Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 55

[p. 263]

Notulen en generaal advies van de Staten Generaal van 1557/1558,
Medegedeeld door Dr. P.A. Meilink.

De bijeenkomsten van de Staten Generaal van November 1557/Januari 1558 en April/Mei 1558 zijn een belangrijk moment in de ontwikkeling van dit college geweest. Voor het eerst sedert 1537 werden de Staten weder tot gemeenschappelijke besprekingen geroepen en de vergaderingen, welke gevolgd zijn, hebben een belangwekkend verloop gehad. Het standpunt, dat de regeering van Philips sedert 1558 ten opzichte van de Staten Generaal heeft ingenomen en de wensch, welke bij den nationalen adel sedert deze vergadering naar een nieuwe bijeenkomst van de Staten Generaal op te merken is, mag voor een goed deel uit de ervaringen van 1557/1558 verklaard worden.

Toch is het verloop van de bijeenkomsten van 1557/1558 en de daar gevoerde besprekingen ons vrijwel onbekend gebleven. De bronnen, waaruit men deze kon volgen, bleven ongebruikt, waren deels niet op te sporen. In 1866 heeft Gachard het verslag van een der Vlaamsche afgevaardigden ter vergadering van 7 April - 4 Mei 1558 uitgegeven¹⁾, in later jaren zijn enkele artikelen uit het Generaal advies van 17 December 1557 meegedeeld²⁾, overigens bleven wij in hoofdzaak op de aanteekeningen van den Hollandschen landsadvocaat Adriaan van der

1) Bulletin de la Commission Royale de Belgique, Série III, T. VIII, blz. 297 vlg.

2) o.a. Rachfahl: Wilhelm von Oranien, I, blz. 556 vlg.

[p. 264]

Goes¹⁾ en een zeer summiere opsomming van stukken in een rapport van Gachard²⁾ aangewezen.

In de volgende bijdrage hebben wij in afwachting van de algemeene uitgave der acten van de Staten Generaal enkele stukken, welke ons voor de kennis der beweging van 1557/1558 van bijzondere beteekenis schenen, bekend willen maken: de officieele notulen van de vergaderingen van 26 November/6 December 1557 en 7 April/5 Mei 1558, het Generaal advies van 17 December 1557, de lijst van gedeputeerden, welke in de zittingen van November en December 1557 aanwezig zijn geweest. De notulen van 5 Mei/18 Mei 1558, welke wij volledigheidshalve hierbij wilden laten volgen, al betroffen zij het minst belangwekkende deel der vergaderingen, hebben wij niet kunnen opnemen; een onderzoek, dat wij naar aanleiding van een aanwijzing van Gachard in zijn genoemd rapport³⁾ in het Algemeen Rijksarchief te Brussel ingesteld hebben, heeft geen resultaat opgeleverd.

Ter toelichting van de verschillende episodes, welke ten gevolge van de herhaalde onderbrekingen en schorsingen van de vergaderingen te onderscheiden zijn, alsmede van de stukken, welke door de regeering op verschillende tijdstippen in beide bijeenkomsten zijn overgelegd, mogen de volgende aanteekeningenen dienen⁴⁾⁵⁾.

1) Resolutien Staten van Holland 1557, 1558.

2) Lettre à M.M. les Questeurs de la Chambre des Représentants sur le projet d'une collection de documents concernant les anciennes assemblées nationales de Belgique (Bruxelles 1841).

3) Lettre.... blz. 100.

4) Voor de politieke beteekenis der vergaderingen, welke wij in deze inleiding buiten bespreking laten, zie men de studiën van E. Marx: Neue Studien zur Geschichte des niederländischen Aufstandes en Rachfahl: Replik (beide verschenen in Westdeutsch Zeitschrift Jahrg. XXIX, resp. blz. 237, 335); beide opstellen zijn voor een belangrijk deel aan deze vergadering gewijd.

5) Speciale verzamelingen van acten betreffende de vergadering en de hier behandelde novennale bede vindt men in het Algemeen Rijksarchief te Brussel, voornl. in het Archief der Audience (voortaan aangehaald Audience), in het bijzonder de bundels nos. 649, 1229, 1230 betreffende de vergaderingen van de Staten Generaal en de beden; de belangrijkste bundel ‘Aide novennale’, welke het meeste door Gachard gesignaleerde materiaal - o.a. de verbalen - bevatte, bleek hier niet te berusten. Een belangrijke bundel is verder in het Algem. Rijksarchief te 's-Gravenhage bewaard in het Archief der Staten van Holland vóór 1572 (voortaan aangehaald Staten van Holland no. 2397), een minder belangrijke in het Rijksarchief te Utrecht in het Archief van de Staten gedurende het Oostenrijksche tijdvak (voortaan aangehaald Staten van Utrecht no. 170), belangrijke bundels in de gemeentearchieven van Leiden en 's-Hertogenbosch (voortaan aangehaald Leiden no. 1197 en 's-Hertogenbosch A no. 207); vooral de laatste bundel, waarin o.a. bewaard zijn de aanteekeningen, welke de 's-Hertogenbossche pensionaris Roelof Loekeman ter vergadering van de Staten van Brabant en Staten Generaal gemaakt heeft, verdient bijzondere aandacht.
In de archieven van de andere stemhebbende steden van Holland hebben wij geen speciale bundels aangetroffen. De archieven van gewesten en steden in België en Noord-Frankrijk hebben wij niet in ons onderzoek betrokken; enkele stukken van deze archieven zijn door Gachard in zijn rapport, dat een vrij volledige opsomming der acten blijkt te geven, gesignaleerd.
Overigens zie men de algemeene series als de resoluties der Staten van Holland, Utrecht e.a. en de rijke correspondentie in het archief der Audience.
Voor de voorlichting, welke wij van den Rijksarchivaris Generaal en ambtenaren aan het Algemeen Rijksarchief in België mochten ontvangen, betuigen wij hier onzen bijzonderen dank.

[p. 265]

Het besluit, waarbij de Staten Generaal tot gemeenschappelijke besprekingen bijeengeroepen werden, is in het begin van Juli 1557 nog voordat de hertog van Savoye naar het leger was vertrokken, genomen. Het is Karel van Lalaing, de leider van den nationalen adel, geweest, die gebruik makende van de groote finantieele moeilijkheden waarin de regeering verkeerde, den koning heeft weten te bewegen dezen weg, in adviezen van Granvelles, Viglius en andere raadslieden sterk ontraden, in te slaan¹⁾.

Den derden Augustus 1557 zijn de dertien gewesten, welke gewoonlijk voor de bede beschreven werden, te Valenciennes samengekomen. Door Viglius, den presi-

1) Groen: Archives V, blz. 32; Bulletin de la Commission Royale de Belgique, Série I, T. IV, blz. 112.

[p. 266]

dent van den Geheimen Raad, werd hier in tegenwoordigheid van den koning, Lalaing, waarnemend Gouverneur generaal en vele andere autoriteiten de generale propositie uitgesproken¹⁾. Nadat de politieke en finantieele toestand uiteengezet was, werd aan de Staten verzocht: ‘de vouloir... sans perdre temps advyser et penser sur le remède et mesmes sur les moyens et expédiens par lesquelles ces pays se puissent conserver à l'advenir et sortir de l'extrême nécessité, où ilz se retreuvent de sorte qu'avecq moindre foulle et charge d'iceulx et des estatz ilz se puissent cy après soustenir.’ De koning had het verder in deze buitengewone omstandigheden voor de spoedige afdoening wenschelijk geoordeeld, dat de gewestelijke Staten slechts kleine deputaties zouden zenden, terwijl de regeering eveneens slechts eenige personen zou aanwijzen, met wie de gedeputeerden der Staten overleg zouden kunnen plegen²⁾.

De eerste bijeenkomst dezer gedeputeerden, welke tegen 1 September uitgeschreven was, werd een mislukking. Brabant had reeds in Augustus bezwaar gemaakt de vergadering, waar slechts gedeputeerden uit de Staten zouden verschijnen, te bezenden; het bleef ook na den uitleg van de bedoeling der regeering, door den kanselier van Brabant op 7 September gegeven, volharden; het wenschte de mededeelingen van de commissarissen van de regeering in een vergadering van de Staten van Brabant te ontvangen en deze hier ‘staetsgewijs’ behandelen³⁾. Andere gewesten, o.a. Vlaanderen en Holland, hadden hun afgevaardigden onvoldoende last gegeven. Nadat de vergadering na een eerste bijeenkomst op 5 September

1) De particuliere proposities werden den volgenden dag door Lalaing voor de gewesten gehouden.

2) ‘cequi ne se peult faire si sommièrement que par la voye observée jusques à ores, qu'est la cause pour laquelle Sa Majesté a advysé, que le plus expédient sera, que les estatz députoint particulièrement aucuns commissaires, lesquelz sans faute se treuvent à tel temps et en tel lieu, que leur sera désigné, pour communiquer avec ceulx, que S.M. députera de sa part, affin de le tout entendu advyser plus avant et avec affection de bons subiectz...’ (Staten van Holland no. 2379.)

3) Audience no. 1229, fol. 18, 41 vlg.; 's-Hertogenbosch A 207.

[p. 267]

zeven dagen op de Brabantsche afgevaardigden gewacht had, liet Lalaing, die als eerste commissaris door de regeering aangewezen was, de Staten op 13 September samenkomen. In deze bijeenkomst werd een uitvoerige staat van de schulden, welke op de domeinen en andere inkomsten waren aangegaan, alsmede door achterstallen in betaling waren ontstaan, voorgelezen; het totale bedrag der schulden werd op niet minder dan negen millioen gulden berekend. In den namiddag werden bovendien naar aanleiding van een verzoek van de gedeputeerden door de commissarissen eenige ‘middelen’ voorgelezen, welke naar hun oordeel bij het opstellen van het advies zoo voor de delging van de schulden als voor het voortzetten van den oorlog in aanmerking zouden kunnen komen; commissarissen verklaarden echter uitdrukkelijk, dat de gedeputeerden zelf de middelen hadden te bedenken¹⁾.

Hoewel Lalaing op de hoogte was van de onvoldoende instructies der afgevaardigden, stelde hij toch voor, dat deze den volgenden dag opnieuw zouden samenkomen en hun onderlinge besprekingen (‘communicatien’) zouden beginnen.

De gedeputeerden vroegen zich echter den 14en September af, hoe bij afwezigheid van afgevaardigden van het belangrijke Brabant en de onvoldoende instructies van zoovele deputaties gemeenschappelijk overleg mogelijk zou zijn. Zij maakten hiertegen bezwaar en Lalaing moest de geldigheid hiervan erkennen. Denzelfden dag gaf hij de deputaties verlof hun committenten te raadplegen, en schreef hij een nieuwe vergadering tegen 15 October uit²⁾.

1) Een korte samenvatting van het finantieel overzicht onder den titel ‘Sommier van 't achterwesen van de landen van herwaertsover’, alsook de voorgedragen ‘middelen’ werden aan de afgevaardigden gegeven. Zij zijn naar het exemplaar van de Hollandsche afgevaardigden opgenomen in Resolutien van de Staten van Holland d.d. 15 September 1557. In deze statenuitgave zijn echter belangrijke cijfers niet opgenomen, en enkele woorden onjuist weergegeven. Afschriften van de stukken berusten ook in het archief van 's-Hertogenbosch (A 207).

2) Zie voor dit alles Resol. Staten van Holland.

[p. 268]

In het begin van November werd de nieuwe bijeenkomst te Brussel geopend. De Staten van Vlaanderen hadden lang getreuzeld, en hun afgevaardigden, eindelijk in het laatst van October in Brussel gekomen, moesten op het laatste oogenblik nieuwe instructies vragen. Ook de regeering had echter eerst tegen het begin van November haar vertegenwoordigers gezonden¹⁾.

Den 3en November werd de vergadering wederom door Viglius in tegenwoordigheid van Lalaing en anderen toegesproken. Brabant had haar bezwaren opgegeven en afgevaardigden gezonden, daar de vergadering toch slechts advies te geven had en de staten de beslissing in handen hielden. Daarentegen had Utrecht besloten de vergadering niet te bezenden²⁾.

Reeds den eersten dag verrezen in de vergadering moeilijkheden wegens de afwezigheid van afgevaardigden uit Utrecht. Ten gevolge van de afwezigheid van Brabant in de vergadering van September hadden enkele gewesten bepaald, dat hun afgevaardigden niet tot gemeenschappelijk overleg mochten overgaan, tenzij alle gewesten vertegenwoordigd waren.

De aanwezige gedeputeerden wilden echter niet gaarne langer wachten, en zij lieten de bezwaren na een bespreking met Lalaing en andere commissarissen onder eenig voorbehoud vallen³⁾.

1) Audience no. 1229 f. 74. In den hier opgenomen brief van Viglius aan Savoye d.d. 28 October spreekt zijn pessimisme in de geheele onderneming wel zeer duidelijk. ‘Et quant tout sera fait (n.l. als allen eindelijk aanwezig zijn), je crains que ne serons guères plus saiges que auparavant et doiz le commencement il m'avoit semblé, que peu de fruict suivroit de ceste communication et que s'il y avoit aulcuns, qui ne vouldroient aller le bon chemin, pourroient facilement prendre occasion de brouller les affaires et nous esloigner de l'ayde, que conviendroit pour les nécessitez (hij zal echter zijn best doen, omdat de Koning dezen weg heeft ingeslagen, maar het einde zal wel zijn, dat een nieuwe bede gevraagd zal worden).

2) Resol. Staten van Utrecht 11 Octob. 1557. De resolutie werd door m^r. Jan van Lamzweerde, secretaris van het Domkapittel, naar Brussel overgebracht.

3) Zie Resol. Staten van Holland 3 November 1557. Lalaing gaf de gewesten, welke bezwaar maakten, de stellige verzekering, dat Utrecht de vergadering nog bezenden zou. Lamzweerde heeft naar Utrecht twee brieven - van den Koning en Viglius - meegenomen, waarin op deze bezending is aangedrongen. In de vergadering der Staten van Utrecht van 10 November, waar Lamzweerde zijn rapport uitbracht, zijn deze brieven behandeld, waarop in de vergadering van 13 November besloten werd een deputatie naar Brussel ter Staten Generaal te zenden.

[p. 269]

Een ernstiger conflict verrees den volgenden dag bij de behandeling van de volmachten. De Vlaamsche en Henegouwsche afgevaardigden konden deze niet toonen, daar speciale procuraties voor dergelijke bezendingen bij hen niet gebruikelijk waren; de Zeeuwsche afgevaardigden maakten bezwaar hun volmachten aan anderen dan de regeering te laten zien. Het conflict, dat hierover in de vergadering verrees, bleek ook nadat de bemiddeling van Lalaing was ingeroepen, niet bij te leggen en moest voor den koning worden gebracht. Deze besliste, dat de Vlaamsche en Henegouwsche gedeputeerden behoorlijke procuraties van hun Staten zouden halen. De vergadering werd intusschen geschorst¹⁾.

Den 24en November waren de afgevaardigden terug en kon de vergadering heropend worden. Intusschen waren ook de Utrechtsche afgevaardigden opgekomen²⁾.

Den eersten dag werden de instructies voorgelezen, den volgenden dag werd de procedure geregeld en wel aldus - waarschijnlijk op voorstel van Holland - dat de instructies naar de rangorde van de gewesten een voor een behandeld zouden worden, waarbij vastgesteld zou worden op welke punten onmiddellijk overeenstemming bestond, op welke punten verschil van meening. De laatste zouden na deze tweede lezing opnieuw behandeld worden³⁾.

De besprekingen waren geheim en de instructies mochten zelfs aan Lalaing niet bekend worden⁴⁾. De griffier

1) Uit een brief van Lalaing aan Savoye blijkt, dat de Staten ten aanzien van Zeeland genoegen genomen hebben met de overlevering van een authentiek extract uit de instructie (Audience no.. 1229).

2) Zie vorige blz. noot 3.

3) Zie Resol. Staten van Holland 26 November 1557.

4) In September had Lalaing onmiddellijk aan alle deputatie's inzage van haar last gevraagd (Resol. Staten van Holland). In een brief van 8 September gaf hij daarvan overzicht aan den Koning (Audience 1229 fol. 46). In de vergaderingen van November en April werd dit thans voorkomen.

[p. 270]

van Brabant, die ter vergadering aanteekening hield voor zijn gewest, heeft waarschijnlijk om deze reden zijn verbaal aldus ingericht, dat de gewesten niet genoemd werden, doch door algemeene omschrijvingen als ‘aulcuns’, ‘aultres’ enz. aangeduid werden. Door het besluit van de vergadering, dat alle gewesten op hun kosten copie van het verbaal mochten laten maken, werd dit tot het officieele verbaal van de zitting gemaakt¹⁾.

Uit dit verbaal, dat hierachter afgedrukt is, constateeren wij hier alleen, dat de gedeputeerden de beide vragen, welke hun opgedragen waren, besproken hebben. Op het punt der schulddelging is vrij eenstemmig door de gedeputeerden elke aansprakelijkheid voor de schulden van den koning ontkend en hulp geweigerd; alleen eenige vrij onbelangrijke adviezen, waarvan de interessantste die betreffende een gedwongen rentereductie waren, werden door de gedeputeerden gegeven. Op het punt van den bijstand voor den oorlog is de verplichting tot verdere hulp algemeen erkend. In de laatste zitting werd besloten den koning te advizeeren aan de Staten Generaal een bedevoorstel te doen van 800000 ℔ jaarlijks, gedurende acht jaren door de patrimoniale landen op te brengen, met dien verstande, dat de loopende zes-

1) Resol. Staten van Holland 28 November 1557. De afgevaardigden van Holland besloten ‘op morgen in de generale vergaderingen van de gemeene Staten te versoecken, dat alle de Staten gelevert sal werden copie tot haerluyden kosten van al tgeene wes dagelijcks by henluyden onderlinge gebesoigneert werdt, als henluyden in tgemeen toucheerende..., ende of die van Brabandt daerinne wilden eenige difficulteyt maken, te seggen, dat sij tselve van nooden hebben, uyt dien dat bij henluyden eenighe poincten geaccepteert ofte gerefuseert mogen zijn, die by hare meesters respectivelijck ter contrarie geaccepteert ofte gerefuseert sullen werden, of dat ten minsten by henluyden yemandt gecommitteert sal werden omme de selve resolutie tot haren behoef met die van Brabandt te teyckenen.’ Uit het feit, dat te Brussel, Gent, 's-Gravenhage o.a. exemplaren van het verbaal bestaan hebben, mag men aannemen, dat het besluit gevolgd is.

[p. 271]

jarige ordinaris bede vervallen zou. Dit voorstel was gebouwd op een leger- en vlootplan, welke resp. door de afgevaardigden van Utrecht en Holland aan de vergadering waren voorgelegd¹⁾ en door deze aanvaard. Hierbij waren voor den oorlog in 1558 noodig geoordeeld 8000 paarden²⁾ en 30000 voetknechten gedurende zes maanden, benevens 20 oorlogsschepen gedurende zeven maanden. In vredestijd zouden noodig zijn 2000 paarden, terwijl een reserve van 6000 paarden onderhouden zou worden. De kosten zouden bedragen voor 1558 voor leger en vloot resp. 1380642 gulden en 230000 gulden, gedurende de vredesjaren jaarlijks 268500 gulden. Het genoemde bede-ontwerp, dat door Brabant ingediend werd, gaat nu hiervan uit, dat het groote bedrag ten behoeve van de oorlogvoering in 1558 verkregen zou worden door onmiddellijk 200000 gulden jaarlijksche renten tegen den penning twaalf te verkoopen, waardoor 2400000 gulden zouden verkregen worden. Dit bedrag was ruim voldoende voor leger en vloot; men zou desnoods op denzelfden voet den oorlog gedurende drie maanden kunnen voortzetten en nog voldoende reserve voor kosten van ontvangers, monstercommissarissen enz. beschikbaar hebben³⁾. Volgens het ontwerp zou jaarlijks 200000 gulden voor betaling van de verkochte renten, 300000 gulden voor aflossing van deze renten in

1) Het is niet duidelijk, hoe Utrecht dit ontwerp, dat een zekere technische kennis en ervaring vertoont, heeft voorbereid. In de resoluties van de Staten - nl. van 13 November, waar de deputatie benoemd werd - leest men niets hierover. Er werd alleen commissie gegeven ‘omme te reysen aan S.M. tot Bruessel ende aldaer te aenhooren, zien, communiceeren, handelen ende tracteren mitten anderen Generale Staten der landen van herwaertsover, aldaer zijnde nopende deze bezwaringhe ende ontlastinge (van) C^o Ma^t domeynen voors....’

2) Deze waren gedeeld in eenheden van 500 paarden, welke gevormd werden door 100 gens d'armes en 200 boogschutters, welke resp. 300 en 200 paarden vormden (vgl. Henne: Histoire du règne de Charles Quint, T. III, blz. 79 vlg).

3) De gedeputeerden hielden er rekening mede, dat de impost op de wijnen (naar hun schatting opleverend circa 90.000 ℔) het onderhoud van leger en vloot ten goede zou komen.

[p. 272]

acht jaren, benevens 300000 gulden voor het leger in de vredejaren gebruikt worden.

Nadat het voorstel de gelden te heffen uit een generaliteits in- en uitvoerbelasting op de koopwaren door de oppositie van Holland verworpen was¹⁾, hoewel het plan den steun van de belangrijkste gewesten had - o.a. van Vlaanderen en Brabant - werd besloten de bede bij repartitie door de gewesten te laten opbrengen en aan deze de keuze der middelen over te laten.

Het is bekend, dat de gedeputeerden zich in hun besprekingen niet tot het ontwerpen van de gevraagde adviezen beperkt hebben. Door hen werden eischen gesteld omtrent het beheer van de bede door de Staten zelf, omtrent het gebruik van troepen uit de Nederlanden, door hen zijn verder allerlei wenschen en grieven te berde gebracht, welke zij door de vergadering aan de regeering hebben willen laten mededeelen. De behandeling van deze punten heeft vooral aan de vergadering een sterk politiek karakter gegeven en haar zoo merkwaardig gemaakt.

Den 6en December waren de besprekingen geëindigd. Het Generaal advies werd op grond hiervan opgesteld en op 17 December aan den hertog van Savoye overgegeven.

De koning heeft hierop den 9en Januari 1558 antwoord laten geven en wel bij apostillaire beschikking op verschillende artikelen van het Generaal advies²⁾ en bij afzonderlijk schrijven op het hoofdpunt van dit advies. In dit antwoord zijn allerlei bezwaren tegen het bedevoorstel en de grondslagen hiervan geuit: men had de soldijen onjuist geschat, de kosten van het leger en de vloot verkeerd berekend, geen rekening gehouden met artillerie, victuailleering, de ‘aenryt’- en ‘abzug’ gelden van de vreemde ruiterij, de bagagegelden van de inheemsche ruiterij, de tractamenten van hoofden, kapiteins enz. Evenmin had men gedacht aan het onderhoud van ruiters en voetknechten gedurende de drie maanden vóór dat de

1) Holland heeft hiervoor op 3 December een memorie ingediend, welke de vergadering zeker beïnvloed heeft (Staten van Holland no. 2379).

2) Audience no. 650 (hier achter afgedrukt). Verder bestaan tal van afschriften (en vertalingen in den Nederlandschen text) in onderscheiden archieven (Leiden, 's-Hertogenbosch, Utrecht e.a.).

[p. 273]

campagne zou beginnen, met de bezwaren, welke de afschaffing van de zesjarige bede, waarop assignatien tot bijna het volle bedrag der opbrengst waren uitgegeven, zou meebrengen¹⁾. Bovendien wenschte de koning voorziening in de dringende geldbehoeften, daar de gelden uit Spanje eerst na eenige maanden te wachten waren. De koning liet ten slotte voorstellen, dat de gelden voor de ruiterij verhoogd zouden worden, dat de zesjarige bede te zijnen bate zou blijven bestaan, tenzij de Staten de assignatiën zouden overnemen, dat de onkosten voor de eerste drie maanden door de Staten gedragen zouden worden²⁾.

In de onderhandelingen, welke tusschen de regeering en de gedeputeerden gevolgd zijn, hebben de laatste weinig neiging gehad wijziging in hun advies te brengen. Van een anticipatie van gelden op de te bewilligen bede, waarvan sprake geweest is, wilden zij niet weten; reeds het ontworpen voorstel, meenden zij, zou bij de Staten der gewesten groote bezwaren ontmoeten. In het antwoord, dat zij 18 Januari overgaven, zijn zij op enkele punten tegemoet gekomen; voornamelijk de kosten van de ruiterij werden hooger geschat, terwijl het onderhoud van 3000 paarden en 6000 voetknechten gedurende de drie eerste maanden werd overgenomen. Het bede-ontwerp behoefde hierdoor niet gewijzigd te worden; slechts de reserve, welke zij voor het eerste jaar berekend hadden, zou kleiner worden. Belangrijker was een tweede concessie, de overname van de assignatiën op de zesjarige bede, waarvoor 1200000 gulden noodig zouden zijn. Om dit bedrag te verkrijgen zou de bede gedurende negen jaar geheven moeten worden, alsmede de zesjarige bede gedurende een half jaar ten bate van de Staten komen. Na dit halve jaar zou deze bede afgeschaft zijn³⁾.

1) Op den wijnimpost, waarop de gedeputeerden nog gerekend hadden, waren eveneens tot de volle opbrengst assignatiën uitgegeven. De opbrengst bedroeg volgens de regeering in normale jaren niet meer dan 50.000 gulden.

2) Audience no. 648 fol. 45. Afschriften (en vertalingen in den Nederlandschen text) zijn in onderscheiden archieven bewaard (o.a. Leiden, 's-Hertogenbosch).

3) Audience no. 650 fol. 213, 254. Afschriften (en vertalingen in den Nederlandschen text) in het Statenarchief van Utrecht (no. 170), Leiden, 's-Hertogenbosch.

[p. 274]

De koning begreep, dat hij niet meer te verwachten had. In een schrijven van 21 Januari aan de gedeputeerden aanvaardde hij het advies¹⁾. De vergadering was hiermede afgeloopen, de gedeputeerden konden na bijna drie maanden in Brussel vertoefd te hebben naar hun gewesten terugkeeren.

In het schrijven van 21 Januari was tevens het voorstel aan de Staten der verschillende gewesten tot het bewilligen van de negenjarige bede, zooals deze - behoudens de wijzigingen van 18 Januari - in het advies was ontworpen, vervat. Het was om den noodigen spoed te betrachten niet wel mogelijk de Staten Generaal op de gewone wijze eerst in Brussel te beschrijven en hier de generale propositie te doen. De gedeputeerden zouden 's konings bedoelingen aan hun committenten hebben mede te deelen en het bedevoorstel over te brengen. De koning had een lijst van de quoten bij het stuk laten gaan, doch in zijn schrijven de mogelijkheid opengelaten, dat de quoten herzien zouden worden²⁾.

1) Audience no. 648 fol. 24, 36. Afschriften (en vertalingen in den Nederlandschen text) o.a. in het Statenarchief van Utrecht (no. 170), Leiden, 's-Hertogenbosch. De Koning was niet ingenomen met het resultaat, dat bereikt was. De Raad van State ried echter aanvaarding aan, en de Koning meende ten slotte het advies niet te kunnen afslaan (brief van Philips aan Savoye 22 Januari 1558 Audience no. 1229 fol. 177).

2) De quotenregeling hierin was de volgende:

Brabant	206066 ℔ 13 s. 4 d.
Vlaanderen	266666 ℔ 13 s. 4 d.
Artois	10666 ℔ 13 s. 4 d.
Henegouwen	66666 ℔ 13 s. 4 d.
Valenchiennes	5333 ℔ 6 s. 8 d.
Lille, Douay, Orchies	41000 ℔
Holland	100000 ℔
Zeeland	61333 ℔ 6 s. 8 d.
Namen	9000 ℔
Utrecht	13333 ℔ 6 s. 8 d.
't Doorniksche	13333 ℔ 6 s. 8 d.
Doornik	6666 ℔ 13 s. 4 d.
Mechelen	8000 ℔

[p. 275]

Het voorstel heeft de gewestelijke Staten de volgende maanden bezig gehouden. In het begin van April kwamen de Staten te Brussel samen om over het voorstel te beslissen. Het waren opnieuw de afgevaardigden van Utrecht, die ontbraken, terwijl de afgevaardigde van het Doorniksche, die aanwezig was geweest, wegens het overlijden van zijn echtgenoote vertrokken was.

Bij het voorlezen van de instructies op den tweeden dag bleek, dat de gewestelijke Staten op de voorstellen op zeer verschillende wijze waren ingegaan. Het uitblijven van Utrechtsche afgevaardigden had zijn oorzaak in de weigering van Utrecht de bede te aanvaarden¹⁾, Zeeland had de geheele opzet van de bede verworpen²⁾, van de kleinere gewesten hadden Henegouwen, Rijssel c.a. en Doornik hun quoten te groot gevonden. De groote gewesten als Brabant, Vlaanderen en Holland hadden in het algemeen de verantwoordelijkheid voor de adviezen van hun gedeputeerden aanvaard en hun quoten, zij het met eenige bedenkingen, geaccepteerd.

Wij hebben hier niet de verschillende meeningen en stroomingen, welke in de vergadering geopperd zijn of tot uiting zijn gekomen, te volgen. Merken wij alleen op, dat enkele gewesten aan hun consent de voorwaarde verbonden hadden, dat ook de andere gewesten hun quoten zouden bewilligen (de telkens terugkeerende formule ‘si avant que tous se y conforment’ of ‘sy toutz y furnissoient leur contingent’); dat enkelen een herziening van de quoten uitdrukkelijk uitsloten.

Wij merken verder op, dat ook thans in de instructies - buiten de ‘artikelen’, welke elk gewest voor zich trachtte te conditioneeren - tal van desiderata en grie-

1) Vgl. Res. Staten van Utrecht Febr./Maart 1558 (Staten van Utrecht no. 118).

2) Zeeland wilde slechts voor 3 jaren 50000 gl. consenteeren. Het vreesde, dat zijn crediet niet groot genoeg zou zijn om de renten van zijn aandeel in de 2400000 gulden te kunnen verkoopen. Zie den brief over de houding van Zeeland van den pensionaris van Middelburg en den abt van Middelburg (Archief van Prelaat en Eerste Edele M.V. no. 2).

[p. 276]

ven opgesteld waren, waarvan de gewesten de vervulling of voorziening door de Staten Generaal wilden laten vragen; om een voorbeeld te noemen, Holland wenschte haar bezwaren tegen de inquisitie ter bestrijding van de ketterij door de Staten Generaal uitgesproken hebben¹⁾.

Reeds den tweeden dag, 8 April, strandden de besprekingen wegens de afwezigheid van Utrecht en de verklaring van Zeeland op de clausule ‘si avant que...’. Viglius' bemiddeling werd ingeroepen, doch zonder succes. De kwestie werd vervolgens voorgedragen aan den hertog van Savoye.

Dinsdag na Paschen - 12 April - verscheen deze, vergezeld van Bergen e.a. in de vergadering. Hij gaf de bezwaren van Zeeland en enkele kleinere gewesten toe, en drong om het belang van de zaak er op aan, dat de Staten de generale conditie ‘si avant que...’ zouden laten vallen, dat zij zouden berusten in een herziening van de quoten door commissarissen, alsmede, dat zij met het oog op de dringende geldbehoeften van den koning onmiddellijk gelden beschikbaar zouden stellen²⁾.

De Staten gingen opnieuw aan het beraadslagen, doch de voornaamste gewesten bleven aan de clausule ‘si avant que...’ vast houden; ook tegen een submissie ten aanzien van een nieuwe quotiseering hadden vele bezwaar. Den 13en April werd rapport gedaan aan Savoye, die daarop den koning inlichtte. Den volgenden dag

1) Dit punt is waarschijnlijk voorzichtigheidshalve niet in het officieele verbaal opgenomen. De relatie van den Vlaamschen afgevaardigde maakt er wel melding van. Het punt komt inderdaad in de instructie van de Hollandsche afgevaardigden voor. Het luidt aldus: De supplier aussi à S.M. que pour remédier à plusieurs abus, qui se commettent ou se pouroient commettre au faict de l'inquisition en matière de héresie ou autre et pour obvier aulx inconvéniens, qui y pouroient advenir tant au respect des inhabitans du pays que des estrangiers, marchans ou aultres, fréquentans icelluy pays, en cas que icelle inquisition fust aultrement que juridiquement exercitée, sadicte Majesté veulle la forme d'icelle inquisition régler selon la disposition de droict et selon ce dresser les commissions des inquisiteurs ou leurs commissaires. (Staten van Holland no. 2379.)

2) Audience no. 648 fol. 33.

[p. 277]

werden de Staten voor den koning geroepen. Viglius hield in tegenwoordigheid van Philips, Savoye, Oranje, Egmond, Bergen, Mansfeld e.a. een toespraak van ongeveer denzelfden inhoud als Savoye twee dagen te voren. De koning was nu echter bereid gevonden de quoten van Utrecht en Zeeland en de tekorten van andere gewesten voorloopig voor zijn rekening te nemen, waardoor de bede als geheel onveranderd zou blijven. Hij liet nu opnieuw vragen de clausule ‘si avant que...’ te laten vallen; verder werd weder anticipatie van gelden gevraagd en submissie ten aanzien van een nieuwe quotiseering¹⁾. Als commissarissen voor dit laatste werk werden Lalaing, de kanselier van de orde van het Gulden Vlies²⁾ en de commies van Financiën Boulogne aangewezen.

Den 15en April bleven de Staten op hun stuk staan; voornamelijk Vlaanderen en Holland³⁾ bleken van hun instructie niet te willen afwijken en kwamen, nadat de vergadering besloten had, dat elk gewest zich afzonderlijk tegenover de regeering op dit punt verdedigen zou, ook tegenover de regeering hiervoor uit. Het gevolg was, dat de vergadering geschorst werd en dat de afgevaardigden van Vlaanderen en Holland op het punt van de generale conditie nieuwe volmachten te vragen hadden. Niet-officieele besprekingen bleven intusschen voortduren.

Den 27en April werden de vergaderingen hervat; behalve de Vlaamsche afgevaardigden, die volmacht hadden gekregen de generale conditie te laten vallen, waren thans ook de afgevaardigden van Utrecht⁴⁾ en het Doorniksche aanwezig.

1) Audience no. 648 fol. 28, Leiden no. 1197.

2) Philippe Nigri.

3) Zie voor het antwoord van Holland (concept van de hand van Jacob van den Eynden, den pensionaris van Delft) Staten van Holland no. 2379. Verder voor de gebeurtenissen in het algemeen den brief van den Leidschen afgevaardigde Nicolaes van Berendrecht d.d. 16 April 1558 (Leiden no. 1179).

4) Zie Resol. Staten van Utrecht 5 April 1558 (Staten van Utrecht no. 118). Het besluit tot bezending is tot stand gekomen, nadat Egmond door den Koning naar Utrecht was gezonden en hier de Staten in de vergaderingen van 1, 4 en 5 April overreed heeft.

[p. 278]

In afwachting van de nieuwe volmacht voor de Hollandsche gedeputeerden werden de besprekingen gewijd aan de organisatie van ontvangerschappen en tresorierschappen van oorlog, waarbij merkwaardige voorstellen voor indeelingen dezer landen gedaan werden. Bovendien werden besprekingen gehouden tusschen de regeering en de Staten Generaal over de betaling van troepen, welke reeds in Duitschland aangenomen waren, over repartitie van gelden over de gewesten en andere punten. De gewestelijke deputaties trachten inmiddels elk voor zich speciale voorwaarden voor hun eventueel consent te bedingen.

Eindelijk, 30 April, werd het besluit van de Hollandsche Staten van 26 April ten deele bekend. De volle verrassing hebben de Hollandsche afgevaardigden zich voor de volgende zitting op Maandag 2 Mei voorbehouden. Hier deelden zij mede, dat de Staten bereid waren toe te geven ten aanzien van de generale conditie, dat zij onmiddellijk renten zouden verkoopen voor hun aandeel in de 2400000 gulden, doch dat zij de negenjarige bede verwierpen, niet zouden bijdragen in de 1200000 gulden en niet zouden berusten in een herziening van de quoten; daarentegen waren zij bereid den Koning de zesjarige bede, welke de Staten Generaal wilden laten vervallen, gedurende de drie resteerende jaren te blijven betalen¹⁾.

1) Dit besluit was vastgesteld in de Statenvergadering van 26 April (Leiden no. 1197). Het werd gemotiveerd door de weigering van de Staten Generaal en de regeering een rente van 22349 ℔ 9 s., welke de Staten sedert 1530 op de ordinaire bede hadden staan, mede in de beschikbaar te stellen 1.200.000 gulden af te lossen. 15 April had Savoye beschikt, dat deze rente gedurende 3 jaren uit de 1.200.000 gulden betaald zou worden en na deze 3 jaren uit andere nader aan te wijzen middelen (Leiden no. 1197). De Staten besloten daarop noch hun aandeel in de 1.200.000 gulden noch hun quote voor het onderhoud van de 2000 ruiters gedurende 9 jaren op te brengen, doch de ordinaris zesjarige bede gedurende de resteerende drie jaren te betalen (hieruit zouden hun renten op deze bede betaald worden, terwijl een deel voor het onderhoud van de garnizoenen zou komen).
De regeering schijnt op zich zelf niet zooveel bezwaren tegen het voorstel gehad te hebben, dat haar de eerste drie jaren niet minder bracht dan het andere voorstel, maar de kans, dat men met de andere gewesten tot een accoord zou komen, werd er sterk door verminderd.
Zie voor de vergaderingen van de Staten Generaal van 2 en 3 Mei den brief van Quiryn Allertsz. aan de regeering van Leiden (Leiden no. 1197 fol. 101).

[p. 279]

‘Quoy oy par les députez desdictz estatz généraulx (schreef de Vlaamsche afgevaardigde in zijn relatie), ont eu toutz grand mescontentement, disant que ceulx de Hollande n'avoyent prins la retraicte auprès de leurs membres touchant le poinct de l'entretènement de 2000 chevaulx durant le temps de huyt années après cest an-cy, mais tant seullement pour accepter l'offre de Sa Majesté en lieu de la générale condition, sy toutz se acquictoyent à furnir leur quote.’ Inderdaad, hiervoor hadden zij nieuwe instructies gevraagd; de negenjarige bede was door hen reeds in vorige vergaderingen toegestaan.

In de vergadering van 3 Mei ondervonden de Hollandsche afgevaardigden opnieuw de algemeene ontstemming, welke vooral het feit, dat zij slechts voor drie jaren consent wilden geven, gold. Toen zij zich na een onderhoud met Savoye, die weder ingeroepen was, bereid verklaarden gedurende 9 jaren materieel ongeveer hetzelfde als hun gevraagd was te willen consenteeren¹⁾, doch hier-

1) De Hollandsche afgevaardigden stelden voor, dat Holland de 300.000 gulden als aandeel in de 2.400.000 gulden zou opbrengen, maar dat het zelf de rente betalen en aflossen zou (het zou derhalve volgens het plan hiervoor jaarlijks ongeveer 62.500 gulden beschikbaar moeten stellen); dat het de zesjarige bede van 100.000 gulden de resteerende drie jaren tot 1560 zou betalen (hiervan zouden 62.500 gulden voor genoemd doel en 37.500 gulden voor het onderhoud der 2000 ruiters aangewend worden), en na den afloop van deze bede gedurende zes jaren nog 37.500 gulden voor het onderhoud der 2000 ruiters beschikbaar zou stellen. De andere gedeputeerden namen met dit voorstel genoegen.
Ten slotte is bij het besluit van 10 Mei van de Staten van Holland en het definitieve accoord van 18 Mei zoowel het aandeel in de 2.400.000 gulden als in de 1.200.000 gulden bewilligd, terwijl voor een tijd van 9 jaren 37.500 gulden voor de ruiters werd geconsenteerd (de zesjarige bede werd afgeschaft). De rentebetaling en aflossing van het aandeel in de 2.400.000 gulden werd door Holland zelf gedaan, waardoor het getal van 37.500 guiden verklaard wordt.

[p. 280]

voor eerst machtiging van hun committenten wilden halen, verrees over dit uitstel ‘een nyeuw ende groote roup’¹⁾. Eerst toen Savoye verklaarde voor het consent van Holland in de betaling van 37500 gulden gedurende negen jaren in te staan, en de Hollandsche afgevaardigden stellige verzekeringen gaven, berustten de Staten.

Niets stond het accoord meer in den weg. Vlaanderen, dat steeds in de vergadering verklaard had afzonderlijk consent te willen geven, ging voor²⁾, de andere gewesten volgden daarop en gaven gezamenlijk hun consent, waarna de Brabantsche griffier Cornelis Weelemans acte van het consent opmaakte. Savoye nam het accoord voorloopig namens den Koning aan³⁾.

Den zelfden dag viel ook de beslissing omtrent het beheer van de bede. De voorgestelde indeelingen dezer landen en de repartities vervielen: er zou één superintendent of commissaris generaal aangesteld worden, die zelf niet met eenig geldelijk beheer, doch met de centrale administratie en het oppertoezicht op de tresoriers van oorlogen, die in de gewesten aangesteld werden⁴⁾, belast zou worden. Een commissaris generaal of superintendent voor de marine en uitrusting ter zee zou naast hem aangesteld worden. Met Vlaanderen, dat niet in eenige unie met de andere gewesten ten aanzien van het finantieel beheer had willen treden, werd de moeilijkheid aldus opgelost, dat dit gewest de benoeming van een superintendent in Vlaanderen aan den koning zou opdragen, die den commissaris generaal van de Staten Generaal zou aanwijzen.

Gelijktijdig werden besprekingen gehouden over plaatsingen van zekere troependeelen, over assignatiën, over tractamenten van de hoofden, kapiteins en andere officieren. Voor de behandeling hiervan werden 3 Mei eenige

1) Zie brief van Quiryn Allertsz. (Leiden no. 1197).

2) Bulletin de la Commission Royale de Belgique, S. III, T. VIII, blz. 316.

3) Audience no. 1229 fol. 209.

4) Brabant, Valenciennes, Holland, Zeeland, Namen, Utrecht en Mechelen wezen den zelfden persoon n.l. Gheerardt Gramaye als hun tresorier generaal aan.

[p. 281]

pensionarissen en commissarissen van de regeering aangewezen, die den 5den Mei rapport in de Staten Generaal uitgebracht hebben.

Op den 5en Mei werd ook Anthonie van Stralen, de burgemeester van Antwerpen, door de Staten Generaal tot commissaris generaal benoemd.

Hiermede was het voornaamste werk gedaan. De volgende dagen werden voornamelijk besteed aan de uitvoering van verschillende besluiten. Den 14en Mei werd de instructie voor Van Stralen vastgesteld¹⁾, den zelfden dag de instructies voor monstercommissarissen ter zee, den 16en Mei voor monstercommissarissen te lande, den 19en Mei voor den superintendant ter zee vastgesteld. Den 18en Mei werd Jacob Boll als tresorier generaal ter zee, den 19en Mei Gerard van Poelgeest als superintendant ter zee benoemd.

Inmiddels stelde men de doleances op. De Staten Generaal hadden besloten de verlangens en klachten, welke ter vergadering redelijk bevonden waren, gezamenlijk in een adres aan den koning kenbaar te maken. In een audiëntie op 18 Mei werden deze aan den koning voorgelezen en in geschrifte overgeleverd. Deze doleances waren drie in getal: de eerste betrof opnieuw de unie met het Rijk, het entrecours met Engeland, de handelsbelangen en allerlei andere punten, welke ook in het Generaal advies waren opgenomen geweest; de tweede de plunderingen en verdere wandaden van de soldaten en het verzoek den oorlog af te leiden naar Italië of Spanje; het derde opnieuw de excessieve vorderingen voor wagendiensten, waaronder de gewesten aan de grenzen zoo te lijden hadden²⁾.

De regeering heeft zich ook in deze weken nog met eenige verzoeken tot de Staten Generaal gericht. Den 14den Mei kwam Viglius met twee voorstellen. In het eerste (waarin de koning eerst verklaarde de voorloopige aanvaarding van het consent door Savoye te bevestigen) werd aan Brabant, Vlaanderen, Artois, Holland en Namen verzocht ‘quelque gracieuse somme’ te bewilligen

1) Gedrukt in Rachfahl: Wilhelm von Oranien, I, blz. 637.

2) Staten van Holland no. 2379, 's-Hertogenbosch A 207.

[p. 282]

om het tekort van andere gewesten aan te vullen; het was niet mogelijk voor commissarissen zoo spoedig een nieuwe taxatie van de quoten te maken¹⁾. In het tweede voorstel werd verzocht zekere assignatiën, welke aan Gaspar Schetz en eenige anderen in 1557 op de zesjarige bede waren gegeven, in de 1200000 gulden te willen betrekken²⁾.

De Staten Generaal hebben 15 Mei geweigerd op het eerste verzoek in communicatie te treden; men verwees den koning waarschijnlijk naar de betrokken gewesten. De volgende dagen zijn de verzoeken om verhooging der quoten althans aan deze particulier gedaan³⁾.

Ook op het tweede verzoek is ongunstig beschikt. Den 18en Mei heeft Savoye in de Staten Generaal dit verzoek herhaald; de beslissing werd echter niet meer in deze Staten Generaal, maar in een volgende, die de koning spoedig wilde samenroepen, verwacht.

Den 20en Mei kwam eindelijk de acte gereed, waarbij de koning het accoord van de Staten Generaal van 3 Mei aanvaardde. Dit stuk is als de slotacte van de vergadering te beschouwen. Er volgden nog particuliere accoorden van verschillende gewesten over hun aandeel in de bede, nog langdurige onderhandelingen met enkele gewesten over aanvulling van hun quote, de Staten Generaal waren in deze handelingen niet meer gemoeid.

Aangaande de stukken, welke voor deze mededeeling gebruikt zijn, merken wij het volgende op:

1) Audience no. 1231 fol. 153, Leiden no. 1197 fol. 56, 's-Hertogenbosch A 207.
Een lijst van de nieuwe quoten was aan het geschrift toegevoegd.

2) Audience no. 1229 fol. 234, Leiden no. 1197 fol. 59, 's-Hertogenbosch A 207.

3) Audience no. 650 fol. 201, Staten van Holland no. 2379.

I. Lijst van afgevaardigden.

Van de lijsten, voorkomende in het archief van 's-Hertogenbosch en van de Audience - allen afschriften van een zelfde stuk - bevat de eerste verbeteringen en eenige aanvullingen. Het heeft daarom voor deze uitgave als grondslag gediend.

[p. 283]

II. Notulen 26 November/6 December 1557.

Het exemplaar voorkomende in het archief van de Staten van Holland was voor ons aangewezen. Het afschrift is wel niet beter dan dat, hetwelk voor de stad 's-Hertogenbosch gemaakt is - enkele onjuistheden konden wij naar het laatste afschrift zelfs verbeteren - maar de belangrijke notities van den landsadvocaat van Holland op het Hollandsche stuk in margine aangebracht, geven aan dit stuk bijzondere beteekenis. Wij wezen er op (blz. 270), dat in de notulen van den griffier Weellemans geen namen der gewesten genoemd werden om de geheimhouding te verzekeren. Adriaan van der Goes heeft, hetzij op grond van eigen notities, hetzij uit zijn herinnering¹⁾ in zijn exemplaar bij de termen als ‘aulcuns’, ‘aultres’ enz. in margine letters B, F, H, H^o, T, T^o enz. geplaatst, welke klaarblijkelijk dienden, om vast te leggen, dat hier namens Brabant, Flandres, Hainaut, Hollande, Tournesis, Tournay enz. gesproken werd. De anonymiteit is daardoor voor ons opgeheven. Door de procedure, welke ter vergadering gevolgd is, kan men bovendien met behulp van deze marginale aanteekeningen de instructies voor de verschillende deputaties afleiden.

De moeilijkheid de 16e eeuwsche F en R, en b, v en u te onderscheiden, heeft een beslissing, welk gewest met de letters bedoeld is, soms moeilijk gemaakt. Met de mogelijkheid, dat een enkele vergissing gemaakt is, houde men rekening. Waar wij sterk twijfelden, hebben wij een vraagteeken geplaatst.

1) Uit de aanteekeningen van den pensionaris van 's-Hertogenbosch, waardoor wij deze notities eenigermate kunnen controleeren, zou men opmaken, dat Van der Goes zich een enkelen keer vergist heeft. Wijst dit er misschien op, dat de aanteekeningen uit zijn herinnering gemaakt zijn?

III. Generaal advies van 17 December 1557.

Van de vele exemplaren, welke van dit stuk bestaan, is het exemplaar in het archief van de Audience, voorzien van de door den koning geteekende kantbeschikking, voor ons aangewezen geweest.

[p. 284]

IV. Notulen 7 April - 5 Mei 1558.

Een afschrift van deze notulen hebben wij alleen in het archief van de Staten van Holland aangetroffen.

P.A.M.

I.
Afgevaardigden ter vergadering van November 1557.

Comparantz à la court du Roy nostre sire de par les estatz de ce pays bas au moys de novembre l'an 1557.

Députez de Brabant.

Prélatz:

Révérend père en Dieu Jacques van der Meren, prélat de Sainct Bernard.

Révérend père en Dieu Loys van den Berghe, prélat de Parck.

Nobles:

messire Jehan Coutreau, baron de Jauche, seigneur à Assche.

seigneur Ferry de Glimes, baron de Grimbergen.

Villes:

messire Jehan van der Linden, chevalier, bourgmaistre de Louvain.^1)

1) De regeering had op 4 Augustus de deputaties van den volgenden omvang willen hebben:

Brabant	8 (geest. 2, ed. 2, st. 4).
Vlaanderen	8 (elk der leden 2).
Artois	6 (geest. 2, ed. 2, st. 2).
Henegouwen	7 (geest. 2, ed. 2, st. - w.o. Valenciennes - 3).
Holland	8 (ed. 2, st. 6).
Zeeland	4 (ed. 1, st. 3).
Namen	3 (geest. 1, ed. 1, st. 1).
Lille, Douay, Orchies	4 (hoofdofficieren 2, st. 2).
Utrecht	3 (geest. 1, ed. 1, st. 1).
Doorniksche	1
Doornik	1
Mechelen	1

(Audience no. 648 fol. 56).

[p. 285]

m^e Roeland de Rycke, pensionaire de Louvain.

messire Jacques de Brigilles, chevalier, seigneur de Chasteau, bourgmaistre de Bruxelles.

m^re Guillaume Martyn, pensionaire dudict Bruxelles.

messire Anthoine de Straele, chevalier, bourgmaistre d'Anvers.

m^re Jehan Gielis, pensionaire dudict Anvers.

m^re Goossen van der Stegen, bourgmaistre ou premier eschevin de Bois le Duc.

m^re Roeloff Loekeman, pensionaire dudict Bois le Duc.

m^re Cornille Weellemans, advocat du conseil de Brabant et greffier des estatz de Brabant.

Députez de Flandres.

De Gand:

Adrien de Wintere, eschevin.

m^re Robert Hellin, pensionaire.

(De) Bruges:

m^re Leonart Casenbroot, docteur ès droictz et premier eschevin de la ville de Bruges.

m^re Guillaume de Pamele, pensionaire.

(De) Ypre:

m^re Chrestien Reynier, eschevin.

m^re Jehan van de Meersch, eschevin.

m^re Nicolas Keynyaert, pensionaire^1).

m^e... de Corte^2).

Du Francq:

Franchoys van der Bourch, escuyer, eschevin.

Franchoys Claessoene.

m^re Laurens de Aula, pensionaire.

1) in margine: obiit. De naam werd ook geschreven Kengyart, Quengiaat.

2) in het m.s. der Audience met andere hand bijgevoegd. Hij is waarschijnlijk in de plaats van Keynyaert gekomen.

Députez d'Arthoys.

Pour l'esglise:

Révérend père en Dieu Gherard de Haméricourt, abbé de Saint Berthin.

[p. 286]

m^re Loys Pory, docteur ès droictz, chanoine de l'esglise cathédrale d'Arras.

Pour les nobles:

messire Ysembart de Houchen, chevalier, seigneur de Longastre.

Loys de la Plancq, seigneur de Wastines.

Pour les villes:

m^re Charles du Mont S^t Eloy, licentié ès loix, conseillier de la ville d'Arras.

m^re Sébastien Havedouche, aussy licentié ès loix, conseillier de la ville de Sainct Omer.

Députez de Haynault.

monseigneur l'évesque de Calcédoine, abbé de Saint Crespin^1).

monseigneur l'abbé de Bonnespérance^2).

monseigneur de Frezin^3).

monseigneur d'Aymeries^4).

Michel Dessus le Moustier, eschevin de la ville de Mons.

Ursimer de Traheignies, du conseil de ladicte ville.

m^re Sévérin Franchoys, conseiller et pensionaire de la dicte ville.

m^re Guillamme le Beghe, advocat en la court à Mons, délégué greffier des estatz dudict pays.

1) Martin Cuypers (Cuperus), bisschop van Calcedonië.

2) Pierre Desperies, abbé de Bonne Espérance.

3) Loys de Gavre, seigneur de Frésin.

4) Georges Rolin, seigneur d'Aymeries.

Députez de Valenciennes.

messire Pierre Rasoir, prévost de la dicte ville de Valenchiennes.

m^re Anthoine Corvillain, greffier et pensionaire dudict Valenchiennes.

Députez de Lille, Douay et Orchies.

Ghérard de Cunighem, dict de Houmi, bailly de la chastelenie de Lille.

Anthoine du Boys, bailly de la baronnie de Cysoing.

Pierre Preudhomme, seigneur de Coismes^5).

5) in margine: au lieu de cestuy Pierre Prudhomme s'est comparu Jehan Perremay, eschevin à Lille.

[p. 287]

m^re Waelrand Gillis, conseiller pensionaire de la ville de Lille^1).

m^re Michel Rombault.

m^e Franchoys du Boys, conseiller pensionaire de la ville de Douay et Orchies.

1) in margine: au lieu de cestuy Walrand est comparu m^re Maximilien de Henin, premier conseiller pensionaire dudict Lille.

Députez de Hollande.

Otto de Egmont, seigneur de Kenneborch au nom des nobles.

m^r Adriaen van der Goes²⁾, advocat de Hollande.

m^e Guillamme Schoeck, pensionaire au nom de la ville de Dordrecht.

m^re Jehan van Suyren et m^re Cornille van Alckemade, au nom et de la part de ceulx de Haerlem.

m^re Jacques van den Eynden, pensionaire de la part de ceulx de Delft.

m^re Cornille van Veen, pensionaire de la part de ceulx de Leyden.

m^re Jehan van Nyeuwenburch, pensionaire de la part de ceulx d'Amsterdam.

Ghisbrecht Jehan Maertsz.³⁾, de la part de ceulx de Goude.

2) staat in het m.s.: Goest.

3) staat in het m.s.: Artsz. In de resolutien van de Staten van Holland wordt als afgevaardigde van Gouda Jan Dircksz. 't Hoen vermeld. Het is waarschijnlijk, dat Gouda evenals Haarlem twee afgevaardigden heeft gezonden (zie Resol. Staten van Holland 9 Octob. 1557).

Députez de messieurs les estatz de Zeelande.

De la part des messeigneurs les prélatz et nobles m^re Roeland de Pottere, pensionaire desdictz estatz.

Pour ceulx de Middelborch m^e Jehan Bekercke, leur pensionaire.

Pour ceulx de Ziericxzee Wittele Lievenss., pensionaire de ladicte ville.

Et pour les villes de Reymerswale, Goes et la Tholen Josse Pieterss. Mol, secrétaire dudict Reymerswale.

[p. 288]

Députez des estatz de Namur.

messire Bernard Rose, abbé de Grandpré, de par les prélatz.

messire Philippe Caucelle¹⁾, chevalier et mayeur de Namur, de par les nobles.

m^e Philippe de Courtil, eschevin, de par la ville.

m^re Jacques Voroux, pensionaire des estatz de Namur.

1) Chaucelle (?). In een der m.s. (Audience) staat: Sausselle.

Députez d'Utrecht.

m^re Waultier de Cordenoort²⁾, chanoine de Saint Pierre à Utrecht, de par les gens d'esglise.

Friederick Uuten Eynge, de par les nobles.

Eustaes de Brakel, bourgmaistre, de par les villes.

2) Wouter van Coddenoort.

Députez de Tournesiz.

m^re Philippe de Cordes.

Députez de Tournay.

m^re Jacques le Clercq³⁾.

3) in margine: obiit et en son lieu s'est comparu sire Lion Petit, escuier, seigneur de Tethommes et prévost de la commune de Tournay.

Députez de Malines.

m^re Pierre Wastels, pensionaire dudict Malines.

(Gemeentearchief van 's-Hertogenbosch, Stadsarchief A 207.)

II.
Notulen 26 November - 6 December 1557.

Messeigneurs les députez des estatz des pays bas ont esté assembléz à la court du roy nostre syre affin d'adviser sur les moiens par lesquelles lesdictz pays puissent pour l'advenir estre conservéz et défenduz, ensemble sortir de l'extrême necessité des debtes et charges, que leur ont esté leutes et sommièrement communicquéz par estat⁴⁾, le tout suyvant la proposition de Sa Majesté faicte ausdictz estatz au mois d'aougst dernier l'an XV^cLVII en la ville de Valenchiennes.

4) Zie blz. 267.

[p. 289]

XXVI^a Novembris anno XV^cLVII.

Brabant¹⁾.

L'on a proposé que l'union arrestée d'entre les estatz du Sainct Empire et les estatz de ces pays bas l'an XV^cXLVII(I) soit bien et deubvement entretenue tant à l'endroit dudict empire comme qu'il a esté faict du cousté de pardeça, mesmes considéré que les estatz de l'empire sont par ladicte union tenuz perpétuellement deffendre, soustenir et ayder ces pays²⁾, ceque serviroit en tout temps d'assistence et défence, non seullement contre les François et aultres ennemis, mais aussi pour la sceurté du cousté d'Allemanie.

Sur quoy mesdictz seigneurs ont advysé, que ladicte union est nécessaire pour la conservation des⁺ pays bas, et aulcuns, sçavoir les députez des deux pays, que note en sera faicte pour en après faire rapport à leur collège.

L'on a proposé, que ceulx de Geldres, Frise, Overijssel et voisins n'estantz venuz à ceste assemblé doibvent estre induictz d'assister à la commune défence des pays.

Sur quoy ont mesdictz seigneurs les députez advisé, qu'ilz se conforment audict moien au regard que les aydes sont générales et que l'exemtion, que lesdictz Geldrois et aultres peuvent avoir de point contribuer aux aydes de Sa Majesté³⁾, doibt estre entendue touchant les dons gratuitz, mais ne se

1) De instructie van de Brabantsche gedeputeerden is bewaard in het archief van de stad van 's-Hertogenbosch.

2) Groot Placcaetboeck III 23 (Nederl. text van het verdrag van Augsburg): ‘... dat sy (de erfnederlanden)... altoos onder des Rooms Keysers, Konings ende Rijcx schut, scherm ende hulpe zouden mogen zijn ende blijven.’

+ Flandres, Zélande.

3) n.l. op grond van beloften van Karel V bij hun overgang gegeven; ‘les députez sont d'opinion pour la pluspart, qu'ilz - Gelderland, Friesland enz. - doibvent aussi contribuer nonobstant que l'empereur leur auroyt promis exemption des aydes,’ schrijft de pensionaris van 's-Hertogenbosch. Zie verder Fruin: De zeventien provincien en haar vertegenwoordiging in de Staten Generaal (Verspr. Geschr. IX blz. 14 vlg., 23).

[p. 290]

peult extendre aux aydes, qui ses font pour la nécessaire défence du pays, comme aucuns desdictz députez, ayantz semblable exemption ou prévilège, ont contribué et contribuent ce non obstant pour la défence commune du pays¹⁾, sicomme aussi les gens d'église non obstant leur prévilège et exemption contribuent à la défence du pays.
⁺ Aucuns députez sçavoir des deux pays ont esté d'advys d'en faire note pour en après faire rapport.

Item a esté proposé, que les royaulmes d'Espaigne et autres provinces de Sa Majesté deb(v)roient faire proportionnement le debvoir à résister au commun ennemy selon leur grandeur, avoir et richesse comme piéchà ont faict les pays de pardeçà.

Sur ce a esté advisé par la pluspart, que ledict moien proposé doibt estre suivy de tant plus, que les pays bas n'est souffisant à la résistence des Françoys, que le commenchement ou source de la guerre n'est procédé du cousté de ces pays²⁾, mais du cousté de Milan, Naples et Italie, et que les aultres royaulmes et provinces ont esté secouruz des deniers de pardeçà comme vers Alger³⁾ et aultres.
⁺ Aucuns députez ont advisé de demander assistence desdictz aultres royaulmes et provinces avec la modération et clause subséquente, sçavoir pour ceste fois sans demander aulcune conféderation avec ceulx d'Espaigne (par) plusieurs respectz.

1) n.l. Mechelen (aant. pensionaris 's-Hertogenbosch).

+ Flandres, Zélande.

2) Op den oorsprong van den oorlog uit belangen in Italië wijzen o.a. Holland en Mechelen; het laatste met de bewoordingen ‘que le commenchement de guerre est procédé de Naples, Millan et Italie et que ce pays n'est pas si grand en comparaison pour la XX^e partie et ainsi point si puyssant pour résister à la couronne de France.’ (Aant. pensionaris 's-Hertogenbosch.)

3) In het verbaal van Holland en 's-Hertogenbosch staat Argyl. Bedoeld is Algiers blijkens de aanteekeningen van den pensionaris van 's-Hertogenbosch: ‘les autres sont d'opinion, qu'ilz doibvent assister, attendu que l'argent de ce pays est sorty pour les guerres oultre mer et qu'ilz ont esté secouruz des deniers de pardechà comme (vers) Algier et aultres.’

+ Tournesis.

[p. 291]

⁺ Les aultres députez ont esté d'advys d'en faire note et que leur semble, que d'Espaigne et aultres pays ne procédera si tost de l'argent, au regard, que Sa Majesté royale ne s'est encore trouvé audict Espaigne despuys la renonchiation et cession, que luy a faict l'empereur¹⁾ et qu'il seroit à craindre, que si guerre du cousté d'Espaigne et aultres royaulmes survint, les pays bas s'en pouroient resentir et y aussi debvoir contribuer.

+ Flandres.

1) Deze opmerking werd ook door Zeeland gemaakt (aant. als voren).

XXVII^a Novembris.

Item a esté proposé, que pour l'assistence, assceurence et défence de ces pays l'on feroit avec advys des estatz d'icelluy quelcque bonne, ferme et durable confé(dé)ration ou union avec ceulx du royaulme d'Engleterre.

Sur ce a esté advysé par messeigneurs conformément audict moien, affin que la cousté maritime soit tant plus asseuré à l'avancement de la négotiacion et marchandise, fondement unicque de ces pays, et que ceulx d'Engletterre doibvent requérir telle alliance et union, puisque leurs adviendroint plusieurs et notables proufytz.
⁺ Aucuns députez ont adiousté que l'aliance est désià fort avancé à raison du mariage de Sa Majesté et que note sera faicte de ce moien pour etc.

Item a esté proposé que l'on entretiendroit quelcque bon estat ordinaire des gens de guerre, inhabitans du pays, tant par meer que par terre à la résistence des invasions des ennemis et dont chascun pays payeroit sa quote selon les capitulations à aviser.

⁺ Sur quoy ont messeigneurs pour la plus part advisé conformément audict moien proposé et que icelluy moien est nécessaire, sans lequelle aulcuns ont dict leur estre impossible de furnir et payer leurs quotes et aydes à raison des foulles, qui ses commectent par les souldartz par faulte de payement, adioutant(z), que le service en guerre par estrangiers a esté de tout temps la ruyne des tous

+ Rijssel.

+ Artois, Hainaut, Namur.

[p. 292]

royaulmes et provinces et que en se faisant servir en guerre par la plus part des inhabitans de ce pays, l'argent se retiendra, et les subiectz de Sa Majesté seront exercitéz et plus déliberéz à garder et deffendre le pays que les estrangiers et que l'on advyserait sur le nombre des gens de guerre tant en temps de payx que guerre en examinant les moiens par aulcuns en particulier à ce fin proposez¹⁾.
⁺ Aulcuns députez des estatz, sçavoir de deux pays, sont d'advys, que touchant ledict moien proposé l'on doibt lesser convenir Sa Majesté et son Conseil et que selon la calculation d'aulcuns députez des estatz ses pays auroient à entretenir trente mil souldez des gens de pied et huyt mil gens à cheval, dont les despens monteroint à grosse somme; que en trente ou quarante ans en çà n'a esté levé notable quantité des gens de ces pays et que l'on n'y trouveroit tel nombre des gens de guerre en ces pays; que Sa Majesté a bendes ordinaires, lesquelz sont payez ou du moings debvroient estre payez des ayde(s) pour ce accordez et que de faire aultre ordre seroit nouvelle⁺ charge; que aussi sur la meer il y a aultre provision des bateaulx mesmes en temps de paix²⁾, néantmoins sont esté d'advis que note en sera faicte.

Item l'on a proposé, que les deniers procédanz des aydes jà accordez pour l'entretènement des trois mille chevaulx et certain nombre des piétons et garnisons³⁾ avecq les impostz de cincq soulz sur l'ame de vin pour les navires⁴⁾ ensemble les aultres subventions, se besoing soit à trouver de nouveau, seront par effect employez aux fins destinez, à ce que le pays peult estre garanti non

1) sc. door Utrecht (aant. pensionaris 's-Hertogenbosch). Zie hiervóór blz. 271.

+ Flandres, Hainaut.

+ Zélande.

2) Zeeland wijst hier op 's konings oorlogsvloot in de haven van Vere.

3) Deze gelden werden bewilligd in de beden van 1555.

4) Deze imposten zijn bewilligd voor het eerst in 1549 en sedert herhaaldelijk door de verschillende gewesten toegestaan (vgl. o.a. Res. Staten van Holland 8 Maart 1557).

[p. 293]

seullement contre les ennemys, mais aussi contre les foulles et oultrages, que journellement se commectent par faulte de payement.

Sur ce ont mesdictz seigneurs pour la pluspart advisé, qu'ils treuvent ledict moien bon pour le temps advenir et aydes à accorder cy après, mais point pour les aydes accordez et payez, au regard qu'il n'y auroit raison de demander com(p)te de⁺ Sa Majesté pour lesdictz aydes; aulcuns ont dict, que l'argent (de) l'ayde ordinaire pour l'entretènement des trois mille chevaulx est anticipé et par ainsi ne conviendroit de demander l'administration d'icelluy argent; que les cincq soulz sur l'ame du vin sont employez pour le convoy de l'empereur et point aux navires de guerre contre les ennemis, et que⁺ certaines plaintes ont esté faictes par aulcuns, pour ce qu'ilz avoient entendu, que leur quote des aydes n'estoit employée aux fins destineez et que par ce bonne note sera faicte dudict moyen, adioutans que grandes incommoditez sont survenues de ce que les deniers accordez ne sont convertiz aux fins destinez¹⁾.
Aulcuns aultres desdictz députez ses sont conformez avecq ledict moien en telle généraelité qu'il est proposé.
⁺ Aucuns ont dict qu'ilz n'entendent que les aydes accordées après l'expiration du temps ses doibvent continuer, mais que aultres moiens seront trouvez à la fin, à laquelle lesdictz aydes sont esté accordez²⁾,⁺ déclarans en oultre, que aucuns estatz ont esté constrainctz de faire équippaige des navires à leur coust et despens nonobstant le impost de cincq⁺ soulx de l'ame de vin³⁾ et que aulcuns ont acte de ne plus porter ladicte imposition de cincq soulz sur

+ Zélande, Rijssel(?)

+ rtois, Haiut, Namur, Tournesis, 'ournay...

1) De Koning heeft zich op deze grieven in het adres van 21 Januari 1558 (zie blz. 274) verdedigd.

+ Brabant.

2) In de aanteekeningen van den pensionaris van 's-Hertogenbosch worden deze opmerkingen aan Holland toegeschreven.

+ Hollande.

+ (Utrecht).

3) Vgl. Resol. Staten van Holland 4 Maart 1557 vlgd. over de uitrusting van een vloot ten laste van dit gewest.

[p. 294]

l'ame du vin après l'expiration du temps déterminé¹⁾.

Item il a esté proposé, que aucuns commis des estatz debvroint estre présents aux monstres des gens de guerre, auront la récepte, administration et distribution des deniers procédantz desdictz aydes.

Sur ce a la plus part des messeigneurs les députez avisé qu'ilz treuvent ce moien fort bon et expédient, sçavoir que le payement des souldez se face par commis des estatz en présence du commis de Sa Majesté et que les commis des estatz soient présents aux monstres et que chascun pays porte sa quote⁺ par tel moien, que bon luy semble, ou que Sa Majesté ou les estatz pouront faire lever la quote des défaillantz, atjoutantz, que par tel moien sera mys ordre ad ce que le payement des gens de guerre ne sera de si long train, comme a esté jusques asceur de vingt et huyt ou trente mois ou environ et que Sa Majesté vraysemblablement accordera ledict⁺ moien, en tant que le semblable a esté octroyé aux Espaignouls des deniers procédez d'Espaigne; que⁺ les trésoriers présentement s'enrichent et les capitaines et gens de guerre ne font que rapiner par faulte de payement.
⁺ Aulcuns députez ont dict, qu'il leur semble, que seroit au grand dommaige du pays de prendre à leur charge le payement des gens de guerre, considéré que par faulte de payement au temps préfix les⁺ gens de guerre leur viendroint courir sus et n'auroit le pays moien d'avoir argent comptant par finances,⁺ comme Sa Majesté le pouroit trouver et mesmes seroit à craindre que par faulte de payement ceulx, qui sont assis sur les frontières, seront foullez par les gens d'armes, dont les aultres villes point-frontières ne resenteroint point, néantmoins ont lesdictz

1) Deze opmerkingen zijn blijkens de aanteekeningen van den pensionaris van 's-Hertogenbosch door Utrecht gemaakt.

+ Hollande, Malines.

+ Malines.

+ Tournesis.

+ Hainaut(?)²⁾.

2) In de aanteekeningen van den pensionaris van 's-Hertogenbosch zijn deze woorden aan Vlaanderen toegeschreven.

+ Flandres.

+ Rijssel, Hainaut.

[p. 295]

députez déclairé estre contentz, que note soit faicte dudict moien pour en faire rapport.
⁺ Aultres ont advysé que l'autorité de Sa Majesté touchant la disposition des deniers et payementz ne luy doibt estre osté, mais que pour obvier aux inconvéniens, qui sont survenuz, l'on pouroit demander et requérir de sadicte Majesté, que trois ou quatre personnaiges fussent de par tous les estatz de ce pays présents aux comptes des aydes ordinaires.

Item en ladicte assemblée a esté proposé, que la garde des fors et villes frontières soit donné aux chevaliers de l'ordre ou autres bons personnaiges du pays de pardeçà, qualifiez de preudhomme et d'avoir, correspondant à leur charge.

Mesdictz seigneurs les députez ont par commun accord advisé, que l'on doibt suyvant ledict moien et poinct supplier, que Sa Majesté veulle avoir ledict moien en singulière recommandation et que les capitaines et gouverneurs des villes et fors frontières soient gens de qualité, réséantz de ces pays.
⁺ Aucuns sçavoir les députez d'ung pays ont remis ce poinct et moien à la discrétion de Sa Majesté.

+ Flandres.

+ Artois.

XXIX^a Novembris.

Item l'on a proposé pour la conservation de la négotiation tant par meer que par terre et tant des estrangiers que des inhabitans réciproquement, qu'il est plus que besoing, que le traicté et l'entrecours faict entre les Englois et ceulx de ce pays soit inviolablement observé et gardé de point à aultre.

Sur quoy a esté par la plus part de mesdictz seigneurs advisé, que ceste remonstrance sera faicte affin de y parvenir par effect et que ce moien sera joinct et demandé de la part des estatz confirmation⁺ avec le moien de l'union et aliance¹⁾, et que davantaige sera requis, que l'entrecours de Hanzestedes et Oistlande soient aussi entretenuz, en tant que ceulx d'Oistlande ont desià attenté au contraire, adious-

+ Hollande.

1) Zie hiervóór blz. 291.

[p. 296]

⁺ tans aucuns, que ledict moien est de tant plus nécessaire, que si avant la négotiation ne fust en ce favorisée, seroit bien peu de chose de ce pays, lesquels dépendent sur l'unicque fondement des négotiations.
⁺ Aucuns députez ont esté d'advys, que note sera faicte dudict moien, attendu qu'ilz ne sçavent, si lesdictz entrecours concernent le pays universel ou quelque pays en particulier tant seullement, demandantz pour ce vision et lecture.

Item a esté proposé, que toute personne puisse en ce pays francement et librement entrer, séjourner et sortir quant et ses biens et marchandises sans y estre déroubé, pillé ny détrouché, premièrement des coustumiers et tollenaires, secondement des usuriers et passelombarts, tiercement des vouleurs et acguèteurs des chemyns.

Sur quoy ont mesdictz seigneurs pour la plus part advisé, que ledict moien doibt estre remonstré à Sa⁺ Majesté pour y remédier, attendu que les thollenaerez mettent journellement en avant nouvelletez et⁺ que par ce selon l'advis d'aucuns fust bon, que tableaux fuissent mis ès lieux de tho(n)lieux, joinct que les droix de tonlieux et semblables se donnent pour afrancyr les chemyns.
⁺ Aucuns députez ont advisé qu'il ne leur sembleroit bon d'oster tous usuriers, car aultrement ung⁺ chascun se vouldroit mesler d'usures et adioutant audict poinct, que remède soit faict contre les pirates, lesquelz font en ung jour souvent plus de dommaige que les vouleurs et détrous(s)eurs font en ung an,⁺ contre lequel dernier point aultres députez ont dict, qu'il y a navires de guerre pour y remédier contre les pirates.

Item si a esté proposé pour la conservation de la trafycque des marchandises et agriculture, qu'il soit pourveu au désordre et inégalité, qui se commectent à l'endroit des chariotz, apropriéz non seullement aux voitures des biens et marchandises marchandes, mais aussi au faict des biens procédans de la champaigne et agriculture, et que l'on ne dénue le pays des povres paysantz sans avoir esgard de vagabonde à l'homme de bien ou main ouvrier.

+ ......

+ Tournesis.

+ Hollande, Malines.

+ Hollande.

+ Tournesis.

+ Hollande.

+ Zélande.

[p. 297]

Sur ce ont mesdictz seigneurs advisé suyvant ladicte proposition et ce pour plusieurs raisons et entre autres pour obvier aux foulles, qui sont advenues par faulte de payement des chartons et que les despens de chariotz montent plus que les aydes⁺ ordinaires, voires à cincq ou syx double, et que les censiers en aucuns lieux ont par ce eu plus de charge à l'endroit desdictz chariotz en ceste présente guerre, qu'ilz n'ont faict des toutes aydes depuis⁺ l'an XV^cLI et que les officiers font grand tort à plusieurs paisantz de les envoier pour s'employer comme pionniers, non obstant qu'ilz sont gens de bonne vye, ayantz femme et enfantz, lesquelz après avoir esté pionniers, font brimber¹⁾ parmi les pays.
⁺ Aucuns députez ont advisé, que les chartons, desquelz on se sert en guerre, doibvent estre payez par le pays et par ayde générale.
⁺ Aucuns ont déclairé, que les mairschaulx des chariotz doibvent mettre ordre, affinque les foulles n'y adviennent si après et que n'y peult estre mal de remonstrer à Sa Majesté à ce que doresenavant telles incommoditez n'y adviennent.
⁺ Aucuns députez sçavoir des deux pays ont dyct, que leurs pays ne sont chargez des chariotz en temps de guerre, ny aussi à envoyer des pionniers.

Touchant le déschargement des debtes, fraiz et arriéraiges, èsquelz Sa Majesté se treuve.

L'on a proposé, que, puisque ses pays n'ont consenti ès debtes spécifiez par estat communicqué ausdictz députez et que ses pays ne sont pas puissantz à satisfaire toutes debtes contractez à raison de la guerre de France, Sa Majesté s'en aydera des subventions et aydes des ses royaulmes et aultres pays pour se décharger desdictz debtes.

Sur quoy a esté dict par la plus part des mesdictz seigneurs les députez, qu'ilz se conforment entièrement audict moien, en tant que selon l'advys d'aulcuns sembleroit, que aultrement les pays bas prendroient lesdictz debtes et arriérages à leur charge,

+ Valenciennes(?) Rijssel(?)

+ Malines.

1) bedelen.

+ Rijssel.

+ Artois.

+ Hollande, Zélande, Utrecht.

[p. 298]

combien qu'il est chose notoire, que ces pays ne peuvent résister ny soustenir la guerre pour l'advenir sans assistence des aultres pays et que la conséquence seroit tres malvaise, sçavoir: de point demander doresenavant consentement des aydes, mais après les debtes contractez demander le payement, et que de aultre part la source de la guerre est procédée des aultres royaulmes et provinces et que les pays bas ont contribué autant, que leur a esté possible et davantaige.
⁺ Aucuns desdictz députez ont esté d'advys, que l'on tienne note de cestuy moien pour en faire rapport et que les aultres pays contribuent ausdictz charges du moins pour une partye.
⁺ Aucuns aultres ont esté d'advys de réserver ledict moien tant que les aultres moiens soient débattuz et examinez.

+ Flandres, Artois, Hainaut.

+ Hollande, Utrecht.

Flandres¹⁾.

Davantaige a esté proposé en ladicte assemblée pour la déscharge des debtes de Sa Majesté, que icelle Sa Majesté pouroit vendre ses terres, seigneuries et aultres biens, éscheuz par droit de confiscation ou aultrement depuis LX ans en çà par crys publicques et haulces à la chandelle.

Mesdictz seigneurs avisantz sur ledict moien ont déclairé, que puisque Sa Majesté a des domaines, desquelz il s'en pouroit passer, ilz treuvent ledict moyen bon et raisonnable, mesmes attendu que Sa Majesté trouvera tant plus de vassaulx pour luy⁺ servir en temps de guerre et que les subiectz sont souventesfois moins travaillez des officiers des vassaulx que des officiers de sadicte Majesté.
⁺ Plusieurs ont adjo(i)nct, que sadicte Majesté vendroit tant son droict de confiscation à éscheoir comme desià éscheu, encoires que en leur pays confiscation n'y éschiet.
⁺ Aucuns députez sçavoir d'ung pays ont limité

1) De instructie van de Vlaamsche afgevaardigden is bewaard in het gemeentearchief te Gent (Gachard: Lettre à M.M. les Questeurs blz 91.)

+ Tournesis.

+ Tournesis.

+ Hollande.

[p. 299]

leur dict advys, moiennant que les biens éscheuz par droict de confiscation ne soient seigneuries ny jurisdictions.
⁺ Aucuns desdictz députez sçavoir d'ung pays ont déclairé que ledict moien consiste en la voulenté de Sa Majesté et sy avant que les aultres députez le treuvent bon, il(z) sont contentz de le suyvir.

Item l'on a proposé à fin que dessus, que Sa Majesté pouroit semblablement vendre comme dessus les maisons, dont il ne proufficte ny rechoit guères, mais soubtient beaucop des despens des réparations, tractemens et pensions des concherges et aultres, sans qu'il s'en sert ou qu'il y a apparence de se pouvoir servir à l'advenir.

⁺ Sur ce a porté l'advys des mesdictz seigneurs, du moings pour la pluspart, que ledict moien est très bon et raisonnable, moiennant que èsdictz maisons ne soient comprins les fortresses et places, dont les⁺ pays bas pouront estre interessez, et que les maisons ne soient assiz aux havres ou portz de meer, ensamble⁺ conditionant en la baille, qu'elles ne soient exemptez de maltote et aultres aydes et subventions, mais qu'elles soient reduictes à telle nature et qualité⁺ comme sont les voisins, considéré que sadicte Majesté en vendant lesdictz maisons sera déschargé des beaucop des charge(s) au regard, qu'elles sont ruynez et mal réparez et quant et quant des sollicitations après la mort des concherges.

Item a esté proposé, que Sa Majesté pouroit exposer semblablement comme dessus en vente les tiltres et prééminences temporelles ès églises, parochez, villaiges, places hameaulx situez au pays bas, servantz tant seullement de nom et tiltre seigneurial, sans que Sa Majesté en tire aucun revenu ou prouffyt annuel ou qu'il n'y ait aultre prouffyt audict lieu, ayantz toutesfois charge des despens, fraiz et myses de la justice.

Sur quoy est advysé par mesdictz seigneurs pour la pluspart, que ledict moien se treuvet bon raisonnable et que soit joinct le moien de vendre le droict de patronat laical, des tonlieux et semblables petites charges, dont les subiectz sont fort travaillez.

+ Zélande.

+ Brabant, Utrecht(?)

+ Hollande, Utrecht(?)

+ Artois.

+ Tournesis.

[p. 300]

⁺ Il a semblé à aucun sçavoir d'ung pays, que èsditz venditions le droit de retraicte¹⁾ demoureroit au seigneur foncier ou au seigneur du lieu endedans l'an,⁺ et aux aultres d'ung aultre pays, que lesdictz prééminences ses lesseront (vendre) selon la nature du⁺ lieu et à la plus part de mesdictz seigneurs a semblé, que sans le droict de retraicte lesdictz tiltres et prééminences ses vendroint par crys publicques et haulces à la chandelle, affin que Sa Majesté puist faire autant plus de proufyct.
⁺ Aucuns aultres députez sçavoir d'ung pays ont limité ledict advys moiennant que lesdictz prééminences⁺ ne soient seigneuries, aucuns députez d'ung aultre pays ont advysé avec les aultres comme dessus, saulf que l'achapteur tiendra lesdictz tiltres et prééminences comme Sa Majesté les a tenu.
⁺ Aucuns députez sçavoir d'ung pays ont advysé comme dessus avec les autres et que le droict de confiscation soit aussi vendu, saulf en deux cas assçavoir en crime lèse majestatis divine et humane.

Prima Decembris.

Item on a proposé, que Sa Majesté pouroit admettre et consentir le rachapt des cens, rentes foncières et aultres menuz droictz, revenans à petit fruyct à Sa Majesté et causans grands despens et interestz aux subiectz par la fourfaicture des amendes, paines et mulctes, que leur convient payer au prouffict des receveurs à cause de non solution d'icelles rentes au jour et place précise ad ce par eulx assignée et que ledict rachat soit faict à la commodité de ceulx, qui doibvent les rentes, endedans cincq ou syx ans au pris raisonnable et moindre que celluy jusques orez par Sa Majesté déclaré.

Sur ce a esté déclairé par messeigneurs députez, qu'il(z) treuvent ledict moien bon et raisonnable et⁺ que selon expresse déclar(at)ion d'aulcuns députez icelluy moien soit entendu tant des cens et rentes, que doibvent les gens d'esglise que d'aultres.
⁺ Aucuns députez sçavoir des deux pays a semblé, que le temps de cincq ou six ans est bien long et

+ Brabant.

1) recht van nakoop.

+ Artois.

+ Hollande, Zélande, Utrecht(?), Malnies.

+ Hollande.

+ Artois.

+ Tournesis.

+ Artois.

+ Flandres, Zélande.

[p. 301]

que l'on appelle les rentes maisières brieven (?) et⁺ aux députez d'ung aultre pays a semblé, que ne seroint comprins les rentes seigneuriales, combien que si Sa Majesté vouloit entendre à la vendition d'icelles n'y auroit d'incommodité.
⁺ Aucuns députez sçavoir d'ung pays ont esté d'advys, que le maulvais fieffz ses converteront ès bons fieffz.
⁺ Aucuns aultres sçavoir d'ung pays ont esté d'advys, que le rachat se fera par telle convention, comme partye pourra accorder sans mettre leur rachat à certain pris.

Touchant les deniers courantz à fraict.

Item l'on a proposé, que Sa Majesté feroit bien de surcheoir et re(s)traindre le fraict et l'interest des deniers courantz à finance, payant à icelle fin aux marchantz, vers lesquelz Sa Majesté est redevable, à raison du capital le fraict de cincq pour cent¹⁾.

Sur ce ont mesdictz seigneurs dict, quil(z) ne sçauroint donner à Sa Majesté melieur advys en cas que l'on puisse induyre les marchantz à consentir⁺ à ladicte réduction et surchéance, combien qu'il a semblé à aucuns des trois pays, que Sa Majesté pouroit convenir avecq les marchantz à tel denier, comme il sçauroit faire sans les à ce contraindre, car aultrement perderoit Sa Majesté son crédit et le roy de France s'en serviroit de l'argent desdictz marchantz,⁺ et quant à surceoir les fraiz, aucuns députez sçavoir d'ung pays ont ad ce allégué, que Sa Majesté concède aux marchantz gratias quinquennales aut moratorias solutiones, qui sont fondées et que par tant Sa Majesté tant plus est fondée de surcheoir lesdictz fraiz.

Pour les deniers nécessaires à soustenir la présente guerre contre les ennemis.

Item l'on a proposé d'accorder nouveau impost à raison

+ Rijssel.

+ Hollande.

+ Flandres.

1) Voor deze hooge renten van het geldkapitaal zie Goris: Etude sur les colonies marchandes méridionales à Anvers de 1488 à 1567 blz. 348 vlg.

+ Zélande, Malines.......

+ Tournesis.

[p. 302]

d'ung pour cent sur les marchandises et denrées, transportées des pays bas soit en France ou aultre pays ennemis et contrepartyes à Sa Majesté sicomme de cuir, gras ou aultre suyff, cire, espéceryes, caton¹⁾, savon et semblables et que icelluy impost ayt cours indifférement par tous les pays et que les deniers en revenans soient reçuz et employez par les commys d'iceulx pays au payement et soulde de la gendarmerie durant ceste guerre et non plus avant.

Les députez ont d'ung commun accord réservé d'adviser sur ledict moien tant que le moien d'aucuns députez proposé touchant le nombre et fraiz de la gendarmerie, qu'il conviendroit à soustenir à charge de ces pays pour la présente guerre tant par meer⁺ que par terre, soit examiné et débattu, saulf que les députez d'ung pays ont esté d'advys, que l'on employeroit ledict nouveau impost aux debtes de Sa Majesté plus hastez et que leur moien tendt aussi pour charger les marchandises au pays bas dudict nouveau impost, dont Sa Majesté auroit la récepte et les députez des estatz seroint présents aux comptes.

1) soort koeken (?).

+ Zélande.

Artois²⁾.

Touchant le poinct ou moien proposé pour déscharger les domaines de Sa Majesté de réduyr(e) les rentes desdictz demeynes au denier vingt ou au double denier³⁾ et que pareille réduction seroit aux estatz des pays bas.

⁺ Mesdictz seigneurs les députez - encoires que aulcuns d'eux avoint charge de proposer semblable moien - ont advisé, que ne leur semble ledict moien aucunement estre expédient à proposer à Sa Majesté, mesmes attendu, que les subiectz seroient trop endommaigez et que Sa Majesté perderoit son crédict

2) In de aanteekeningen van den pensionaris van 's-Hertogenbosch wordt als eerste ‘middel’ genoemd ‘de induyre les fynanciers à se contenter à cincq pour cent’. Het punt was reeds door Vlaanderen behandeld en er werd daarom hiernaar verwezen.

3) Muntstuk ter waarde van circa 20 penningen (?).

+ Brabant, Hainaut.

[p. 303]

⁺ tant vers le commun comme vers les villes¹⁾, comme l'on a trouvé par expérience aux empruntz et que toutesfois le moien des rentes est le melieur moien du moins pour incontinent trouver deniers comptans.

Item a esté proposé, que chascun des pays s'efforceroit et s'évertueroit selon sa possibilité à secourir Sa Majesté des bonnes sommes des deniers en forme d'ayde.

Sur ce a esté dict par mesdictz seigneurs les députez, que l'advys à donner quant audict moien sera réservé tant et jusques ad ce que lesdicts moiens proposez par aucuns touchant le nombre et fraiz de la gendarmerie, qu'il conviendroit à soustenir pour la présente guerre à charge de ces pays tant par meer⁺ que par terre, soient examinez, néadmoins les députez d'ung pays ont déclairé d'avoir proposé ung moien plus particulier sçavoir le centiesme denier de la valeur des tous biens immoebles.

Item l'on a proposé, que ordre soit donné que le plat pays ne soit foullé, mengé et oultraigé mesmement par les estrangiers de guerre et que melieur correction se face.

Sur ce ont dict mesdictz seigneurs les députez, qu'ilz treuvent ledict moien bon, comme ilz ont cy⁺ dessus touchant semblable moien advisé, ayantz aucuns desdictz députez adiousté, que sans y mectre bon ordre, personne ne sçauroit seullement labourer les terres et qu'il faict fort à craindre, que les estrangiers ses garderont bien mal de ne faire foulles.

Item l'on a proposé que Sa Majesté se serviroit de la pluspart des gens de pardeçà ès guerres.

Sur quoy ont mesdictz seigneurs esté d'advis, qu'ilz treuvent ledict moien bien bon, veu que les inhabitans sçavent les chemyns pour contregarder

+ Malines.

1) De gedeputeerden verwierpen deze voorgestelde redactie: ‘considéré, que les rentes n'ont rien commun avecq les fynances et fraitz, et que le roy perdroit son crédit...’ (aant. pensionaris 's-Hertogenbosch).

+ Zélande.

+ Artois, Hainaut, Namur.

[p. 304]

les censiers et que l'argent seroit conservé en ce pays.
⁺ Aucuns desdictz députez sont esté d'advys d'en⁺ faire note pour en après faire rapport et aultres sçavoir d'ung pays ont dict, que l'on devroit payer les bendes ordinaires et quant au service des estrangiers⁺ ilz remettont ce poinct à la discretion de Sa Majesté et que néantmoins note se feroit dudict moien.

+ Flandres(?)

+ Zélande.

+ Flandres.

Hainaut.

Item a esté proposé d'accorder le dixiesme denier du revenu annuel des tous immeubles sans excepter gens d'église ou aultres prévilégiées et d'accorder le vingtiesme sur les pensions.

Sur quoy à la plus part desdictz messieurs les députez déclairé de réserver leur advys tant que les advys particuliers du nombre de la gensdarmerie et des coust(s) et despens par aucuns aultres proposez comme dessus soient examinez.
⁺ Aucuns députez, sçavoir des deux pays ont aussi expressément dict, que ledict moyen ne seroit à l'endroit d'eux praticable à cause qu'ilz sont trop charger des X^mes et XX^mes et que aulcuns d'eux à présent sont chargez dudict moien.

Item l'on a proposé de mectre en vente plusieurs pièces des demaines, desquelles Sa Majesté n'a guères de proufict annuel.

Messeigneurs les députez treuvent ledict moyen bon, comme qu'ilz ont sur semblable moien cy dessus⁺ déclairé; néantmoins aucuns députez sçavoir d'ung pays ont advisé, que telle vendition se feroit par consentement de ceulx, qui doibvent consentir¹⁾;⁺ aucuns députez d'ung aultre pays seroint d'advys de ne lesser vendre anciennes demeines, aucuns aultres⁺ députez advisent, que les grosses ou notables pièces des demaines soient exceptez.

+ Brabant, Flandres, Hollande.

+ Brabant.

1) ‘comme en Brabant’ is door den pensionaris van 's-Hertogenbosch aan deze woorden toegevoegd.

+ ......

+ Hollande.

[p. 305]

Item l'on a proposé de bailler les aultres pièces du demaine de Sa Majesté en mortgaige à ceulx, lesquelz ont rentes, en réduisant icelles au denier XX, ou d'induyre les rentiers, ne veullantz avoir les pièches du demaine en gaigerie comme dessus, qu'ilz soyent contentz que leur rentes soyent réduictes au denier XVIII.

Sur quoy la pluspart desdictz messeigneurs les députez a déclairé d'avoir donné leur advys comme dessus pour autant qu'il concerne la réduction des⁺ rentes et de donner les pièces des demaines en gaigerie ou contrepant seroit préiudiciable aux aultres rentiers, ayantz générale hypotheecque desdictz demaines.
⁺ Néantmoins aucuns députez sçavoir des deux pays ont advisé, que si avant que l'ung vouldroit contracter avecq le prince touchant la réduction ou change des rentes en partyes de demaines et de donner les domaines à mortgaige, ilz admetteroint, moyennant⁺ que personne ne fust ad ce contraincte et aucuns aultres ont esté d'advys de faire de ce moien note.

Item l'on a proposé de réduire les fraictz et finances, de mettre ung sur le centiesme de la valeur des toutes marchandises tant entrantz le pays que sortans et que l'administration des deniers à accorder à Sa Majesté seroit délaissé aux commys des estatz.

Lesdictz seigneurs députez des estatz en général ont déclairé, qu'ilz ses réfèrent touchant lesdictz trois moiens ad ce qu'ilz ont déclairé et advysé cy dessus sur semblables moiens.

+ Brabanl

+ Utrecht (?), Tournesis, Malines.

+ Flandres, Tournesis.

Valenciennes.

Item quant au poinct proposé de lever le dixiesme de la valeur des immoebles.

Lesdictz seigneurs députez des estatz en général ont déclairé d'avoir advisé touchant ce poinct sur semblable moien cy devant proposé.

Rijssel.

Item l'on a proposé que Sa Majesté déclareroit le nombre des gens de guerre, qu'il vouldroit avoir pour la garde et deffence du pays ensamble les frais et despens,

[p. 306]

qu'il luy conviendroit et la quote du chascun et que le payement seroit faict par les estatz; que l'on trouveroit argent par ayde généraele sans eximer personne, et que le poinct de la déscharge des demeines de Sa Majesté seroit réservé jusques en temps de payx.

Sur quoy ont mesdictz seigneurs les députez des estatz du pays en général déclairé avoir en partye advisé comme dessus et en partye réservé leurs advys tant que les moiens particuliers duisantz à l'entretènement de la gensdarmerye ceste présente guerre fuissent examinez.

Secunda Decembris.

Hollande¹⁾.

Item a esté proposé, que la charge de la présente guerre ne peult estre porté par les pays bas et que par ce seroit nécessaire, que Louxembourch, Geldre, Frise et aultres pays voisins et davantaige les royaulmes oultre mer y contribuissent comme les pays bas ont faict.

Sur ce a esté déclairé par les députez des estatz en général ledict moien estre débattu et examiné cy dessus.

Item a esté proposé, que Sa Majesté pouroit tous fieffz appellez quade leenen, exceptez seigneuries, pescheries, passages et semblables, convertir ès bons fiefz et héritaiges, et les bons fiefz es biens allodiaulx.

Sur ce a esté advysé (par) mesdictz seigneurs les députez qu'ilz trouvent ledict moien bon, puisque Sa⁺ Majesté en pouroit faire son proufict, saulf que aulcuns députez sçavoir d'ung pays ont advisé, que le changement des bons fievz de petite importance ès biens allodiaulx ne se feroit que en ung pays, où il y a telz fieffz appellez quade leenen.
⁺ Aucuns députez sçavoir d'ung aultre pays ont dict ledict moyen estre de petite importance et qu'il pouroit servir d'advertissement à Sa Majesté.

1) De instructie van de Hollandsche gedeputeerden is bewaard in het archief van de Staten van Holland (Staten van Holland no. 2379).

+ Brabant.

+ Tournay.

[p. 307]

Item a esté proposé, que Sa Majesté lesseroit rédîmer tous droix censuaulx et emphitheutiquaux, portans par an dessoubz ung carolus d'or au denier LXXX et estans dessus icelluy carolus au denier cincquante ou aultrement comme l'on trouveroit appartenir.

Sur quoy a esté advysé par mesdictz seigneurs les députez, qu'ilz treuvent ledict moien expédient et bon, combien que aucuns ont dict, que lesdictz droictz ses vendroint au pris raisonnable à raison des diversitez⁺ des pays et aulcuns aultres députez sçavoir des deux pays ont advysé, que le(s)dictz droictz ses mettroient en vente au plus offrant et dernier enchérisseur.

Item l'on a proposé, que Sa Majesté pouroit vendre au plus offrant les droictz ou mesures des tourbes appellé tourfmaten pour ce que plusieurs fraudes se commectent et qu'ilz sont de petite importance¹⁾.

Sur quoy mesdictz seigneurs les députez ont esté d'advys, que l'on conseillera Sa Majesté de vendre lesdictz droix si avant que Sa Majesté en sçaura faire bon prouffict, mesmes attendu que le revenu dudict droict est fort petit et les despens de collectation grandes et que selon l'advys d'aulcuns Sa Majesté en recevra grosse somme des deniers.
⁺ Aucuns aultres députez sçavoir d'ung pays ont esté d'advys comme dessus à telle restriction si avant que telz droix ne soient de l'anchienne demeyne de Sa Majesté.

Item a esté en ladicte assemblé proposé, que Sa Majesté feroit nouvelle accord avecq les financiers à moindre interest avecq attermination et que les aultres pays y debvroient contribuer tant que les pays bas a faict.

Les députez des estatz en général ont déclairé d'avoir ledict moien débattu et examiné en devant, ses référans par ce aux advis lors donnez.

+ Flandres(?)......

1) Deze impost werd speciaal in Holland (Rijnland) geheven; alleen in Mechelen had de Koning ditzelfde recht (aant. pens. 's-Hertogenbosch).

+ Flandres (?)

[p. 308]

L'on a proposé, que provision des gens debvroit estre faicte et que modération soit faicte aux bendes ordinaires et aultres mises de guerre; que Sa Majesté se face maître de la meer et équippaige des navires de guerre et que daventaige soit donné ordre contre les monopoles des alluns et aultres marchandises¹⁾.

Sur quoy advisantz mesdictz seigneurs ont dict, qu'ilz treuvent ledict moien très bon pour estre joinct avecq les aultres, moiennant que l'ouverture des particularitez de la provision des gens de guerre tant par meer que par terre comme touchant le nombre de la gensdarmerie, le despens et la quantité des navires de guerre soit donnée²⁾; ayantz⁺ aucuns desdictz députez sçavoir d'ung pays dict, que si bon équippaige soit tenu sur la meer, la négotiation aura meillieur train et succès, de tant plus que ces pays auroint assistence des Anglois, mesmes sy l'ordonnance faicte sur les équippaiges des navires des marchantz fuist entretenue et gardé par les villes, comme debvroit³⁾.
⁺ Aucuns députez sçavoir des trois pays sont esté d'intention de réserver l'advys tant que lesdictz moiens plus particuliers touchant la provision de la guerre soient examinez, estantz néantmoins trestous d'advys, que ordre soit mys sur les monopoles et fermes des alluns et aultres marchandises.
⁺ Aucuns députez sçavoir d'ung pays ont aussi advisé, que besoing est de remédier sur les arrestz, que

1) Voor deze monopolies, welke door den Koning zelf gehouden zijn (aluin), of voorgesteld zijn door financiers (o.a. zout), zie: Goris: Etude sur les colonies marchandes méridionales... à Anvers, blz. 204 vlg., 465 vlg.

2) Blijkens de aanteekeningen van den pensionaris van 's-Hertogenbosch kreeg Holland opdracht van de vergadering een ontwerp van vlootuitrusting te maken: ‘que ceulx de Hollande mettent par escript la provision et équipage des navires nécessaires.’ Den 28en November was een dergelijke staat reeds door de Hollandsche gedeputeerden ontworpen (Resol. Staten van Holland).

+ Malines.

3) Zie plakkaat op de scheepsuitrustingen van 1550 (Groot-Placcaetboeck, IV, 1219 vlg.).

+ Brabant, Flandres.......

+ Flandres.

[p. 309]

journellement se font quant aux marchandises signamment touchant les bledz.

Zélande.

Item si a esté proposé de practiquer avecq les marchantz, que les fraiz soient tenuz en surchéance pour en après leur faire payement par attermination ou aultrement, comme l'on trouvroit expédient et que l'on pouroit lever ung centiesme sur toutes marchandises entrantz et sortans ces pays l'espace de deux ou trois ans¹⁾.

Les députez des estatz en général ont dict de ses référer aux advys donnez sur semblables moiens cy devant spécifiez et que acte sera faicte pour en aprèz plus particulièrement advyser.

Item l'on a proposé de lever le centiesme denier de la valeur des tous immeubles tant ès aultres royaulmes de Sa Majesté que en ces pays bas, exceptez tant seulement les biens amortiz de fondation²⁾ et que aulcuns biens d'ung pays ne seroint tauxez que au denier dixiesme.

Sur quoy ont mesdictz seigneurs les députez advisé de ne mectre ledict moien en avant à Sa Majesté, d'aultant qu'il a esté aultresfois proposé par Sa Majesté³⁾ et qu'il n'a esté accepté ni (esté)⁺ aggréable aux pays, mais que aulcuns pays jusques à trois ont au lieu de ce accordé certaines grosses sommes à collecter par dixiesme et vingtiesme, qui ses lièvvent en aulcuns lieux et ses doibvent lever ceste année et l'année séquente.

Item l'on a proposé, que les royaulmes d'Espaigne, Napels et aultres, ensemble ceulx de Geldre, Frise et voisins devroint contribuer avec ces pays.

1) In het voorstel van Zeeland werd voor Zierikzee in deze heffing een uitzondering gevraagd: ‘sauff que ceulx de Zierikzee ne le lèvent’ (aant. pensionaris 's-Hertogenbosch).

2) In het voorstel van Zeeland wordt in het bijzonder voor den prelaat opgekomen: ‘excepté les biens amortizés du prélat de Zéelande et aultres de fondation’ (als voren).

3) n.l. in de propositie aan de Staten Generaal van 12 Maart 1556 (Resolutien Staten van Holland).

+ Artois, Hainaut, Rijssel.

[p. 310]

Les députez des estatz en général ses réfèrent à leur advis sur semblable moien cy dessus donné.

Namur.

Item a esté proposé pour les charges et debtes de Sa Majesté de consentir ung ayde générale de dyx ou douze ans sans exemption de personne, saulff que les subiectz fussent supportez en temps de pays des aultres aydes, impostz et aultres subventions.

La pluspart des mesdictz seigneurs les députez a advisé, qu'il ne leur semble expédient de mettre en avant ledict moien, attendu qu'il vault mieux penser à conserver les pays à l'advenir et d'entendre aux moyens ad ce duysantz, joinct que ces pays ne sont pas puissantz à supporter telle charge et que pour ladicte debte et charge a esté advisé de vendre aucuns demaines de Sa Majesté et que les aultres royaulmes et provinces assistent à Sa Majesté pour la reste.
⁺ Aucuns députez sçavoir d'ung pays ses sont rapportez aux moyens par eulx mys en avant à fin de décharger sadicte Majesté.

Item l'on a proposé pour la défence du pays à l'advenir d'accorder ayde générale.

Messeigneurs les députez des estatz en général ont réservé leur advys sur cestuy moyen tant que les aultres moyens particuliers pour la provision de la guerre soient examinez.

+ Zélande.

Tournesis.

Item il a esté proposé pour la déscharge des debtes de Sa Majesté de partir la somme de cincq millions deubz pour fraictz en six partyes en six ans et dont chascun payeroit sa quote et de vendre les biens dévoluz par droict de confiscation.

Lesdictz seigneurs députez ont déclaré ses référer quant audict moien à leur advys précédent et que les usures ne sont pas tant favorables, que les pays⁺ en debvroint prendre proufict, néantmoins aucuns députez comme des deux pays sont esté d'advys de réserver cestuy moyen de répartir ladicte somme de

+ Brabant, Tournay.

[p. 311]

cincq millions pour le dernier et que note en sera faict.

Item l'on a proposé de obtenir déclarations ou privilèges de Sa Majesté d'estre exempt du droict de confiscation et pour ce payer quelcque finance¹⁾.

Sur ce a esté advysé par la plus part des mesdictz seigneurs les députez, qu'ilz treuvent ledict moien⁺ bon, encoires que plusieurs ne sont subiectz, ains libres du droict de confiscation²⁾, joinct qu'il soit⁺ pourveu, que Sa Majesté ne laisse tauxer les amendes et mulctes à sommes pécuniaires exorbitantes.
⁺ Aucuns députez sçavoir de cincq pays advysent que ledict moyen concerne chascun pays apart et que chascun en son regard pourra obtenir tel prévilège et exemption, que bon luy semblera et à raison de ce appointer avecq Sa Majesté.

1) Een derde punt door het Doorniksche voorgesteld ‘de mettre impost sur le seel, laines etc.’ werd gereserveerd tot de latere behandeling (aant. pensionaris 's-Hertogenbosch).

+ Flandres.

2) In de aanteekeningen van den pensionaris van 's-Hertogenbosch worden de standpunten der verschillende gewesten uitvoeriger weergegeven:
ceulx de Brabant: treuvent bon.
Flandres: id., et que les villes et pluspart des villaiges (en Flandres) sont exemptz du droict de confiscation.
Arthois: aussi exemps; id.
Haynault, Valenciennes: id.
Lille, Donay, Orchies: id.; sont exemptz.
Hollande: d'advys, que l'on obtienne la franchise du droict de confiscation et que S.M. ne tauxe les amandes plus hault que les mulctes anciennes ne portent.
Zélande: item; en plusieurs places exempt du droict de confiscation.
Namur: id.
Utrecht: id., et que ce soit gen[...] des delictz de sédition et crimes de lese majestatis l'on obtiendroit exemptions.
Malines: exempt de confiscation.

+ Hollande.

+ Artois, Hainaut, Namur, Rijssel, Malines.

[p. 312]

Tercia Decembris.

Tournay.

Item l'on a proposé, que chascun des estatz payeroit sa quote des charges faictes et à faire, soit par impost nouveaulx sans exemption des gens d'église, nobles et aultres, soit aultrement.

Sur quoy a esté dict par les députez des estatz en général, qu'il(z) se réfèrent ad ce que ci dessus est advysé sur semblables moiens.

Malines.

Item si a esté proposé pour la déscharge des debtes de Sa Majesté de traicter avecq les marchantz financiers et les induyre, qu'ilz ses contentent au denier cincq, syx ou sept, et pour soustenir la guerre d'accorder une ayde gracieuse et générale.

Les seigneurs députez des estatz en général ses réfèrent touchant ce en pertye à leurs advys cy devant donnés et réservent le poinct d'ayde générale, tant que les moyens particuliers pour la provision de la guerre soyent examinez.

Utrecht¹⁾.

Moyens perticuliers pour la provision de la guerre par terre.

Item a esté proposé, que l'on pouroit lever en temps

1) De Utrechtsche voorstellen, welke door de voorlezing op 25 November bekend waren, zijn waarschijnlijk het laatst behandeld om het daarin voorgestelde uitgewerkte legerplan, dat voorloopig tot later uitgesteld was; naar de rangorde, welke de gewesten ter vergadering innamen, had Utrecht na Namen moeten volgen. Uit de instructie van de Utrechtsche gedeputeerden (bewaard in het Statenarchief Holland no. 2379) blijkt, dat deze gedeputeerden wat het tweede punt van de generale propositie (verlichting van de schulden en achterstanden) betreft, voorstelden:
... induyre les marchantz, qui ont fourny les deniers à finance de se vouloir contenter d'une rente annuelle au denier vingt, veu que en peu de temps par l'interest et usure excessive ont doublé la fret principale, par quoy il semble que se debvent bien contenter, ayantz ladicte rente bien assigné sur bon hypotheecke des domaines de S.M.
De semblable pouroit on faire de deniers empruntez ou rentes vendues sur les domaines, faisantz redîmer les rentes perpetuelles le denier vingt et les aultres, qui sont à la vye, le denier huyct on bien dyx.
(Verder aangaande de achterstallen bij krijgslieden o.a. te informeeren, of de vorderingen niet te hoog waren getaxeerd.)
Van een speciale behandeling dezer punten blijkt uit het verbaal of de aanteekeningen van den pensionaris van 's-Hertogenbosch niet.
Twijfel, of de letter in het Hollandsche verbaal vóór de voorgestelde ‘moyens perticuliers’ een U is en op Utrecht wijst, en de genoemde in het Hollandsche Statenarchief bewaarde instructie inderdaad die der Utrechtsche afgevaardigden was, wordt opgeheven door andere stukken in het Statenarchief en het verbaal van den pensionaris van 's-Hertogenbosch.

[p. 313]

de guerre gens de pied jusques à trente mille souldez, sçavoir vingt mil souldez pour l'infanterie des pays de pardeçà et aultres dyx mil pour les estrangiers; la soulde de chascun homme compté à cincq carolus d'or par mois, monte cent cincquante mil florins et revient pour le demy an à 900000 florins.

En oultre pouroit on encor lever des pays de pardeçà huyt mille chevaulx, baillant à chascun homme de cheval dyx carolus d'or par moys, laquelle gensdarmerie se poura diviser en certaines bendes et compaignyes de cincq cens chevaulx, sçavoir estre en cent hommes d'armes chascun à troix chevaulx¹⁾ et en deux centz arcyrs; le capitaine de chascune bende se montera à sept ou bien dyx chevaulx au bon plaisir de messeigneurs des estatz, desquelz il pourra réserver deux pour ses paiges et recevront lesdictz capiteynes oultre la soulde de leur chevaulx encoir zeise carolus d'or par mois; le portebannière et portenseigne de chascune bende sera monté à cincq chevaulx et aura chascun d'eux encore huyt carolus d'or par moys. Oultre encor seront en chascune bende deux trompettes, deux foriers et ung escrivain, auxquelles on baillera pour teste une soulde et demy, faict le tout par

mois	80107 florins

1) In de aanteekeningen van den pensionaris van 's-Hertogenbosch ‘curatsers’ genoemd.

[p. 314]

Revient pour le demy an la somme	480642 florins
Somma sommarum pour le temps de guerre montant pour syx mois	1380642 florins

Durant le temps de payx on pouroit entretenir deux mille chevaulx en continuel service et les mectre en telles frontières et lieux où plus besoing seroit, payant à chascun homme d'arme ayant troix chevaulx vingt et ung carolus d'or par mois et aux arcyrs neuf carolus d'or par mois, pour le capitaine de chascune bende sera tauxé douze carolus d'or par moys oultre la soulde et payement des chevaulx, lesquelles pouvra avoir; chascun portebannière et portenseigne aura six carolus d'or par moys ensemble la soulde pour cincq chevaulx, à chascun des trompettes et des foriers et à l'escrivain des bendes sera baillé une soulde et demy; faict le tout - comptant les bendes pour cincq cens hommes comme dessus - par

mois	12270 florins
Revient pour ung an	147240 florins

Oultre encor pour au commenchement de la guerre promptement trouver syx mil chevaulx pourroit on moienner avecq quelcques gentilhommes et aultres, qui se délectent en chevaulx, de se tenir prest à monter toutesfois et quantes besoing seroit, leur payant à cause de cela vingt carolus d'or plus ou moins selon qu'on advisera par an pour la nouriture et entretènement desdictz chevaulx; le fraiz desquelz six mil gens d'armes se montera, baillant la somme de vingt carolus d'or par an

pour chascun cheval, faict le tout par an

120000 florins

Pour le gouvernement des susdictz six mil chevaulx seront députez douze capiteynes, douze portenseignes et douze trompettes, et pour ce faire bailleroit on à ung chascun des capiteynes quarante carolus d'or par an oultre les gaiges de leur chevaulx et aux portenseignes vingt carolus d'or par an sans la pension de leur chevaulx et aux trompettes cincq carolus d'or par an oultre la pension

de leur chevaulx, faict le tout par an	1260 florins
somma sommarum aux temps de payx	268500 florins

En temps de la guerre auront les susdictz gens d'armes semblable soulde que les aultres gens à cheval, assçavoir dyx carolus d'or par mois.

[p. 315]

Les monstres de ces gens d'armes seroint faictes de chascune bende en sa contrée de trois mois en trois mois par gens à ce par les estatz députez pour avyser sur l'esquippaige tant de maistres que de leur chevaulx, varletz et harnois et recevront en temps de payx leur argent tous les syx mois par les commis à ce par estatz députez comme dessusdict.

Les deniers pour souldoyer les gens tant de cheval que de pied s'amasseroint esgalement par tous les pays de par deçà patrimoniaulx et subiectz au roy nostre sire et ce prenant bon regard à la grandeur, richesse, qualité, trafycq et commodité de chascun pays.

En sorte que le roy nostre souverain syre n'auroit aucune charge ne coust des gens de guerre, pourveu et en cas qu'il plust à Sa Majesté de ne lever plus de subsides ordinaires ne extraordinaires par ces pays de par deçà, saulf toutesfois que sadicte Majesté fournyroit aux despens de munitions, fortifications, artilleryes et pensions de souldaetz, gens de mortepaye, chateleins et aultres quelcquoncques, sy ce ne fusse que messeigneurs les estatz trouvissent pour bon de encoires payer aulcunes enseignes d'infanterie pour les mettre ou distribuer aux villes et fortresses frontières.

Moyens particuliers pour la défence de la meer et costes maritimes contre les Francois.

⁺ Item l'on a proposé pour faire ceque dessus fauldroit avoir et dresser vingt navires de guerre bien equippez et armez tant des gens selon que s'ensuyt comme de munitions et artilleries à l'advenant.

Pour le gouvernement desquelles seroint députez deux admiraulx, desquelz l'un auroit une navire du grandeur de environ 170 lastes, chascun last compté à deux tonneaulx et auroit 125 hommes.

L'aultre admiral auroit une navire de 160 lastes avec 100 hommes.

Item seroint encores deux vice admiraulx, l'un ayant une navire de 172 lastes avecq 100 hommes.

L'aultre vice admiral auroit une navire de 138 lastes, aiant avecq 85 hommes.

Item deux aultres navires, dont chascun seroit du 138 lastes, ayant chascun d'icelles 80 hommes.

+ Hollande.

[p. 316]

Item deux aultres navires, dont chascune seroit de 115 lastes, estant en chascune d'icelles 70 hommes.

Item quatre aultres navires chascune de 92 lastes estant en chascune d'icelles 70 hommes.

Item encor quatre navires chascune de 92 lastes comme dessus, estant en chascune d'icelles 60 hommes.

Item encor quatre navires chascune environ de 57 lastes, estant sur chascune d'icelles 50 hommes.

Revenant tout ceque dessus à vingt navires de guerre et les gens à mil quatre centz trente hommes.

Et fauldroit, que tous ceulx qu'on metteroit sur lesdictz navires fussent gens mariniers, stilez au faict de navigage et accoustumez à la marine, estans trestous gens d'eslyte.

Et seroint ces navires equippez, payez et administrez par les estatz du pays et par leur commys à ce deputez.

L'esquippaige de ces vingt navires cousteroint pour l'espace de sept mois qu'il les conviendroit en temps de guerre entretenir tant en location des va(i)ssaulx ou navires et d'artilleries qu'en achat des victuailles et payez des souldes des admiraulx, capitaines et compaignons et en toute aultre navire et sorte de despence quelconcque, que conviendroit fraier, au plus près la somme de

230000 florins
Sur les moiens particuliers pour la provision de la guerre à la défence de ces pays tant par meer que par terre ont mesdictz seigneurs les députez pour la plus part advisé, qu'ilz treuvent iceulx moiens bons et raisonnables, saulf les restrictions et déclarations, dont ès advys cy dessus specifiez touchant les maniementz, récepte et disposition des deniers et aultres semblables ad ce servans est faicte mention,⁺ ayantz aucuns députez d'ung pays déclairé que la négotiation s'augmentroit et seroit donné aux Francois grande playe, voires l'on pouroit faire invasion ès villes de France.
⁺ Aucuns députez ont esté d'advys, que si d'aventure la despence et l'entretènement du nombre de ladicte gensdarmerie par meer et par terre fust insupportable Sa Majesté feroit furnyr la reste par ses aultres royaulmes et provinces.
⁺ Aultres députez sçavoir d'ung pays ont advisé,

+ Hollande. Malines.

+ Brabant.

+ Flandres.

[p. 317]

que touchant la provision de guerre par terre la despence seroit trop excessyve, en tant que la quote de sceulx de Brabant et Flandres monteroit à six centz mille florins et davantaige par an, laquelle ilz ne sçauroint fournyr et quant aux moyenz perticuliers de la provision de guerre sur la meer, leur a semblé, que au lieu de vingt navires seroit assez que l'on employeroit tant seullement dyx navires de moingdre charge et poix¹⁾ et que les impostz des vins et aultres sur le harinck appellez lastgelt, ensemble ung pour cent sur les marchandyses sortans es pays des ennemis y seroint employez.
⁺ Aucuns aultres députez, sçavoir d'ung pays sont d'advys de remectre le tout à la discrétion de Sa Majesté en son conseil de guerre, combien que lesdictz moiens perticuliers leur ont semblé bons et⁺ aulcuns des aultres pays remettent le nombre des gens de guerre par terre à la discrétion de Sa Majesté et le nombre des gens de guerre sur la meer aux admiraulx.
⁺ Aucuns députez d'ung aultre pays ont dict, que leur charge portoit, que Sa Majesté spécifieroit le nombre des gens de guerre, attendu que Sa Majesté a per cidevant seullement requyz trois mil chevaliers, néantmoins si lesdictz moiens soient trouvez bons par aultres députez, ilz sont contentz de les déclairer à Sa Majesté, qu'ilz n'ont d'iceulx moiens bonne cognoissance.
⁺ Aucuns députez d'ung aultre pays ont dict, qu'ilz entendent que ceulx de Lutzenbourch, Geldres et aultres y contribueroint et que la charge dudict nombre de gensdarmerie seroit moindre pour les pays bas qu'elle n'est à présent.

Touchant les moyens dessus proposez et dont les advys

1) Holland verklaarde hierop: que le nombre de X ou XII navires ne souffiroit pour constituer le prince maistre sur la mer et pour invahir les ennemis et que on a eu XVII navires pour la garde de pescherie, ainsi la Majesté se feroit maistre de la mer avecq petite despence et la négociation se augmenteroit... (aanteek. pensionaris 's-Hertogenbosch).

+ Artois.

+ Zélande.

+ Artois.

+ Brabant.

[p. 318]

ne sont widées, sçavoir de lever ung pour cent sur les marchandises sortant les pays es pays des ennemis et aussi de lever ung centiesme sur toutes marchandises entrans et sortans les pays¹⁾.

Messeigneurs les députez ont esté pour la pluspart d'advys que l'impost du centiesme sur les marchandises tant entrans que sortans les pays se lèveroit à la défence du pays pour l'advenir, sçavoir sur les marchandises sortans, qui sont cruez ou préparez en ce pays et sur les marchandises entrans, qui ses consument en ce pays et ce pour ung an et d'autant plus que la guerre durera contre les Francois²⁾.
⁺ Aucuns députez sçavoir d'ung pays ont déclairé, que note sera faicte pour le centiesme sur les marchandises entrans ces pays.
⁺ Aucuns députez sçavoir des deux pays sont d'advys, que ledict impost ne porteroit guères de proufict et donneroit occasion de diversion des marchandises hors ces pays, attendu que l'augmentation des marchandises en ces pays est procédé à raison de la liberté, voires que ledict impost seroit la ruyne du pays et se donneroit occasion à ceulx d'Oistlande de

1) Voorstellen van Vlaanderen en Henegouwen; zie hiervóór blz. 301, 305.

2) Brabant wilde eerst aan het stelsel van quoten en van een algemeene in- en uitvoerbelasting gelijktijdig vasthouden door voor te stellen, dat de quoten van elk gewest door deze belasting opgebracht zouden worden (que chascun pays auroit ce moyen pour trouver sa quote...). Vlaanderen maakte onmiddellijk bezwaar, zeggende: ‘que par telle condition une ville au pays seulement proffiteroit (n.l. Antwerpen) et les aultres, où il n'y a point de train de marchandise ne proffiteroit riens et n'en auroient riens pour assistence de leur quote.’ Brabant gaf daarop toe: ‘de post ont ceulx de Brabant advysé soubz correction de leurs maistres, que la levée du centiesme denier sera faicte pour la généralité, affin de le convertir à la défense pour les commis des estatz. Les autres députez id. avec limitation de certain temps de deux on trois ans, d'aulcuns de trois ans et aultant plus que la guerre pourroit durer et d'aultant plus que la guerre durera.’ (aant. pensionaris 's-Hertogenbosch.)

+ Zélande.

+ Hainaut³⁾, Hollande, Malines.

3) H(ainaut) is waarschijnlijk bij vergissing neergeschreven.

[p. 319]

mettre semblablement impost sur les marchandises venans de là; davantaige seroit directement contre l'entrecours faictz avec ceulx d'Oistlande, dont a esté cy dessus advysé de requérir l'entretènement et bonne observance; seroit aussi contre le privilège espéciale d'aucun pays, disposant de point povoir mettre impost sur marchandises sans consentement des estatz d'icelluy pays¹⁾, adjoustantz que les despens de collectation dudict centiesme monteroint à grosses sommes; par où ilz avysent, qu'il vauldroit mieulx, que une ayde généraele s'accorderoit et que chascun trouvât sa quote à son melieur²⁾.
⁺ A quoy ont aucuns députez d'ung aultre pays dict, que le privilège espéciale ne doibt servir en temps de guerre, mais doibt lors dormir et quo non prosunt singula, multa joncta juvant.
⁺ Aucuns aultres députez sçavoir d'ung aultre pays ont déclairé, que encoires qu'ilz avoint charge de proposer ledict centiesme pour la descharge des debtes de Sa Majesté ses conformeront ilz avecq la pluspart, advisant ledict moien estre expédient et ce pour deux ou trois ans.

Quarta Decembris.

Et comme les députez des plusieurs reviennent à unge fin sçavoir de faire collecter par forme d'ayde les deniers nécessaires pour la défence du pays³⁾, comme ilz ont déclairé le quatriesme jour dudict décembre et que ledict moien a semblé à mesdictz seigneurs les députez plus convenable, sy ont ilz dict, que chascun s'evertueroit à

1) n.l. het privilegie van 1495 van Philips den Schoone voor Holland (zie Handvesten van Amsterdam blz. 88).

2) Holland schatte de opbrengst van de impost op niet hooger dan 110.000 £ per jaar zonder perceptiekosten, welke geraamd werden op 18.000 £. Het heeft den zelfden dag een memorie opgesteld, waarin de hier genoemde argumenten versterkt werden. (Archief Staten van Holland no. 2397.)

+ Tournesis

+ Tournay, Namur.

3) à cause que VII ou VIII des députez sont d'advys, que la somme pour défendre le pays sera collecté par forme d'ayde générale ceulx de Brabant ont proposé ung aultre moyen... (aant. pensionaris 's-Hertogenbosch).

[p. 320]

penser et chercher le pied et forme plus perticulière de furnir aux despens et fraiz des gens de guerre suyvant les concepts cydevant concuez.

Sexta Decembris.

⁺ Item l'on a proposé pour la défence de ces pays tant par meer que par terre suyvantz les susdictz conceptz, que Sa Majesté quysteroit et anéanteroit dès noel en avant l'ayde piéchà accordée le terme de syx ans pour l'entretènement des bendes, piétons et garnisons.

Item que l'on pouroit accorder de nouveau aultre ayde de huyt cent mil livres artois par an pour l'espace de huyt ans, (à) lever en deniers clers sur le pays icy convocquez, dont chascun porteroit sa quote par telz moiens, que bon luy sembleroit.

Item que desdictz huyt cens mille livres d'Artois par an l'on vendroit incontinent rentes à rachapts le denier douze pour la somme de deux cent mil livres d'Artois, qu'est pour chascun pays le quart de sa quote par an, dont l'on tireroit promptement du moings la somme de deux millions et quatre cent mil livres artois deniers comptantz.

Avecq la quelle somme ses pouront entretenir les gens de guerre tant par meer que par terre selon lesdictz conceptz pour l'année, qui vient, dont les fraiz proposez touchant la défence sur la meer pour sept moys monteroint à la somme de deux cent trente mil florins et de ceulx, qui sont proposez pour défence par terre pour six mois à la somme de 1380642 d'Artois revenantz ensemble à la somme	1610642 ℔
De sorte que viendroit bon et surcroisteroit desdictz millions encoires la somme de	789358 ℔
Oultre ce viendroient bon les impostz sur les vins désià accordez à l'entretènement des navires de guerre montans à la somme	90000 ℔
Revenantz ensemble ledict surcroiz et ceque viendroit bon à la somme de	879358 ℔

Par laquelle somme et surcrois de huyt cent septanteneuf mille trois cens cincquante huyt livres l'on pouroit entretenir lesdictz gens de guerre mentionnez ausdictz conceptz encoires autres trois moys s'il fust besoing.

Et comme de ladicte nouvelle ayde de huyt cent mil livres artois les deux cent mille debvroint estre employéz

+ Brabant.

[p. 321]

? pour le cours des rentes, se avanceroint et surcroisteroint les restantes six cent mil livres par an.

Dont les troix cent mille par an seroint employez en acquyct desdictz rentes, lesquelz au boult de huyct ans par le[dict m]oien seroint rachattées et les aultres troys cent mille livres par an s'employeroint pour les fraiz or[dinai]res, qui conviendroit fraier selon ledict concept de la défence par terre et aultrement en temps de payx.

Item que Sa Majesté veulle induyre ceulx de Geldres, Zutphen, Phrise, Overijssel, Groeningen, Lutzembourch, Limbourch, Valckenbourg, Dalem et aultres ses subiectz de pardeçà à faire semblable et proportionée assistence des gens tant en payx que en guerre à la commune défence du payx.

Sur lesquelz moyens particuliers ont mesdictz seigneurs les députez après déliberation advysée, qu'ilz treuvent lesdictz moiens fort bons en sorte⁺ que note en sera tenu pour en faire rapport, mais que nouveau pied des quotes soit requyz au regard d'aucuns, estantz trop chargez par leur quote, et⁺ aucuns entendent que la contribution des ceulx de Geldre, Frise et aultres voisins viendroit bon et au prouffict des estatz estantz icy convocquez.
⁺ Aucuns députez sçavoir d'ung pays ont faict difficulté assçavoir, que lesdictz moyens pour abolir ladicte ayde ordinaire ne seroint trouvez par Sa Majesté [pra]cticables.
⁺ Aucuns d[éputez des] estatz, qui n'ont certain quote, seront d'advys d'avoir certaine gr[acieu]se quote en ceste nouvelle ayde.

⁺ Item a esté proposé, que Sa Majesté pouroit abolir les garnisons inutiles et les retirer ès lieux plus nécessaires à garder et conserver.

Sur quoy [mes]ditcz seigneurs les députez ont d'ung accord advisé, qu'ilz treuvent ledict moyen bon et raisonnable.

Et touchant le centiesme des marchandises sortans et entrantz, advisé cy dessus, mesdictz seigneurs sont pour la pluspart d'advis de le omectre et de n'en faire note:

(Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage; Archief Staten van Holland vóór 1572 no. 2397.)

+ Flandres.

+ ......

+ Zélande.

+ Artois. Valenciennes.

+ Namur.

[p. 322]

III.
Generaal advies van 17 December 1557 met beschikking van 9 Januari 1558.

Le Roy, ayant faict veoir et consulter cest escript en son conseil et ouy le rapport du continu en icelluy, mercye en préalable bien affectueusement les députez des estatz de la payne, qu'ilz y ont prins et les requiert qu'en faisant à ceulx, qui les ont commis, relation de leur besoingne, ilz leur veullent joinctement faire entendre la response de Sa Majesté sur icelluy selon que s'ensuyt par les apostilles cy mises.	Comme il ayt pleu à Sa Majesté faire convocquer les estats d'aulcuns ses pays bas et remonstrer la nécessité, où l'on se retrouvoit à ce qu'ilz s'employassent pour adviser et penser aux remèdes et moyens, par lesquelz lesdictz pays se pourroient conserver à l'advenir et sortir de ladicte extrême nécessité de sorte, que avecque moindre foule et charge d'iceulx et des estatz ilz se pourroient cy après soustenir.
	Les députez des estatz desdictz pays, ayantz esté par plusieurs jours assemblez, treuvent l'effect de ceque dessus estre de très difficile direction et demenée, en tant que ceulx de Brabant, Flandres et Hollande se treuvent endebtez pour l'heure de environ dix millions, reste des subsides et aydes mises en avant pour le passé, comme sont aussy les aultres pays cy convocquez à l'advenant ou daventaige, ayantz à ceste fin usez - - comme ilz usent de présent - - de tous moyens practicables et à eux possibles sicomme des impostz

[p. 323]

	sur toutes sortes de vivres, sur les chéminées, charrues ou arrières de labeur, dixiesmes, vingtiesmes sur les maisons, terres, rentes et aultres charges, sans y comprendre les grandes et extrêmes charges particuliers des villes, franchises et subgectz, à raison de quoy - ores que lesdictz pays fussent totallement déschargez et en leur entier - leur seroit impossible résister et soustenir du tout l'effort du roy de France, de tant moings en regard de sa puissance et grande extendue de son royaulme à l'endroict de ses pays bas, si est ce toutesfois, que lesdictz députez pour considération du bon debvoir, que Sa Majesté a faict pour la deffence et tuition desdictz pays, non ayant espargné sa personne, et le succès qui en est ensuivy par la grâce de Dieu, pour de leur endroict correspondre et faire office de bons subgectz, ont advisez et mis en avant pour en faire rapport à ceulx, qu'ilz les ont envoyez, les moyens et expédients qui s'ensuyvent.
Sa Majesté ne peult aucunement comprendre sinon que l'union icy mentionné soit esté procuré et obtenu par la majesté impériale en grand bénéfice des	Premièrement semble estre très nécessaire pour le bien et conservation desdictz pays mesmes pour la plus grande sceurté du costé

[p. 324]

pays de pardechà, affin de une fois assoupir les querelles des estatz de l'empire contre lesdictz pays, prétendant lesdictz estatz sur iceulx oultre le fief et resort et grandes et excessives arriéraiges en toutes les charges d'icelluy empire et combien que en accordant et transigant avecq eulx sur lesdictz prétentions est aussy convenu, que lesdictz pays doibvent estre soubz la garde et protection dudict empire comme aultres princes, estatz et membres d'icelluy, sy est il que par les indeues practiques et menéez des François ledict empire a esté tant troublé, qu'il a fallu à pluisieurs princes, estatz et membres d'icelluy avoir la pacience, et sans l'appoinctement et traicté susdict fust esté à craindre, que soubz umbre desdictes querrelles les malveullans eussent eu moyen de pis faire, confiant néantmoins Sa Majesté, que en meilleure saison l'on ne sera frustré du fruict de ceste protection et voyant le temps à ce propice faira tous debvoirs et offices convenables pour l'establissement et effect de la susdicte union.	d'Allemaigne, que l'union et confédération perpétuelle, faicte et arresté en l'an mil cincq centz quarante huyct entre les estatz du Sainct Empire et cesdictz pays bas, soit du costé dudict Sainct Empire bien et deuement entretenue et effectuée comme a esté faict du costé de pardechà, attendu que par icelle cesdictz pays doibvent sans gros fraictz et despens estre perpétuellement tenuz soubz la garde, ayde et défence desdictz estatz du Sainct Empire et que par estat communicqué ausdictz députez appert, que Sa Majesté royalle a furny au nom desdictz pays bas pour cause de ladicte union notable somme de deniers tant contre le Turcq que contre ceulx de Magdenburg, mesmes que sadicte Majesté a promis à aulcuns des estatz de sesdictz pays tenir la main à la bonne observance de ladicte union et faire les offices ad ce requiz vers les estatz dudict Sainct Empire.
Il y a entre les pays de pardechà et le royaulme d'Angleterre aliance bien estroicte piéchà faicte par sa Majesté impérialle en l'an XLII et XLVI dernier^1),	Et affin que ces pays soyent plus asseuréez, assistez et deffenduz pourroit Sa Majesté faire et conclure conjoinctement avecq les

1) sc. 1543 en 1547 (Rymer: Foedera VI (1543) blz. 86, (1547) blz. 146).

[p. 325]

laquelle est hériditaire et par dessus ce confirmé par le traictié de mariaige de sa Majesté royalle avecq la dame royne d'Angleterre et néantmoins avecq l'opportunité sadicte Majesté fera voluntiers vers ladicte dame royne et ceulx d'Angleterre les offices requis pour l'effect du contenu de cestuy article comme l'on a veu, que ledict royaulme en contemplation de Sa Majesté et ladicte alliance s'est déclairé contre France.	estatz des pays de pardechà quelque bonne, ferme et durable union et confédération avecq le royaulme d'Angleterre.
	A quoy Sa Majesté pourra de tant plus facillement parvenir que considéré l'aliance du mariaige et que pluisieurs notables prouffictz adviendroient par icelle ausdictz d'Angleterre, ladicte union viendroit à estre autant ou plus à l'advantaige du pays d'Angleterre que au prouffict des pays de pardechà.
L'on a faict pour la bonne observance des traictez touchant l'entrecours des marchandises avecq ceulx d'Angleterre, d'Oistlande et aultres ceque a esté possible et tiendra Sa Majesté encoires voluntiers la main, quant la conjuncture s'offrira à plus grande asseurance.	En oultre affin que la négotiation - - sur laquelle consiste le principal bien, richesse et conservation de cesdictz pays - - puyst avoir son cours tant par mer que par terre seroit plus que besoing, que les traictez et accordz touchant l'entrecours des marchandises, faictz entre cesdictz pays de pardechà, ledict royaulme d'Angleterre et ceulx du pays d'Oistlande, soyent inviolablement observez et gardez de poinct à aultre, voires de nouveau - - si besoing est - - confirmez.
Sa Majesté entend les droictz des tollieux estre générallement assez eclaircys et vériffiez avecq affiction des tableaulx comme il appartient et ayant en particu-	A l'intention que dessus et affin que chascun puyst hanter franchement et librement entrer, séjourner et sortir cesdictz pays avecq

[p. 326]

lier pour Brabant esté remonstré aulcune faulte, en cecy y a fait rémédier et où il sera besoing du pourveoir quelque aultre part davantaiges, sadicte Majesté par commissaires et aultrement y mettra la provision requise.	ses marchandises sans y estre desroubbé, pillé, ny détroussé, premièrement des coustumiers et tollenaers, qui mectent journellement en avant nouvelletez, secondement des usuriers et passelombartz, tiercement des voleurs et aguetteurs des chemins et pirates, seroit besoing de regarder à y mectre bon ordre.
	Et suyvant ce semble ausdictz députez, que Sa Majesté feroit bien entre aultres de faire deuement vérifier par commissaires ad ce à députer les droictz des tollieux aulcunement deubz et en après les faire mettre par escript par bonne et deubve déclaration et d'iceulx affiger tableaux ès lieux nécessaires.
Sa Majesté ordonnera aux consaulx provinciaulx et fiscaulx d'iceulx et aultres officiers, où il sera besoing, de se faire informer de ceulx, qui de cecy peuvent estre diffamez et enchargera de les corriger sans dissimulation selon le contenu des placcarts.	De faire corriger les marchantz, qui ont donné leur argent à fraict plus haut que douze pour cent ensemble tous aultres non-marchantz, ayantz donné leur argent à fraict et finances, suyvant l'ordonnance sur ce par cydevant publié en la faisant doresenavant bien estroitement observer et entretenir^1).

1) Zie hiervoor de ordonnantie van Karel V van 4 October 1540. Voor kooplieden onder elkander werd hierin 12% rente veroorloofd. (Goris: Etude sur les colonies marchandes blz. 348.)

[p. 327]

Sa Majesté treuve cest advis très bon et fera encoires concevoir quelque placcart à ce servant, lequel pour plus amplement pourveoir aux abuz, que selon la diversité des pays se commectent ou peuvent commectre, elle fera communiquer aux consaulx provinciaulx pour avoir aussi sur ce leur advis.	De deffendre sur grosses paynes tous contractz et finances, qui ses font journellement en grand nombre en fraude et préjudice de la susdicte ordonnance, consistantz partie en empruntz et partie en délivrance de diverses sortes de marchandises, d'aultant que telz contractz sont plus que usuraires et les contrahants passent les lombartz publicques^1).
Sa Majesté s'y conforme.	Et de permettre à ung chascun soit officier ou aultre appréhendre les voleurs, vagabondes et aguetteurs des chemins que dessus, moyennant qu'ilz les délivrent là, où il appartiendra, en recepvant toutesfois quelque raisonnable salaire pour le respect de ladicte appréhension.
Sa Majesté enchargera aux gouverneurs des pays de les faire soingneusement garder des foulles et oultraiges et en cas que l'on voye, que l'on n'y peult remédier aultrement que par son de cloche, ilz en usent, selon qu'ilz verront convenir.	Mesmes que si avant que gens de guerre, voleurs, aguetteurs de chemins, bringantz ou aultres commettent foulles ou feroient oultraiges aux manantz et inhabitantz, que l'on puysse faire ladicte appréhension par son de cloche, si mestier est par l'advis de l'officier et aulcuns de la loy du lieu ou place, où telles foulles et oultraiges se feroient.

1) Den Lombarden werd veroorloofd 30% en meer te nemen.

[p. 328]

Ceque a esté contracté touchant les alluns a esté faict principallement pour le bien des pays de pardeçà affin de tenir iceulx alluns en raisonnable pris ou aultrement aulcuns marchantz practiquans d'avoir tous les alluns en leurs mains des deux ou trois potentas, qui en ont les mines, commectroient des grandz monopoles et est plus raisonable, que - tenans lesdictz alluns en bas pris pour le soulaigement des subiectz - ceque les marchans estrangiers par leurdict monopole gaingnoient sur iceulx alluns soit applicqué pour ayder à supporter les charges et deffence de ces pays, suyvant le contract que sur ce a esté dressé avec l'intervention du commis par feu de heureuse mémoire le pape Jule III non sans grand difficulté pour l'avanchement du bien publicque, lequel toutesfois expiré Sa Majesté fera voluntiers regarder ceque mieulx conviendra en cecy pour le bien des pays de pardechà et quant aux aultres marchandises sadicte Majesté ne sçait, que aulcunes soient réservées ou mises es mains des particuliers.	Ont aussy lesdictz députez advisé qu'il seroit bon et expédient de doresenavant ne plus mettre la marchandise d'allun^1) et aultres en main d'aulcun particulier par forme de réserve, comme ilz entendent avoir esté faict par cy devant et encoires se faire pour le présent au grand préjudice et dommaige du pays et pluisieurs mestiers, comme drappiers, taincturiers et aultres, consydéré que telle manière de faire introduict excessive chierté desdictes marchandises et cause divertissement du cours des marchandises es aultres pays voisins, où l'on use de plus grande liberté, de quoy - - en délaissant Breme et Hambourch - - peult servir d'exemple la ville d'Empde en la Frise orientale, laquelle de petit estat en bien peu de temps est augmentée et enrichie de telle sorte, qu'elle surmonte pluisieurs villes marchandez de pardechà.
Sa Majesté survenant le besoing a advisé d'essayer, si par son de tamburin l'on pourra recouvrir les pionniers, dont l'on aura à faire et en cas que l'on sceut recouvrir par ce moyen le	Et comme par dessus la négociation lesdictz pays de pardechà consistent semblablement sur les mainoeuvres, labeurs et agriculture, semble aussy estre requis et

1) Zie blz. 308.

[p. 329]

nombre requis, commandera de faire la levée d'iceulx avecq participation des gens de la loy du lieu, dont l'on les vouldra tirer, sy avant que par ce boult l'on les scaiche lever sans retardement du service de Sa Majesté, lequel en temps de guerre et bien souvent ne souffre le train et longueur des disputes, que sur ce pardevant lesdictz de la loy pourroient susciter.	expédient pourveoir aux désordres et inégalitez, que ses sont commis à l'endroict des pionniers et charriotz, applicquez non seullement pour la voicture des biens et marchandises, mais aussy des despouilles procédantz des champs.
	Et pour ce faire fauldroit doresenavant avoir esgard de non desnuer les pays des bons laboureurs et paysantz, en faisant distinction du vagabonde à l'homme de bien ou bon mainouvrier mieulx et plus également, que n'a esté faict par cy devant et dont à correction on pourroit plus convenablement donner la charge aux gens de la loy du lieu, où il appartiendra et par ainsi oster et faire cesser les concussions des officiers du plat pays en cest endroict par eulx usez et accoustumez, aiantz entre aultres sans raison constrainct pluisieurs d'estre pionniers et délaisser leur mestier et manière de vivre par où qu'ilz sont devenuez larrons et brimbeurs, abandonnantz leurs pouvres femmes et enffantz à la charge de la commune.
Sa Majesté eust bien desiré, comme elle fait encoires, que l'on eust peu entièrement soulaiger et excuser les subgectz de	Et au regard des charriotz, la charge se treuve fort inégale en ce que aulcuns censiers en aulcuns en-

[p. 330]

pardechà du service des charriotz et chevaulx, en les faisant lever - meismes ceulx qu'on aura besoing l'armée estant aux champs - des aultres pays voisins et les faire encoires essayer, quant le besoing le requerra et néantmoins ou l'on ne sçauroit d'illecq recouvrir le nombre requis, fera dresser instructions pour les commissaires à ce députez pour y garder la plus grande égalité, qu'il sera possible et si les estatz y sçauroyent donner quelque advis ou rémède, feront plaisir à Sa Majesté le luy faire entendre.	droictz ont esté chargez six foys plus que leurs voisins à raison de quoy ilz ont esté totallement ruynez, leur ayant cousté ladicte charge plus que ne montoient les aydes par eux contribuez depuys lan XV^c cinquante ung.
Sa Majesté se réfère à la proposition et estat joinctement exhibé.	Et comme par dessus les moyens dessus spécifiez il est besoing d'aultre moyen plus prompt pour résister aux invasions et foulles du roy de France, les députez, consydérantz le bon debvoir faict par Sa Majesté et le bon succès des affaires, affin que Sa Majesté puysse continuer en iceulx, sont d'adviz, que Sa Majesté en premier lieu pourroit dénommer le nombre des gens de guerre nécessaire pour la deffence et tuition de ces pays, mais puysqu'il a pleu à Sa Majesté en demander leur adviz, trouveront estre requis de mectre sus et entretenir en temps de guerre huyct mille chevaulx et par dessus ce gens de pied

[p. 331]

	jusques à trente mille souldées.
Sa Majesté treuve les considérations icy déduyctes très bonnes et verront les députez par l'estat, que Sa Majesté a fait dresser, le répartissement, qu'on a conceu des estrangiers et ceulx du pays.	Et par ce que les inhabitantz et subgectz dudict pays bas sont naturellement plus inclins et affectionnez au service de leur prince et à la tuition et deffence dudict pays, leurs femmes, enfantz et biens, ayantz aussi plus parfaicte cognoissance de la situation, entrées, issues, passaiges et de destroictz que les estrangiers et que le service en guerre par estrangiers a esté de tout temps la ruyne de tous royaulmes et provinces, seroit expédient prendre desdictz 8000 chevaulx les deux mille pour l'ordinaire du pays de pardechà et les deux tiers des aultres six mille semblablement du pays de pardechà et pour le moings les deux tiers desdictz gens de pied aussy des subgectz de pardechà et l'aultre tiers des estrangiers.
	Les raisons, ayantz meu sur ce poinct lesdictz députez, sont que paravant se povoir servir desdictz estrangiers leur convient payer quelques mois de gaiges et autant pour leur retour et retraicte, oultre les foulles, oppressions et dommaiges, qu'ilz font audict pays, dont l'on ne peult facillement

[p. 332]

faire la correction comme desdictz subgectz et que se pourra plus aisément faire, quant le plus grand nombre seroit des subgectz de ces pays et obvier au plus prèz à pluisieurs inconvénientz, que la guerre apporte avecq soy; avecq ce seroit empeschée la distraction des chevaulx que souvent se meisnent en France.

Joinct que lesdictz estrangiers aprèz s'estre entretenuz des pillaigez, par eulx faictz le plus souvent sur les amys, emportent l'argent de leur soldée entière en desnuant ledict pays.

Oultre ceque en retenant a soldée les subgectz de ces pays sera donné moien de vivre à pluisieurs des frontières, lesquelz sont constrainctz abandonner leurs maisons et vivre en pouvreté et mendicité par faulte de retenue ou eulx retirer au service des ennemys, leur servantz de guides, causantz par ce moien pluisieurs incommoditez et dommaiges aux subgectz de cesdictz pays.

Aussy comme lesdictz subgectz de pardechà ont tousiours esté tenuz pour gens belliqueux, se pourroient abastardir et rendre

[p. 333]

	du tout inhabiles à la guerre en les délaissant, au contraire en les entretenant feroient bon service comme du passé et seroient plus prestz et mieulxs à main que les estrangiers en cas de subite nécessité et si demoureroit l'argent en ces pays.
Sa Majesté se réfère aussi sur ladicte proposition.	L'entretènement desquelles 8000 chevaulx pour demy an à dix florins par mois pour chascun cheval selon le pied par lesdictz députez advisé monteroit à la somme de 480642 florins et desdictz 30000 souldées de gens de pied aussy pour le demy an, comptant cincq florins pour chascune paye par mois, à la somme de 900000 florins, revenantz ensemble lesdictz deux sommes à 1380642 florins.
Sa Majesté treuve l'advis très bon, combien que le compte de la despence de l'équippaige de vingt navires ne se peult prendre si juste et ne seroit aussi du tout souffissant pour faire quelque entreprinse, selon que Sa Majesté treuve par les estatz aultrefois faictz et projectez pour semblable équippaige^1), mais l'on pourra en cecy suyvre le piet contenu en l'estat de sadicte Majesté ou mesurer ledict	Et au regard de la marine lesdictz députez ont advisé, qu'il seroit expédient avoir et dresser vingt navires de guerre bien équippéez et arméez tant de gens que de munitions et artillerie pour le temps de sept mois, dont l'entretènement selon le pied aussy par lesdictz députez advisé monteroit à la somme de deux cents trente mille florins.

1) Zie Resol. Staten van Holland 27 April 1557 vlg.

[p. 334]

équippaige selon que la somme icy contenue se peult extendre.

Par le moien duquel équippaige et entretènement desdictz vingt navires, les ennemis seroient empeschez de pilleries et robberies, qu'ilz font journellement par mer sur les subgectz de ces pays, dont lesdictz ennemis ont tiré ung excessif gaing et prouffict, seroient aussi detournez de pluisieurs desseins et entreprinses, qu'ilz pouroient avoir sur les portz et lieux maritimes de pardechà et est apparent, que tel équippaige avecq la correspondence et bonne conjuncture, qui est de présent avecq les Anglais et moyennant que les Biscayens continuent en ce aussy leur debvoir et mesmes les navires allantz sur francq butin, donneroit une grande playe, craincte et perplexité en France et empeschement de leur négotiation et navigation oultre ce que l'on s'en pourroit ayder dudict équippaige et faire quelque bon exploict et entreprinse sur quelques frontières et portz des ennemis selon les occurrences des affaires en renforchant ledict équippaige de quelque nombre des gens de guerre et en tout évent l'on constraindroit l'ennemy à despence

[p. 335]

	plus grande pour furnir garnison en ses frontières de la marine, qui sont de telle et si loingue extendue comme l'on sçait.
Sa Majesté tiendra la main à l'estroicte observance des ordonnuances icy mentionnez.	A quoy serviroit aussy grandement, que l'ordonnance par cy devant faicte sur les équippaiges des navires des marchantz fut par les villes entretenue et gardée comme debvroit^1).
Cestuy nombre des chevaulx en temps de paix sera par ce compte beaucoup moindre que du passé où l'on a entretenu jusques à trois mille chevaulx et avecq ce ne voit Sa Majesté, qu'il se face icy aulcune mention des gens de piedt, que ordinairement en temps de paix il fault entretenir ès garnisons des places frontières, que monteroient selon le proiect, qu'en a esté fait, à 5000 payes, pour à quoy furnir - - ensemble cequ'il fault pour les ouvraiges, réparations et fortifications des places, fortes et aultres mises nécessaires pour la garde du pays - - souloit servir l'ayde courante, montant le cler d'icelle à cincq cens dix huyt mille six cens livres par an, au lieu de la quelle somme l'on n'auroit à s'ayder dores en avant que de trois cens mille livres par an, que semble sauroit mal souffire pour les charges susdictes	Et pour pourveoir et obvier aux soubdaines invasions et surprinses des ennemis ses pourroient en temps de payx pour le terme de huyct ans entretenir deux mille chevaulx en continuel service, qui se répartiroient ès frontières aux lieulx, où besoing seroit, qui cousteroient par an aussy selon la pied par lesdictz députez advisé cent quarante sept mille deux centz quarante florins.
	Pour tant plus facillement recouvrir le nombre desdictz 6000 chevaulx à estre prestz au temps de besoing affin de résister aux soubdaines invasions des ennemis l'on pourroit retenir aulcuns gentilhommes et aultres, qui se délectent en chevaulx, qui seroient tenuz

1) Zie Groot-Placcaetboeck, IV, 1219 vlg. (1550).

[p. 336]

et oultre ce convient considérer, que les garnisons ordinaires et extraordinaires et de crue ordonnéez pour la garde et seureté des frontières selon l'estat sur ce dressé montent en temps de guerre à environ 11000 payes sans en ce comprendre les garnisons des villes conquises ny aussi les estrangiers, qui sont demeurés en service; néantmoins l'on pourra pour le présent passer par cestuy advis des députez et donnant Dieu sa grâce de parvenir à la paix, regardera alors selon la disposition des affaires, si avec ladicte somme l'on sçaura obvyer aux surprinses des ennemis.	de eux monter et équipper quant besoing seroit, ausquels l'on payeroit pour ayder à l'entretènement desdictz chevaulx vingt florins par an pour chascun cheval plus ou moings comme l'on adviseroit, le payement desquelz 6000 chevaulx audict pris de 20 florins porteroit par an cent vingt mille florins.
	Et pour la conduicte desdictz 6000 chevaulx pourroient estre commis douze capitaines et aultres officiers, ausquelz par dessus la nourriture de leurdictz chevaulx seroient payez certains traictementz, qui porteroient selon ledict piet douze cent soixante florins, revenantz lesdictz trois sommes ensemble à la somme de 268500 florins.
Sa Majesté ne voit aussy comme elle sçaura quicter et assopir ceque reste des aydes accordées pour six ans, attendu mesmes que sur icelles sont esté assignées diverses parties deues tant avant la guerre que durant icelle et signamment le cours des anciennes et nouvelles rentes, payemens des garnisons, aussi deniers levez à finance pour la paye tant des gens de guerre, ayant esté en service durant la construction des fortz de Charlemont et Philippeville, que de	Pour furnir au payement des gens de guerre cy dessus mentionnez tant par mer que par terre et pour le temps cy dessus déclairé, a esté faict ouverture par lesdictz députez, que quictant et mectant à néant par Sa Majesté du jour de noel prochain de cest an mil cincq centz LVII en avant l'ayde piéchà accordée le terme de six ans pour l'entretènement des bendes, piétons et garnisons, Sa Ma-

[p. 337]

ceulx, qui ont dernièrement tenu le camp devant Haen avecq aultres diverses partyes montans à environ 1400000, par quoy semble que sans faire évident tort à ceulx, qui ont lesdictes assignations et rentes ladicte ayde ne peult estre aulcunement assopie, qu'a este la cause que meult Sa Majesté de requérir les députez, que ilz ne se voulsissent arrester à cestuy assopiement.	jesté pourroit requérir les estatz de sesdictz pays d'accorder du nouveau une ayde de 800000 florins par an pour l'espace de huyct ans, qui se lèveroit en clairs deniers sur les pays, dont les députez sont icy convocquez et assemblez, chascun selon sa quote et portion par telz moyens que par les estatz desdictz pays respectivement seroient trouvez plus convenables.
	Desquelz huyct cent mille florins par an l'on vendroit incontinent rentes à rachapt du moings le denier douze jusques à la somme de deux cent mille livres, qu'est pour chascun pays le quart de sa quote par an, dont l'on tireroit promptement pour le moings la somme de deux millions quatre cent mille florins comptantz.
	De laquelle somme se pourroient entretenir les gens de guerre tant par mer que par terre pour l'année prochaine en regard que les fraictz cy dessus declairez pour la guerre de la mer monteroient pour le temps de sept mois deux cent trente mille et ceulx par terre pour six mois à la somme de 1308642 £, revenantz ensemble à la somme de

[p. 338]

	1610642 florins, de sorte qu'il viendroit bon de la dicte somme de deux millions quatre cents mille livres la somme de 789000 ℔ artois ou florins.
Sur cestuy impost, que les députez estiment porter quatre vingt dix mille livres ont esté levez deniers à finances et ce qu'est provenu d'icelluy impost pour tout le temps, qu'il a encoires à durer, ne pourra satisfaire pour acquitter ladict finance avecq ce; au temps de la guerre ledict impost ne monte par communes années plus hault de 50000 ℔.	Oultre ce viendroient bons les impostz sur les vins désià accordez à l'entretènement des navires de guerre montantz à la somme de 90000 florins, qui faict ensemble de bon 879358 florins.
Ce surcrois servira mieulx pour furnir aux despens, qu'il conviendra supporter avant que l'on mettra l'armée aux champs pour l'entretènement des garnisons et aultres nécessitez, qu'il fauldra pour la seuregarde des places des frontières selon que plus amplement a esté dict par ladicte proposition.	De la quelle somme et surcrois de huyct cent soixante dix neuf mil 358 florins l'on pourroit entretenir lesdictz gens de guerre mentionez ès adviz et conceptz que dessus encoires aulcuns troys moys s'il en estoit besoing.
	Et comme de ladicte nouvelle ayde de huyct cent mille florins par an les deux cent mille debvroyent estre employez pour payer les cours de rentes, resteroient six cents mille florins par an, dont les troix cent mille par an seroient employez en l'acquict et rembourssement desdictz rentes, lesquels au bout desdictz huyct ans

[p. 339]

	seroient rachaptées et les aultres troix cent mille florins par an s'employeroient pour l'entretènement ordinaire desdictz deux mille chevaulx et aultres mises pour avoir prestz lesdictz six mille chevaulx selon lesdictz advis à la deffence par terre en temps de paix.
	De ce que dessus procéderoient pluysieurs commoditez et entre aultres que Sa Majesté pourroit présentement mectre ses gens en champaigne par moyen desdictz deniers comptantz pour faire la guerre ainsy, que bon luy semblera, sans estre en dangier de en lever à gros fraictz de marchantz et financhiers, aussy que le prouffict desdictz rentes demourera du moings pour la pluspart aux subgectz de Sa Majesté.
Sa Majesté se conforme au contenu de ces deux articles selon que se faict aussi mention par ladicte proposition.	Et afin que les deniers procédantz de ladicte nouvelle ayde et venditions des rentes soient receuz à moindres fraictz voires sans fraictz de Sa Majesté et employez aux fins susdictz et que à l'advenir les subgectz de pardechà ne retumbent ès foulles, oppressions et mengeries des gens de guerre, souffertes au temps passé par faulte de payement, lesdictz députez ont esté sem-

[p. 340]

	blablement d'advis, que lesdictz estatz par leur commis en chascun pays auront la récepte et administration d'iceulx deniers, seront présens aux monstres et feront la distribution et payement ausdictz gens de guerre ensemble la déscharge et rachapt desdictz rentes.
	Et pour obvier que par faulte de payement n'y advienne inconvénient, a esté advisé, que lesdictz estatz pourroient lever ceque par les défaillantz sera deu aux coustz et fraictz d'iceulx.
Sa Majesté aura voluntiers regard à cestuy advis et ne sçait aulcuns, à qui la garde des fortz a esté commise, contre lesquelz l'on pourroit avoir aulcun scrupule.	Pareillement l'adviz desdictz députez est, que doresenavant la garde des forts et villes frontières soit baillée et commise aux chevaliers de l'ordre ou aultres bons personnaiges du pays de pardechà, qualiffiez de preudhomme et d'avoir, correspondente à leur charge, et qu'il plaisra à Sa Majesté avoir ce poinct en singulière recommandation.
L'on ne sçait, qu'il y ait aulcunes garnisons ès petitz fortz, qui ne soyent frontières et sans ceulx, que l'on fait garder, l'on perdroit tout le plat pays et le labouraige alentour demeureroit habandonné à l'ennemy.	Aussy de retirer ès lieux et forts plus nécessaires sicomme Charlemont, Philippeville et semblables pluisieurs garnisons, estantz en divers chasteaux et petitz fortz, lesquels présentement ne sont frontières ny ayantz besoing desdictz garnisons,

[p. 341]

	lesquelles font plus de foulles et dommaiges aux subgectz de pardechà qu'elles ne servent à la garde du pays.
Sa Majesté fera sa diligence vers les aultres pays pour en tirer tout ceque sera possible.	Davantaige les députez aiantz consydéré et examiné la puyssance desdictz pays et que impossible seroit tirer d'iceulx toute la despense requise pour la guerre contre tel ennemy que est le roy de France, ont advisé que pour assister à furnir et contribuer à la reste de ladicte despence, artillerie, munitions, fortifications, pensions et choses semblables seroit nécessaire oultre la revenu et demaines de Sa Majesté induyre ceulx des pays de Geldre, Zutphen, Frise, Overyssel, Groeningen, Lutsenbourch, Limburg, Valcqenbourch, Daelhem et aultres subgectz de Sa Majesté pardechà à faire semblable et proportionnée ayde et assistence au payement des gens de guerre, entretenuz tant en temps de payx que de guerre, veu que ce touche conjoinctement avecq les aultres pays leur propre deffence et conservation.
Sa Majesté a tiré de ses royaulmes et pays de delà le principal argent, que a cousté la dernière armée de pardeçà, mon-	Que le semblable se face par les royaulmes d'Espaigne, Sicille, Milan, Napels et aultres royaulmes et

[p. 342]

tant à excessives sommes oultre ce qu'il a fallu furnir pour l'Ytalie et néantmoings confie Sa Majesté, que sesdictz royaulmes et pays se acquicteront encoires le plus qu'ilz pourront, estant bien raisonnable, que chascun face son debvoir contre le commun ennemy, qui ne regarde point de quel costé les querrelles viennent, s'aydant seullement d'icelles pour couleur de son ambition.	provinces subgectz à Sa Majesté selon leur grandeur, facultez et puyssances, attendu mesmement que du passé la source de la guerre est pour la pluspart procédé de querelles de leur costé.
Sa Majesté ne peult nyer, que le temps de mainctenant de la guerre est peu propice pour obtenir présentement l'effect de ceste déscharge, pour la quelle sçauroient aussi bien peu furnir les subventions des aultres pays de par dechà, selon que les députez peuvent cognoistre l'estat et qualité d'iceulx et toutesfois eust bien desiré Sa Majesté ores que l'on ne sceust présentement trouver moyen pour effectuer la descharge de si grandes debtes, arriéraiges et fraitz, que néantmoins l'on eust advisé aulcuns moyens pour en temps obvyer à l'extremité irrémédiable en laquelle aultrement l'on est apparent de tumber.	Quand au second poinct, qui concerne l'estat des charges de Sa Majesté communiqué ausdictz députez, entant que les pays de pardechà - - comme dict est dessus - - se retreuvent extrêmement chargez par les accordz et aydes, qu'ilz ont faictz à leurs majestez impérialle et royalle tellement, qu'ilz ne trouvent moyen de déscharger eulx mesmes, iceulx députez pour les troubles de ce temps de guerre, amenant pluisieurs nécessitez urgentes, ne ont sceu adviser moyen convenable sinon en premier, que Sa Majesté se pourroit aydier à ladicte déscharge des aydes et subventions desdictz aultres pays.
Ceste induction se pourroit mieulx effectuer, si l'on sceut donner aux marchantz asseurance du principal et du paye-	Davantaige Sa Majesté pourra induire par tous moyens convenables ceulx, ayantz furni deniers à leurs

[p. 343]

ment du cincq pour cent icy mentionné et aultrement ne pourvoyant dudict cincq pour cent, ce seroit non seullement ne donner aulcun contentement ausdictz marchantz, ains tousiours accumuler debtes sur debtes, lequel cincq pour cent ne se peult aussi payer sur le demaine veu que icelluy ne souffit au payement des rentes et aultres charges anciennes et par ainsi ne semble à Sa Majesté convenir de mettre ce poinct en non chaloir, attendu que les finances se augmentantz de jour à l'aultre apporteroient en la fin entière consommation de l'estat de sadicte Majesté, parquoy trouveroit icelle bien convenable que les estatz eussent député aulcuns pour avecq ses commis advyser plus avant sur les moyens, qu'on pourroit trouver pour par ung boult ou aultre obvyer à ultérieure cours desdictes finances et donner quelque raisonnable contentement aux marchantz.	dictz majestez impérialle et royalle à gaing ou finance, d'eulx contenter leurdict gai(n)g ou finance estre restrainct et réduyct à quelque prouffict raisonnable tel que de cincq pour cent ou aultre tant pour les arriéraiges à eulx deubz que pour le cours du temps advenir, en traictant avecq eux telles pactions et convenances que sera advisé pour le mieulx, considéré le grand gaing et prouffict qu'ilz ont eu et receu de leursdictz deniers, excédant grandement le capital et que aultrement la charge en seroit insupportable à sadicte Majesté, aussy que ledict capital est conservé et ne ont lesdictz financiers payé ny supporté aulcune charge de leurdict prouffict comme ont faict les aultres subgectz par les accordz du X^me et aultres faictz à Sa Majesté.
Les moyens icy déclairez sont en partye cy devant esté practiquez et aussi consommez et ne sera grand chose qu'on en pourra attendre davantaige, par quoy ne peult encoires délaisser Sa Majesté de requérir les estatz et députez et chascun d'eulx de vouloir penser du remède par lequel l'on pourra avecq le temps parvenir à ladicte descharge, ne doubtant sadicte Majesté, que	Et où ceque dessus ne se pourroit faire ou ne seroit trouvé souffisant, il a semblé ausdictz députez le plus expédient, que Sa Majesté ordonne exposer en vente au plus offrant par consentement des estatz, où qu'il est requiz, pluisieurs parties de son demaine, dont Sa Majesté se pourroit bien passer et n'en tire aulcun

[p. 344]

s'il plaisoit à Dieu donner à l'entreprinse susdicte tel succès, que l'on puist parvenir à quelque bonne paix, que le tout se rendroit plus facille et practicable et que eulx comme bons et léaulx subiectz y assisteront selon leur accoustumée affection envers Sa Majesté et le pays.	ou bien petit prouffict annuel pardessus les charges, fraictz et mises, qu'il y convient exposer, sicomme pluisieurs terres et seigneuries et aultres biens dévoluz à Sa Majesté par confiscation ou aultrement et applicquez à sondict demaine depuys LX ans enchà, lesquelz ne doibvent estre tenuz ny réputez pour anchien demaine, puys qu'ils ne sont éscheuz à sa dicte Majesté par succession de ses très illustres prédecesseurs et que par ce moyen Sa Majesté augmenteroit le nombre de ses vassaulx pour en tirer service en cas de besoing.
Faict à Bruxelles le IX^me jour de janvier 1557.
Philippe.
	Item pluisieurs maisons et demeures situez en divers lieux de pays de pardechà, non servant de forteresse ny à la sceurté et défence du pays ès portz ou havres, desquelles Sa Majesté ne se sert et n'est apparent s'en servir à l'advenir et n'en prend ni rechoipt que bien petit prouffict ou revenu, ains luy convient journellement encourir pluisieurs despens à la réparation d'icelles pour estre vieilles et ruyneuses, en la pluspart desquelles sadicte Majesté mect conchierges, ausquels pardessus la jouyssance et demeure s'accorde quelque traictement et pension an-

[p. 345]

nuelle, qui retombent plus à la charge que au prouffict de Sa Majesté, entendu toutesfois que en faisant lesdictes venditions ne soit réservé aulcune exemption ou privilège de maltote, imposition, aydes et semblables subventions aux achapteurs, ains soyent icelles maisons de mesme condition et nature que les voisines.

Item pluisieurs tiltres et prééminences temporelles ès esglises, paroiches, villaiges, places et hameaulx situez en ces pays bas, servantz tant seullement de nom et tiltre seigneurial, sans que Sa Majesté en tire aulcun revenu ou prouffict annuel, ayantz toutesfois à sa charge pluisieurs despens et fraictz pour la justice, par la vendition desquelles tiltres Sa Majesté prouffiteroit grandement, signamment des seigneurs ayantz des biens, seigneuries et judicature, situez et enclavez èsdictes places.

Item pourroit aussy Sa Majesté exposer en vente ses droictz de patronat laical, aulcuns tonlieux et semblables petitz charges, dont ses subgectz sont fort travaillez.

Item et comme Sa Majes-

[p. 346]

té a droict de prendre pluisieurs cens et rentes fonchières et aultres menuz droictz, revenantz à petit fruict à Sa Majesté, causantz néantmoings grands despens et intérestz aux pouvres subgectz pour la forfaicture des paynes et amendes, que leur convient payer au prouffict des officiers et recepveurs commis à la récepte d'iceulx en faulte du payement d'icelles rentes au jour, heure et place précise ad ce par eulx assignez, par la cautèle et rigeur desquelz recepveurs lesdictz pauvres subgectz se trouvent bien souvent surprins, il a semblé ausdictz députez, ayantz esgard au petit intérest, que Sa Majesté porteroit par le rachapt desdictes rentes, que - - comme autresfois a esté faict - - sadicte Majesté pourroit permettre et consentir le rachapt desdictz rentes à pris raisonnable - moindre que celluy jusques ores en aulcuns lieux proposé - à povoir faire ledict rachapt endedans cincq ou six ans, afin que chascun puyst apprester son argent et par ce moyen est à esperer, que Sa Majesté tireroit bien bonne somme de deniers.

Item sadicte Majesté pourroit aussy faire changer

[p. 347]

et altérer certains fiefz nommez en aulcuns lieux quade leenen, non estantz seigneuriaulx, ny pescheries, passaiges ou semblables, en bons et héritables fieffz ou biens allodiaulx, comme aussy changer et altérer les bons fieffz en biens allodiaulx, veu que Sa Majesté tire bien peu de relieffz et aultres droictz d'iceulx, dont la récepte ne porte annuellement en aucun pays que deux cents florins peu plus peu moings et est apparent que par ce moyen Sa Majesté pourroit tirer une bonne somme de deniers promptz.

Item Sa Majesté pourroit aussy consentir et permectre en aulcuns pays le rachapt des droictz censuelz et emphyteuticaulx, portantz par an ung carolus d'or ou en dessoubz, au denier quatrevingtiesme et au dessus d'ung carolus au denier cinquante ou aultrement comme l'on trouveroit appartenir.

Item pourroit aussy vendre au plus offrant les droictz qu'il a en pluisieurs villaiges et places de la mesure des tourbes appellé de torfmate, consydéré que pluisieurs frauldes ses commectent, ausquelz est mal

[p. 348]

possible remédier et que bien peu de prouffict revient annuellement à Sa Majesté, néantmoings par ladicte vendition s'en pourroit faire une bonne somme d'argent.

Et pour ceque en ces pays de pardechà pluisieurs villes et communaultez avecq les inhabitanz d'icelles sont submiz au droict de confiscation et aultres droitz, dont pluisieurs aultres villes et communaultez de pardechà sont libres et exemptz, sadicte Majesté pourroit concéder lesdictes libertez et exemptions et en ce faisant en tirer telle somme de deniers qu'elle pourroit convenir.

Et combien que lesdictz députez pour le très grand vouloir, dévotion et affection, qu'ilz portent à Sa Majesté et au bien du pays, se soyent par diverses journées en ceste communication efforchez et employez de rechercher tous moyens et expédiens pour subvenir aux affaires de Sa Majesté et establir plus grande et meilleure assceurance au soustènement desdictz pays, toutesfois trouvantz pour le présent tous moyens préoccupez et consumez à cause de la longue continuation de la guerre, pouvreté du

[p. 349]

peuple, charges des pays, cessation de la négotiation et calamité du temps, n'ont sceu adviser ny concepvoir moyens ny ouvertures si souffisantz que pour correspondre à l'intention de sadicte Majesté ny à la grandeur et pesanteur desdictes affaires, lesquels moyens ilz ont seullement mis en avant soubz le plaisir et correction de ceulx, qui les ont envoyez et pour à iceulx faire raport comme dict est, suppliantz en toute humilité Sa Majesté voloir prendre et recepvoir les advis et advertissementz cy dessus de bonne part et avoir tousiours cesdictz pays et très humbles subgectz en bénigne et favorable recommandation.

(Algemeen Rijksarchief te Brussel; archief Audience no. 650.)

IV.
Notulen 7 April - 5 Mei 1558.

Verbal de messeigneurs les députez des estatz généraulx de ces pays de pardechà en la court du roy nostre sire à Bruxelles.

VII^a Aprilis l'an XV^cLVII.

Aujourd'huy sont comparuz messeigneurs les députez de Brabant, Flandres et aultres exceptez les prélatz de Haynault, dont les aultres députez des estatz de Haynault ont dict d'en avoir charge et aussy hors mis ceulx

[p. 350]

de Utrecht et Tournesiz, lesquelz députez de Tournesiz sont esté excusez sur la mort de la femme de leur conseiller ou pensionaire.

Et ont lesditz seigneurs députez du moings la plusame¹⁾ et plus grand partie déclairé estre contentz de besoingner plus avant non obstant l'absence desdictz d'Utrecht et Tournesiz sans toutesfois résouldre ensamble d'exhiber leur charges par escript ou d'en faire l'overture de bouche fors seullement les députez de Zélande, qui ont déclairé n'estre chargez de dire ou communiquer leurs charges de bouche ou par escript, mais qu'ilz les exhiberoient à Sa Majesté pour en après estre communiqué aux estatz, si bon luy semble.

Or puisque ladicte déclaration des députez de Zélande sembloit estre contre le dernier recès, attendu que si chascun eust peu faire overture de sa charge en particulier, ne fust besoing à Sa Majesté de faire convocquer et assembler les estatz, ont mesdictz seigneurs les députez généraulx résoluz, que rapport de la difficulté, mist en avant par lesdictz de Zélande, se feroit à Sa Majesté et que seroit demandé la raison de l'absence de ceulx d'Utrecht et Tournesiz.

Ledict raport ainsi faict à monseigneur le président²⁾, chancellier de Brabant³⁾, commis des finances Bouloingne et secrétaire Courteville, a esté dict, que combien que la charge desdictz députez de Zélande n'est conform à l'intention de Sa Majesté, ilz la exhiberoient par escript ès mains des messeigneurs les députez des estatz généraulx, ayantz aussy ceulx du conseil de Sa Majesté requis et prié lesdictz députez des estatz de drescher et avancer les négoces.

Ce considéré a esté par lesdictz députez prins jour à troix heures lendemain.

1) ?

2) Viglius.

3) Jean de Schijfve.

VIII^a Aprilis après midi.

Aujourd'huy sont esté mis par devers la table toutes les charges d'ung chascun des députez desdictz estatz et après la lecture d'icelles a esté trouvé, que pluisieurs

[p. 351]

estatz comme ceulx de Haynault, Lille, Douay et Orchies, Zélande, Tournay et lesdictz absentz ne consenteroient en la somme et quote, que leur avoit esté donné de la part de Sa Majesté et que par tout rapport se feroit à Sa Majesté, affin qu'elle induiroit lesdictz défaillantz à consentir et que ce pendant les aultres s'en puissent retirer sans maintenant entrer en dispute de nouvelle tauxation de tant mesmes, que leur charge ne s'extend si avant, sçavoir de besoingner plus avant, ne fust que ceulx d'Utrecht contribuassent et que les défaillantz furneroient leurs quotes.

XII^e d'apvril.

Monseigneur le duc de Savoye, présentz le marcquis de Berges, les seigneurs Assencourt, président, chancellier de Brabant, le conseiller Tisnack et le secrétaire d'estat Corteville a requis, que les députez desdictz estatz voulsissent délaisser le condicion générale de consentir si avant, que tous les aultres estatz consenteroient en leurs quotes signamment au regard de ceulx d'Utrecht, lesquelz on n'a sceu induire à consentir¹⁾.

Que lesdictz députez voulsissent anticiper deniers pour les troix premiers mois de ceste année jà passez.

Qu'ilz communicqueroient sur la modération des quotes de ceulx, qui ses disent estre trop hault tauxez et que si aultre difficulté fust ès opinions desdictz députez, il(z) les vouldroient déclairer.

Sur quoy ont lesdictz députez déliberé et ceulx de Brabant ont dict ne sçavoir trouver meillieur expédient pour désister de ladicte condicion générale, ne soit que Sa Majesté suppléroit la quote de ceulx d'Utrecht.

Messeigneurs de Flandres ont dict que, ores que Sa Majesté print à sa charge la quote de ceulx d'Utrecht, ne pourroient désister de ladicte condition généralle sans avoir faict rapport à leurs membres, néantmoings seront contentz, que monseigneur le duc visite leur charges et conditions, lesquelles ne pensent estre préjudiciables à Sa Majesté.

Les députez d'Artois ne treuvent leur charge si ample

1) Zie blz. 275.

[p. 352]

pour désister de ladicte condition, comme aussy ne treuvent ceulx de Zélande leur charge si ample.

Les députez de Haynault ses conforment à l'advis de ceulx de Brabant, comme font ceulx de Hollande, de Valenchiennes, Namur et Malines, mais ceulx de Hollande ont adjousté, que pour point retarder le service de Sa Majesté, ilz furniront leur quote tant que l'égalisation soit faicte.

Ceulx de Lille feront lever argent par provision pour aultant qu'ilz consentent.

Ceulx de Tournesiz n'estoient venuz, mais ceulx de Tournay espéroient obtenir consentement à l'advis de ceulx de Brabant.

XIII^a Aprilis anno 1558.

Estantz messeigneurs les députez des estatz généraulz assemblez ont dict à monseigneur le duc de Savoye en présence de l'évesque d'Arras, marcquis de Berges, les seigneurs de Mollenbaix¹⁾ et Assancourt, du président, chancellier et des conseillers d'estat Renart et Tisnacq, disant par ledict président, comme ilz avoient trouvé difficulté par ce que aulcuns députez desdictz estatz n'avoient povoir ny charge de besoingner plus avant, sans que ceulx d'Utrecht voulsissent aussi contribuer et que les aultres estatz consentassent à furnir leur enthière quote; à quoy a ledict duc faict respondre par monseigneur le président, qu'il feroit rapport à Sa Majesté pour en après estre faict, comme Sa Majesté trouveroit convenir à sa raison.

Ce faict sont esté releuez les charges desdictz députez en absence du duc et aultres du conseil d'estat de Sa Majesté et ses sont lesdictz députez des estatz généraulx conformez aux conditions de la charge desdictz députez de Brabant, saulff quant à la rendition des comptes, laquelle selon l'advis d'aulcuns se doibt faire aux estatz par ung recepveur général et saulff que les députez de Flandres ont advisé, que Sa Majesté feroit lever à fraict ceque aulcuns défaillantz ne auroient furny endedans temps préfix pour estre employé par le commis des estatz.

1) Jehan de Lannoy.

[p. 353]

XIIII^e d'apvril.

Aujourd'hui ont messeigneurs les députez de Flandres leu leur charge, contenant entre aultres qu'ilz n'entendoient de venir avecq aultres estatz en union ou commune et conioincte obligation, c'est à sçavoir, qu'ilz n'entendent plus payer que leur quote ores que réduction fust faicte; qu'ilz auroient seulz la récepte de leur quote sans en avoir à faire avecq les aultres et sans qu'ilz debvroient respondre pour les quotes des aultres; qu'ilz retiendroient cent mille livres art. ou tant que restera de leur quote oultre le payement de gens de guerre pour leur despence extraordinaire; que Sa Majesté feroit lever l'argent à fraict quant aux défaillantz pour estre employé par le commis des estatz, sans qu'ilz entendent ses obliger à lever les faultes des aultres et sans que ès aultres accordz aulcun regard sur cedict accord et quote sera prins.

La charge de messeigneurs les députez d'Arthois porte, qu'ilz trouveront leur quote par impostz des vins et bières selon l'opinion des prélatz, gens d'église et nobles et selon l'opinion des villes par les impostz accordez en l'an LI, le tout si avant que les aultres estatz accordent pour leur part et portion.

La charge des députez de Haynault porte beaucoup des excuses de pouvreté et qu'ilz n'accordent que certaine partye de leur quote, sçavoir la seiziesme partie de l'ayde de tous les pays bas hors mis ceulx d'Utrecht et Valenchiennes à condition, qu'ilz soyent exemptz de leur chariotz et chevaulx.

Item la charge de messeigneurs les députez de Valenchiennes contient, qu'ilz ses conforment à l'advis des communs estatz et treuvent les moyens pour agréables pour aultant que touche leur quote; en après ont exhibé certain escript, par lequel ilz déclaire(nt), qu'ilz ses conforment aux conclusions et conditions desdictz estatz de Brabant saulff que au lieu du payement de six mois en six mois des gens de guerre en temps de paix, seroient d'advis soubz correction, que pour éviter toutes mengeries, oultraiges et oppressions, ledict payement se fera de troix mois en troix mois, et que semblablement sera du tout expédient de commectre par lesdictz estatz ung commis général, digne de foy et crédence, auquel sera

[p. 354]

donné povoir et instruction par lesdictz estatz, comme il se aura à conduire et régler en l'exercice de son office, donnant à icelluy aucthorité tant par le roy nostre sire que par lesdictz estatz de constraindre les défaillantz par toutes voyes deubves, fraictz et resicq desdictz défaillantz pour fournir à leur quote deue par iceulx.

Messeigneurs les députez de Haynault ont protesté contre ceulx de Valenchiennes, que iceulx de Valenchiennes ne peuvent accorder sans lesdictz de Haynault et devant que lesdictz de Haynault aient premiers accordé¹⁾.

La charge des députez de Lille, Douay et Orchies contient entre aultres qu'ilz sont trop hault assiz en tant qu'ilz ne consentent que le VIII^e part de la quote de ceulx de Flandres, demandantz assignation des gens de guerre, ausquelz ilz payeront et qu'ilz réquirent Sa Majesté pour éviter que au pays ne soient faictes foulles et mengeries par les gens de guerre et aultres, comme faict a esté du passé, que plaise à icelle par placcartz défendre bien acertes lesdictz foulles et mengeries, à laquelle requeste ses sont conformé les députez de Brabant, Flandres et Artois.

La charge des messeigneurs de Hollande contient entre aultres, qu'ilz demandent premièrement estre remboursez sur les XII^cm £ destinez pour les assignations d'une rente de 22349 ℔ 10 s. au rachapt le denier XVI^e, et d'une somme de 12115 ℔ 12 s. 6 d.²⁾ ensamble de la somme de 10000 ℔ accordez sur la pescherie de Hollande sur la première ayde et que sans ladicte descharge ilz n'ont povoir d'accorder, néantmoings sont contentz aiantz ladicte descharge de payer leur quote à eulx donnée par provision, saulff que aultre ayde ne se mectra sus nisi nova superveniente causa et que les alluns et aultres marchandises ne se mettent par forme de réserve³⁾.

1) Valenciennes contribueerde vroeger wel onder Henegouwen (o.a. in de bede van 1493). Ook in de vergadering van 1555 verschenen haar afgevaardigden onder Henegouwen.

2) Dit cijfer moet blijkens de instructie en resolutiën van de Staten van Holland 11115 ℔ 12 s. 6 d. zijn.

3) Voor het hier niet opgenomen artikel der inquisitie zie blz. 276.

[p. 355]

A laquelle dernière condition ses sont conformez les aultres députez - - excepté ceulx de Zélande - -, adjoustantz, que le seel, les vins, salmines¹⁾ - estoffe de chauldrons - et semblables ne ses doibvent donner par réserve et que Sa Majesté veuille effectuer son apostille quant aux costumiers et tollenars.

Après midi.

Sa Majesté a faict à messeigneurs les députez desdictz estatz proposition, dont elle leur a accordé copie²⁾.

1) Chalmine, grondstof gebruikt bij de koperbewerking. In een der doléances zijn de klachten van de nijverheid, die zich in de Maasstreek hiermede bezig hield, als bijlagen aan het stuk gehecht (Staten van Holland no. 2379). Zie voor deze monopolies blz. 308, 328.

2) Zie hiervóór blz. 277.

XV^e d'apvril.

Messeigneurs les députez desdictz estatz ont ouy lire la proposition de Sa Majesté à eulx faicte bien après le disner et ont chascun déliberé sur icelle de sorte que les députez de Brabant ont advisé, que jà choit qu'ilz n'aient charge de se déporter de ladicte condition générale, assçavoir si avant que tous se y conforment, néantmoings sans préjudice de ladicte condition pour avancer le service de Sa Majesté pour le bien du pays et urgente necessité ilz sont prestz et déliberez de furnir par forme de provision à leur quote selon la demande de Sa Majesté, comme que désià ilz ont quant ad ce commencé faire leurs debvoirs, moyennant que les aultres estatz, qui accordent leur quote, facent le semblable et si avant que Sa Majesté ne pourroit induire les défaillantz au furnissement de l'entier payement, Sa Majesté suppléra par provision du sien ès mains des députez desdictz estatz le court pour estre employé au fin destiné au resicq et charge des absentz et défaillantz jusques ad ce que l'inégalité du tauxe seroit réduict à égalité sans avoir charge de submission.

Les députez de Flandres ont faict lire comment qu'ilz sont contentz de furnir leur quote sans entrer en nouvelle tauxation et acceptant Sa Majesté leur dict quote seroient contentz de résiler de ladicte condition générale.

[p. 356]

Les députez d'Arthois ont déclairé, qu'ilz pusent¹⁾ le longueur de cest affaire et treuvent ceulx de Brabant et Flandres estre divers et qu'ilz ne peuvent astheure riens consentir touchant les pointz proposez par Sa Majesté, mais espèrent, que leurs estatz - ayantz octroy - furniront les deniers comptantz comme ceulx de Brabant pour leur quote, disantz en oultre n'avoir charge de consentir en la submission.

Les députez de Haynault ont déclairé, qu'ilz sont d'advis, que réduction se fera et qu'ilz se règleront selon la proposition de Sa Majesté, si avant qu'ilz peuvent en vertu de leur povoir, mesmes attendu, que Sa Majesté est contente de suppler le court.

Les députez de Valenchiennes sont contentz de trouver moyens à furnir les deniers comptantz, affin d'éviter les foulles et dévastations en délaissantz touttes conditions.

Les députez de Lille, Douay et Orchies sont contentz de furnir les deniers des troix premiers moys et aultres six moys pour aultant qu'ilz consentent, attendu que Sa Majesté suppléra la reste tant que réduction sera faicte, à laquelle ilz espèrent que leurs maistres accorderont.

Les députez de Hollande sont d'advis de respondre à Sa Majesté, qu'il n'est en eulx de changer leur charge pour se déporter de la condition généralle ny aussy de consentir à la submission, mais en advertiront en diligence à leurs maistres et s'ilz accordent, ils trouveront moyen que en eulx n'y aura faulte au regard de leur quote²⁾.

Les députez de Zélande trouvent ladicte proposition de Sa Majesté raisonnable et ont piéchà chercé moyens à furnir et furniront ce qu'ilz consentent au contentement de Sa Majesté et d'aultres estatz.

Les députez de Namur ses conforment aux deux premiers poinctz, mais n'ont charge d'accorder en la submission.

Les députez de Tournay sont contentz de furnir leur

1) ?

2) Het antwoord van Holland (in concept en van de hand van Jacob van den Eynden) is in het archief van de Staten van Holland bewaard (Staten van Holland no. 2379).

[p. 357]

offre en ayant lettres d'octroy sans avoir charge de ses submectre quant à la réduction.

Et pour ce que les opinions sont trouvez diversez, a esté résolu, que chascun rédigeroit la sienne par escript signamment touchant ladicte condition généralle.

XXVII^a Aprilis.

Les députez de Tournesiz sont comparuz et ont déclairé estre contentz payer 5694 ℔ art. par an l'espace de neuff ans, adjoustantz leur quote monter à telle somme selon les anciens calculations des aydes.

Et ceulx d'Utrecht ont déclairé leur charge, sçavoir qu'ilz ne peuvent porter leur quote et ne ses peuvent conformer à l'advis des messeigneurs les députez des estatz généraulx, ains remectent ledict advis et moyen de tant plus, que la Majesté leur a promis de riens plus demander d'eulx endedans quatre ans; et se sont grevez des eauues; ont furny grosses sommes de prestz; la peste a régné et ne cesse encoires et si cesse la négociation; les censiers meurent en sorte que les terres demeurent vages; oultre ce ont payé le X^me et XX^me deniers; néantmoings sont contentz de contribuer 8000 ℔ par an l'espace de troix ans, si avant que la guerre dure si longuement à condition de point plus avant ce temps pendant estre molesté par Sa Majesté et que si accident d'inundation survient ou overtocht ou oultraige des gens de guerre, lors le payement cesseroit de telle année et (sera) postposé à l'aultre terme, et si la guerre cesse, les estatz dudict Utrecht lors seroient exemptz à plus contribuer.

A esté de la part des députez de Brabant remonstré, que monseigneur le duc de Savoye avoit requiz les estatz de gaigner temps et préparer la matière de l'administration des deniers, constitution des recepveurs et commissaires des monstres, et comme ilz avoient conceu le répartissement des pays en troix, sy leur a semblé, que l'on les debvroit diviser en quatre, attendu que ceulx de Flandres n'estoient d'intention de se joingdre en union, sçavoir: Brabant, Namur et Malines pour ungne partie, ceulx de Flandres pour la II^e, ceulx de Hollande, Zélande et Utrecht pour la III^e et ceulx de Artois, Haynault, Va-

[p. 358]

lenchiennes, Lille, Douay et Orchies, Tournesiz et Tournay pour la IIII^e partye.

Que Sa Majesté feroit assignation des gens de guerre à payer par lesdictz estatz, chascun desdictz quattre parties leur quote, tant pour l'équippaige des navires que aultrement, dont la première partie monteroit à la somme de 224666 ℔ par an, la deuxiesme partie monteroit 266666 ℔, la troisiesme partie monteroit 174666 ℔ et la quatriesme partie monteroit 170664 ℔¹⁾.

Messeigneurs les députez des estatz de Flandres, faisantz ouverture de leur ultérieure charge, ont dict estre contentz de procéder par provision à la vendition des rentes pour furnir leur quote au regard de la promesse de Sa Majesté, qu'elle furniroit ceque les aultres n'en sçauroient par poureté ou aultrement payer.

Davantaige ont consenty en la répartition advisée par ceulx de Brabant en IIII, adjoustantz qu'ilz furniront leur quote par vendition des rentes, moyennant que aient assignation là, où ilz debvroient faire le payement.

Messieurs les députez d'Arthois, Haynault, Valenchiennes, Lille, Douay et Orchies, Namur, Tournesiz, Tournay et Malines ont trouvé ledict répartissement bon et ceulx de Hollande n'ont trouvé estre nécessaire aulcune répartition des pays et ceulx de Zélande sont esté contentz furnir leurs deniers accordez ès mains du commis du prince ou aux estatz et ceulx d'Utrecht disent non avoir accordé le principal et que par tant ne doibvent disputer sur l'accessoir.

Les députez de Haynault ont déclaré, que leur vraye quote ne monte aultant, comme Sa Majesté leur avoit donné, comme ilz ont prétendu décifrer, adjoustantz pour condition de leur accord, que les commissaires ordonnez à faire la réduction debvroient faire défalcation pour le pays destruict et ruyné, comme en ce ilz trouveroient en raison convenir.

Les députez de Lille, Douay et Orchies ont rapporté, que pour l'ayde de 800000 livres par an demandé de

1) In het exemplaar voor Holland van de memorie van Brabant, welke 28 April aan de Staten Generaal werd overgeleverd (Staten van Holland no. 2379) wijkt het eerste cijfer iets (223666), het laatste vrij belangrijk af (143666).

[p. 359]

terme de neuff ans accordent payer le VIII^e de ce que payent ceulx de Flandres, portant ladicte VIII^e par an la somme de trentetroix mille 333 ℔ 6 s. 3 d.

XXVIII^a Aprilis.

A esté leu le concept des messeigneurs les députez de Brabant faict touchant l'administration de deniers de ceste ayde, lequel concept a esté faict à correction pour si avant que les estatz l'arrestroient monstrer et communicquer à Sa Majesté, affin d'en estre approuvé et authorisé.

Sur quoy ont dict messeigneurs les députez de Flandres, que auparavant résouldre touchant ledict concept ilz demandoient veoir, ceque Sa Majesté a faict coucher par le commis Bouloingne, pour sur tout déliberer et conférer l'ung à l'aultre, auquel advis et que chascun ait copie dudict concept ses sont conformez les députez d'Arthois, Haynault, Valenchiennes, Lille, Douay et Orchies, Tournesis, Tournay et Malines, et ceulx de Hollande ont esté du semblable advis à protestation de non consentir au répartissement de ceulx de Brabant, et ceulx de Zélande ne demandent l'administration et par tant n'estoit besoing de sur ce résouldre, de tant moings que ceulx de Hollande ne les demandoient pour adjoinctz audict répartissement¹⁾.

Est survenu monsieur le commis Bouloigne, lequel a dict que le duc de Savoye luy a consenty de donner ès mains du greffier des estatz de Brabant l'estat et calculation par luy faicte.

Oultre ce a (esté) proposé de la part de Sa Majesté, que lesdictz députez voulsissent trouver moyen de payer ou avancer l'aenrijt pour mille chevaulx de conte de Mansvelt et pour mille chevaulx du conte Zwertsenbourch, montant à 12000 dalders, ou qu'ilz laissent Sa

1) Vgl. voor de verschillende bezwaren, welke tegen de voorgestelde indeelingen gemaakt werden, ook de relatie van den Vlaamschen afgevaardigde (Bulletin de la Comm. Royale, III, serie T. VIII, blz. 311). Holland gevoelde er niet voor met de twee gewesten, die onmachtig waren de gevraagde quoten op te brengen, vereenigd te worden.

[p. 360]

Majesté débourser pour en estre remboursé desdictz estatz et qu'ilz soient présentz au payement du capitain Swindy¹⁾ pour son régiment d'ung moys touchant les deniers, que Sa Majesté avancera pour lesdictz défaillantz.

Sur quoy a esté rapporté audict sieur commis Bouloingne, que puisque l'aenrijt se paye après les monstres et que les commissaires des monstres desdictz estatz n'ont esté encoires présens aux monstres et qu'il n'y a encoires accord général, l'on ne sçauroit complaire à Sa Majesté de tant que après la répartition se debvoit faire ledict payement par ceulx, qui seroient assignez à faire tel payement.

Néantmoings aiant ledict sieur commis Bouloingne faict derechieff ausdictz messeigneurs overture pour les induire à consentir en ceque dessus, ont mesdictz seigneurs les députez desdictz estatz déclairé, qu'ilz advisoient, que Sa Majesté auroit premièrement à faire assignation ausdictz estatz pour sçavoir, où que chascun estat debvroit payer sa quote, et que Sa Majesté pourroit débourser lesdictz 12000 dalders pour en après payer ou rembourser à sadicte Majesté par lesdictz estatz, et que quant à Lazarus Zwindy ilz ne sçauroient gratifier Sa Majesté entant que l'accord n'estoit accepté et ores qu'il fust accepté, seroit contre leurs advis et condition.

1) Lazarus Schwendy.

XXIX^me d'apvril.

Ce jourd'huy a esté leu l'escript de l'estat et calculation faict par monsieur le commis Bouloingne touchant le répartissement des quotes et combien, que Sa Majesté aura à suppler pour les défaillantz.

Mais comme ledict Bouloingne prétendoit audict escript ou estat tirer le bon desdictz estatz quant à ladicte ayde pour employer aux traictementz des capitaines et aultres directement au contraire de l'estat au paravant dresché de par lesdictz estatz²⁾ et sur lequel estat desdictz estatz Sa Majesté s'estoit arresté, mesmes avoit suyvant icelluy faict sa proposition et davantaige que lesdictz

2) Sc. in de bijlage van het antwoord van 18 Januari 1558 (zie hiervóór blz. 273).

[p. 361]

députez avoient sur icelluy leur estat faict leur raport, sy ont les députez de Brabant déclairé, qu'ilz ne ses sçauroient conformer audict estat, mais que icelluy estat seroit retardement de l'affaire de ladicte ayde, sicomme aussi ont déclaré messeigneurs les députez des aultres estatz et mesmes ceulx de Flandres, qu'ilz ont expressément conditioné de réserver à eulx le bon pour les despens, qu'il y conviendroit frayer et que l'on avoit bien sceu, qu'il conviendroit mettre aultres despens, que ne présuppose ledict sieur Bouloingne, mais les députez de Zélande ont dict de point avoir ensuyvy le pied des aultres, ains ceque Sa Majesté treuve bon, ilz ses conformeront.

D'aultre part ont aussy déclairé lesdictz députez de Flandres, qu'ilz estoient contentz d'entrer au répartissement par ceulx de Brabant advisé, moyennant que les aultres, qui se joindent, le accordent, mais au regard de la grandeur de leur quote demandent estre apart, et touchant le point de constituer recepveurs des deniers procédantz des venditions des rentes s'en feront servir de tel, que bon leur semblera, ainsi qu'ilz feront au regard du tresorier, car peult estre que l'ung de leurs quattre recepveurs sera trésorier, peult estre aussy qu'ilz prendront ung aultre à tel pris, comme ilz trouveront et que tel trésorier déduira le centiesme de gens de guerre de pardechà, ou il en rendra compte d'icelluy centiesme denier; sont contentz, que commissaires aux monstres avecq clercq soient faictz, et que ceulx de Hollande advisent de trouver et nommer ung trésorier pour l'équippaige de vingt navires, et quant aux auditeurs des comptes, espèrent que leurs comptes particulièrement rendues seront mis ès mains des députez des estatz comme de raison et si feront leur debvoir pour ordonner ung superintendent et tant qu'ilz en auront ordonné leur collège de quatre membres sera superintendent, adjoustantz qu'il est totallement nécessaire d'avoir assignations de Sa Majesté, comme ceulx de Brabant ont advisé par leur escript.

Les députez d'Arthois ont esté contentz de se joindre avecq ceulx de Flandres, mais puisque lesdictz seigneurs députez de Flandres ne les demandent, ilz adviseront de se conformer audict répartissement contenu par ceulx de

[p. 362]

Brabant, estantz aussy contentz que commissaires de monstres soient ordonnez, combien qu'ilz n'ont aulcune charge.

Les députez de Haynault ont déclairé, qu'ilz ne sont pas d'advis d'entrer en répartissement, mais bien qu'ilz payeront leur quote après avoir assignation.

Les députez de Valenchiennes ont ledict répartissement et escript de ceulx de Brabant trouvé bon avecq certaine restriction alors par eulx déclairé.

Les députez de Lille, Douay et Orchies feront rapport.

Les députez de Hollande n'acceptent le répartissement mais ordonneront ung recepveur pour raporter les deniers ès mains du trésorier général, accordantz les commissaires des monstres, moyennant qu'il soit résolu de leur salaire.

Les députez de Zélande treuvent ledict répartissement assez bon, moyennant que les aultres consentent et que Sa Majesté l'approuve, ayantz néantmoings deux recepveurs, qui recepvront leurs deniers et au regard, que leur quote ne sera souffisante à l'équippaige, on leur debvra joingdre aulcuns aultres estatz.

Les députez de Namur ses sont conformez avecq ceulx de Brabant sicomme aussy les députez de Tournesiz, et ceulx de Tournay ont dict estre contentz de faire venir ens leur quote ès mains du commis desdictz estatz.

Les députez de Malines ont dict, qu'ilz treuvent ledict concept de ceulx de Brabant bon et que aulcun superintendent fust constitué pour adviser que l'ung pays ne fust foullé par faulte d'aultre et que chascun des recepveurs furnira par moys leurs deniers pour povoir schavoir ceulx, qui seront en faulte.

De sorte que messeigneurs les députez de Brabant ont raporté, que la pluspart est déliberé d'ensuyvre leur concept, mais attendu que aulcuns ont adjousté pluisieurs poinctz y suyvantz, ilz en feront debvoir de l'augmenter et changer pour en après derechieff exhiber et que cependant on sollicitera la dénomination des gens de guerre.

Le dernier jour d'apvril.

Messeigneurs les députez de Hollande faisantz overture de leur plus prouche charge ont dict, qu'ilz sont con-

[p. 363]

tentz furnir leur quote par vendition des rentes comme désià ont donné charge de vendre rentes et quant à la reste exhiberont leur charge plus clairement demain à matin par escript¹⁾.

Item après que les députez de Brabant avoient requis messeigneurs les députez des aultres estatz, mesmes ceulx, qui n'ont consenti audict répartissement, qu'ilz ses vouldroient conformer à icelluy répartissement, a esté respondu par messeigneurs les députez d'Arthois, qu'ilz ont esté tousiours joinctz avecq ceulx de Flandres, avecq lesquelz ilz sont bien contentz d'accepter ladicte répartition, adjoustantz qu'il seroit bon, que ceulx de Brabant acceptassent ceulx de Haynault et que le répartissement fust faict en troix, néantmoings ilz se règleront ad ce que Sa Majesté en ordonnera.

Les députez de Haynault ont déclairé, qu'ilz sont contentz de se joingdre avecq ceulx de Brabant, comme ceulx d'Arthois demandent l'adjonction de ceulx de Flandres et que le répartissement se face en troix.

Les députez de Valenchiennes treuvent le répartissement en troix bon, comme font aussi ceulx de Lille, Douay et Orchies, combien qu'ilz n'ont charge d'accepter quelque répartissement.

Les députez de Hollande ont dict, que n'est besoing faire quelcque répartissement, ayant regard que chascun recepveur particulier pourra faire venir ens les deniers à ung, deux ou troix recepveurs généraulx, néantmoings sont bien contentz d'estre joinctz avecq ceulx de Brabant et que ceulx de Zélande seroient aussi joinctz avecq lesdictz de Brabant et que ceulx de Flandres soient apart et que tous les autres estatz faisent le troixiesme part.

Les députez de Zélande ont dict n'estre besoing de desjoingdre les estatz, qui sont tous membres d'ung prince, combien qu'ilz sont contentz de ses joingdre avecq ceulx, que les demanderont.

Les députez de Namur ont dict d'avoir trouvé l'opinion de ceulx de Haynault bonne, mais sont d'advis que Sa Majesté met les estatz en accord.

Les députez de Tournesiz sont d'advis, que Sa Ma-

1) Zie hiervóór blz. 278.

[p. 364]

jesté face le répartissement pour la difficulté et diversité des opinions des estatz.

Les députez de Tournay treuvent le répartissement desdictz de Brabant bon, comme font aussy ceulx de Malines, lesquelz adjoustent que ung superintendent général soit constitué sur les quatre trésoriers ou recepveurs pour tenir estat de tout ceque chascun desdictz estatz aura furny.

Et les députez de Flandres ont dict n'avoir charge à entrer en union si non pour sçavoir, que le payement soit dressé comme il appartient.

Item messeigneurs les députez de Brabant ont requis, que pleusit aux aultres députez commectre aulcuns pour entendre à faire recueil des advis et appostilles ensamble la minute de l'acte du consentement général.

Sur quoy ont dict les députez de Flandres, qu'ilz sont d'intention de procurer leur accord apart et demander l'effect des conditions de par Sa Majesté promises et que seroit assez, que l'on adverteroit à Sa Majesté ou Son Alteze¹⁾, comme les estatz sont contentz de trouver leurs quotes par vendition des rentes et que sadicte Majesté assigneroit le payement d'ung chascun, d'aultant qu'ilz ne sont d'advis d'estre tenuz pour les aultres. De post ont dict de point avoir charge de se trouver en union et par ainsi ne demandent acte générale, mais bien, que Sa Majesté leur accord l'effect de ses promesses, adjoustantz qu'ilz n'ont consenti au répartissement des pays touchant les quotes, parce qu'ilz ne sont d'opinion de payer plus que leur quote, ores que reduction des quotes se fist.

Messeigneurs les députez d'Arthois sont consentantz avec ceulx de Brabant et que acte générale et particulière soit dépesché.

Ceulx de Haynault treuvent l'advis de ceulx de Brabant bon, comme aussi font ceulx de Valenchiennes, Lille, Douay et Orchies, Namur, Tournesis, Tournay et Malines, mais ceulx de Hollande sont d'advis de se raporter à Sa Majesté touchant le répartissement et que l'acte générale soit faicte avecq insertion des conditions d'ung chascun et ceulx de Zélande n'ont conditioné l'ad-

1) de hertog van Savoye.

[p. 365]

ministration de l'ayde, partant leur semble n'estre nécessaire acte générale, ceulx d'Utrecht ne demandent acte générale, puysqu'ilz ne consentent.

II^a may.

Les députez de Hollande ont faict rapport de leur charge sçavoir, qu'ilz sont contentz de contribuer à l'ayde de Sa Majesté cent mille livres art. chascun an l'espace de troix ans et pour la reste ilz laisseront courir l'ayde sexannale, de sorte qu'ilz furniront les deniers de leur quote pour troix ans, estantz contentz d'entrer en communication avecq les estatz pour sçavoir, comment qu'ilz pourront estre déschargez des rentes vendues sur l'ayde sexannale portantz 22000 £ par an¹⁾.

Ce ouy ont dict les députez des aultres estatz, que l'affaire estoit grandement recuellé²⁾ en sorte que l'on doibt faire raport à Sa Majesté.

1) Zie hiervóór blz. 278 vlg.

2) reculé.

III^a may.

Après avoir déclairé par les députez de Hollande n'avoir aultre charge que celle, dont hier ilz en ont faict overture et que de ce lesdictz estatz généraulx ont adverty à monseigneur le duc de Savoye, sy s'est icelluy monseigneur le duc trouvé vers lesdictz députez des estatz généraulx en présence³⁾ de monsieur de Ba(r)lyamont, le commis Bouloingne et le président, lequel président après avoir ouy la difficulté desdictz de Hollande à l'endroict de leur opinion, a l'Alteze de mondict seigneur le duc tant et si avant induict lesdictz de Hollande, Comme elle avoit faict auparavant, d'aultant bien que lesdictz estatz trouveroient leur charge bien estrange, que lesdictz députez de Hollande présentz ont asseuré et promis à Son Alteze de recouvrer endedans 9 jours accord de leurs estatz pour se pareillement conformer avecq les aultres tant pour les 6 années que pour les troix premiers et qu'ilz ne partiroient, ne fust que préalablement ilz exhibuassent tel accord, par où a Son Alteze respondu et respondoit lors pour lesdictz de Hol-

3) Staat: prejudice.

[p. 366]

lande, réquirant que lesdictz estatz voulsissent ce non obstant entrer en ultérieure communication sur la matière de l'ayde.

Les députez de Brabant, ayantz ouy la remonstrance de monsieur le duc, ont dict estre contentz de procéder plus avant soubz espoir, que l'effect de la promesse de ceulx de Hollande s'ensuyve, combien qu'ilz ne trouvent, que Sa Majesté en fera grand prouffict, à quoy sont condescenduz messieurs les députez de Flandres, demandantz overture de ce que lesdictz de Hollande avoient dict à Son Alteze ensemble tous aultres députez des estatz généraulx.

Ce ainsi raporté à l'Alteze de mondict seigneur le duc et qu'il feroit le répartissement des pays, ensemble donneroit les assignations des gens de guerre, ausquelz chascun en son regard feroit le payement, a le président remercié lesdictz députez de cequ'ilz ses sont accommodé à la requeste de Son Alteze et quant au répartissement et assignations ne luy semble, que celle matière se peult leviement décifrer par escript, ains par communication et que néantmoings estoit nécessaire, que ung commissaire général fust constitué pour sçavoir à qui s'adresser et pour donner les ordonnances des payementz et que on nommera les gens de guerre, ausquelz le payement se fera de par lesdictz estatz.

Item les députez de Brabant ont dict en présence des aultres seigneurs députez des estatz généraulx, que dès le commenchement leur advis avoit esté de debvoir constituer ung commissaire ou superintendent général, lequel feroit serment aux estatz et davantaige, que certains soient commis pour communicquer avecq Son Alteze.

Avecq lequel advis se sont conformez tous aultres estatz bien entendu que ledict (commissaire) général n'aura aulcun maniement d'argent selon l'opinion de messeigneurs les députez de Flandres et qu'il tiendra estat et contrerolle des payementz selon l'advis de ceulx d'Arthois, et que luy soit donné instruction par les estatz selon l'advis de ceulx de Haynault, et qu'il tiendra estat des assignations qu'il fera de par les estatz selon l'advis de ceulx de Lille, Douay et Orchies, ayantz messeigneurs les députez de Malines adjousté, que si d'aventure que ung fust commis de par Sa Majesté, comme ceulx de

[p. 367]

Zélande advisoient, il pourroit faire ordonnances et assignations aultrepart que lesdictz estatz n'avoient advisé.

Monseigneur le duc de Savoye a accepté le consentement des estatz en général sur les conditions et modifications générallement et par ung chascun en particulier pourparlez.

Et ont esté commis le bourgmestre et pensionaire d'Anvers, le pensionaire de Bruges Pamele, le docteur Porri, chanoine d'Arras, monseigneur de Beausart, l'advocat de Hollande et le pensionaire de Malines affin de besoingner avecq les députez de Sa Majesté et en après faire rapport aux estatz touchant ledict répartissement et assignations et cependant besoingneroient les aultres en la matière principalle de ladicte ayde.

IIII^a de may.

Ce jourd'huy a esté leu l'escript de la déclaration des gens de guerre à la charge des estatz et ayant esté advisé, que l'on demanderoit si Sa Majesté entendroit, que les forts audict escript specifiez seront gardez par les gens de guerre à icelluy escript specifiez tant pour les six mois subséquentz comme pour les troix mois premiers passez, a esté dict de la part de messeigneurs les députez de Brabant, que suyvant leur advis les 6000 piétons de pardechà pourroient seullement estre mis en garnison pour les premiers troix mois pour en après iceulx six mille piétons avecq les aultres six mille de pardechà ensamble les estrangiers jusques au nombre de six mille mettre en campaigne.

Messeigneurs les députez de Flandres ont esté d'advis de laisser cecy à la bonne discretion de Sa Majesté d'employer les 12000 piétons au campaigne ou aux frontières, entant que d'aventure seroit à conseiller, que les frontières fussent serviz de noz gens de pardechà plus que des estrangiers, en quoy ses sont condescenduz les députez d'Arthois, Haynault et Valenchiennes, mais ceulx de Lille, Douay et Orchies, Namur, Tournay et Malines sont d'advis, que l'on laisse sur ce communicquer lesdictz commis des députez des estatz avecq le conseil de mondict seigneur le duc et ceulx de Hollande se sont conformez avecq ceulx de Brabant.

[p. 368]

V^e de may.

Le pensionaire d'Anvers m^r Jehan Gilles a au nom des aultres commis desdictz députez des estatz généraulx faict raport de ce qu'ilz avoient besoingné avecq l'Alteze de monseigneur le duc de Savoye touchant les difficultez trovéez en l'escript oultre donné par monsieur le commis Bouloingne et davantaige a ledict pensionaire de Bruges leu certain verbal sur ce mis par escript.

Sur quoy a esté unanimement résolu, que est expédient de laisser à la discretion de Sa Majesté et de Son Alteze soit de mectre lesdictz gens de guerre de pardechà ou les estrangiers en campaigne ou ès frontières, moyennant qu'ilz soient telz comme le consentement des estatz porte et que les petites payens ne soient à leur charge, ains que lesdictz estatz payants par enseignes et en oultre que Sa Majesté surroguera au lieu des défunctz, cassez ou défaillantz, telz que appartient selon l'advis et consentement desdictz estatz.

Et quant au poinct sçavoir que les estatz debvroient payer les traictementz des coronelz et capitaines des gens de guerre et ce du bon et surcroix de 79000 £ a esté advisé par lesdictz députez des estatz généraulx, que ledict surcroix demourera pour la despence et vacation des officiers desdictz estatz et que lesdictz traictementz se trouveront sur les chariotz de bagaiges en diminuant le 10 florins sur 7½ florins, ensemble sur les gaiges des mortz et défaillantz aux monstres, disantz que ladicte diminution des chevaulx des bagaiges pourront baster et souffir ausdictz traictementz et pensions et s'il y a moings on prendra des mortz ou cassez.

Touchant le poinct des assignations ont declairé ceulx, qui sont assignez sur l'ayde sexannale, estre contentz à exhiber leurs assignations ès mains dudict seigneur commis Bouloigne par bonne et deue spécification et que ceulx, qui ne sont ad ce prestz, feront leur debvoir d'incontinent envoyer ladicte spécification.

Au regard du commissaire général les députez desdictz estatz généraulx ont dénommé monsieur le bourgmaistre d'Anvers messire Anthoine van Strale, requirantz et priantz d'entreprendre ceste charge, combien que ceulx d'Arthois avoient au commenchement dénommé monseigneur le conte de Lalaing, si avant qu'il eust

[p. 369]

salaire condigne à son authorité et charge, ou le viconte de Gand¹⁾ et ceulx de Flandres ont déclairé estre contentz de tel commissaire, que Sa Majesté ou Son Alteze authorisera.

Sur laquelle dénomination s'est ledict sieur Strale excusé par pluisieurs urgentes raisons sçavoir sur son estat en Anvers, sur la commission des estatz de Brabant à raison de laquelle luy convient estre présent et point sur les frontières.

Ce faict ont messeigneurs les députez des estatz généraulx commis ceulx, qui auparavant estoient commis joinct le pensionaire de Bruxelles, affin de besoingner avecq Son Alteze pour concepvoir instruction sur le superintendent, sur les trésoriers de guerre ensemble les assistentz aux monstres.

(Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage; Archief Staten van Holland, vóór 1572, no. 2397.)

1) Robert de Mélun.

2) In de aanteekeningen van den pensionaris van 's-Hertogenbosch zijn deze woorden aan Vlaanderen toegeschreven.

3) H(ainaut) is waarschijnlijk bij vergissing neergeschreven.