Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Boekengids. Jaargang 37 (1959)

Informatie terzijde

Titelpagina van Boekengids. Jaargang 37
Afbeelding van Boekengids. Jaargang 37Toon afbeelding van titelpagina van Boekengids. Jaargang 37

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Boekengids. Jaargang 37

(1959)– [tijdschrift] Boekengids–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De Index van Verboden Boeken

In verband met het verschijnen van een Duitse uitgave van de Index van verboden boeken geeft Orientierung van 15 juni 1959 een overzicht van de wensen, die er heden ten dage ten aanzien van de Index bestaan. Hieraan is het onderstaande ontleend.

In het algemeen kan men de wensen in twee grote hoofdgroepen verdelen: sommigen vinden, dat er te veel boeken op de index voorkomen, anderen dat er te weinig zijn. Rome is tot nu toe op geen van beide wensen ingegaan, schijnt nochtans meer geporteerd te zijn voor een te weinig dan voor een teveel. Dit kan men reeds opmaken uit het feit, dat bij een zeer sterk stijgende productie van boeken het aantal indiceringen steeds geringer wordt. Beziet men de wensen van de mildere richting, dan kan men ook daar nader onderscheid maken en wel tussen een radicale en een gematigde groep. De radicalen zouden liefst de hele index afgeschaft zien. Zij wijzen erop, dat in vroeger tijden een index als iets volkomen vanzelfsprekends werd beschouwd en dat zij toen ook voordelen gehad heeft. Op het ogenblik echter is de situatie volkomen veranderd. Op geestelijk terrein geldt tegenwoordig alleen nog maar een moreel gezag en dat bezit Rome meer dan enige andere macht. Een discussie over een boek bereikt veel meer dan een verbod, dat dan meestal ook nog zonder opgave van redenen wordt uitgevaardigd. Verder wordt er door de voorstanders van afschaffing van de Index op gewezen, dat de Index in hoge mate een onbekende grootheid is. Bijna niemand weet precies, welke boeken er op voorkomen en welke niet. Zo is het al bij

[pagina 331]
[p. 331]

de clerus, laat staan dus bij de gewone gelovigen, die niet bijzonder geschoold zijn, zelden of nooit in de preek over de Index horen, maar van de andere kant toch vrij veel lezen. Tenslotte wordt dan nog - niet geheel ten onrechte - opgemerkt, dat een plaatsing op de Index juist kan werken als een soort reclame, die meer dan enige andere het boek interessant maakt!

Het is echter de vraag, of men kan verwachten, dat de Index geheel en al opzij zal worden gezet. Meer kans is er, dat er rekening zal worden gehouden met de wensen van de gematigde richting, die niettemin, zoals blijken zal, ook op een vergaande herziening van de Index hoopt, en wel een herziening in de vorm van een vereenvoudiging.

Men zou moeten volstaan met een gering aantal, duidelijk gestelde en voor iedere eerlijke Christen goed verstaanbare richtlijnen over de lectuur van boeken, die onzedelijk of met het geloof in strijd zijn.

De thans bestaande Index zou een radicale opruiming moeten houden onder de boeken uit de 17e, 18e en 19e eeuw, waar geen mens meer naar omkijkt behalve degenen, die ze om wetenschappelijke redenen lezen en dus in zekere zin moeten lezen.

Verder zou men de boekencensuur - imprimatur - royaler willen zien, ook tegenover nieuwe ideeën.

Wanneer men een boek op de Index wil plaatsen, dan moet men bij de hiervoor te volgen procedure de plaatselijke bisschop, of de bisschoppen van het land of het taalgebied, waarin de auteur schrijft, niet voorbijgaan. Dit verzoek werd op het Vaticaans Concilie van 1870 reeds gedaan door de Duitse bisschoppen.

Wanneer er een klacht wordt ingediend, moet men de schrijver zelf horen. Ook deze wens werd reeds op het Vaticaans Concilie geuit door de Franse en Duitse bisschoppen. Rome zegt wel terecht, dat niet de schrijver, maar een boek veroordeeld wordt, maar van de andere kant mag men toch aannemen, dat menig oordeel over een boek anders zou zijn uitgevallen, als men de schrijver gehoord had.

De redenen van een verbod zouden duidelijk bekend gemaakt moeten worden. De officieuze verklaringen in de Osservatore Romano munten soms meer uit door simplificatie dan door deskundigheid tegenover de problemen van een geïndiceerd boek.

Vervolgens zou men veel royaler moeten zijn met de dispensaties en tenslotte zou men de kerkelijke straffen op de overtreding van het Indexgebod geheel moeten laten vallen.

 

Overgenomen uit ‘Katholiek Archief’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken