Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Boekengids. Jaargang 36 (1958)

Informatie terzijde

Titelpagina van Boekengids. Jaargang 36
Afbeelding van Boekengids. Jaargang 36Toon afbeelding van titelpagina van Boekengids. Jaargang 36

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Boekengids. Jaargang 36

(1958)– [tijdschrift] Boekengids–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

XX

008: 709

FLANDRIA NOSTRA. Ons land en ons volk, zijn standen en beroepen door de tijden heen: 2e dl. O. red. v. Dr J.L. Broeckx, Prof. Dr C. de Clercq, Prof. Dr J. Dhondt, Dr M.A. Nauwelaerts. Geïll. met 5 pltn en afb. - Antwerpen, Standaard-Boekhl, 1957 (27 × 19) 461 blz.

geb. 495 fr.

IV-V - Nemen we in het tweede deel een willekeurig hoofdstuk: het laatste (De Ceramiek-kunstenaars II - van de middeleeuwen tot de moderne tijden), als voorbeeld om de gevolgde metode te doen kennen. We lezen: De kunstenaars - De opdrachtgevers - De werkvoorwaarden - Overzicht van de werkcentra en de belangrijkste verzamelingen. Overlopen we nu ook de algemene indeling van datzelfde deel: De bouwmeesters - De beeldhouwers - De schilders - Scriptores en miniaturisten - De grafische kunstenaars - De tapijtwevers - De kantwerksters - De glazeniers - De metaalkunstenaars... en we stellen vast: niet de zoveelste kunstgeschiedenis, maar wel een geschiedenis van onze kunstenaars, als antwoord op de vragen: ‘Wie waren zij? Hoe leefden zij? Welke rol speelden zij?’ Een sociale kultuurgeschiedenis, zoals in het Woord Vooraf van het eerste deel gezegd wordt. Naar dezelfde opvatting brengt dat eerste deel de geschiedenis van: Het landschap - De boeren - De handarbeiders - Handelaars en neringdoenden - en dat tot in de 19de en 20ste eeuw. Dit laatste voor elk der behandelde standen, hetgeen niet even konsekwent volgehouden werd in elk hoofdstuk van het eerste deel. Het systeem der vele (bevoegde) medewerkers heeft ook nog wel andere nadelen. Zo wat de stijl betreft. Naast een paar bijna dorre mededelingen van namen en data, treffen ons twee veeleer journalistiek-vlotte, op het randje polemisch gestelde schetsen van de geschiedenis der handarbeiders, en van het lot der handelaars en neringdoenden in de 19de en 20ste eeuw. Zulks door een niet genoemd medewerker wiens vinnige stijl ons de naam van een in-Nederland-levend Antwerps historicus voor de geest brengt. In hetzelfde verband: een gedegen bijdrage als die van A.J.J. Delen, over de grafische kunstenaars, brengt tal van pittige bijzonderheden over een rabauw zoals plaatsnijder Hier. Wierix (16e eeuw), evenals de (in dit verband) niet onmisbare vermelding dat Henry van Straten ‘tijdens de bevrijdingsgevechten bij Antwerpen door de Duitsers werd vermoord’. Wie op grond van de aankondigingen verwacht had dat Flandria hier in zijn ruimste historische betekenis zou genomen worden (‘van Atrecht tot Utrecht’ zoals

[pagina 250]
[p. 250]

Verschaeve het uitdrukte) komt bedrogen uit. Ondanks Benelux gaat het hier niet om de huidige Lage Landen maar hebben de samenstellers zich beperkt tot één der geprefigureerde Belgische en Nederlandse staten. ‘Ons land’ is nu eens Vlaanderen (in de thans gebruikelijke zin), een ander maal België, terwijl in sommige hoofdstukken de staatsgrenzen tussen Noord en Zuid dan toch weer weggedacht schijnen. Maar genoeg kritiek. Met deze twee delen zijn we een nuttig en fraai verzorgd werk rijker geworden (de druk is in het tweede deel niet altijd feilloos). De resultaten van de geschiedvorsing worden in een doorgaans eenvoudige vorm tot een ruim publiek gebracht, weze het ook niet direkt tot de kandidaten voor een 100.000-of-niets quiz. Alle lof voor de illustratie: nu eens niet de traditionele reprodukties. Evenzeer voor de didaktisch uitmuntende (aan de publiciteitskunst ontleende?) overzichtelijke voorstellingen van bv. de expansie van de Vlaamse renaissance in Noordeuropa, de verspreiding van de Brabantse retabelen, en (blz. 328-329) wààr, in het buitenland, een aantal ‘tapijtwevers uit de Lage Landen’ werkten. Is het, tenslotte, spijkers vissen op laag water, op te merken dat de vergelijking van de ‘zwerm van kloosterlingen’ die in de 16e eeuw, beschermd en gesteund door de Spaanse machthebbers ‘over ons land neerstrijkt’, mij aan de weinig sympatieke sprinkhanen uit de plagen van Egypte deed denken?

Arthur de Bruyne


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken