Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biografie Bulletin. Jaargang 21 (2011)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biografie Bulletin. Jaargang 21
Afbeelding van Biografie Bulletin. Jaargang 21Toon afbeelding van titelpagina van Biografie Bulletin. Jaargang 21

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.75 MB)

Scans (26.08 MB)

ebook (6.82 MB)

XML (0.87 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/biografie
tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biografie Bulletin. Jaargang 21

(2011)– [tijdschrift] Biografie Bulletin–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 3]
[p. 3]

Voorwoord

‘Ergens staan waar Casper David Friedrich hem van achter zou hebben geschilderd’ - het is één van de talloze miniparabels en aforistische notities van de Duitse schrijver Martin Walser uit Meßmers Reisen, dat in 2003 verscheen en als een ‘zelfonderzoek, een autobiografie van het bestaan’ werd gepresenteerd.

Het mooie van die ene observatie is dat je inderdaad onmiddellijk weet waar het over gaat, dat het beeld je zelfs meteen voor ogen zweeft, en dat je je als lezer daadwerkelijk precies in die positie kunt verplaatsen. Dat is dus autobiografische geschiedenis. Verbeelding, positionering, herinnering, commentaar, invitatie, verwondering.

De bijdragen in dit nummer van Biografie Bulletin begeven zich op het snijvlak van verbeelding, herinnering en getuigenis, maar ook van toe-eigening en hernieuwde verwondering. De Tweede Wereldoorlog (wij schrijven het hier nog in bovenkast, elders is de oorlog allang onderkast geworden) is nog maar bij weinigen in de eigen herinnering actueel, maar bij velen is zij in de geleende of toegeëigende herinnering terecht gekomen - en dat is terecht. Die oorlog heeft ons gevormd, dat doet hij nog steeds, hij vormt een ijkpunt in ons geweten, ook als we dat niet hardop mogen zeggen. Hoe moet je je dat ‘her-herinneren’?

Op 25 november 2010 werd aan het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie en het Goethe Instituut, in samenwerking met de International Auto/Biography Association (IABA), een congres georganiseerd over het thema ‘(Auto)biografieën en de herinneringscultuur van de Tweede Wereldoorlog’. Veertien onderzoekers reflecteerden vanuit een professioneel (academisch) perspectief op de rol van biografie en autobiografie in en na de oorlog. De neerslag van het merendeel van die presentaties treft de lezer in dit nummer aan. Er werd gekozen voor een zo breed mogelijke invalshoek. Dwars door elkaar lopen de herinneringen van en aan slachtoffers en daders, helden en landverraders.

Zo schrijft Benien van Berkel over de autobiografie van de ‘foute’ Goedewaagen, die na de oorlog in de gevangenis op verzoek van Loe de Jong zijn memoires opschreef (en daar ook voor betaald werd), en Denise Citroen over het teruggevonden dagboek van haar tante, die in Auschwitz werd vermoord en wier aantekeningen decennialang een ondergedoken bestaan leidden. Elke Weesjes reconstrueert de collectieve herinnering van kinderen van communisten - in de oorlog helden, na de oorlog halve landverraders - hoe ga je daar mee om? Jerker Spits gaat in op de controversiële autobiografieën van twee Duitse auteurs, Thomas Bernhard en Christa Wolf die de oorlog graag gebruiken, en Joke Corporaal op het werk van de schrijver Anne Wadman die in zijn autobiografie de oorlog liever verzweeg (hij was niet zo'n held, zo bleek). Een inte-

[pagina 4]
[p. 4]

ressant geval van een ‘goede collaborateur’ wordt door Aline Sax beschreven. Lennert Savenije gaat in op hoe getuigenverklaringen als bron van informatie kunnen worden gebruikt voor historisch onderzoek; Wannes Devos op dezelfde vraag, maar dan voor musea. Susan Hogervorst vraagt zich af wat de herinnering betekent voor kampslachtoffers. Conclusie: alles. Het is misschien wel onze enige bron van informatie. Bettine Siertsema behandelt de genderproblematiek in kampmemoires, een onderbelicht en ook tragisch thema. Ten slotte gaat Marjan Schwegman in op oorlogsherinneringen als bron én getuigenis. Haar zeer lezenswaardige artikel leest als een beginselverklaring en somt de belangrijkste thema's op die aan bod zijn gekomen.

Het artikel van Evertjan van Roekel over Nederlandse vrijwilligers in de Waffen-SS en de collectieve herinnering in Nederland viel buiten het congres maar past uitstekend binnen het thema, reden waarom we het hier hebben opgenomen.

Het volgende artikel staat geheel buiten het thema van oorlogsherinneringen. Het is een stuk van Froukje Pitstra over de narratieve methode in het biografisch onderzoek aan de hand van de biografie van Anne Mankes-Zernike. De daar opgeworpen vragen stellen het schrijven van de biografie centraal.

 

Het laatste artikel in dit nummer is een tweegesprek tussen Monica Soeting en Jaap Bos. De ene kent de lezer als de hoofdredacteur van dit blad tot nu toe, de andere zal de lezer leren kennen als de hoofdredacteur vanaf nu. Monica Soeting verlaat haar post om deel uit te maken van het netwerk International Auto/Biography Association, waarover ze zonder twijfel berichten zal in dit blad. Jaap Bos is als universitair docent aan de faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit Utrecht. Hij schreef onder andere een biografie van de eeuwige buitenstaander Evart van Dieren. Uitgangspunt van het gesprek is de vraag: wat betekent het genre biografie voor jou?

Een kort maar daarom niet minder welgemeend woord van dank aan Monica Soeting is op zijn plaats. Onder haar verantwoordelijkheid verschenen zo'n dertig nummers van Biografie Bulletin - een indrukwekkende prestatie, vooral als je nagaat dat ze ieder nummer van A-Z redigeerde.

Zij deed dat echter niet alleen. Een redactie die bestond uit Rob van Essen, Mireille Berman, Eva Gerrits en Alpita de Jong stond haar de laatste jaren terzijde. Maar vrijwel tegelijk met de hoofdredacteur zou ook het grootste deel van die redactie het blad verlaten. Alleen laatstgenoemde is gebleven. Uitstekende versterking werd gevonden in de personen van Nele Beyens, Joke Corporaal, Dennis Kersten, Eva Rovers, Erik Swart en Jette Westerbeek. Daarmee heeft het tijdschrift een vrijwel geheel vernieuwd gezicht gekregen - wat dat voor de inhoud zal betekenen zal de toekomst uitwijzen.

 

De redactie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken