Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biografie Bulletin. Jaargang 20 (2010)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biografie Bulletin. Jaargang 20
Afbeelding van Biografie Bulletin. Jaargang 20Toon afbeelding van titelpagina van Biografie Bulletin. Jaargang 20

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.84 MB)

Scans (21.13 MB)

ebook (7.05 MB)

XML (0.79 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/biografie
tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biografie Bulletin. Jaargang 20

(2010)– [tijdschrift] Biografie Bulletin–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 3]
[p. 3]

[Biografie Bulletin, voorjaar 2010]

Woord vooraf

In The Habit of Art, het nieuwste toneelstuk van Alan Bennett dat eind 2009 in première ging, repeteert een groep acteurs een stuk over de dichter W.H. Auden, de componist Benjamin Britten en hun beider biograaf, Humphrey Carpenter. De repetitie verloopt verre van vlekkeloos. De regisseur heeft tot ergernis van de bij de repetitie aanwezige auteur van het stuk een aantal passages geschrapt. Twee toneelspelers zijn niet komen opdagen en er bestaat verwarring over de aanwijzingen in de tekst. Vooral de acteur die de biograaf speelt, heeft het moeilijk. Hij vindt dat hij een veel te kleine rol heeft. Hij klaagt dat hij niet veel meer is dan een ‘ding’, en verzint van alles om zijn personage meer cachet te geven. In de tweede act komt hij op in vrouwenkleren en met een tuba om zijn hals. Daarmee wil hij Carpenters veelzijdigheid tot uitdrukking brengen. Als dat niet helpt probeert hij zichzelf, zijn collega's en de auteur ervan te overtuigen dat hij op het toneel moet blijven, ook als hij geen tekst heeft: ‘Ik spreek niet. Mijn aanwezigheid spreekt. Dat helpt, denk ik. Dat helpt jullie toch?’ The Habit of Art kan als een literaire catalogus van biografie-problemen worden gezien, of als een beknopte geschiedenis van het genre. In zijn verantwoording laat Bennett weten dat hij Carpenter niet helemaal tot zijn recht heeft laten komen, of beter, niet zoals diens weduwe dat graag had gezien. In het woord vooraf gaat hij in op een uitspraak van Lord Melbourne, die verklaarde dat hij altijd blij was als er weer een schrijver was gestorven, want dan was zijn collectie boeken van die auteur compleet. ‘Wat natuurlijk de cue is voor de biograaf’, meent Bennett. In het toneelstuk laat hij de biograaf uitleggen dat het menselijk is te verlangen naar de dood van een beroemdheid - Carpenter noemt het een verlangen naar vervolmaking. ‘De dood geeft een leven vorm’, zegt hij, en de biograaf is een ‘paspoort naar de eeuwigheid’. ‘Auden’ en ‘Britten’ reageren verontwaardigd. ‘Ons paspoort’, protesteren ze, ‘is wat we hebben geschreven’. En waarom wil Carpenter zo graag een biografie schrijven? ‘Waarom’, vraagt Britten, ‘doe je niet zelf iets om beroemd te worden in plaats op het leven van een ander mee te liften?’

Auden valt Britten bij. ‘Een biograaf’, zegt hij, ‘is per definitie van het tweede echelon, ook al is hij of zij van het eerste’. Maar Carpenter wijst, in navolging van Plutarchus (en in Homerische bewoording), op het belang van biografieën: ‘Ik wil over de tekortkomingen van beroemdheden horen, hun angsten en hun falen. We staan op hun schouders om ons eigen leven in ogenschouw te nemen.’

De aandachttrekkende, parasiterende biograaf - dat beeld speelt ook nu in Nederland een rol in de discussies over de biografie, net als de vrijheid die biografen zich al dan niet kunnen veroorloven. Ook de aantrekkingskracht en het belang van biografieën en de problemen waarmee biografen worden geconfronteerd, zijn hier stof voor discussies.

Nieuw zijn die discussies niet. In 1989 organiseerde de Jan Campert Stichting een stu-

[pagina 4]
[p. 4]

diedag over de verschillende aspecten van de schrijversbiografie. Anja van Leeuwen ging daarbij in op de experimentele biografievorm, een thema dat Bennett impliciet in zijn toneelstuk heeft verwerkt. Wam de Moor riep diezelfde dag biografen op zich te verenigen in een platform. Van Leeuwen sloot zich bij hem aan, en zo ontstond de Werkgroep Biografie, met als doel een netwerk op te bouwen en discussies te initiëren over de verschillende aspecten van de biografie.

De werkgroep kreeg in 1990 zijn beslag tijdens een symposium over de dissertatie van Angenies Brandenburg, waarin ze leven en werk beschreef van Annie Romein-Verschoor. In het eerste nummer van Biografie Bulletin, dat in februari 1991 uitkwam, werden de lezingen van de eerste conferentie van de Werkgroep gebundeld. Sindsdien zijn in meer dan vijftig bulletins de meest uiteenlopende onderwerpen besproken, van de manier waarop je het beste brieven kunt verzamelen tot discussies over de literaire en historische aspecten van een biografie en de invloed van het poststructuralisme. In dit eerste nummer van de twintigste jaargang van Biografie Bulletin kijkt Anja van Leeuwen terug op twintig jaar biografie in Nederland.

Centraal in dit nummer staat echter niet het verleden, maar vooral ook de veelzijdigheid van het genre, nu en in de toekomst. Solange Leibovici gaat in op de rol van de biograaf en het gebruik van fictie in de biografie. Alpita de Jong pleit voor integratie van de biografie in de wetenschap, Dennis Kersten sprak met Floortje Zwigtman over de voordelen van biografische fictie en Lambert Giebels breekt een lans voor virtuele geschiedschrijving. Daarnaast vertelt een aantal Nederlandse schrijvers en journalisten over hun wensen op biografiegebied.

Al deze auteurs wijzen op de vele mogelijkheden die het biograferen biedt. Niet alleen de thema-artikelen, maar ook de recensies, de vaste rubrieken en twee congresverslagen laten zien dat de toekomst van de biografie - of, zoals Richard Holmes het uitdrukt in het openingsessay: de toekomst van het verleden - spannend belooft te blijven.

 

De redactie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken