Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biografie Bulletin. Jaargang 2 (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biografie Bulletin. Jaargang 2
Afbeelding van Biografie Bulletin. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van Biografie Bulletin. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.98 MB)

Scans (17.30 MB)

ebook (7.41 MB)

XML (0.52 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/biografie
tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biografie Bulletin. Jaargang 2

(1992)– [tijdschrift] Biografie Bulletin–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 169]
[p. 169]

Mededelingen

Biografieënprojekt Prins Bernhardfonds

Namens het Prins Bernhardfonds ontving het bestuur per schrijven van 6 mei 1992 een profielschets betreffende de opdrachten die het fonds met ingang van dit jaar verstrekt tot het schrijven van een biografie. We laten de schets, die ons werd toegezonden door de secretaris van het projekt, dr G. van der Ham, hier volgen, en veroorloven ons daarna enig commentaar.

 

Soort boek

Een biografie die het leven en werk van de beschrevene in de context van zijn tijd zet, zodat door deze brede bedding en in samenhang met andere, waaronder de door het Prins Bernhard Fonds in opdracht te geven biografieën tevens een periode van de Nederlandse cultuurgeschiedenis wordt beschreven. Het gaat niet om het weergeven van zoveel mogelijk feitelijke gegevens, maar om het scheppen van een beeld, het typeren en karakteriseren van een bepaald persoon en zijn werk. De omvang dient dan ook relatief beperkt te blijven, in elk geval tot één deel, liefst van niet meer dan ca. 400 bladzijden. Het is van belang dat de schrijver in staat is een boek te schrijven van enig literair gehalte. Het boek is toegankelijk voor een breed publiek.

 

Soort schrijver

Het Fonds zoekt in eerste instantie naar schrijvers die al deskundig zijn ten aanzien van, of ten minste ruime kennis hebben van, de cultuurperiode waarin hun hoofdpersoon leefde en werkte. Het Fonds denkt hierbij in de eerste plaats aan veelbelovende jonge gepromoveerde wetenschappers, al dan niet werkloos, die in staat zijn in circa twee jaar (of drie jaar in deeltijd) een manuscript af te leveren. De bijdrage van het Prins Bernhard Fonds zal in beginsel f 100.000 bedragen. Uiteraard heeft het Fonds er geen bezwaar tegen indien daarnaast uit andere bronnen (NWO, universiteit, wetenschappelijke instanties e.d.) geld wordt verstrekt. Er is een sterke voorkeur voor auteurs die al een boek op hun naam hebben staan. Overigens staat het Fonds op zichzelf ook open voor initiatieven van schrijvers die niet binnen deze schets passen.

 

Kader

Het Prins Bernhard Fonds probeert met dit projekt niet alleen de totstandkoming van biografieën te stimuleren, maar ook met de zo ontstane reeks een cultuurperiode uit de Nederlandse cultuurgeschiedenis te belichten. Hiervoor is uitgekozen de periode van ca. 1880 tot ca. 1960. Vooral de eerste helft van dit tijdvak kan in cultureel en wetenschappelijk opzicht als de ‘tweede gouden eeuw’ worden gekenschetst. De biografieën zullen moeten gaan over interessante personen die belangrijk waren op cultureel, wetenschappelijk of maatschappelijk/politiek terrein en wier invloed zich ook buiten hun directe werkterrein uitstrekte, waardoor zij in belangrijke mate de Nederlandse samenleving van die dagen mede bepaalden.

(Einde profielschets)

 

Naar de secretaris bericht, streeft het Prins Bernhard Fonds ernaar om in drie jaar tijd tien biografieën in opdracht te geven, en wel uitdrukkelijk van eersterangsfiguren. In de redactieraad zitten

[pagina 170]
[p. 170]

prof. dr. J.C.H. Blom, dr. M.J.H. (Maaike) Meijer en prof. dr. mr. C.J.M. Schuyt. Men kan nadere inlichtingen inwinnen bij de secretaris: dr. G. van der Ham, secretaris biografieënprojekt Prins Bernhard Fonds, Herengracht 476, postbus 19750, 1000 GT Amsterdam, tel. 020-6230951.

 

Welk ‘soort schrijver’ bij welk ‘soort boek’?

De schets wekt een indruk van soberheid en duidelijkheid: wie zich met een werkplan tot de secretaris wendt, weet wat voor soort biografie verwacht wordt. Het fonds zet ogenschijnlijk een royale prijs op de taak die het formuleert, maar de vraag is of er honden zijn die willen en kúnnen toehappen.

Het ‘soort boek’ bevalt ons wel. Met name het scheppen van een beeld, het typeren en karakteriseren van een bepaald persoon en werk is eigen aan elke goede biografie. Zo zou de Nederlandse biografie er op den duur inderdaad kunnen uitzien en we zijn blij dat het Prins Bernhard Fonds nu maar eens de buidel op tafel gooit: wie durft? Of nu elke biografie in dienst gesteld moet worden van periodebeschrijving is een doel dat vooral de historicus als wezenlijk zal zien. Er zijn echter méér soorten biografie die wij belangrijk vinden, en voor de psycho-biografie bijvoorbeeld prevaleren andere doelstellingen dan bij te dragen aan periodebeschrijving. Ons dunkt bovendien, dat het ‘soort schrijver’ dat het Fonds bij het ‘soort boek’ zoekt, nauwelijks te vinden is. Zet een wetenschapper aan een monografie, zeker onder de condities waaronder hedentendage literatuur-, cultuur- of geschiedwetenschap wordt bedreven, en hij zal zich binnen de kortste keren genoodzaakt zien zijn onderwerp steeds meer in te perken, wil de omvang van zijn werk acceptabel blijven. Zeker jonge wetenschappers, zelfs als ze zeer veel beloven, zijn niet opgeleid in de generale greep.

Het schrijven van dit ‘soort boek’ waarin ‘het scheppen van een beeld, het typeren en karakteriseren van een bepaald persoon en zijn werk’ van veel meer belang is dan ‘het weergeven van zoveel mogelijk feitelijke gegevens’ vraagt o.i. een grotere ervaring, domweg ook levenservaring, dan waarover de jonge wetenschapper doorgaans beschikt. Het Fondsbestuur heeft dat ook wel begrepen en haast zich een voorkeur uit te spreken voor auteurs die al een boek op hun naam hebben staan. Een boek? Of een biografie? Dat is allerminst hetzelfde. Laten we het houden op ‘een biografie’.

Als men kijkt wie dat hebben, zal het bestuur toch geconfronteerd worden met de effekten van de laatste kwalificatie van het ‘soort schrijver’: je hoeft niet binnen de schets te passen. Jan Fontijn en Frédéric Bastet en Hella Haasse mogen ook, als ze willen. Alleen zijn die weer niet jong en werkloos. Wie nagaat hoe de tot nu toe geschreven biografieën, bijvoorbeeld in de sfeer van de letterkunde, zijn ontvangen -kijk naar de reacties op Brandenburgs Romein-Verschoor, Hazeus Achterberg, Fontijns Van Eeden of Van der Plas' Gezelle - en zich realiseert hoeveel er, bij deze ervaren letterkundigen, omtrent het beeld dat zij met hun biografieën opriepen, ter discussie werd gesteld, moet iets vrezen. Dit namelijk, dat het bestuur van het Prins Bernhard Fonds, de ton subsidie per projekt ten spijt, de inzet en het talent, nodig om een biografie te schrijven van het ‘soort boek’ dat het bestuur bedoelt, schromelijk onderschat. In twee jaar? In drie jaar deeltijd? Zo werkt dat niet, vrezen wij. Het bestuur van de Werkgroep Biografie is op zichzelf verheugd over elk initiatief

[pagina 171]
[p. 171]

dat de ontwikkeling van de biografie als genre bevordert. Waar de Werkgroep in de twee jaar van haar bestaan getuige de opname van de Werkgroep in de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden en de positieve reacties in de literaire wereld zoveel goodwill heeft verworven, is het onbegrijpelijk dat het bestuur van het Prins Bernhard Fonds bij de definiëring van zijn initiatief niet het advies heeft ingewonnen van de Werkgroep. Tot dat advies zou ongetwijfeld behoord hebben, dat naar het oordeel van de Werkgroep de redactieraad bestaat uit historici en literatuurwetenschappers die hun sporen hebben verdiend, maar dat zij beter zou zijn toegerust voor haar taak, wanneer ze werd aangevuld met een of meer biografen.

 

Namens het bestuur van de Werkgroep Biografie,

Wam de Moor, voorzitter.

De onderkant van het tapijt. Harry Mulisch en zijn oeuvre (1952-1992). Tentoonstelling in het Letterkundig Museum in Den Haag. Periode: 10 oktober 1992 t/m 21 februari 1993.

Op 29 juli 1992 is Harry Mulisch vijfenzestig jaar geworden. In september/oktober 1992 is het bovendien veertig jaar geleden dat Mulisch debuteerde in de Nederlandse literatuur met het verhaal ‘Tussen hamer en aambeeld’ en de roman Archibald Strohalm. Het Letterkundig Museum viert dit jubileumjaar met een grote overzichtstentoonstelling. De expositie richt zich op veertig jaar schrijverschap en op het openbare leven van Mulisch. Per decade wordt hiervan een beeld gegeven aan de hand van vele niet eerder getoonde manuscripten, schema's, aantekeningen, foto's, karikaturen, eerste en bijzondere drukken, vertalingen etc.. Bovendien wordt van enkele werken het creatieve proces belicht.

De tentoonstelling besluit met een primeur: handschriften en schema's van Mulisch' nieuwste roman De ontdekking van de hemel. Deze roman, die in oktober van dit jaar verscheen, telt vijfenzestig hoofdstukken, overeenkomstig de leeftijd die Mulisch nu heeft.

Bij de tentoonstelling is een schrijversprentenboek (nr 33) verschenen met gelijknamige titel. Dit rijk geïllustreerde schrijversprentenboek is uitgegeven door het Letterkundig Museum in samenwerking met De Bezige Bij. Redactie: Mariëtte Haarsma, Erna Staal en Murk Salverda (hoofdredactie).

Openingstijden museum:

di t/m za: 10-17 uur

zo: 13-17 uur

Adres: Prinses Irenepad 10

2595 BG Den Haag

Tel.: 070-3471114

Dag van de egodocumenten. Symposium Werkgroep Biografie, vrijdag 12 maart 1993.

Het thema van de Boekenweek 1993 (10-20 maart) is: ‘Het leven geschreven’, met als onderwerp egodocumenten, autobiografieën en biografieën. Aansluitend op dit thema organiseert de Werkgroep Biografie een dag over egodocumenten, waarbij theorie en praktijk beide aan bod zullen komen. Plaats: de aula van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. De dag is als volgt opgezet:

10.30Openingswoord Wam de Moor
10.45Inleiding over de theoretische kanten van het omgaan met egodocumenten
11.45Hedda Kalshoven-Brester over haar ervaringen met het hanteren
[pagina 172]
[p. 172]
van persoonlijke documenten, brieven vooral, in haar boek Ik denk zoveel aan jullie.
12.45Lunch
13.45P.J.A.M. Buijnsters over zijn biografieën over Justus van Effen, Wolff en Deken en anderen en de rol van egodocumenten daarin
14.30Pierre en Simone Dubois en hun biografie over Belle van Zuylen
15.15J.J. Oversteegen en zijn biografie over Cola Debrot (onder voorbehoud)

Na afloop vindt een forumdiscussie plaats.

Leden van de Werkgroep Biografie ontvangen t.z.t. een uitnodiging voor deze dag. Noteert u de datum alvast in uw agenda?

Tot slot

Hierbij willen wij nog melden dat de eerste jaargang van het Biografie Bulletin mede tot stand heeft kunnen komen door een subsidie van het Nederlands Literair Produktie- en Vertalingenfonds.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken