Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het boek der ambachten (ca. 1900-1910)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het boek der ambachten
Afbeelding van Het boek der ambachtenToon afbeelding van titelpagina van Het boek der ambachten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.06 MB)

XML (0.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

leerdicht
plaatwerk / prentenboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het boek der ambachten

(ca. 1900-1910)–Anoniem Het boek der ambachten–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 1]
[p. 1]


illustratie

De Verver.

 
In 't houtwerk van den timmerman
 
Daar stopt hij reet en scheur,
 
En verft dan alles net en vlug
 
In de verlangde kleur.
 
 
 
Recht kunstig verft hij met 't penseel
 
Het hout of 't marmer was,
 
En wat zal schittren maakt hij dan
 
Met lak zoo glad als glas.
 
 
 
De verver is een kunstenaar,
 
Zijn werk bewaart het hout,
 
En maakt, dat alles nieuw weer lijkt,
 
Wat haavloos was en oud!

De Blikslager.

 
Hij tikt maar met zijn hamer
 
En knipt met zijne schaar,
 
En zet, uit dunne platen.
 
Veel nuttigs in elkaar.
 
Hij knipt en buigt en klinkt maar,
 
En klopt maar rik-ke-tik, -
 
En maakt zoo duizend dingen
 
Van koper, stort of blik.
[pagina 2]
[p. 2]


illustratie

[pagina 3]
[p. 3]


illustratie

De Timmerman.

 
Van 's morgens vroeg tot 'd avond da[...]
 
Werkt onze timmerman
 
Met schaaf en beitel, zaag en boor.
 
Zoo vlijtig als 't maar kan.
 
 
 
Hij schaaft tot planken, keurig glad,
 
Het ruwgezaagde hout,
 
En maakt er deur en vensters van
 
In 't huis, waaraan hij bouwt.
 
 
 
De trap, de vloer, de zolder, 't dak,
 
Deur, venster - 't is zijn werk:
 
Hij meet en zaagt en schaaft en klopt
 
En bouwt het hecht en sterk!

De Hoefsmid.

 
De jongen trekt den blaasbalg.
 
Het vuur moet gloeiend heet,
 
En 't doffe, zwarte ijzer
 
Is kersrood, eer je 't weet.
 
Dan gaat de smid aan 't haamren,
 
En 't ijzer, rood van gloed,
 
Krijgt door zijn felle slagen
 
Den vorm, dien 't hebben moet.
[pagina 4]
[p. 4]


illustratie

[pagina 5]
[p. 5]


illustratie

[pagina 6]
[p. 6]


illustratie

De Wever.

 
De wever zit in zijn weefstoel
 
Voor 't ingeschoten draad, -
 
Ei, ziet, hoe snel zijn spoeltje
 
Rechts-links,-links-rechts weer gaat!
 
 
 
En telkens slaat er een draadje
 
Weer door de schering heen:
 
Klik-klak! zoo klinkt het telkens,
 
Als zei het: ‘Al weer een!’
 
 
 
Stil in zijn weefstoel, dag aan dag,
 
Maakt onze weversman
 
Van al die draden, één voor één.
 
Het mooiste weefsel van!

De Schoenmaker.

 
Stijf om houten leest geslagen.
 
Buigt hij 't leer in elk fatsoen, -
 
Naait en spijkert het tot laarzen,
 
Tot pantoffel, smil of schoen.
 
Sterke zolen, flinke hakken
 
Maakt hij aan de schoenen vast
 
Waarmee strakjes weer een jongen
 
Liefst door slijk en modder plast!
[pagina 7]
[p. 7]


illustratie

[pagina 8]
[p. 8]


illustratie

De Metselaar.

 
Op den steiger, hoog omhoog.
 
Zie 'k hem dikwijls staan,
 
Altoos met zijn schootsvel voor
 
En zijn klompen aan.
 
 
 
Steen voor steen in laag bij laag
 
Legt de metslaar neer,
 
En de muur van 't nieuwe huis
 
Rijst al meer en meer.
 
 
 
Kunstig voegt hij steenen saam.
 
Dat het vlechtwerk lijkt,
 
Zoodat later 't nieuwe huis
 
Met fraaien gevel prijkt.

De Kuiper.

 
Klop, klop, zoo gaat zijn hamer den heelen dag;
 
De hoepel dringt de duigen saam bij iedren slag; -
 
Dan slaat hij vast den bodem in het vat
 
En schaaft en snijdt den kanten glad.
 
Van 's morgens, dat de haan kraait, tot 's avonds laat.
 
Is hij aan 't schaven, snijden, en klopt en slaat; -
 
Zoo maakt van rechte staven met een hoep of wat,
 
Hij emmer, tobbe, karnton of een watervat!


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken