Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het boek der psalmen, nevens de gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in gebruik (1774)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.20 MB)

XML (1.12 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het boek der psalmen, nevens de gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in gebruik

(1774)–Anoniem Het boek der psalmen, nevens de gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in gebruik–rechtenstatus Auteursrechtvrij

nevens de gezangen bij de Hervormde Kerk van Nederland in gebruik


Vorige Volgende

Geloofsforme ende Bekentenisse van ATHANASIUS, BISSCHOP VAN ALEXANDRIEN, Geschreven in 't Jaer na Christi geboorte 333.

1SO wie wil saligh zijn, dien is voor alle dingh noodigh, dat hy het algemeyn geloove houde.
2Het welck so wie niet geheel ende ongeschendt en bewaert, die sal sonder twijffel eeuwiglick verderven.
3Het algemeyn geloove is dit, Dat wy den eenigen Godt in de Drieheyt, ende de Drieheyt in de Eenheyt eeren.
4Sonder de persoonen te vermengen, ofte het wesen ende substantie te deylen.
5Want het is een ander persoon des Vaders, een ander des Soons, een ander des Heyligen Geests.
6Maer de Vader, Sone, ende Heyligen Geest, hebben een Godtheyt, gelijcke eere, ende gelijcke eeuwige heerlickheyt.
7Hoedanigh de Vader is, soodanich is oock de Sone, soodanigh is oock de Heylige Geest.
8De Vader is ongeschapen, de Sone is ongeschapen, de Heylige Geest is ongeschapen.
9Onmetelick is de Vader, onmetelick is de Sone, onmetelick is de Heylige Geest.
10De Vader is eeuwigh, de Sone is eeuwigh, de Heylige Geest is eeuwigh.
11Nochtans en zijn 't niet drie eeuwige, maer een eeuwigh.
12Gelijck oock niet drie ongeschapene, noch drie onmetelicke, maer een ongeschapen, ende een onmetelick.
13Desgelijcks is de Vader almachtigh, de Sone almachtigh, de Heylige Geest almachtigh.
14Ende nochtans en zijn 't niet drie almachtige, maer een almachtigh.
15Alsoo oock is de Vader Godt, de Sone Godt, de Heylige Geest Godt.
16Ende nochtans niet drie Goden, maer het is een Godt.
17Alsoo is de Vader Heere, de Sone Heere, de Heilige Geest Heere.
18Ende nochtans en zijn 't niet drie Heeren, maer een Heere.
19Want gelijck wy door de Christen waerheyt bedwongen worden eenen yegelicken persoon bysonder, Godt ofte Heere te noemen:
20Alsoo is ons oock door het algemeyn geloove verboden drie Goden ofte Heeren te bekennen.
21De Vader en is van niemant gemaeckt, noch geschapen, noch gegenereert.
22De Sone is van den Vader alleen, niet gemaeckt, noch geschapen, maer gegenereert.
23De Heylige Geest is van den Vader ende den Sone, niet gemaeckt, noch geschapen, noch gegenereert, maer uytgekomen.
[pagina 47]
[p. 47]
24So is daer dan een Vader, niet drie Vaders: een Sone, niet drie Sonen: een Heylige Geest, niet drie Heylige Geesten.
25Ende in dese Drieheyt en is niet eerst, noch laetst; niet meest, noch minst.
26Maer de gantsche drie persoonen hebben gelijcke eeuwigheyt, ende zijn henselven allesins gelijck.
27Soo, dat alomme (gelijck nu geseyt is) de Eenheyt in de Drieheyt, ende de Drieheyt in de Eenheyt zy te eeren.
28Daerom so wie wil saligh zijn, die moet aldus van de Drievuldigheyt gevoelen.
29Maer het is tot de eeuwige saligheyt noodigh, dat hy oock de menschwerdinge onses Heeren Iesu Christi trouwelick geloove.
30So is dan het recht geloove, dat wy gelooven ende belijden, dat onse Heere Iesus Christus Godts Sone, zy Godt ende mensche.
31Hy is Godt uyt de substantie des Vaders, voor alle tijden gegenereert: ende mensch uyt de substantie sijner moeder, in der tijt geboren.
32Volkomen Godt, volkomen mensche, hebbende een verstandige ziele, ende menschelick vleesch.
33Den Vader gelijck nae de Godtheyt, minder dan de Vader nae de menscheyt.
34Dewelcke hoewel hy Godt is ende mensche, so is hy nochtans niet twee, maer een Christus.
35Hy is een, niet door veranderinge der Godtheyt in het vleesch, maer door de aenneminge der menscheyt in Godt.
36Hy is een, niet door de vermenginge der substantie, maer door de eenheyt des persoons.
37Want gelijck de verstandige ziele ende het vleesch, een mensche zijn: alsoo is Godt ende de mensche, een Christus.
38Dewelcke geleden heeft om onser saligheyt wille, nedergedaelt is ter hellen, ten derden dage weder-opgestaen van den dooden.
39Opgeklommen ten hemel, sitt ter rechterhant Godts des Vaders almachtigh.
40Ende sal van daer komen oordeelen de levende ende de doode.
41Tot des welckes komste alle menschen sullen weder-opstaen met haer lichamen.
42Ende van hare eygene wercken rekenschap geven.
43Ende die goet gedaen hebben, sullen in het eeuwige leven gaen: maer die quaet gedaen hebben, in het eeuwige vyer.
44Dit is het algemeyn geloove: het welck so wie niet trouwelick ende vast en gelooft, die en sal niet mogen saligh zijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken