Ende alzoo de excellentie van den hartoge van Alve, gouverneur van wegen de Co. Mat., affslaende is tconsent bij den staeten van Hollant gedraegen up zijn voorgaende petitie ende den staeten gerenvoijeert ende belast heeft ijegelick in den heuren van nijeus te raidtslaegen ende weder den XXIIII ofte XXVen deser maent te compareren tot Bruijssel ende aldaer vruchtbaer antwoort in te brengen, soodat mijn heren van de vroetschap, metten anderen communicatie gehouden hebbende, eijntelick geresolveert ende geconcludeert zijn, dat bijzooverre de anders vier steden persisteren bij de voorgaende resolutie, dat in zulcke gevalle onze gedeputeerden hem met denzelven zullen conformeren, maer indijen eenich van deselve steden vacilleren ende consenteren in de volle petitie van de excellentie van den hartoch, dat wij alsdan mede accorderen zullen in de gelijefte van de Mat.

XLIII.
1569 Juni 14.
Heere van Assendelft. Dachgelden. Vacatien.

1. Den XIIIIen Junii 1569 soo heeft Gijsbert Jan Maertsz., burgermeester, als gedeputeerde de dachvaert tot Bruijssel bewaert hebbende, ter vroetsschap zijn rapport gedaen ende is oick aldaer geproponeert tversouck, dat

[pagina 347]
[p. 347]

de heere van Assendelft doende is omme zijn dachgelden, als in tslants zaeken vaceert, geamplieert ende vermeerdert te werden tot een pont Vlaems sdaechs. Is geresolveert, dat onse gedeputeerden last gegeven wert omme denselven zijn versouck tontseggen.

Advocaet van tlandt.

2. Eodem die is mede ter vroetsschap geproponeert, dat mits doverlidinghe van den advocaet van tgemeen lant, tlant zonder advocaet is ende off men daeromme eenen anderen kijezen ende committeren sal. Is geresolveert, dat onse gedeputeerde, die de dachvaert in den Haeghe waernemen sal, in de vergaderinghe van de staeten hooren zal wie aldaer tot advocaet geeligeert zullen werden. Ende de naemen van dijen gehoort hebbende, te nemen rapport.

XLIV.
1569 Augustus 17.
Coopluijden.

1. Den XVIIen Augusti 1569 is ter vroetsschap upgelesen zeeckere missive van den hove van Hollant, bij denwelcken den burgemeesteren belast wert up morgen in den Haeghe te zeijnden hoere gedeputeerden omme des anderen daechs metten eedelen ende andere gedeputeerden van de zes groote steden, mede beschreven, te resolveren, dat volgende taccort van de staten gediligenteert mach werden, dat de coopluijden voldaen moegen werden. Is geresolveert ende geconcludeert, dat onse gedeputeerden, die up morgen ter dachvaert reijsen zullen, volcomen last gegeven wert omme hem met de andere staten te conformeren. Dan indijen bij tmeerdeel van de staten rapport genomen wert, dat in zulcke gevalle onse gedeputeerden mede rapport nemen zullen.

Advocaet van tlandt.

2. Tenselven daege hebben mijn heren van de vroetsschap volcomen last gegeven die gedeputeerden, die in den Haege reijsen zullen, omme hem te conformeren met de meeste oppinien van de andere staten nopende de

[pagina 348]
[p. 348]

saecken, daer ter laetster dachvaert rapport up genomen is, uutgezondert alleen het eligeren ende committeren van een advocaet van tgemeen lant, daerup onse gedeputeerden nemen zullen rapport.

Engelse laeckenen.

3. Nopende tplaccaet, daerbij verboden is, dat men geen Engelssche laeckenen vercoopen mocht, tzij off deselve voor date van tplaccaet in Hollant gebracht zijn dan nijet, is geresolveert, dat men tot coste van de staten solliciteren ende versoucken zal, dat men de laeckenen, die voor date van tplaccaet ingebracht zijn, zal moegen vercoopen, nijettegenstaende dinhibitie van tvoorsz. placcaet.

Advocaet van tlandt.

4. Beroerende de nominatie van een advocaet van tgemeen lant is geresolveert, dat onse gedeputeerden last gegeven wert omme de staeten aen te dijenen, dat men eerst accorderen zal wat dat men tot gaige ende salaris geven zal. Ende indijen upte vergaderinge van de staten nijemant anders genomineert wert dan Dimmer off PuissGa naar voetnoot1), dat onse gedeputeerde zullen nomineren Dimmer. Nemaer indijen bij eenige rapport genomen wert, in zulcke gevalle mede rapport te nemen.

Meester Jacob van den Eijnde.

5. Up tversouck van de weduwe van meester Jacob van Eijnde nopende de betaelinge van twee jaeren gaige van haer zalige man, alst jaer van LXVII ende LXVIII, is geresolveert, dat men de zaicke vooralsnoch houden zal in suspens.

Executoriael Bol.

6. Aengaende omme te versoucken een executoriael upten naem van den ontfanger Bol is geresolveert, dat men tselve in alre diligentie versoucken zal.

[pagina 349]
[p. 349]

Amsterdam. Piraten.

7. Beroerende daer ter laetster dachvaert genomen is rapport up tgundt, dat die van Amsterdam den staeten aengedijent hebben omme te equipperen eenige schepen tot tgemeen lants costen tegen die piraeten, is geresolveert, dat onse gedeputeerden last gegeven wert omme te verclaeren, dat wij in den onsen nijet verstaen, dat doncosten van dijen bij den staeten gedraegen behoort te werden maer bij de Co. Mat. ende dat men daerom tstaetsgewijs versoucken zal aen de excellentie van den hartoch, dat hij eenige oorloochschepen doet toerusten tegen de voorsz. piraeten.

XLV.
1569 October 14.
Advocaet van tlandt.

1. Den XIIIIen October 1569 is ter vroetsschap geproponeert, hoedat alsnoch nijet geprocedeert en is tot nominatie van een advocaet van tgemeen lant. Is daerup geresolveert, alsdat onse gedeputeerde hen conformeren zullen met de oppinien van dandere staten.

Rathaller. Denemarcken.

2. Beroerende van tadvertissement, gedaen bij mijn here Rathaller aen die van Amsterdam, inhoudende in effect de groote moeijten, periculen ende oncosten, die hij gesupporteert heeft in de voyaige, bij hem gedaen metten heere van Gaesbeeck in Denemarcken, waerinne hem groot recompens was toegeseijt, dwelcke hij van de regente nijet gekregen en heeft noch oick van de heren van de finantie, die hem voor antwoorden gegeven hebben, dat de staten hem behooren te recompenseren, waerup geresolveert is, alsdat onse gedeputeerde hem conformeren zullen met de oppinien van dandere staten.

Reeckeninge van den ontfanger.

3. Nopende off de steden perticiperen zullen zeeckere penningen, overgeschooten upte reeckeninghe van den

[pagina 350]
[p. 350]

ontfanger, daer tgemeen lant nijet in gecontribueert en heeft, is geresolveert, dat onse gedeputeerden hem conformeren zullen met de oppinien van de andere staten.

Goe Jan Verwellensluijs.

4. Aengaende danhalinge, gedaen bij den rentmeester van wegen de Mat. van zeeckere schuijten, gepasseert hebbende doer Goe Jan Verwellensluijs, die die van Schoonhoven weder met gewelt dengeenen, die ze aengehaelt hadden, ontweldicht hebben, is geresolveert, dat wij ons sullen vougen met den rentmeester ende dat onse gedeputeerden tselve den staeten aengeven zullen omme off zij hem mede zouden willen adjoinct maecken.

XLVI.
1569 October 24.
Rapport.

1. Den XXIIIIen October 1569 soo hebben meester Jan Jacobsz., burgermeester, ende Govert Wittesz., als gedeputeerden ten laetste dachvaert in den Haege geweest hebbende, ter vroetsschap gedaen hoer rapport. Ende is oick ter vroetsschap upgelesen de notule van de dachvaert ende oick de propositie, gedaen bij de excellentie den hartoge van Alve van wegen de Co. Mat., ons alre G.H. Ende alzoo onse gedeputeerden upten XXVIen October weder in den Haege moeten coemen geresolveert, is geconcludeert zulcks hijerna volcht.

Petitien.

2. Eerst nopende de petitie van de twee hondert LXXIm gulden tsjaers, geduijrende zes jaeren aeneen, ende noch bovendijen teijnden de zes jaeren noch eens den hondertsten penninck van allen roerende ende onroerende goeden, ende oft oick gebeurde, dat tlant bij eenige formele armeije geinvadeert werde - - dat Godt verhoeden moet - - in zulcke gevalle noch eenmael den hondertsten penninck van allen goeden alsvooren, ende dat de staten daervan versegelinge doen zouden, is geresolveert, dat onse gedeputeerden ter dachvaert verclaeren

[pagina 351]
[p. 351]

zullen, dat de uplichtinge van den hondersten penninck den ingesetenen alhijer zeer swaer vallen zal te betaelen ende dat daeromme wij nijet en konnen accorderen de voorsz. petitie, te meer, dat wij de laetste van de generale staten zijn ende dat om dieswille de andere staten eerst gewoonlick zijn hijerop te resolveren.

Tollenaer Repelmonde.

3. Nopende de nijeuwicheijt, begonst bij den tollenaer van Repelmonde, daer hij offeijschende is den schippers van hoeren graenen pontgelt, te weten van ijgelick pont Vlaems drie groot, is geresolveert, dat men tselve wederstaen zal.

XLVII.
1569 November 4.
Petitien.

Den IIIIen November 1569 soo hebben meester Jan Jacobsz., burgermeester, ende Dirck Jansz. Houck, als gedeputeerden de laetste dachvaert in den Haege bewaert hebbende, gedaen ter vroetsschap hoer rapport, alwaer oick upgelezen is de notule van de dachvaert, ende alzoo in de laetste vergaderinge communicatieve uutgeslaegen zijn diversche middelen omme te responderen upte petitie, gedaen bij de excellentie van den hartoch van de IIc LXXIm gulden tsjaers, geduijrende den tijt van zes jaeren, ende midlertijt noch eens den hondertsten penninck, al breder in de propositie ende voorsz. notule geroert, ende alzoo onse gedeputeerden den Xen deser maent weder in den Haege wesen moeten omme te resolveren, soo is bij mijn heren van de vroetsschap geresolveert, alsdat men de excellentie van den hartoge staetsgewijs remonstreren zal de vier articulen, in de propositie geroert, te weten beroerende de tauxatie van den landen, subject de dijckaige, voorts tzilverwerck, juwelen ende gereet gelt aengaende de schepen ter zee vaerende ende de goeden van den gasthuijsen, ende nijetmin daerbij te vougen, dat de staten van Hollant nijet en verstaen, dat den hondertsten, Xen ende XXen penninck bij die van Hollant geconsenteert is, ten waere, dat de generale staten van

[pagina 352]
[p. 352]

herwerts over mede gelijckelick ende universalicken in de geheele petitie van de excellentie geconsenteert hebben.

XLVIII.
1569 November 12.
Cm £. Schiltaelen.

1. Den XIIen November 1569 is ter vroetsschap upgelesen zeeckere missive, geschreven bij meester Jan Jacobszoon ende Gerrit Huijgesz., burgermeesteren, als in den Haege bewaert hebbende de laetste dachvaert, up welcke missive bij mijn heren de vroetsschap rijpelick gelet zijnde, hebben geconcludeert, alsdat onse gedeputeerden hen conform maeken zullen met de meeste stemmen van de andere staeten in tconsenteren van de hondert duijsent gulden tsjaers ende die te vinden up de schiltaelen ende dat voor de redemptie van de laetste petitie bij sijnre excellentie geeijscht, welverstaende, dat hijermede surcheren sullen allen anderen petitien, soowel de Xen, XXen penninck als die ordinaris bede, mits een ijegelick genijetende alle hoerluijder gratien.

Hondertste penninck.

2. Ende dat oick onse gedeputeerden die staeten sullen angeven off henluijden nijet goet en dunct onder de articulen van de doleantie, die men de excellentie van den hartoge van Alve overleveren zal, mede nijet van noode en soude wesen te remonstreren soeverre als dexecutie van den hondertsten penninck sijn voortganck nijet soude hebben in alle de provincien van dese Nederlanden ende nijet universalick overal, dat in sulcke gevalle die perticuliere provincien - - die geconsenteert zouden hebben - - gantselick bedorven souden worden ende dat oick in de eerste propositie van sijnder excellentie de landen belooft is sooverre als zijne excellentie eerste petitie nijet generalick bij alle de provincien geaccordeert en werden, dat de singuliere consenten van eenige perticuliere provincien van geender waerden en soude wesen.

[pagina 353]
[p. 353]

XLIX.
1569 November 19.
Petitien.

1. Den XIXen November 1569 soo hebben meester Jan Jacobszoon ende Gerrit Huygensz., burgermeesteren, als gedeputeerden de laetste dachvaert in den Haege bewaert hebbende, gedaen ter vroetsschap hoer rapport, alwaer oick de notule van de dachvaert upgelesen is ende hebben deselve gedeputeerden onder andere mijn heren van de vroetsschap aengegeven, dat bij den staten ter dachvaert geresolveert zijnde upte propositie, daer zijn excellentie es eijsschende van die van Hollant de somme van IIcLXXI duijsent ponden van XL groten tpont jaerlicks, geduijrende eenen tijt van ses jaeren, alsdat men de Coe. Mat. jaerlicks consenteren sal te heffen over tlant van Hollant Cm ponden zuijver gelts, ende den stadhouder van Hollant, verstaen hebbende de voorsz. resolutie, de staten schrijft ende voor verseeckert hout, dat dexcellentie den hartoge daermede geen contentement nemen en zal, ordonnerende daeromme den staeten hen weder te vinden in den Haege upten XXIen deser maent omme des anderen daechs naerder upte voorsz. propositie te resolveren, is in communicatie geleijt ende andermael ommegevraecht ijegelick van mijn heren zijn advijs ende oppinie. Is geresolveert, alsdat onse gedeputeerden persisteren zullen bij de resolutie, ter laetster dachvaert genomen, ende de geconcipieerde remonstrantie - - inhoudende tvoorsz. consent van Cm gulden tsjaers, geduijrende de voorsz. VI jaeren - - den hartoch van Alve te presenteren.

Ce penninck. Meester Jacob Bol.

2. Nopende daer den hartoge van Alve, gouverneur, bij missive aen den staeten schrijft ende versouct, dat de voorsz. staten zouden willen ordonneren allen heuren rentmeesters, dat, naerdijen zij gemaect zullen hebben een staet van alle die renten up henluijden geassigneert, zij den hondertsten penninck van dijen promptelicken zouden willen verschijeten ende overzeijnden in handen

[pagina 354]
[p. 354]

van den ontfanger-generael van de beden, meester Jacob Bol, ten lanckste voor Kersmisse, ende voorts in te houden den hondertsten penninck van de voorsz. renten, is geresolveert, dat onse gedeputeerden negatijff antwoort geven zullen.

Petitie.

3. Nopende tversouck van de hartoch van Alve omme te hebben leeninge van de staten ter somme toe van LXXVm £ van XL groten Vlaems tpont ende dat van die penningen, die den rentmeesters van den staten ten comptoire hebben ofte daegelicks noch ontfangen zullen tusschen dit ende de geheele maent van December naestcoemende, ende oick de penningen gedestineert tot lossinge ende betaelinge der voorsz. renten, die den staeten schuldich zijn etc., is geresolveert, dat onse gedeputeerden zullen geven negatijff antwoort.

L.
1569 November 25.
Petitie.

Den XXVen November 1569 soo hebben meester Jan Jacobsz. ende Gerrit Huijgen, burgermeesteren, als gedeputeerden in den Haege de dachvaert bewaert hebbende, geschreven aen mijn heren de burgemeesteren de missive, (die) upgelesen is, mitsgaders oick dacte van tconsent upte LXXVm ponden van XL groten tpont, bij den staten in den Haege metten anderen geconcipieert. Is ommegevraecht off wij onse gedeputeerden last geven zullen omme hem met de voorsz. staten te conformeren ende te persisteren bij de voorsz. geconcipieerde acte. Is geresolveert ende geconcludeert bij mijn heren van de vroetsschap, alsdat men de voorsz. gedeputeerden overschrijven ende last geven zal omme hemluijden te conformeren met de andere staten ende dat zij persisteren zullen bij de geconcipieerde acte van consent, mits stipulerende, dat de voorsz. acte in alle de pointen ende ten vollen volbracht zal werden.

[pagina 355]
[p. 355]

LI.
1569 December 30.
Coebel.

1. Den naestlesten December 1569 soo hebben Gerrit Gerritsz. de Lange ende Jan Heij Gerritsz., als gedeputeerden geweest zijnde in de vergaderinge van de staten, upte reeckeninge van den overleden ontfanger meester Aernt Coebel in den Haege mijn heren van de vroetsschap gerapporteert hoer wedervaeren, alwaer oick upgelesen is geweest de notule van de dachvaert. Ende alsoo van wegen den ontfanger in uutgeeff gebracht wert eerst Xm £, die mijn heren die prince van Orangien bij de staeten toegeleijt zijn, ende noch XXm £, bij den ontfanger den prinche van Orangien up interest geleent van wegen den staten, mits dat hij daervooren gehouden was te nemen soufficante cautie, is geresolveert eerst nopende de Xm £, den prinche geschoncken, dat men tselve passeren zal. Ende beroerende de XXm £, dat men tselve houden zal vooralsnoch in surcheantie ende indijen wij tselve in surcheantie nijet en moegen houden, dat in zulcke gevallen men de XXm £ nijet passeren maer roijeren zal ende indijen de andere staten tselve passeren, dat onse gedeputeerde hoerluijder oppinie apart zullen doen stellen.

Meester Gerrit van Raevensberch.

2. Nopende de penningen, rustende onder meester Gerrit van Ravensberge, is geresolveert, dat onse gedeputeerde zullen lichten het aenpaert ende de portie, dat de stadt daervan competeert, dwelcke weder zullen beleit werden tot prouffijte van de stadt.

Afflossinge van een rente.

3. Beroerende off men de rente, toecoemende den proost van de abdije van Middelburch, lossen zal omme vorder interesse te schouwen, alzoo de penningen van dijen in de griffie geconsigneert zijn, is geresolveert, dat men eerstdaechs de aflossinge doen zal.

[pagina 356]
[p. 356]

LII.
1570 Januari 1.
Coebel.

Den eersten Januarii 1570 stilo communi soo hebben mijn heren van de vroetsschap volcomen last gegeven de gedeputeerden, die reijsen zullen upte eerstcoemende vergaderinge van de staten, omme tanhoeren ende passeren de reeckeninge van den overleden ontfanger Coebel, omme hem te conformeren met de meeste oppinien van de andere staten beroerende de difficulteijten, daerup in de voorleden vergaderinge rapport genomen is, begrepen in de notule, gehouden upte selve vergaderinge.

LIII.
1570 Maart 10.
Dachvaert.

1. Den Xen Martii 1570 stilo communi is ter vroetsschap upgelesen zeeckere missive, bij den hove van Hollant aen de regierders van de stad gescreven, bij dewelcke hen belast is hoer gedeputeerden in den Haege te zeijnden upten XIIen deser maent omme des anderen daechs te anhoren de propositie, die aldaer gedaen zal werden. Is geresolveert, dat onse gedeputeerden de dachvaert waernemen zullen.

Impost van turff.

2. Voorts alzoo upte dachvaert in den Haege, gehouden den XXIIen November XVcLXIX lestleden, bij de gemeen staeten genomen is rapport eerst off men den impost van den turff, die buijten Hollant gevoert wert, zal laeten collecteren zonder contrarolleurs, is geresolveert ende onse gedeputeerden last gegeven te verclaeren, dat soolange den impost gecollecteert ende geheven zal werden, men een contrarolleur houden ende continueren zal.

Advocaet van tlandt.

3. Ende voorts aengaende de nominatie van den advocaet van tlant is geresolveert, dat onse gedeputeerden

[pagina 357]
[p. 357]

verclaeren zullen upte dachvaert, dat men eerst behoort te resolveren nopende tloon ende wat besoingien ende lasten den advocaat gehouden zal zijn te volcoemen. Ende dat gedaen, dat men alsdan procederen zal tot nominatie van eenen advocaet.

Coebel.

4. Ten voorsz. daege is mede ter vroetsschap upgelesen de requeste, gepresenteert bij joncvrouwe Anna van Outheusden, weduwe wijlen Aernt Coebel, die versouckende is aen de staten van Hollant, dat men haer soude willen verleenen den tijt van XII jaeren omme te furneren ende up te brengen tot afflossinge van de renten, daermede tgemeen lant belast is, tgunt zij bij slote van haere laetste reeekeninge schuldich zal blijven, al breder in de voorsz. requeste geroert. Is geresolveert ende onse gedeputeerden volcomen last gegeven omme hem te conformeren met de anderen staten indijen deselve de weduwe accorderen atterminatie van IIII off V jaeren ende anders nijet.

Stapel.

5. Nopende zeeckere oncosten, gedaen tegen die van Dordrecht, beroerende de stapel, die in reeckeninge gebracht werden de staten van Hollant, welcke oncosten die van Dordrecht voor zooveel hen aangaet geroijeert hebben ende nijet passeren willen, is in communicatie geleijt wat dat men daertegen doen zal, is geresolveert ende onze gecommitteerden last gegeven omme hem te conformeren met de meeste oppinien van de andere staten.

Advocaten van tgemeene landt.

6. Beroerende dat meester Adriaen Wenssen ende Niclaes Dijert den staeten aengegeven hebben, dat tcontract, dat zij met den staeten van Hollant gemaect hebben als advocaeten van tgemeen lant van Hollant, eerstdaechs expireren zal, is geresolveert ende onse gedeputeerden volcoemen last gegeven hem te conformeren met den anderen staeten.

[pagina 358]
[p. 358]

LIV.
1570 Maart 29.
Rapport.

1. Den XXIXen Martii 1570 stilo communi soo hebben Gijsbert Jan Maertsz., burgermeester, ende Jan Heij Gerritsz., als gedeputeerden de laetste dachvaert in den Haege bewaert hebbende, gedaen ter vroetsschap hoer rapport, alwaer gelesen is de propositie, bij den hartoge van Alve, gouverneur van Co. Mats. Nederlanden, den staeten van Hollant voorgehouden mitsgaders oick de notule van dachvaert. Is geresolveert als hijerna volcht.

Middelen.

2. Ende eerst aengaende de gedaen propositie is geresolveert ende onse gedeputeerden, die ter dachvaert reijsen zullen, volcoemen last gegeven omme in de dachvaert te hooren wat middelen aldaer uutgeslaegen zullen werden ende voorts te nemen rapport.

Doctor Junius.

3. Nopende tversouck van doctor Junius omme te hebben betaelinge van tpension, hem geaccordeert bij den staten, van IIc gulden tsjaers, is geresolveert ende onse gedeputeerden volcoemen last gegeven omme te verclaeren, dat, gesijen hebbende twerck van de voorsz. Junius, dat men hem alsdan toeleggen zal na behooren ende men bevint bij hem verdijent te zijn.

Advocaten van tlandt.

4. Angaende meester Claes Dijert ende meester Adriaen Wenssen, die de staten gedijent hebben als advocaeten ende nu versoucken nijeuwe commissie, mits dat boven heure ordinaris gaigen henluijden souden toegelaten worden te moegen brengen in declaratie heure consultatien off dat heur ordinaris gaige verhoocht zoude werden met een merckelicke somme, is geresolveert ende onse gedeputeerde volcoemen last gegeven omme hem te conformeren met de meeste oppinien van de andere steden.

[pagina 359]
[p. 359]

Impost.

5. Upte requeste, overgegeven den staeten bij Claertgen Bartelmeesdochter van Delft, als borge voor Cornelis Caescoper, eertijts pachter van den impost, versouckende atterminatie van XVIII jaeren om te betaelen XVIIIc gulden, daer zij in gecondempneert is, is geresolveert, dat men haer versouck affslaen zal.

Pijeter Cornet.

6. Up tversouck van den pensionnaris van Dordrecht Pieter Cornet, begerende recompense van de diensten, die hij den staeten gedaen heeft dese twee voorgaende jaeren, is geresolveert ende onse gedeputeerden volcoemen last gegeven omme hem te conformeren met de oppinien van de andere staten.

Wijck op Zee.

7. Up tversouck van den ambachtsbewaerders van die van Wijck up Zee is geresolveert, dat onse gedeputeerden hem conformeren zullen met de oppinien van de andere staten.

LV.
1570 April 8.
Xe penninck.

Den VIIIen April 1570 na Paesschen soo heeft meester Jan Jacobszoon, burgermeester, als de dachvaert in den Haeghe bewaert hebbende, ter vroetsschap gedaen zijn rapport. Ende is tenzelven daege oick upgelesen de notule van de dachvaert, begripende genouch alle tgundt ter dachvaert getracteert ende oick communicative aldaer uutgeslaegen is. Ende alzoo onse gedeputeerden upten Xen deser maent weder in den Haege wesen moeten ter dachvaert geresolveert upte propositie, gedaen up de moderatie van den Xen penninck van allen roerende goeden ende coopmansschappen, die vercoft zullen werden, ende den XXen penninck van alle onroerende goeden, die vercoft zullen werden, ende noch den hondertsten penninck van de waeren van allen goeden teijnde dexpiratie van

[pagina 360]
[p. 360]

de zes jairen, ende oick van het interest, geprocedeert uut zaicke, dat den Xen ende XXen penninck nijet betaelt en is zedert tconsent - - zulcxs dexcellentie dat verstaet - - gegaen zoude wesen, is geresolveert ende onse gedeputeerden volcoemen last gegeven te verclaeren, dat de geeijschte Xen ende XXen penninck redundeert tot ganssche ruijne ende bederffenisse van tlant ende datse daeromme de voorsz. propositie affslaen zullen. Maer omme de Mat. te assisteren ende zijn affairen te helpen vorderen, datse hem conformeren zullen met de andere staten, die van oppinie zijn den Xen ende XXen penninck aff te coopen ende daervooren jaerlicxs te geven ende betaelen geduijrende de zes jaeren eerstcoemende twee hondert duijsent gulden tsjaers off meer, sulcks de meeste oppinien van de staten vallen zullen, daertoe onse gecommitteerden last gegeven wert omme hem mede te conformeren, welverstaende, dat nochtans dezelve penninghen niet gevonden zullen werden upte schiltaelen maer bij verdoublinge van den impost, margentaelen ende bij andere extraordinaris middelen, mits stipulerende, dat wij nijet geexecuteert zullen worden voor de IIcm gulden ofte meer tenzij dat den Xen ende XXen penninck ofte de redemptie van dijen, mede bij andere provincien geconsenteert, in treijn gebracht ofte geredimeert zal wesen.

LVI.
1570 April 14.
Xen, XXen penninck.

Den XIIIIen April 1570 na Paesschen soo hebben meester Jan Jacobsz. ende Gerrit Huygesz. Hopcoper, burgermeesteren, als de laetste dachvaert in den Haege bewaert hebbende, gedaen rapport. Ende is mede opgelesen de notule van de dachvaert, begripende ende inhoudende twee middelen omme te beantwoorden de propositie van den XIIIen Martii nopende den Xen ende XXen penninck. Ende alzoo de meeste oppinien van de staten geweest zijn te accorderen IIcLXXIm gulden tsjaers, ses jaeren geduijrende, voor de redemptie van den Xen ende XXen penninck, dan omme deselve penningen te

[pagina 361]
[p. 361]

vinden, sijn oock uutgeslaegen upte vergaderinge van de staten voorsz. verscheijden middelen. Is daeromme in communicatie geleijt bij wat middelen men de voorsz. penningen jaerlicxs furneren zal. Is geresolveert ende onse gedeputeerden volcoemen last gegeven om te persisteren bij de redemptie van den Xen ende XXen penninck ende daervooren te accorderen geduijrende de ses jaeren jaerlicxs IIcLXXIm gulden. Ende beroerende bij wat middelen men de voorsz. somme vinden zal, is de voorsz. gedeputeerden gecommitteert henluijden te conformeren met de andere oppinien van de staten, die henluijden duncken zullen de bequaempste middelen voort te brengen tot furnissement der voorsz. somme, welverstaende, dat nochtans deselve penningen nijet geheven noch geexecuteert zullen werden dan onder de conditie, in de voorgaende resolutie begrepen.

LVII.
1570 April 21.
Rapport.

1. Den XXIen April 1570 na Paesschen soo hebben Jan Gerrit Stempelsz., burgermeester, ende Gerrit Gerritsz., als gedeputeerden den XVen deser maent de dachvaert in den Haege bewaert hebbende, gedaen ter vroetsschap rapport van all tgeene, dat upte voorsz. dachvaert getracteert is.

Schiltaele.

2. Is eerst geresolveert, dat men up den upheve van trest, datter soude ontbreecken tot furnissement van IIcLXXIm gulden tsjaers up de schiltaele, dat ijegelick zal genijeten de vrijdom ende exemptie van de gewoonlicke gratien ende dat men tselve in de notule zal doen adderen.

 

3. Ende zijn voorts dandere zaicken gehouden in deliberatie.

[pagina 362]
[p. 362]

LVIII.
1570 Mei 2.
Thijenden, twintichsten penninck.

1. Den IIen Maii 1570 soo hebben Jan Gerrit Stempelsz., burgermeester, ende Pieter Hillebrantsz., als gedeputeerden de dachvaert upten XXVIIIen Aprilis in den Haege bewaert hebbende, gedaen ter vroetsschap hoer rapport, alwaer oick upgelesen is de notule van de dachvaert, inhoudende alsdat dexcellentie den hartoge van Alve, gouverneur, affslaende is tconsent, bij den staeten gedraegen upte redemptie van den Xen ende XXen penninck, persisterende bij de gedaen propositie, als den Xen, XXen penninck, noch daerover den tweeden hondertsten penninck, mitsgaders tversochte interest. Ende alzoo onse gedeputeerden up Vrijdach toecoemende weder in den Haege wesen moeten upte voorsz. petitie, is weder in communicatie geleijt off men den hartoge zijn petitie accorderen ende toestaen zal dan nijet. Is geresolveert ende onse gedeputeerden volcoemen last gegeven omme te persisteren bij de voorgaende resolutie, alhijer genomen, als te weten dexcellentie den hartoge in de plaetsse van den Xen, XXen penninck andermael den hondertsten penninck ende het interest te consenteren den tijt van zes jaeren, ijegelick jaer IIcLXXIm gulden tsjaers, zooverre dandere provincien universalick mede den Xen ende XXen penninck redimeren.

Middelen, geconcipieert, die onse gedeputeerden ter dachvaert proponeren zullen. Schiltaelen. Middelen. Imposten.

2. Het eerste middel te vinden Cm gulden vrij gelts bij de ordinaris middele van de schiltaele, mits genijetende ijegelick zijn gratie.

 

3. Tweede middel, dat men vinden zal veertichm gulden, gedestineert tot offlossinge van de renten, overschijetende uuten impost van de bijeren, wijnen ende turff, boven de belastinge van de jaerlicxe renten.

[pagina 363]
[p. 363]

4. Tderde bij belastinge van de margentaelen van de exempte.

 

5. TIIIIe dat men zoude opstellen eenigen impost upte wynen boven de ordinaris impost van XII st. up de ame.

 

6. Item dat men zal stellen een impost up vreempde bijeren, buijten tslants gebrauwen, van XX stuvers up ijegelick vat ende de joopenvaten na advenant de groote.

 

7. Item dat men zal stellen eenen impost op fluwelen, zijde laeckenen, camelotten, voesetten etc., ijegelick in regart van zijn waerde.

 

8. Item op laeckenen, dwelcke vercocht zullen werden del III gulden ende daerboven tot VI gulden ende VI gulden ende daerboven verdubbelt.

 

9. Voorts up linne laeckenen, die vercoft zullen werden voor X st. delle ende daerboven, mede een impost te stellen.

 

10. Voorts dat men stellen zal een impost op alle soute ongetonde huijden, die buijten tlant van Hollant gevoert zullen werden.

 

11. Ende trest, indijent noot is, datter noch soude moegen ontbreecken, dat men tselve zal vinden up verdoubbleringe van den impost van wijnen ende bijeren, mits dat geeximeert zullen blijven die bijeren, die vercoft zullen werden ijegelick vat tot V sc. Vlaems ende daeronder.

 

12. Nopende den impost, die up ijegelick pertije van tgundt voorsz. is gestelt zullen werden, is onse gedeputeerden volcoemen last gegeven omme hen te conformeren met de meeste oppinien van de andere staten.

LIX.
1570 Mei 9.
Thijenden, XXen penningh.

1. Den IXen Maii 1570 soo hebben meester Jan

[pagina 364]
[p. 364]

Jacobszoon, burgermeester, ende Dirck Jansz. Houck, als gedeputeerden de laetste dachvaert in den Haege bewaert hebbende, gedaen hoer rapport. Ende is weder in communicatie geleijt off men den hartoch accorderen zal de petitie, bij hem gedaen nopende den Xen, XXen penninck, andermael den hondertsten penninck ende daerover noch tinterest. Is geresolveert ende onse gedeputeerde last gegeven omme upte dachvaert te verclaeren, dat wij alsnoch persisteren bij de voorgaende resolutie, alhijer genomen, ende daer bijvougen, dat naedijen wij de Mat. ende de landen eet gedaen hebben te raiden tot vorderinge van de Co. Mat. zijne landen ende ondersaeten, dat wij daeromme nijet en vermoegen te accorderen de petitie van den Xen ende XXen penninck, angemerct tselve redunderen zoude tot achterdeele van de Co. Mat. ende tot geheele ruijne ende depopulatie van de landen, maer de Mat. tot redemptie van dijen toe te vougen de IIcLXXIm gulden tsjaers.

Interest.

2. Nopende tgeeijschte interest is geresolveert, dat men tselve offslaen zal ende nijet daervooren toevoughen.

LX.
1570 Mei 10.
Xen, XXen penningh.

Up huijden den Xen Maii 1570 soo is ter vroetsschap upgelesen de missive, bij ons gedeputeerden aen den burgermeesteren up huijden affgevaerdicht, inhoudende, dat alle de andere staten accorderen ende consenteren in de plaetsze van tgeeijschte interest van de uphevinge van den Xen ende XXen penninck te remitteren tgundt den hartoge van de staten geleent ende bij provisie gelicht heeft. Is daeromme in communicatie geleijt ende geraetslaecht off men onse gedeputeerden last geven zal omme hem te conformeren met de oppinien van de andere staten dan off zij persisteren zullen bij de voorgaende resolutie, alhijer genomen. Is geresolveert ende geconcludeert, dat men onse gedeputeerden schriven ende belasten zal de Mat.

[pagina 365]
[p. 365]

te accorderen, zooverre hij contentement neemt met de IIcLXXIm gulden tsaers, geduijrende zes jaeren, in de plaetsse van den Xen ende XXen penninck, in zulcke gevalle de Mat. noch daerenboven toevoughen ende quijt te schelden tgundt de staten de Mat. geleent hebben ende dat tot een gratuitee sonder eenichssins mentie te maecken, dat hetzelve toegevoucht wert voor de redemptie van tinterest. Want men nijet en verstaet in het interest gehouden te zijn.

LXI.
1570 Juni 12.
Thijende ende twintichste penningh.

Den XIIen Juni 1570 soo hebben meester Jan Jacobsz. ende Jan Gerrit Stempelsz, burgermeesteren, als gedeputeerden de laetste dachvaert tot Bruijssel bewaert hebbende, gedaen ter vroetschap hoer rapport, sulcks zij oick gedaen hebben den Ven derselver maent, ten fijne mijn heren hem te beter souden moegen delibereren. Ende is terzelver tijt upgelesen de notule van de dachvaert, daerinne geinsereert is tdispositijff van de acte van acceptatie, begripende onder andere, dat dexcellentie van den hartoge van Alve in de plaetsse van den Xen ende XXen penninck accepteert de somme van IIcLXXIm £ van XL groten Vlaems tpont tsjaers, alleenlicken den tijt van twee jaeren. Ende dat hij midlertijt aen de Mat. alle behoorlicke debvoir doen zal ten eijnde dat de Mat. in de plaetsse van Xen ende XXen penninck hem zal laeten tevreden stellen met hun voorsz. quote voor de vier resterende jaren, mits dat de voorsz. IIcLXXIm gulden tsjaers over de II jaeren loop beginnen zal te nemen up den IIIen dach van Augusto lestleden. Ende voor zooveel angaet de IIen hondertsten penninck, in tconsenteren van denwelcken die voorn. staten van Hollant affirmeren ende vast toeseggen, als goede ende getrouwe ondersaeten te doen - - ingevalle van nooden - - als andere, sijn excellentie aenmerckende, dat denzelven hondertsten penninck alrede bij diversche andere staten geconsenteert is, houdende mitsdijen taccort van de staten voor absoluijt ende volle consent,

[pagina 366]
[p. 366]

ende tselve oversulcks accepterende. Ende alzoo den hartoch de staten belast heeft naer huijs te trecken ende dat zij den president van Hollant verclaeren ende aengeven zouden off zij tevreden zijn hem te reguleren nae de forme van de voorsz. acte van acceptatie ofte anders soude dexcellentie doen procederen tot collectatie ende upheve van Xen ende XXen penninck, is daeromme in communicatie geleijt off men consenteren zal te achtervolgen de acte van acceptatie dan off men die affslaen zal ende wat men vorder doen zal. Is daerup geresolveert ende onse gedeputeerden, die ter dachvaert reijsen zullen, volcoemen last gegeven, datse upte vergaderinge van de dach vaert - - die den XVen dezer maent ende naevolgende daegen in den Haege gehouden zal werden - - verclaeren zullen, alsdat die van der Goude persisteren bij tvoorgaende consent, bij den staten van Hollant den hartoge tot Bruijssel geoffereert, ende indijen hij tselve nijet en wil accepteren, dat die van der Goude de patientie nemen zullen ende gedogen als getrouwe ondersaeten den upheff van den Xen ende XXen penninck, twelck redunderen zal tot gehele ruijne van den lande, twelck zij liever sonder consent te draegen gedogen dan met hoerluijder consentGa naar voetnoot1).

LXII.
1570 Juni 18.
Xen, XXen penningh. Petitie.

1. Den XVIIIen Junii 1570 soo heeft Jan Gerrit Stempelsz., burgermeester, als gedeputeerde met meester Jan Jacobsz., oick burgermeester, in den Haege bewaert hebbende de dachvaert, ter vroetsschap gedaen zijn rapport ende onder andere mijn heren aengegeven, hoedat dedelen, Dordrecht, Haerlem, Delft, Amstelredam accepteren dacte van acceptatie soo die leijt ende bij de excellentie den hartoge van Alve gedaen is op tconsent, bij die van Hollant gedraegen opte redemptie van den

[pagina 367]
[p. 367]

Xen ende XXen penninck, mits dat men daerbij adjecteren zal sooverre universalijck over de XIII provincien gelijcke consent voor de redemptie naer advenant gedraegen ende opgeheven werde, mits oick, dat de anderde Ce penninck nijet eer geheven en zal werden dan na de expiratie van de zes jaeren ten waere de landen bij eenige heijrcracht ende formele armeije geinvadeert werden ende dat van gelijcken alsdan universalijck over de ander provincien den anderden Cen penninck opgeheven werde, ende alzoo de voorschreven gedeputeerden ter dachvaert doppinie van ons op hebben gehouden tot zij mijn heren van de oppinie van de andere staten geadverteert souden hebben, is daeromme in communicatie geleijt off men onse gedeputeerden lasten zal hen te conformeren met de andere staten ende dacte van acceptatie zoo die leijt te accepteren, dan off wij persisteren zullen bij de voorgaende resolutie, alhijer genomen, ende onse oppinie - - die aparentelijck zal wesen singulier - - apart ende alleen zal laeten stellen, waerover groote indignatie te verwachten waer, is daeromme geresolveert ende onse gedeputeerden last gegeven omme hen te conformeren met de meeste oppinien van de andere staten, mits dat men de voorschreven adjectie ende conditie in de acte van consent off acceptatie doen insereren zal.

Middelen.

2. Nopende de geconcipieerde middelen is de burgermeesteren ende die zij tot hem in den Haege nemen zullen ter dachvaert volcomen last gegeven met de andere staten te resolveren ende de middelen modereren zulcks zij bevinden zullen best ende oerbaerlicxte te wesen.

LXIII.
1570 Juli 31.
Rapport.

1. Den laesten Julii 1570 soo hebben meester Jan Jacobszoon ende Jan Gerrit Stempelsz., burgermeesteren, in den Haege geweest zijnde ter laetster dachvaert, ge-

[pagina 368]
[p. 368]

daen hoer rapport, alwaer oick opgelesen is de notule van de dachvaert ende naedemael genouch rapport genomen is op de navolgende pointen, is op ijegelijck geresolveert als hijerna volcht.

Beschencken dochter van de Keyserlicke Mat.

2. Eerst nopende tbeschencken van de dochter van de Keij. Mat., toecomende medegesellinne van den coninck van Spangen, ons genadichs heren, daer dexcellentie de hartoge van Alve goetdunckt, dat de staten van herwertsovere tselve haere Mat. presenteren zouden hondert duijsent croonen eens, daerinne de portie van Hollant bedraegen zoude XXIXm ℔, is geresolveert, dat onse gedeputeerden hen sullen conformeren met de meeste oppinien van de andere staten van Hollant ende dat onse gedeputeerden deselve staten aendijenen zullen, dat die van Hollant in de zomme, die geschoncken zal worden, nijet meer behooren te supporteren dan een achtste deel, naer gewoonte.

Beveijlinge van waeteren ende stroomen.

3. Beroerende de uutlegginge, die gedaen wert voor de beveilinge van de wateren ende stromen, is geresolveert, dat men de stroombeschermers ende wachters affdancken zal.

 

4. Aengaende, dat ter dachvaert uutgeslagen is omme de grave van Boussu, stadthouder, een propijn te doen van XIIm ℔, is geresolveert, dat men tselve alsnoch in suspens houden zal.

Hartoghe van Bruijnswijck.

5. Opte doleantie, gedaen bij den impostmeester van den Haege van dat hij geen betaelinge en weet te verkrijgen van de furstelijcke genade den hartoge tot Brunswijck van den impost, alzoo zijnder F.G. verstaet daerin nijet gehouden te zijn, is geresolveert, dat men reguleren zal volgende voorgaende reeckeninge van den impostmeester van Schoonhoven.

[pagina 369]
[p. 369]

LXIV.
1570 Augustus 2.
Schepen van oorloge.

Den IIen Augusti 1570 is ter vroetsschap opgelesen de missive, geschreven bij mijn heer den president van Hollant, doer laste van den grave van Boussu, stadthouder over Hollant, bij dewelcke mijn heeren geadverteert werden, hoedat dexcellentie doet equiperen ende toerusten zeeckere schepen van oorloge tot bewaringe ende beschermenisse van de zee ende buijssen, ende omme te vervallen de oncosten, die deshalven gedaen zijn ende noch gedaen zullen werden, de hertoge van Alve, gouverneur van de Co. Mats. Nederlanden, van wille ende meeninge is te doen lichten den impost van vijff schellingen groten Vlaems op tvat van de wijnen, die sedert den eersten Januarij lestvoorleden herwertsover gebrocht zijn, achtervolgende die annotacien ende cautien, die daeraff gehouden, genomen ende gepresteert zijn, insgelijcks die alsnoch ingebrocht zullen werden totten laesten Decembris eerstcoemende, sonder na dijen dach vorder continuacie, waertoe de hartoge begerende is consent ende vruchtbaer antwoordt te hebben opte anstaende vergaderinge, die tot Nimwegen wesen zal, waerop bij mijn heeren van de vroesschap geresolveert is ende onse gedeputeerden volcomen last gegeven omme hen te conformeren mette meeste oppinien van de andere staten.

LXV.
1570 Augustus 18.
Rapport.

1. Den XVIIen Augusti 1570 soo heeft Jan Gerrit Stempelsz., burgermeester, als de laeste dachvaert in den Haege bewaert hebbende, gedaen zijn rapport ende is op de naevolgende zaecken, daer genomen was rapport, geresolveert soo hijernae volcht ende zulcks oick op de notule van de dachvaert geannoteert is.

[pagina 370]
[p. 370]

Imposten.

2. Nopende off men den nijewen impost van wijnen ende bijeren zal doen verpachten dan off men die zal doen collecteren, is geresolveert, dat men den impost van de wijnen ende bijeren zal doen verpachten.

 

3. Beroerende de swaricheijden opte vergaderinge bevonden van de bijeren van XX stuvers buijten den impost te eximeren, is geresolveert, dat men de cleijne bijeren van 20 stuvers zal eximeren volgende toctroij.

 

4. Is geresolveert nopende den impost op tcoorn ende graenen, dat men dat zal verpachten.

 

5. Is geresolveert nopende den impost van slaen ende steecken van alle hoornbeesten, dat men die zal doen verpachten.

 

6. Nopende den impost opte boeter ende kaese is geresolveert, dat men die zal doen verpachten.

 

7. Is geresolveert, dat men den impost opte fluwelen, satijnen, damaste, wolle, laeckenen, geldende boven de L stuvers, zal doen verpachten.

 

8. Is geresolveert, dat men den impost opte olije ende van den haringk verpachten zal.

LXVI.
1570 September 9.
Rapport.

1. Den IXen September 1570 soo heeft Jan Heij Gerritsz., als de laetste dachvaert in den Haege bewaert hebbende met Jan Gerrit Stempelsz., burgermeester, gedaen zijn rapport ende nadijen op Maenendach toecomende dachvaert in den Haege wesen zal omme te resolveren op zeeckere pointen, daer in de voorgaende dachvaert genomen is rapport, is geresolveert op elcks zoo hijerna volcht.

[pagina 371]
[p. 371]

Visserie.

2. Beroerende de requeste van die van de visscherije, die versouckende zijn van de zeven stuvers op ijegelijck last harings geeximeert te zijn ende voorts IIm gulden tot subsidie van de vier geruste oorloochsschepen, is geresolveert ende onse gedeputeerden, die ter dachvaert reijsen zullen, volcomen last gegeven omme hen te conformeren met de meeste oppinien van de andere staten.

Grave van Bossu.

3. Nopende den propijn, die men doen soude den grave van Boussu, is geresolveert ut supra.

Advocaet in den grooten raedt te Mechelen.

4. Beroerende de nominatie van een advocaet in den groten rade tot Mechelen in de plaetsse van meester Jan Coemans, die gepromoveert is tot den staet van raidt aldaer, is geresolveert ut supra.

Predickheren in den Haghe. Glas.

5. Op de requeste van de Predickheren in den Haege, versouckende een glas gegeven te hebben in heur kercke, is geresolveert ut supra.

Schiltaelen.

6. Beroerende omme te doen contribueren die steden, dorpen ende landen, buijten die schiltaelen gelegen, ende op wat somme men dieselve steden, dorpen ende landen stellen zal, is geresolveert ut supra.

LXVII.
1570 September 23.
Petitie.

Den XXIIIen Septembris 1570 soo is ter vroetsschap opgelesen twee missiven van den hove van Hollant ontvangen bij mijn heeren de burgermeesteren, wesende de

[pagina 372]
[p. 372]

een gedateert den XVIenGa naar voetnoot1) Septembris lestleden, bij de welcke de president van Hollant mijn heren adverterende is, dat de hartoch van Alve begeert te hebben een obbligatie van XVm gulden, te betaelen ten lancksten in teijnde van de maent van November toecoemende ende dat in minderinge van de portie ende tcontingent van die van Hollant in de gifte van de hondert duijsent cronen, onse coninghinne bij de generale staten geschoncken, ende alzoo het den XXIVen dezer maent dachvaert wesen zal in den Haege omme bij de staten daerop te resolveren, is daeromme bij mijn heren op desen geresolveert ende onse gedeputeerden last gegeven omme hen te conformeren met de meeste oppinie van de andere staten ende zooverre, datter drie tegen drie steecken, deen partije accorderende ende dander affslaende, dat onse gedeputeerden hen conformeren zullen met degeene, die in tversouck accorderen, mits dat men letten zal op tcontingent van die van Hollant. Nopende de IIe missive, bij twelcke de hartoch versouckende is, dat de staten furneren zouden trest, dat se noch van de IIcLXXIm gulden, gevallen den XIIIsten Augusti lestleden, schuldich zijn, ende voorts, dat de staten obbligatie passeren zouden van tweede jaer, is geresolveert ut supra.

LXVIII.
1570 October 23.
Petitie.

1. Den XXIIIen October 1570 is ter vroetsschap opgelesen zeeckere missive van den hove van Hollant, gedateert den XVIIIen October 1570, bij dewelcke den burgermeesteren ende regierders belast wert hoere gedeputeerden te schicken den XXVIen deser maent tsavonts in den Haege omme met den anderen te adviseren belangende de middelen, hoe ende in wat manieren men ten besten zal furneren de XVm ponden van XL groten tpont over het eerste termijn van tgundt die Mat. van

[pagina 373]
[p. 373]

de coninginne van Spangien geschonken is; voorts opte rescriptie ende acceptatie van dexcellentie van den hartoch van Alve nopende tconsent, bij de staten den XXVIsten Septembris lestleden gedragen, mitsgaders oick omme taenhoren trapport van de commissarissen, die de nijeuwe imposten verpacht hebben; waerop bij mijn heren van de vroetsschap geresolveert is ende onse gedeputeerden volcoemen last gegeven omme hen in de vergaderinge van de staten te conformeren met de meeste oppinien van de andere staten.

Propijn grave van Bossu.

2. Nopende tpropijn, dat men den grave van Boussu doen zoude, is geresolveert, dat onse gedeputeerden hen conformeren zullen met de meeste oppinien van de andere staten ende vermanen zullen off tschencken van propijn nijet en zal zijn contra tplaccaet, lest gepubliceert.

LXIX.
1570 December 2.
Rapport.

1. Den IIen December 1570 soo heeft meester Jan Jacobsz., burgermeester, als de laetste dachvaert, gehouden in den Haege, bewaert hebbende, gedaen ter vroetsschap zijn rapport, alwaer oick de notulen, gehouden van de resolutien ende besongien, aldaer gevallen, opgelesen zijn, ende alsoo op eenige pointen rapport genomen is, zijn dezelve in communicatie geleijt ende is geresolveert op ijegelijck zulcks hijerna volcht.

Remonstrantie.

2. Eerst angaende de geconcipieerde remonstrancie, die men de Mat. doen zoude opte vier pointen, in de notulen van de dachvaert begrepen, is geresolveert, dat men de remonstrancie zulcks laeten ende die aen den hartoch doen dresseren zal.

Propijn grave van Bossu.

3. Beroerende het propijn, dat men aen den grave

[pagina 374]
[p. 374]

van Boussu doen zoude, ende oick aen den griffier van Hollant, is geresolveert, dat men daerop voor desen tijt nijet letten en zal maer in suspens houden.

Bol.

4. Volgende het aengeven, bij den ontvanger Bol de staten van Hollant gedaen, is in communicatie geleijt, bij wat middelen men vinden zal de penningen, die te cort coemen zullen uut de nijeuwe opgestelde imposten omme te betalen de IIcLXXIm ponden in de plaetse van den Xen ende XXen penninck geconsenteert, is geresolveert, dat het althans geen tijt en es omme ten fijnne alsvooren eenige middelen te excogiteren maer dat men dat op zijn beloop zal laeten staen.

Bol.

5. Opte vraege van den ontvanger Bol, wesende off hij continueren zal de sommatien ende executien elck voor zijn portie over die landen, die nijet en zijn geinundeert, is geresolveert, dat hij daermede supersederen zal.

LXX.
(1571 Februari 13.)
Dachvaert.

Is mede gelesen de missive van den hove, bij dewelcke geordonneert wert onse gedeputeerden in den Hage te schicken tegens den XVIen deser maent omme te aenhoren tgund hen voorgehouden zal werden. Is geresolveert, dat onse gedeputeerden hen in den Hage ter dachvaert vinden zullen ende opt geproponeerde rapport nemen.

LXXI.
1571 Februari 26.
Rapport.

1. Den XXVIen Februarii 1571 stilo communi hebben meesters Dirck Winsz. ende Jan Jacobsz., burgermeesteren,

[pagina 375]
[p. 375]

als de laetste dachvaert in den Haege bewaert hebbende, gedaen ter vroetsschap rapport, waerop gelesen is de notule van der dachvaert ende angemerkt opte voirscreven vergaderinge genomen was rapport up eenige poincten, is daerup geresolveert zulcks hijerna volcht.

Remonstrantie.

2. Eerst nopende dantwoirde ende resolutie, die de hartoge gedaen heeft up de leste remonstrantie, bij de staten overgesonden, is geresolveert, dat onse gedeputeerden ter dachvaert verclaren zullen, dat die van der Goude alsnoch insisteren bij de voirscreven remonstrantie, daerbij vougende de swarigheit, gecoemen doer de laeste inundatie.

Beede.

3. Nopende de contributie in de beede van IIcLXXIm ℔ van de ondersaten van den grave van Buijren, onder Hollant sorterende, mitsgaders van die van Wijchen ende Heusden, is geresolveert, dat onse gedeputeerden hen conformeren zullen met de meeste oppinien van de andere staten.

Brabant. Imposten.

4. Angaende de doleantie, gedaen bij de staten van Brabant aen den hartoch van Alve als gouverneur, versouckende, dat die van Hollant geordonneert zal werden off te doen den impost upten turff, bier, caes ende harinck voor zooveel als angaet de preiuditie van Brabant, is geresolveert ende onse gedeputeerden volcomen last gegeven omme te verclaren, dat die van der Goude insisteren bij toctroij, den staten verleent, beroerende de nijeuwe gestelde imposten.

Die van Roon ende Pendrecht.

5. Beroerende tversouck van die van Roon ende Pendrecht ende den here van Roon, versouckende quijtscheldinge van den lesten termijn van den hondertsten penninck ende van de seven stuvers upte morge, is geresolveert ende onse gedeputeerden volcomen last gegeven

[pagina 376]
[p. 376]

omme hen te conformeren met de meeste oppinien van de andere staten.

 

6.Ga naar voetnoot1) Uptie zaicke, in communicatie geleijt in de voorgaende dachvaert, hoe men procederen zal omme te doen contribueren die landen, die nijet geinundeert en zijn ende oick die geinundeerde landen voor zooveel alst roert die oude zeven grooten tot betalinge van de renten etc., breeder in de notulen van de dachvaert geroert, is geresolveert ende onse gedeputeerden volcomen last gegeven omme hen te conformeren met de meeste oppinien van de andere staten.

Muntmeester tot Dordrecht.

7. Beroerende, dat die van de financien aen die van de reeckeninge gescreven hebben omme aff te doen de provisien penael bij de staten van Hollant verkregen tegen Jheronimus Brunseels, wesende een geboren Brabander, gecommitteert muntmeester tot Dordrecht, is geresolveert ende onse gedeputeerden last gegeven als boven.

Visserie haringhvaert.

8. Op de requeste van die van de visscherije van de harinckvaert, versouckende, dat de impost, gestelt op ijegelijck last haringk, offgedaen zoude werden, is geresolveert, dat men den requiranten hoer versouck ontseggen sal.

Texel.

9. Opte requeste van de burgermeesters ende regierders van Texel, versouckende, dat men hen soude willen remitteren van de restanten, die sij noch schuldich zijn ende voorts ongemoijt te laeten den tijt van X ofte XII jaeren, is geresolveert ende onse gedeputeerden volcomen last gegeven omme hen met de meeste oppinien van de andere staten te conformeren.

[pagina 377]
[p. 377]

LXXII.
1571 Maart 7.
Remonstrantie.

1. Den VIIen Martii 1571 stilo communi is ter vroetsschap gelesen de missive van onse burgermeesteren als in den Haige ter dachvaert zijnde, bij dewelcke zij mijn heren adverteren, dat bij de staten geresolveert is, dat men persisteren zal bij de voorgaende remonstrantie, aen den hartoge van Alve gesonden, ende daerbij noch te vougen zeeckere articulen ende zwaricheijden, overcoemen doer de laeste inundatie etc. ende alzoo de meeste oppinien van de staten zijn, dat men zoude versoucken enen commissaris, die nemen zoude oculaer inspectie van de grote schade, die alrede geschijet is, ende nadijen de voernoemde burgermeesteren daertoe geen last en hadden, hebben daerup genomen rapport, twelck in communicatie geleijt is ende geresolveert, dat onse gedeputeerden verclaeren zullen, dat men geen commissaris versoucken en zal maer dat men de voorschreven remonstrantie staetsgewijs doen zal.

Visserie haringhvaert.

2. Angaende de doleantie, gedaen bij die van de visscherije van de haringkvaert, nopende die zeven stuvers op tlast harincks, dat in Hollant gebracht wert, proponerende, dat men bij andere middelen impost stellen zoude, te weten II off III stuvers op elcke tonne, die in Hollant vertijent zoude werden, is geresolveert, dat men onse burgermeesteren schriven zal, dat men de tegenwoordige impost van VII stuvers op tlast offdoen zoude ende eenen nijeuwen impost daerop stellen, zulcks uutgeslagen is.

Turff.

3. Voorts angaende datter bij de staten uutgeslegen is, dat men solliciteren zoude aen de majesteit, dat men geen torff uut Hoollant zude mogen voeren, is geresolveert, dat onse gedeputeerden dat affslaen zullen ende in tversouck te doen nijet consenteren, consideratie nemende,

[pagina 378]
[p. 378]

dat deze stadt daerbij grotelicks geintresseert zoude wesen in de neringe van de poorters ende inwoonders, oick, dat veel jaren tmeerendeel van de schepen aen lant zoude moeten blijven.

Privilegie om de moeren te verdelven.

4. Dat oick onse gedeputeerden mede ter dachvaert vermaenen zullen, dat die van der Goude gepreviligeert zijn hoere moeren te mogen verdelven ende die uutvoeren. Ende bij gevalle van overstemminge, dat onse gedeputeerden daervan protesteren zullen ende exhiberen copie van onse octroijen.

 

5. Is mede ommegevraecht wat dat men doen zal nopende van den staet over te seijnden van de lasten van de stadt ende die copien van de octroijen, uut machte van dewelcke de stadt belast is geweest. Is geresolveert, dat men daermede als noch supersederen zal tot onse gedeputeerden thuijsgecoemen zullen wesen ende dat men provisionael zal doen copieren de octroijen.

LXXIII.
1571 April 18.
Verseegelinghe.

1. Den XVIIIen April 1571 is ter vroetschap opgelesen de notule van de voergaende dachvaert, mitsgaders copie van de missive van den hartoch van Alve, daerbij zijne excellentie beantwoordt de resolutie, bij de staten overgesonden, begerende de voorschreven zijne excellentie, dat de staten souden versegelen de obligatie van hondert duijsent ponden van XL groten, ende alzoo dachvaert op morgen wesen zal in den Hage omme opte voorschreven zaecke te resolveren, is tselve geleijt in communicatie. Is geresolveert ende onse gedeputeerden last gegeven soo verde drie litmaeten van de staten accorderen de versegelinge, dat wij in zulcken gevalle mede in de versegelinge consenteren zullen ende evenverre vier litmaten van de staten de verzegelinge offslaen, dat onse gedeputeerden hem daermede conformeren zullen.

[pagina 379]
[p. 379]

Reeckeningen.

2. Beroerende off men de reeckeningen, die noch te doen staen, deselve Numan VIII off X dagen van te vooren communiceren zal, is geresolveert, dat men geen nijeuwicheden maicken en zal.

Munte.

3. Beroerende de zaicke van den muntmeester van Dordrecht is geresolveert ende de burgermeesteren, die te dachvaert reijsen zullen, volcomen last gegeven omme met de andere staten desangaende te resolveren.

Coebel, grobendonck.

4. Nopende de IIImVcXXXII ℔ XVIII s., die geordonneert was den ontvanger Bol te recouvreren van mijn heere van Grobbendonck, die sustineerde daervan verantwoerd te hebben etc., breder in de notule geroert, is geresolveert, dat onse gedeputeerden ter dachvaert verclaren zullen, dat dit de staten nijet en roert ende daeromme de weduwe van Coebel stellen zullen tegen den here van Grobbendonck.

Hondertste penningh.

5. Eodem die heeft Jan Heij Gerritsz. mijn heren van de vroetsschap aengegeven ende geadverteert hoedat hij van sconincks wegen gecommitteert is totte correctie van de tauxatie van den hondertsten penninck, versouckende, dat men van tstadswegen hem bij forme van leeninge ende provisionael soude accorderen betaelinge van de dagen, die hij in de besoingne vaceren zal, presenterende ende belovende, zoo wanneer hij van de Mat. geloont zal wesen, de penningen, die hem toegeleijt zullen wesen, te restitueren, is geresolveert, dat men vereijsschen zal, hoe in andere steden gedaen zal werden, omme dat wetende alsdan te resolveren.

[pagina 380]
[p. 380]

LXXIV.
1571 April 30.
Rapport.

1. Den laesten April 1571 hebben meester Jan Jacobszoon ende Jan Gerrit Stempelszoon, burgermeesteren, als de laeste dachvaert in den Haighe bewaert hebbende, gedaen ter vroesschap hoer rapport ende alzoo op de navolgende pointen genomen was rapport omme dat in te brengen ter naestvolgender dachvaert, twelck op den IIIden Maij toecomende wesen zal, is geresolveert zoo hijerna volcht.

Cm £.

2. Eerst nopende de versochte versegelinge van hondert duijsent ponden is geresolveert ende onse gedeputeerden volcomen last gegeven omme geen consent in de voorschreven versegelinge te dragen, nadijen de staten geen middelen en weten omme de penningen te furneren.

Donatijff grave van Bossu.

3. Beroerende tdonatijff, dat men den grave van Boussu, stadthouder, doen zoude, is geresolveert ende onse gedeputeerden last gegeven omme hen te conformeren met de meeste oppinien van de andere staten mits dat de penningen coemen zullen uut tcantoer van Coebel ende dat de propijn geschijeden zal bij consent van de Co. Mat.

 

4. Beroerende daer rapport genomen is omme te resolveren opte rescriptie, die zijne excellentie gedaen heeft den XXIIen Martii opte resolutie ende remonstrantie van de staten, daer dexcellentie nijet en beantwoordt tgeen dat de staten verthoonen, is geresolveert, dat onse gedeputeerden ter dachvaert verclaeren zullen, dat men bij de voorschreven remonstrantie insisteren zal ende dat staetsgewijs doen zullen.

LXXV.
1571 Mei 5.
Verzeegelinghe.

1. Den Ven Maij 1571 hebben meester Jan Jacobsz.

[pagina 381]
[p. 381]

ende Gerrit Huigen, burgermeesteren, als gedeputeerden de laetste dachvaert in den Haege bewaert hebbende, ter vroetsschap gedaen hoer rapport ende alzoo heurluider laste was de versegelinge, van de Cm ℔ versocht, nijet te accorderen, maer alzoo deedelen met die eerste vijff groote steden van Hollant geaccordeert hebben de voerschreven versegelinge te betaelen in de Bamisse-merct eerstcoemende ende dat in den Haige met lopents gelt sulcx dan cours ende in coopmansborse loop hebben zal, ende nadijen de voerschreven gedeputeerden de oppinie van die van der Goude alsnoch niet verclaert hebben maer belooft hebben die op tavont bij missive over te zeijnden, is daeromme in communicatie geleijt off die van der Goude hen zullen conformeren met de eedelen ende andere steden, is geresolveert, dat men aen den president schriven zal, dat die van der Goude hen mede conformeren met doppinie van de eedelen ende vijff steden.

IXmIIcLXXIGa naar voetnoot1) ponden.

2. Ten voerschreven daege is mede opgelesen de missive van den hartoch van Alve, geschreven aen de staten van Hollant uut Bruijssel den XXen April lestleden, bij dewelcke zijne excellentie versouct, omme redenen in de missive geroert, dat die van Hollant zoude promptelijcken doen furneren IXmIIcXLVII ponden bij den ontvanger Bol op het tweede jaer van de bede van IIcLXXIm ponden, is geresolveert ende onse gedeputeerden last gegeven zooverre drie oppinien van de andere staten in tfurnissement van de voerschreven somme accorderen, dat zij hen van tstadswegen mede daerbij conformeren zullen.

LXXVI.
1571 Mei 29.
Rapport.

1. Den XXIXen Maij 1571 soo hebben meester Jan Jacobsz. ende Jan Gerrit Stempelsz., burgermeesteren, als de laeste dachvaert in den Haghe bewaert hebbende,

[pagina 382]
[p. 382]

gedaen ter vroetschap hoer rapport ende nadijen in de voorschreven dachvaert genomen is op de navolgende zaicken rapport, daerop geraetslaecht ende geresolveert is zoo hijerna volcht.

Petitien.

2. Beroerende omtrent een hondert duijsent gulden, die bij calculatie bevonden werden dat de staten te cort coemen boven alle tgeene, dat daer innegecoemen es ende noch incommen zal tusschen dit ende Bamisse, ter furnissement van de IIcLXXIm ℔, geconsenteert in den plaetse van Xen ende XXen penning, is ommegevraecht bij wat middelen men deselven penningen vinden ende furneren zal. Is daerop geresolveert, dat men de middelen, waerbij men deze somme furneren zal, houden zal in surcheance ende dat onse gedeputeerden daerop rapport zullen nemen, maer zooverre men middelen zal moeten proponeren, dat die van der Goude geen ander en weten dan bij vercopingen van renten.

Seven grooten.

3. Is oick gevraecht of men de geinundeerde landen zal doen sommeren voor de zeven grooten tot betaelinge van de renten, daerop geresolveert is, dat men daermede alsnoch surcheren zal.

Roeijbaersen.

4. Nopende tversoucke van de toerustinge van de roijbaersen etc. is geresolveert, dat men geen versouck doen en zal.

LXXVII.
1571 Juni 22.
Rapport.

1. Den XXIIen Junij 1571 soo hebben meester Jan Jacobsz. ende Gerrit Huigen, burgemeesteren, als de laetste dachvaert in den Haege bewaert hebbende, gedaen ter vroetschap hoer rapport, alwaer oick gelesen is de notule van de dachvaert met andere munimentenGa naar voetnoot1)

[pagina 383]
[p. 383]

daertoe dienende. Ende alzoe op eenige pointen genomen was rapport, is geresolveert op ijegelic point als hijerna volcht.

Grave van Buijren.

2. Angaende de vrijdom, gepretendeert bij de grave van Buijren ende daffcortinge vant XLVIIe deel van de bede, bij de staten gebracht in uutgeven op den staet van teerste jaer van de bede van IIcLXXIm £, is ommegevraecht of de staten persisteren zullen zulcks dat in uutgeve opte voorscreven eerste staet gebracht is dan off de staten de voorscreven exemptie tot laste vant lant houden zullen. Is geresolveert, dat de staten persisteren zullen omme de voorscreven gepretendeerde vridom in uutgeeff opte voorscreven staet te doen strecken.

Middelen.

3. Beroerende bij wat middelen men de penningen, te cort coemmende tot furnissement van de bede van IIcLXXIm £ vinden zal, daertoe eenige middelen in de vergaderijnge van de dachvaert uutgeslagen zijn, is geresolveert, dat die van der Goude verclaeren zullen, dat men de penningen vinden zal opten impost van de bijeren, die ten platte lande bij de tappers gesleten ende vercocht werden ende dat men de reste vinden zal bij vercoopinge van renten.

Secreet houden. Clerck de notulen secreet te houden.

4. Beroerende de clachten, die van nijeus in de staten gecomen zijn, dat het gebesoingneerde van de staten geopenbaert wert, offt nijet genouch wesen en zal, dat ten comptoire van den ontvanger gelevert zal worden extract van de zaicken, alleenlijcken tcomptoir concernerende, is geresolveert, dat men den ontvanger van nu voortaen nijet meer en zal doen leveren uute resolutien dan tgeene tcantoer betreft ende dat men voerts den clercq, die de notule schrijft, belasten zal, dat hij die tot zijnen huijse expedieren ende die secreet houden zal.

[pagina 384]
[p. 384]

Muntmeester tot Dordrecht.

5. Angaende van tversouck ende doleantie, gedaen van wegen den muntmeester van Dordrecht van dat doude placcaten strictelijcken in Vlaenderen ende Brabant worden geobserveert, daerbij de gezworen wisselaers wert bevolen alle heure materialen van silvere ende gout te brengen ter munte van de provintien, daer zij wonachtich zijn, is geresolveert, dat men den muntmeester geen assistentie doen en zal in zijn versouck noch dat men oick geen doleantie van den gebreecke, die men seijt dat valle in de zilvere munte, doen en zal.

LXXVIII.
1571 Juli 4.
Staet van stadts incomen ende uijtgeeff.

Den IVen Julii 1571 heeft meester Jan Jacobsz., burgermeester, als de laeste dachvaert in den Haige bewaert hebbende, gedaen ter vroetschap zijn rapport, alwaer de notulen van de dachvaert upgelesen is, sulcks oick zeeckere missive van de luijden van de reeckeninghe in den Haighe, beroerende dat men overzeijnden zal den staet van den incoemen van de stad, met specificatie van de goeden, de stadt toecoemende, daerup geresolveert is, dat men schriven zal aen die van de reeckeninghe, dat wij geen ander staet en weten over te zeijnden dan als laest overgesonden en is.

LXXIX.
1571 Augustus 22.
Thijenden, XXen penningh.

1. Den XXIIen Augusti 1571 soo heeft Jan Gerrit Stempelsz., burgermeester, als met Gerrit Huigesz de dachvaert den XIen deser maent in den Hage bewaert hebbende, gedaen zijn rapport, alwaer opgelezen is zeeckere missive van den hartoch van Alve aen de staten van Hollant geschreven van date den lesten Julij, inhoudende, dat de Co. Mat. van wille was, dat men voorts zoude

[pagina 385]
[p. 385]

vaeren mitte pubblicatie ende executie van den Xen ende XXen penninck mit meer andere poincten ende middelen breder in de voorschreven missive begrepen, op tinhouden van dijen bij mijn heeren van der vroetsschap geadviseert ende geresolveert is ende onse gedeputeerden, die ter dachvaert reijsen zullen, last gegeven omme in de vergaderinge van de staten te verclaren, dat die van der Goude verstaen alsdatter geen absoluijt consent van den Xen ende XXen penninck gedragen en is, ten ware dat dexecutie van den Xen ende XXen penninck gebruijct werde generalicken over al de landen ende de provintien van de Co. Mat., conform de propositie van dexcellentie, maer omme de Mat. zijne lasten te helpen supporteren ende dragen ende die van der Goude, hen voegende als obediente dienaeren van zijne Mat., sijn van advise de Mat. te offreren IIcLXXIm £ van XL grooten tsjaers, als de II voorgaende jaren, in plaetse van den Xen ende XXen penninck betaelt zijn ende de penningen tecort coemende uute opgestelde imposten, dat de staten middelen adviseren zullen omme dese penningen te betalen, ende angaende de lossinge ende bevridinge van de renten, daermede tlant belast is, verstaen die van der Goude, dat het althans geen tijt en is omme eenige lossinge te doen ende dat men daermede in dese tijt behoert te supersederen ende voorts ende in alre reverentie te supplieren aen de excellentie, dat hem gelieve met de voorschreven offre van IIc ende LXXIm £ voer de naestvolgende vier jaeren te nemen contentement.

Visserije.

2. Die van de visscherije hebben versocht aen de staten omme hen toegevoucht te werden een merckelijke somme van penningen omme te mogen vervullen die toerustinge van vier bequame schepen van oorloge, dienende ter bescherminge van de visschers, daerop genomen is rapport zoodat tselve in communicatie geleijt ende daerop geresolveert is ende onse gedeputeerden last gegeven omme hen te conformeren met de meeste oppinien van de andere staten.

[pagina 386]
[p. 386]

Uijtvouringhe van turff.

3. Ten voorscreven dage is mede geresolveert, dat die van der Goude met adjoinctie van den rentmeester van Noorthollandt versoucken sullen bij requeste, dat de staten van Hollandt nijet geaccordeert en zouden werden de prohibitie van de uutvoeringe van de turff ende tot dijen fijne recouvreeren certificatie van tinterest, dat de Mat. in zijn tol ende sluijs daerdoer lijen zal, ende oick van de meenichte van de schepen, die deurdijen aparentelick aen lant zullen moeten blijven ende oick de personen, die uut zaicke van de voorscreven prohibitie leech zullen moeten gaen.

LXXX.
1571 September 3.
Xen, XXen penningh.

1. Den IIIen September 1571 soo heeft Jan Gerrit Stempelsz., burgemeester, als met Jan Heij Gerritsz., gedeputeerden, de voorgaende dachvaert in den Haege bewaert hebbende, gedaen ter vroetsschap rapport, alwaer oick gelesen is de notulen ende gebesoigneerde, opte voorscreven dachvaert gedaen, oick mede de geconcipieerde remonstrancie, dienende om dexcellentie te presenteren ende daerbij te versoucken, dat zijne excellentie zoude belijeven te desisteren ende doen ophouden de executie van den Xen ende den XXen penninck, naer lecture derselve ommegevraecht is off men bij deselve remonstrantie ijet adderen ende bijvoegen zal. Is geresolveert ende onse gedeputeerden, die ter dachvaert reijsen zullen, last gegeven, dat men de voorscreven geconcipieerde remonstrantie presenteren ende overleveren zal ende oick daerbij zal doen vougen, dat de landen van Hollant geene vruchten voort en mogen brengen dan met toemaickinge, misse ende anders ende oick groote costen moeten dragen, ende de landen winnen met tgebruijck van de moelens ende sluijsen, ende zoo deselve landen drooch maicken, die zonder tgebruijck van de voorscreven molens geen vruchten en zouden konnen voortbrengen.

[pagina 387]
[p. 387]

Advocaet van tlandt.

2. Is mede ommegevraecht off men den advocaet van tgemeen lant zal stellen in plaetsse van wijlen meester Jacob van Eijnde. Is geresolveert, dat men daermede alsnoch supersederen zal.

Haringhvaert.

3. Op tversouck van dengeenen, hem generende met de harinckvaert, beroerende de leeninge van VIm gulden, is geresolveert ende onse gedeputeerden last gegeven omme hem te conformeren met de meeste oppinien vande andere staten.

LXXXI.
1571 September 15.
XXVIIIm £. Schepen van oorloghe.

1. Den XIIIen September 1571 soo hebben meester Jan Jacobsz. ende Jan Gerrit Stempelsz., burgermeesteren, als gedeputeerden de dachvaert in den Hage bewaert hebbende den XIen der voorleden maent, gedaen rapport ende onder anderen gerapporteert, dat de staten gelevert zijn bij den grave van Boussu, stadhouder ende president van Hollant, ende den commissaris Loo missive van de hartoghe van date den VIIen deser maent, daerbij de staten anzocht worden, dat zij souden willen belasten den ontfanger generael van den beden Bol te verschijeten de somme van XXVIIIm gulden van XL grooten elx, om daermede te doen verversschen ende victuaillieren de schepen van oorloge, ten eijnde die noch II maenden souden mogen dijenen, van welcke somme zijne Ex. belooft den staten te doen rembourssemente bij handen van denselven ontfanger van den eersten penninck, procederende van de beden ende subventien in Hollandt, die zijnder Mat. naer dexpiratie van twee jaren voorleden aldaer toecoemen ende competeren, op welcke anzouck de voorschreven onse gedeputeerden genomen hebben rapport ende is daeromme tselve in communicatie geleijt ende onse gedeputeerden last gegeven omme tversouck

[pagina 388]
[p. 388]

van de Mat., sulcks hij dat doende is, te ontseggen maer sooverre de Mat. de voorscreven penningen versouckt te ontfangen in betalinge van tgeene, dat de staten van Hollant noch schuldich zijn als reste van de IIcLXXIm £ in plaetsse van den Xen ende XXen penninck, in welcke gevalle onse gedeputeerden volcomen last gegeven wert omme tvoorschreven versouck in zulcke schijn te accorderen, mits dat de imposten loop hebben zullen, die bij de staten opgestelt zijn achtervolgende toctroij van de Mat.

 

2. Na de voorgaende resolutie genomen was is mede ommegevraecht, dat indijen de oppinien van de staten tegen den anderen coemen te steecken, deen verclarende negatijff ende dandere consenterende, wat onse gedeputeerden alsdan verclaren zullen, is hun last gegeven hen te conformeren met degenen, die negatijff verclaren, maer sooverre vier van de staten accorderen het ansouck alsdan mede ons daermede te conformeren, welverstaende, dat de penningen (tot) betalinge strecken zullen als de voorgenoemde resolutie uutdruct.

LXXXII.
(1571 September 25.)
Thijenden, twintichsten penningh.

Ten voorscreven dage hebben mijn heren de burgermeesteren mijn heren van de vroetsschap angegeven, alsdat zij ontfangen hebben missive van den hove, bij dewelcke den castellain ende henluijden geordonneert wert te procederen tot de nominatie van drie persoonen totten opheff van den Xen ende XXen penninck, in conformite van de placcaet, onlancks gepubliceert, hebben daeromme de voorscreven burgermeesteren gerequireert advijs van mijn heren van de vroetsschap, soodat mijn heren van de wet ende vroetschap, gesaemptelick met de anderen daerop gedelibereert hebbende, eijntelijck tezamen, alst welvaren van de stadt besworen hebbende, geresolveert, dat men vooralsnoch met de nominatie supersederen zal totdat de burgermeesteren met de anderen steden

[pagina 389]
[p. 389]

tstaetsgewijs ter dachvaert zijn gecoemen ende hoer rapport gedaen zullen hebben.

LXXXIII.
1571 October 26.
Thijenden, XXen penningh.

Den XXVIen Octobris 1571 soo hebben meester Jan Jacobsz. ende Jan Gerrit Stempelz., burgermeesteren, als ter dachvaert te Bruijssel geweest zijnde, mijn heren van de vroetschap gerapporteert hoer wedervaeren, alwaer gelesen is de notulen van de dachvaert, begripende tgundt wes te Bruijssel getracteert is, mitsgaders de acte, inhoudende antwoort van dexcellentie opte remonstrantie, bij die van Hollant opte instructie, die zijne Ex. de staten doen doen heeft, van dat hij van wille ende meeninge is in executie te doen stellen den opheff van den Xen ende XXen penninck, alzoo deze bij zijnder antwoort verclaert, dat hij begeert geprocedeert te hebben tot opheff van den Xen ende XXen penninck, onder belofte van te doen zeeckere moderatien, sulcks dat daeromme de staten dach - als den IIIen Novembris toecommende - geraempt hebben, omme in den Hage te compareren ende desenangaende te resolveren, soodat ijegelick van de vroetschap gevraecht is wat dat onse gedeputeerden, in den Hage reijsende ter dachvaert, verclaeren zullen, soodat mijn heeren, met den anderen geresolveert hebbende, bevindende, dat dexecutie van den opheff van den Xen ende XXen penninck tenderen zal tot ganssche ruijne ende bederffenisse van den lande ende dat te beduchten staet eenige seditie ende dat zijlieden oick nijet en verstaen, dat tconsent, twelck de staten van Hollant gedaen hebben, genouchsaem is om den opheff van dexecutie van den Xen ende XXen penninck te doen doen volgende de placcaten, bij de Mat. dijenangaende gedaen publiceren, soodat daeromme onse gedeputeerden ter dachvaert verclaeren zullen, dat die van der Goude raden bij alle wegen van justitie tegen den opheff van den Xen ende XXen penninck te opposeren ende dat men versoucken zal om in justitie ontfangen te werden.

[pagina 390]
[p. 390]

LXXXIV.
1571 November 8.
Rapport.

Den VIIIen Novembris 1571 soo hebben Jan Gerrit Stempelsz. ende Gerrit Huigen, burgermeesteren, als gedeputeerden de laeste dachvaert in den Haege bewaert hebbende, gedaen ter vroetsschap hoer rapport, alwaer de notule van de dachvaert gelesen is.

LXXXVGa naar voetnoot1).
1571 November 10.
Xen, XXen penningh.

Op huijden den Xen Novembris 1571 soo zijn vergadert geweest naemptelicken de castellain ende schout, meester Dirck Willemsz., meester Jan Jacobsz. ende Gerrit Huigen, burgermeesteren, Govert Wittesz., Gerrit Gerrit Bouwensz., Dirck Andrijesz., Dirck Jansz. Lonck, meester Cornelis Henricksz. ende Dirck van Necq, schepenen, Gijsbert Jan Maertsz., meester Pieter van Asperen, Gerrit Cornelisz., Dirck Hoensz., Jan Baerntsz., Jan Aertsz. Moel, Jan Reijersz., Jacob Clementsz., Dirck Gerritsz. Hopcoper, Cornelis Woutersz., meester Henrick Jacobsz., Willem Jacobsz. Tromper, Jan Heij de jonge, Cornelis Cornelisz., Jan Gerritsz. Vroesen, Jan Gerritsz. Loo, Dirck Jacobsz. Lonck ende Mattheeus Dircksz. Schaep, al vroetsschap van de stadt, ende hebben burgermeesteren voornoemd tcollegie versaempt aengegeven, alsdat alhijer tegenwoor-

[pagina 391]
[p. 391]

dich de deurwaerder is omme te pubbliceren tplaccaet van date den XVIen October 1571, beroerende den opheff van den Xen ende XXen penninck, soodat bij burgermeesteren gevraecht is off men de pubblicatie van tplaccaet toelaeten zal dan off men daermede vooralsnoch supersederen zal, daertoe ijegelick zijn oppinie gevraecht is ende is bij de meeste oppinien verclaert, dat men den deurwaerder de pubblicatie admitteren zal te doen, mits doende de geconcipieerde protestatie.

LXXXVI.
1571 December 3.
Xen, XXen penningh.

1. Den IIIen Decembris 1571 soo hebben Gerrit Gerritsz. de Lange ende Joris Jacobsz., als geweest zijnde tot Bruijssel ter dachvaert, gedaen rapport van hun wedervaeren ende besongien, opte voorscreven dachvaert gevallen, ende onder anderen mijn heren angegeven, hoedat de anderen steden te Bruijssel recedeerden van het middel om aen de excellentie te versoucken in justitie ontfangen te werden, beroerende tpretense consent, dat die van Hollandt gedragen zouden hebben van de executie van den Xen ende XXen penninck, ende dat bij eenige gedeputeerden van de steden aldaer oick geseijt werden, dat de resolutie in den Haege nijet absoluijt genomen en was om requeste te presenteren, ende alzoe op Donderdach toecommende weder in den Haege dachvaert wezen zal, is in communicatie geleijt ende ommegevraecht, wat dat men vorder doen zal omme tontgaen de executie van den Xen ende XXen penninck, is geresolveert ende genomineert Jan Gerrit Stempelsz. ende Gerrit Huijgen, burgermeesteren, ende Gerrit Gerritsz. de Lange, alsdat zij ter dachvaert reijsen sullen ende aldaer met de andere staten adviseren de bequaempste middelen, die dijenen geamplecteert te werden omme te weren de executie van den opheff van den Xen ende XXen penninck ende dat bij alle wegen ende middelen van justitie ofte anders, sulcks best in raede gevonden zal werden, waertoe hen volcomen last gegeven wert.

[pagina 392]
[p. 392]

Xen, XXen penningh.

2. Is mede geresolveert, dat men een ontwerp in scriptis bij provisie coucheren zal, omme tselve voor te houden den commissaris, zoo verde die alhijer compt om den opheff van den Xen ende XXen penninck in treijn te doen brengen.

LXXXVII.
1571 December 11.
Rapport.

1. Den XIen December 1571 soo hebben Jan Gerrit Stempelsz. ende Gerrit Huigen, burgermeesteren ende Gerrit Gerritsz. de Lange, als gedeputeerden de dachvaert in den Haege bewaert hebbende, gedaen hoer rapport, alwaer opgelesen is de notulen van de dachvaert.

 

2. Tenselven dage is mede opgelesen een project ende ontworp, dienende omme den commissaris, die alhijer verwacht wert, in scriptis over te leveren, ende gevraecht off tselve geraden is soo te laeten ofte dat in eenige pointen te corrigeren ende den commissaris dat over te leveren, is geresolveert, dat de burgermeesteren, schepenen ende mijn heren tcollegie van de vroetsschap het antwoort zoo dat opgelesen is den commissaris overleveren zullen ende dat in tcollegie ende versaminge van de vroetsschap.

Penninghgelt.

3. Nopende tpennegelt, bij de luijden van de reeckeninge geeijscht voor de visitacie van den staet ende reeckeninge, gementionneert in de notulen, bedragende LXXVI £ XVI s. van XL groten tpont, daerop genomen is rapport, daerop geresolveert is, dat men de betalinge van tgeeijschte pennegelt ontseggen ende affslaen zal.

Advocaet van tlandt.

4. Nopende een jaer gaige ende van doncosten, bedragende tot XXVc £ van XL groten, die bij de weduwe van den advocaet van tgemeen lant den staten geeijscht

[pagina 393]
[p. 393]

werden ende daerop genomen is rapport, is geresolveert alsvoren.

LXXXVIII.
1571 December 19.

1.Ga naar voetnoot1) Presenten ter vroetsschap geweest zijnde Jan Claesz. Dijert, Gijsbrecht Jan Maerts, Claes Maertsz., meester Pieter van Asperen, Jan Heij, Gerrit Cornelisz., Cornelis Wouter, Jan Aertsz. Moel, Jan Gerritsz. Loo, Jan Baerntsz., Jan Reijersz., meester Henric, Dirck Hoensz., Jan Sincq, Dirck Gerritsz., Cornelis de Jonge, Jan Gerritsz., Dirck Jacobsz., Jan Huijgen Schaep, Jan Geensz., tgeheele volle collegie.

Xen ende XXen penningh.

2. Den XIXen December 1571 soo zijn vergadert geweest mijn heren van de vroetsschap, alwaer de burgermeesteren tcollegie van de vroetsschap aengegeven hebben hoedat de commissaris binnen der stede gecomen was omme te doen ter executie stellen den opheff van den Xen ende XXen penninck ende is opgelesen een zeecker project ende ontworp ende gevraecht, off men tselve den commissaris zulcks overleveren zal, is geresolveert ende geconcludeert, dat men tselve zulcks den commissaris overleveren zal.

Collectuers.

3. Tenzelven dage soo is mijn here den commissaris overgelevert de geconcipieerde antwoorde ende zijn voorts tcollegie van de vroetsschap gesaemptelicken ende eendrachtelicken geresolveert, dat tgundt wes zoude mogen tcollegie van de wet, de generael collecteur ofte particulier collecteurs opcoemen van eenige negligentie, die men henluijden ofte de genomineerde collecteurs zoude mogen te laste leggen, dat zijluijden gesaemptelicken ende eendrachtelick dat verantwoorden zullen.

[pagina 394]
[p. 394]

LXXXIX.
1572 Januari 18.
Piraten van de zee.

1. Den XVIIIen Januarij 1572 stilo communi soe heeft Jan Gerrit Stempelsz., burgermeester, als in den Haege bewaert hebbende de laeste dachvaert, ter vroetsschap gedaen zijn rapport, alwaer de notule van de dachvaert opgelesen es ende alsoe de staten rapport genomen hebben op zekere twee poincten, daerinne geroert, teerste beroerende dequippage van de defensie, die de stathouder van Hollant de staten voorgehouden heeft, die men doen soude jegens de piraten van der zee, tot coste van heurlieder lant van Hollant, twelck over tjaer bedraegen zoude een seer grote ende excessive somme van penningen, sulcx men claerlick verstaen mocht bijt oplesen van zekere staet, bij den stathouder daervan gemaict, ende tandere beroerende tplaccaet, onlanx gepubliceert opt stuck van de graenen, waerbij verboden is geen hart granen te moegen verbouwen noch oeck geen provisie bij de privee persoonen te moegen doen soe veel alst hen belieft ende voorts andere moderacien, die men dieshalven aen sijne excellentie verzoucken soude op tselve placcaet gedaen te hebben, all breeder in de voorschreven notule geroert, ende nadijen dattet op sint Agnietendach toecoemende weder dachvaert wesen sal, is daeromme teerste poinct in communicatie geleijt, waerop geresolveert is ende onse gedeputeerde, die ter dachvaert reijsen sullen, last gegeven, dat men daerop negatijff antwoort geven sall, ten ware dat dselve equippagie ende defentie geschiede tot costen van de Co. Mat., ende beroerende het IIe poinct van tplaccaet van de graenen, dat insgelijcx in communicatie geleijt ende daerop geresolveert is, dat wij ons conformeren sullen mette meeste opinien van dandere staten.

Thijenden, XXen penningh.

2. Tenselven daege is mede ter vroetschap opgelesen seker missive van den hove uut Hollant, waerbij belast wert binnen acht dagen deuchdelijck bescheijt over te

[pagina 395]
[p. 395]

seijnden wes debvoir wij gedaen hebben om te stellen particuliere collecteurs van den Xen ende XXen penninck etc. mitsgaders sekere concept, dat men op de voerschreven missive voor antwoerdt vougen soude, is daerop geresolveert, dat men sal persisteren bij tvoerschreven concept ende tselve in behoirlijcke forme gestelt sijnde voer antwoerdt vougen ende dat men voorts met alle bequaeme middelen dexecutie van den voerschreven Xen ende XXen penninck sall affweren.

XC.
1572 Januari 23.
Zeevaert.

1. Den XXIIIen Januarij 1572 stilo communi soo zijn mijn heren van de vroetschap vergadert geweest, alwaer burgemeesteren mijn heren aengedijent hebben, hoedat dedelen ende eenige steden consenteren te contribueren in de defentie van de zeevaert ter somme van XIIm £ eens, mits dat de penningen gevonden zouden werden op de schiltaelen, genijetende ijgelick zijn gracie ende dat de vorder costen, tot de defensie dijenende, gedragen zouden werden bij de Co. Mat. ende dat de schepen ende galeijen blijven zoude an tgemeen lant van Hollant, daerop geresolveert is, dat men onse gedeputeerden schriven zal, datse ter dachvaert negatijff verclaren zullen.

Missiven.

2. Is mede geresolveert, dat men overzeijnden zal opte missive van den hove van Hollant van date den XIen deser maent ende ontfangen den XVen daeraenvolgende, de geconcipieerde missive, op huijden ter vroetsschap opgelesen.

XCI.
1572 Januari 25.
Bevrijdinge van de zee.

Den XXVen Januarij 1572 stilo communi soo zijn mijn heeren van de vroetsschap vergadert geweest, alwaer

[pagina 396]
[p. 396]

mijn heeren burgermeesteren ter vroetsschap vermaent (hebben) tschriven van onse gedeputeerden, in den Haige ter dachvaert zijnde, wesende onder anderen, dat de andere staten genouch geaccordeert hebben tot de bevrijinge van de zee tegen de piraten te geven eens V ofte VI duijsent gulden, is daerop ommegevraecht off wij ons met de andere staten zullen conformeren, is daerop geresolveert, dat men de gedeputeerden, ter dachvaert zijnde, schriven zal, datse ter dachvaert negatijff verclaeren zullen.

XCII.
1572 Januari 30.
Zeeroverije.

1.Ga naar voetnoot1) Dempto Dirck Cornelisz., Jan Gerrit Stempelsz., Jan Aertsz. Moel, Pieter Hilbrants, Willem Jansz. Vet, Jacob Clemmentsz., Gerrit Pietersz. Vroes, Gerrit Huijgen.

 

2. Den voorlaetsten Januarij 1572 stilo communi soo zijn mijn heren van de vroetschap vergadert geweest, alwaer gelesen is zeeckere missive van mijn here de stadthouder van Hollant, bij dewelcke zijne Ex. verseuckende is ter fijne wij zouden condecenderen ende ons conformeren met de andere steden ende die eedelen van op te brengen eenige penningen omme te overrompelen of te verjagen de zeeroveren, leggende in tVlije, soodat mijn heren burgermeesteren tselve geleijt hebben in communicatie, is geresolveert, alsdat men aen den stadthouder schriven zal in alre reverencie ende met goede gracie, dat wij nijet en kennen noch en vermogen ons te conformeren met de andere steden ende dat overmits de desolacie deser stede ende oick om der consequentie wille, maer te accorderen de Mat. bij leeninge die somme van VIm ponden van XL grooten, ende om die gelicht te mogen werden uut tcantoer van den ontfanger Bol, sulcks ter andere tijden gedaen is geweest.

[pagina 397]
[p. 397]

XCIII.
1572 Maart 3 (4?).

1.Ga naar voetnoot1) Vroetsschap, gehouden den IIIen Martij 1572 stilo communi, present tgeheele collegie, dempto Dirck Cornelisz., Gijsbert Jan Maertsz., Gerrit Cornelisz., Gerrit Gerritsz., Gerrit Gerrit Bouwensz., Willem Jansz. Vet, Jacob Clementsz., Floris Gijsbertsz., Mateeus Dircksz. ende Gerrit Pietersz. Vroesen.

Thijenden, twintichsten penningh.

2. Ten voorscreven dage soo is gecoemen in de vergaderinge van mijn heren van de vroetschap mijn heere de commissaris meester Charles Smijtre, raedt in den hove van Hollant, overleverende brieven van credentie van de hove van Hollant, gedateert den XIXen der voorleden maend, dresserende aen de castellain, burgermeesteren, wethouders ende regeerders deser stede, belangende den opheff ende executie van den Xen ende XXen penninck, ende heeft voorts mijn heren eensdeels geopent zijnen lasten ende alzoo hij den hove van Hollant geadverteert hadde van de absentie van Gerrit Cornelisz. de Lange, heeft begeert, dat men de zaecke zoude opstellen tot op morgen, twelck gedaen is, ende aen een ijegelijck begeert, dat hij op dese zaecke wel zoude willen verbeteren.

XCIV.
1572 Maart 7.
Thijenden, twintichsten penningh.

1. Den VIIen Martii 1572 stilo communi hebben de burgermeesteren mijn heeren van de vroetsschap gecommuniceert copie van eene missive van den hove van Hollant, geschreven van meester Charles Smijtre, commissaris, omme te doen effectueren de executie van den

[pagina 398]
[p. 398]

Xen ende XXen penninck, wesende de voorschreven brijeff van date den IVen der voorschreven maent, belangende, dat mijn heeren om tijt te winnen procederen zouden ende raemen persoonen wije best dienen zullen binnen dese stede tot het perticulier collecteursschap etc. ende is daerop ommegevraecht ende geresolveert, dat men den commissarijs voor antwoort geven zal ende versoucken, dat overmits dabsentie van den generael collecteur finalijck in dese nijet gedaen mach werden, dat daeromme mijn heeren zoude believen te verwachten tot de compste van den generael collecteur.

Collecteurs van den xen penninch. Voorsittende steden.

2. Na de voorschreven resolutie hebben mijn heeren burgermeesteren den commissarijs tgeresolveerde angedijent, die daermede geen contentement en begeerde te nemen maer insisteerde, dat mijn heeren met hem souden procederen ende volcomen tschriven van den hove ende dijenvolgende eenige personen te raemen tot collecteurs, waerop geresolveert is bij mijn heeren, alsdat de burgermeesteren aen den commissaris versoucken sullen, overmits de benauden ende perplexen tijt ende oick in respect, dat dese stadt de jonckste in de staten is ende daeromme behooren andere steden te precederen ende voorgaen, dat oick de burgeren ende poorteren ende inwoonderen deser stede hen oijt ende altijt gedragen hebben volgende de goede wille ende belijefte van de Mat. ende de oude catolijcke religie, dat mijn heren gelieven zoude de regenten van der stede te accorderen eenen, twee off drie daegen voor dilaij omme interim te mogen vereijsschen wat in andere steden dese zaecke angaende gedaen is.

XCV.
1572 Maart 14.

1.Ga naar voetnoot1) Dempto castellain, Dirck Cornelisz., Claes Maerts,

[pagina 399]
[p. 399]

meester Pieter, Jan Heij, Gerrit Cornelisz., Jan Gerritsz. Loo, Willem Jansz. Vet, Jan Sincq, Floris Gijsbertsz., Mateeus Schaep.

Collectuers.

2. Den XIVen Martii 1572 stilo communi soo hebben mijn heeren burgermeesteren ende wethouders mijn heren van de vroetsschap aengegeven, hoedat op gisteren henluijden burgermeesteren bevolen ende geordonneert is bij den commissaris te procederen tot nominatie van particuliere collecteurs, ijegelijck opte verbeurte ende peijne van duijsent gulden uut haer goederen te remboursseren ende betaelen ende de schepenen ijegelijck Vc Karolusgulden, soodat mijn heeren burgermeesteren ende schepenen ommegevraecht hebben off zij ijet weten te raiden, waermede men de voorschreven peijnen soude moegen ontgaen ende wat ijegelijck raiden ende achtervolgen soude, sooverre sijluijden in offitie waeren als sij burgermeesteren ende wethouders tegenwoordich zijn, te meer alzoo in andere steden, naemptelijck Dordrecht, Leijden ende Delft, alrede particulier collecteurs gestelt zijn, zoo mijn heren in tzeecker angedijent is, daerop mijn heren van de vroetsschap geadviseert ende geraiden hebben, dat burgermeesteren ende schepenen volcomen zullen tbevel, henluijden gedaen, ende procederen tot electie ende kiesinge van de particuliere collecteurs ende dit al onder voorgaende protestatie, waervan men nemen zal behoorlicke acte.

XCVI.
1572 April 5.
Brijel. Piraten. Waeterguesen.

Den Ven April 1572 stilo communi soo hebben mijn heeren burgermeesteren tcollegie van de vroetsschap angedijent ende gecommuniceert de missive van den stadthouder, president ende raden van Hollant, bij dewelcken, overmits dinvasie ende inneminge van den Brijel, gedaen bij de piraten ende watergeusen, ende oick omme vorder innemingen ende invasien te voorcoemen ende denselve te verstoren ende betoemen doer assistentie van Spaensch

[pagina 400]
[p. 400]

crijchsvolck, versocht wert, alsdat wij den ontfanger Bol accorderen ende consenteren soude te mogen furneren ende opleggen de somme van IIm daelders tot soulagemente vant Spaensch krijchsvolck, daertoe den ontvanger Bol bereijt is, mits hebbende ordonnantie, waerop ijegelijck ommegevraecht is zijn oppinie ende geresolveert, alsdat men den ontfanger schriven zal, dat wij voor zooveel ons angaet hem accorderen de voorscreven IIm daelders te furneren, mits dat deselve affslach ende betalinge strecken zullen van den penningen, die de staten noch schuldich zijn van de laetsten IIcLXXIm gulden, geaccordeert in de plaetsse van den Xen ende XXen penninck.

XCVII.
1572 April 18.

1.Ga naar voetnoot1) Vroetsschap, gehouden den XVIIIen April 1572, present alle tcollegie, dempto den castellain, Dirck Cornelisz., meester Pieter van Asperen, Jan Heij Gerritsz, Jan Reijersz., Pieter Hilbrantsz., Willem Jansz. Vet, Jan Sinq, Jacob Clementsz., Floris Gijsbertsz., Dirck Jacobsz. Lonck, Jan Geen Sijmonsz.

Impost.

2. Ten voorscreven daghe is opgelesen de missive van den hove van Hollant, bij dewelcke ons geordonneert wert onse gedeputeerden op morgen in den Hage te schicken, omme met de andere staten te delibereren nopende de verhuiringe van den impost, is daerom ommegevraecht, wat last dat men onse gedeputeerden geven zal, die ter dachvaert reijsen, zoe is geresolveert ende de gedeputeerden last gegeven omme hen te conformeren met de meeste oppinien van de andere staten.

Toerustinge van hueden, carveelen.

3. Tenselven dage is mede opgelesen de missive van

[pagina 401]
[p. 401]

den grave van Boussu, stadthouder, bij dewelcke ons geordonneert wert terstont te doen toerusten zeeckere heuden ofte carveelen omme de rivieren te suijveren van zeeroveren ende den stadthouder te adverteren van tgetal vant volck, dat wij opte schepen stellen zullen, mitsgaders de hoofden van dijen etc. Is daer ommegevraecht, wat dat in desen te doen zal staen, is geresolveert, dat men van tstadswege zal doen toerusten een heede ofte karveelschip met een kaech ende dat onse gedeputeerden in de staten angeven zullen, dat de costen van dijen behooren gedaen te werden tot tsgemeen lants costen.

XCVIII.
1572 April 19.

1.Ga naar voetnoot1) Vroetsschap, gehouden den XIXen April 1572, present tvolle collegie, dempto de castellain, Claes Maertsz., Jan Heij, Jan Gerrit Stempelsz., Gerrit Gerritsz. Vroes, meester Jan Jacobsz., Jan Gerritsz. Loo, Jan Reijersz., Gerrit Gerrit Bouwensz., Willem Jansz. de Vet, Jan Sinck ende Jan Geen Sijmonsz.

Schepen ten oorloghe.

2. Ten voorschreven dage heeft Gerrit Huigesz., burgermeester, tcollegie van de vroetsschap gecommuniceert een missive van den hove van date den XIXen April, bij dewelcke den stadthouder begeert, dat wij boven de toerustinge van een karveel ende kaechschuijt noch toerusten zouden een carveelschip ende op elcke karveel stellen XII persoonen ende op de kaech VI persoonen ende bovendijen de stadthouder noch tot deselve stellen ende vougen zouden andere persoonen, die wij gelijcke soldije geven zouden als dandere, bij ons op deselve gestelt, is daerop geresolveert, dat men volcomen zal de voorgaende resolutie ende de laeste missive aen onse gedeputeerden overzeijnden ende die bij schriven vermanen, dat de

[pagina 402]
[p. 402]

costen van de toerustinge gesupporteert ende gedragen mach werden tot tsgemeen lants cost ende hebben voorts mijn heren gecommitteert de burgermeesteren ende tresoriers, met eenige, die zij daer over roupen zullen, omme een hoe ofte karveelschip te huijren op alsulcke prijse, voorwaerden, conditien ende huijre als zij best zullen konnen ende dat tot tstadts coste.

XCIX.
1572 April 22.

1.Ga naar voetnoot1) Vroetsschap gehouden den XXIIen April 1572, present tvolle collegie, dempto den castellain, Dirck Cornelisz., meester Pieter van Aspern, meester Jan Jacobsz., Jan Baerntsz., Jan Reijersz., Pieter Hilbrantsz., Willem Jansz. de Vet, Dirck Dirck Hoensz., Jan Sincq, Jacob Clemmentsz., Dirck Jansz. Lonck, Floris Gijsbertsz., Gerrit Pietersz. Vroesz.

Piraterie. Stroomen veijligen.

2. Ten voorschreven dage heeft Jan Gerrit Stempelsz., als de dachvaert in de Hage bewaert hebbende met meester Jan Jacobsz., gedaen rapport ende onder andere mijn heren angedijent hoe dat de E. van den stadthouder de staten voorgehouden heeft, omme te voercoemen de piraterije ende de stromen te veiligen, dat men toemaeken zoude een zeecker getal van schepen, die binnensslants bliven zouden, als waertoe de voorschreven stadthouder versouckt, dat die staten accorderen zouden te furneren de somme van XVm gulden, waervan de Mat. deen helft supporteren ende dragen zoude, daerop genomen is rapport ende naedemael op Donderdach toecoemende weder in den Haige dachvaert wesen zal, is ommegevraecht, wat last dat men onse gedeputeerden, die ter dachvaert reijsen zullen, geven zal, is geresolveert ende deselve last gegeven omme hen te conformeren met de meeste oppinien van

[pagina 403]
[p. 403]

de andere staten, mits doende zeeckere remonstrantie aen den stadthouder, dat dexcellentie van den hertoch zoude believen te desisteren van dexecutie van den Xen ende XXen penninck, mits de Mat. bijstaende bij andere middelen.

Vacatien pensionaris Cornet.

3. Beroerende de declaratie van de vacatien, gedaen bij den pensionaris Cornet, die versouct daervan te hebben ordonnantie, is geresolveert ende onsen gedeputeerden last gegeven om hen te conformeren met de meeste oppinien van de andere staten.

Xm gulden stadthouder.

4. Angaende tpropijn ende donatijff van Xm £, dat den stadthouder bij de staten geaccordeert is, off men passeren zal ordonnantie, is geresolveert, dat onse gedeputeerde hen conformeren zullen met de meeste oppinien van de andere staten.

 

5.Ga naar voetnoot1) Mijn heren hebben gecommitteert den burgermeester ende Gerrit Gerritsz. ter dachvaert te reijsen.

C.
1572 April 29.

1.Ga naar voetnoot2) Vroetsschap, gehouden den voorlaesten April 1572, present tvolle collegie dempto den castellain, Dirck Cornelisz. Rentmeester, Claes Maertsz., meester Jan Jacobsz., Gerrit Huigen, Jan Gerritsz. Loo, Pieter Hilbrantsz., Heinrijc Jacobsz., Dirck Jansz. Lonck, Dirck Jacobsz. Lonck, Cornelis Dirckxz. ende Jan Geen Sijmonsz.

Rapport.

2. Ten voorschreven daghe hebben Jan Gerrit Stem-

[pagina 404]
[p. 404]

pelsz., burgermeester, ende Gerrit Gerritsz., tresorier, als gedeputeerden de laeste dachvaert in den Haige bewaert hebbende, ter vroetsschap gedaen hoer rapport ende alzoo rapport genomen is omme te commen geresolveert angaende van dat eenige penningen nijet gefurneert en zijn op zeeckere precise dagen etc., daer in de naestvoorgaende dachvaert van gesproocken is ende bij eenige coopluijden betalinge van verzeeckert wert, is geresolveert ende onse gedeputeerden, die ter dachvaert reijsen zullen, volcomen last gegeven omme hen te conformeren met de meeste oppinien van de andere staten.

Advocaet van tlandt.

3. Nopende de nominatie van den advocaet van tgemeene lant is geresolveert, dat onse gedeputeerden geen nominatie doen en zullen ende verclaeren, dattet althans gheen tijt en is ende zooverde daer eenige van de staten procederen willen tot nominatie, dat onse gedeputeerden verclaeren zullen, dat in deze geene overstemminge en valt.

Thijenden, twintichsten penningh.

4. Angaende de remonstrantie, die van statenwegen gedaen is mijn heere den stadhouder van de beroerte, die overal es onder die gemeente, tenderende genouch tot eene generale revolte etc., breeder in de notule geroert, is in communicatie geleijt wat dat geraeden is desen angaende vorder te doen ende off de staten andermaal dexcellentie van den hertoge remonstreren zullen de calamiteijt, armoede ende depopulatie van den lande ende te versoucken, dat zijne excellentie die resterende vier jaeren gelieve te accepteren de offre van IIcLXXIm £ tsjaers in plaetsse van den Xen ende XXen penninck, is geresolveert, dat onse gedeputeerde hen zullen conformeren met de meeste oppinien van de andere staten ende zooverre daer drie oppinien van de staten zijn omme andermael de excellentie van den hartoch remonstrantie te doen ende te versoucken, dat zijne excellentie zoude willen accepteren de offre van de voorschreven IIcLXXIm £, geduijrende den voorschreven tijt van vier

[pagina 405]
[p. 405]

jaeren, dat onse gedeputeerde hen met deselve conformeren zullen.

CI.
1572 Mei 15.

1.Ga naar voetnoot1) Meester Pieter, Gerrit Gerritsz., Jan Sincq, Gerrit Cornelisz., Dirck Gerritsz., Floris, meester Dirck, Dirck Hoensz., Tromper, Dijert, 4 burgermeesteren, Slingelant, Gene, meester Henrick, Dirck Necq.

Soldaten.

2. Den XVen Maij 1572 soo hebben mijn heren burgermeesteren eenige notable uuter vroetsschap gecommuniceert de missive van den stadthouder van date den XIIen deser maent ende ommegevraecht off men de soldaten, die op thoedeschip ende schuijt gedijent hebben, betalinge doen zal ende die affdancken, is geresolveert, dat men dieselve zal betaelen tot den dage toe, dat se tschip ende schuijt verlaten hebben.

CIIGa naar voetnoot2).
1572 Mei 10(?)Ga naar voetnoot3).
Rapport daghvaert.

1. Den Xen Maij 1572 soe hebben Jan Gerrit Stempelsz. ende Jan Reijniersz., burgermeesteren, als gedeputeerde de laetste dachvaert bewaert hebbende, ghedaen ter vroetschap heur rapport ende alsoe op Manendage toecoemende weder in den Haege dachvaert wezen zal

[pagina 406]
[p. 406]

ende op de naevolgende saecken genomen is rapport, was op elcxs geresolveert soe hijerna volcht.

Zuijderzee. Maese.

2. Eerst van om te voorcoemen de periculen op de Zuijderzee ende in de Maze, twelck apparentelick zoude moghen gheschieden - - soe in de vergaederinge van de staten communicative uuijtgeslagen is - - bij timmeringe ende toerustinge van acht roijbarsen, welcke timmeringe bij estimatie costen zoude ontrent XIIm £, tot laste van tgemeen landt.

Toerustinge van schepen.

3. Ende voorts van de oncosten, gevallen upte toerustinge van de schepen, bij die van Dordrecht ende Goude geequippeert ende die van Delft van de oncosten, gedraghen bij de aenneminge van twee hondert vijftich souldaten, die op Maeslantssche sluijs leggen, alle welcke oncosten die gedeputeerde van de voorsz. steden respectivelick gesustineert hebben dat drachgelick zoude zijn bij tgemeen lant, is geresolveert, dat onse gedeputeerde ter dachvaert verclaeren sullen, dat die van der Goude verstaen alsoe de G. de stadthouder toegeseijt heeft de souldie van de souldaten op de schepen van die van Dordrecht ende der Goude te doen betaelen van de vijfthijen duijsent ponden, bij den staten geaccordeert, dat daeromme deselve daervan betaelt behooren te worden. Voorts aengaende de knechten, leggende op de Maeslantsche sluijs, bij die van Delft aengenomen, dat deselve van de Mat. behooren betaelt te worden ende de schaede, gheleden van de schepen ende anders - - God betert - -, dattet zelve behoort gedraghen te worden bij de Co. Mat.

Thijende penningh.

4. Nopende dantwoorde, die de G. den stadthouder gegeven heeft die van Dordrecht, Delft ende der Goude van dat zijnen G. alsnoch van ghenen advijse en was om veele redenen, die sijnder G. daerthoe moverende waeren, dat de staten voor desen tijt doen zoude eenighe

[pagina 407]
[p. 407]

vorder offitie om zijn excellentie te doen desisteren van den thijenden penninck ende om vorder daerop te delibereren was genomen rapport, is ommegevraecht off men aen de excellentie den hartoch versoucken sal, dat hem belijeve te desisteren van de opheff van de thijende ende twintichste penninck ende contentement neemen de vijer jaeren met de offre van twee hondert ende eenentseventich duijsent ponden tsjaers, is geresolveert, dat onsen gedeputeerden verclaeren sullen, dat zij goet vijnden ende raeden aen de excellentie te versoucken, dat hem zoude belijeven te desisteren van den opheff van de thijende ende twintichste penninck ende te neemen contentement met de voorgaende presentatie van IIcLXXIm £ tsjaers, vijer jaeren geduijrende, ende dat de staten nae die expiratie van de vijer jaeren de Mat. altijt succurreren zullen met alsulcke gracelicke bede als tlant drachgelick zal wesen.

Schepen. Equippagie.

5. Angaende die IXc £ scellingen ende penningen, bij de G. den stadthouder gelicht op sijn gelooff ende quitantie ende geemploijeert in de equippaige van schepen in de voorleden winter etc., begerende daervan ontlast te zijn, breder in de notule geroert, is geresolveert, dat onse gedeputeerde hem conformeren sullen met de meeste opinien van de andere staten.

Scheepen.

6. Beroerende die missive, die de regenten van Amsterdam ontfanghen hebben van den hartoch van Alve, bij denwelcken zij versocht worden toe te rusten zeeckere schepen, welcke missive zij de staten gecommuniceert hebben, is geresolveert, dat onse gedeputeerde verclaren zullen, dat men tot tgemeenlants costen geen toerustinge van schepen doen en zal ende die van Amsterdam aendijenen, dat zij dvoorsz. missive selver sullen beantwoorden.

voetnoot1)
Zie Bijdragen en Mededeelingen XXXVII, blz. 61 vlgg., XXXVIII, blz. 98 vlgg.
voetnoot2)
Die gebeurtenis bood voor deze uitgaaf een redelijker termijn dan de inneming van Gouda voor den Prins van Oranje op 21 Juni 1572, welke aanvankelijk als eindpunt gold. Praktisch verschil maakt dit overigens niet, want geen enkele der overgeleverde resoluties uit het tijdvak van 21 Juni tot 19 Juli 1572 kwam voor opneming in aanmerking.
voetnoot1)
Zie Rechtsbronnen van Gouda, blz. 621. Het bedoelde register is echter niet bewaard gebleven.
voetnoot2)
Blz. XXIX vlgg.
voetnoot1)
Blz. 160.

voetnoot1)
Lees: Groesbeeck.

voetnoot1)
Vermoedelijk is: 26 onjuist.
voetnoot1)
Vermoedelijk is: 26 onjuist.

voetnoot1)
Buis?

voetnoot1)
Tot hier is het register van vroedschapsresoluties gevolgd. De verdere besluiten zijn ontleend aan de oudst-bewaarde minuut-resoluties.

voetnoot1)
Het register heeft: XIIen.

voetnoot1)
Deze alinea ontbreekt in het netexemplaar.

voetnoot1)
Lees: IXmIIcXLVII.

voetnoot1)
Netexemplaar: munitien.

voetnoot1)
In het netexemplaar luidt deze resolutie aldus: Den Xen November 1571 soo hebben mijn heren burgermeesteren tcollegie van de vroeschap angedijent hoedat alhijer gecoemen is een deurwaerder van den hove, begerende te publiceren een placcaet van date den XVIen October 1571, beroerende den opheff van den Xen ende XXen penning, soodat omgevraecht is off men de publicatie toelaeten ende accorderen sal dan off men daervoor alsnoch mede supersederen zal. Is geresolveert, dat men den deurwaerder de publicatie admitteren zal te doen, mits doende de geconcipieerde protestatie.

voetnoot1)
In het netexemplaar ontbreekt deze opgaat.

voetnoot1)
In het netexemplaar ontbreekt deze opgaaf.
voetnoot1)
In het netexemplaar ontbreekt deze opgaaf. De resolutie begint daar aldus: Den IVden Martü anno 1572 stilo communi......

voetnoot1)
In het netexemplaar ontbreekt deze opgaaf.

voetnoot1)
In het netexemplaar ontbreekt deze opgaaf. De eerste resolutie begint daar aldus: Den XVIIIen April 1572 is opgelesen .....

voetnoot1)
In het netexemplaar ontbreekt deze opgaaf. De resolutie begint daar aldus: Den XIXen April 1572 heeft .....

voetnoot1)
In het netexemplaar ontbreekt deze opgaaf. De eerste resolutie begint daar aldus: Den XXIIen April 1572 .....

voetnoot1)
In het netexemplaar ontbreekt deze alinea.

voetnoot2)
In het netexemplaar ontbreekt deze opgaaf. De eerste resolutie begint daar aldus: Den voorlaetsten April 1572 .....

voetnoot1)
In het netexemplaar ontbreekt deze opgaaf.

voetnoot2)
De resoluties onder dit nummer ontbreken in de minuut; zij zijn uit het register overgenomen.
voetnoot3)
Deze dateering is vermoedelijk niet juist, want reeds vóór deze resolutie komt in het register het besluit voor van 15 Mei. Door vergelijking met het Register van Holland en Westvriesland kan de datum niet verbeterd worden omdat de resoluties der dagvaarten van 1 Januari 1572 tot 25 Augustus 1574 daarin ontbreken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • A. Meerkamp van Embden


datums

  • 10 januari 1562

  • 15 juli 1562

  • 17 december 1563

  • 31 december 1563

  • 5 april 1564

  • 25 april 1565

  • 10 mei 1565

  • 10 november 1565

  • 27 april 1566

  • 3 juli 1566

  • 12 augustus 1566

  • 26 augustus 1566

  • 8 oktober 1566

  • 5 november 1566

  • 26 november 1566

  • 13 januari 1567

  • 8 februari 1567

  • 25 maart 1567

  • 9 april 1567

  • 2 mei 1567

  • 13 december 1567

  • 1 januari 1568

  • 17 mei 1568

  • 24 mei 1568

  • 14 juni 1568

  • 28 juni 1568

  • 28 september 1568

  • 30 september 1568

  • 29 december 1568

  • 26 januari 1569

  • 3 februari 1569

  • 18 februari 1569

  • 16 maart 1569

  • 1 april 1569

  • 12 april 1569

  • 16 april 1569

  • 23 april 1569

  • 27 april 1569

  • 29 april 1569

  • 11 mei 1569

  • 14 juni 1569

  • 17 augustus 1569

  • 14 oktober 1569

  • 24 oktober 1569

  • 4 november 1569

  • 12 november 1569

  • 19 november 1569

  • 25 november 1569

  • 30 december 1569

  • 1 januari 1570

  • 10 maart 1570

  • 29 maart 1570

  • 8 april 1570

  • 14 april 1570

  • 21 april 1570

  • 2 mei 1570

  • 9 mei 1570

  • 10 mei 1570

  • 12 juni 1570

  • 18 juni 1570

  • 31 juli 1570

  • 2 augustus 1570

  • 18 augustus 1570

  • 9 september 1570

  • 23 september 1570

  • 23 oktober 1570

  • 2 december 1570

  • 13 februari 1571

  • 26 februari 1571

  • 7 maart 1571

  • 18 april 1571

  • 30 april 1571

  • 5 mei 1571

  • 29 mei 1571

  • 22 juni 1571

  • 4 juli 1571

  • 22 augustus 1571

  • 3 september 1571

  • 15 september 1571

  • 25 september 1571

  • 26 oktober 1571

  • 8 november 1571

  • 10 november 1571

  • 3 december 1571

  • 11 december 1571

  • 19 december 1571

  • 18 januari 1572

  • 23 januari 1572

  • 25 januari 1572

  • 30 januari 1572

  • 7 maart 1572

  • 14 maart 1572

  • 5 april 1572

  • 18 april 1572

  • 19 april 1572

  • 22 april 1572

  • 29 april 1572

  • 15 mei 1572