Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Boekenwereld. Jaargang 2 (1985-1986)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Boekenwereld. Jaargang 2
Afbeelding van De Boekenwereld. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van De Boekenwereld. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Boekenwereld. Jaargang 2

(1985-1986)– [tijdschrift] Boekenwereld, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 105]
[p. 105]

Berichten

Nederlandse antiquarenbeurs 1985

Voor de vierde maal in successie werd van 1-3 november j.l. in de Beynes Hal te Haarlem de Nederlandse Antiquaren Beurs gehouden. Als altijd waren er zestig standhouders, waarvan er 45 trouwe, jaarlijkse deelnemers zijn. Ruim drieduizend bezoekers trok het festijn en die waren zonder uitzondering zeer te spreken over het gebodene, terwijl ook de deelnemers niet klaagden over de kooplust. De beurs wist zelfs het tv-journaal van vrijdagavond 1 november te halen, hetgeen te danken was aan de opzienbarende collectie brieven van en aan Gerard Reve die op een stand te koop werden aangeboden.

Mede door de uitreiking van de L.J. Costerprijs en de opening van de tentoonstelling ‘Boeken maken’ deed Haarlem het eerste novemberweekend z'n naam van Boekenstad alle eer aan. Het eerste lustrum, volgend jaar, zal naar de organisatoren van de Antiquaren Beurs ons meedeelden, met de nodige luister gevierd worden.

Cursief in Rotterdam

‘Een beetje feestelijk’ was volgens het persbericht de opening van antiquariaat Cursief van de veelzijdige Jaap Hoffmann. Het antiquariaat zal zich specialiseren op typografie, Nederlandse literatuur, kunst - vooral De Stijl en het constructivisme - en bovendien: scheepvaart en vooral de geschiedenis van het binnenschip. Specialisatie is voor antiquariaten kennelijk een ruim begrip.

Eveneens onder de naam Cursief verschijnen voortaan boeken in kleine oplagen - een voortzetting onder andere naam van De Stolphoeve pers. Hoffmann beschikt daartoe (en voor werk in opdracht) over een kleine zetterij en een drietal drukpersen.

Cursief bevindt zich aan de Burgemeester Meineszlaan 84 te Rotterdam (tel. 010-256498).



illustratie
Het pand van Cursief te Rotterdam.


Een gestolen boek

Uit de permanente ‘open’ opstelling van oude boeken in de archiefgalerie De Goutse Librij (Gemeentearchief Gouda) is kort geleden een achttiende-eeuws boek verdwenen. Mocht het ergens gesignaleerd worden, dan wordt men verzocht contact op te nemen met de gemeentearchivaris, drs. B.J. van der Saag (Gemeentelijke archiefdienst Gouda, Groeneweg 32, 2801 ZD Gouda, tel. 01820-16135).

De beschrijving van het boek luidt: C. van der Woude, Kronyk van Alcmaar... van 't beginsel der bouwinge... tot... 1658. Waar by gevoegt is P.J. Schagen, Alckwaar-Beleg... t' Octroy van de Schermeer.... Nevens C.P. Schagens Alkmaar Lofdicht, tweede druk, Den Haag: Johannes de Cros, 1746, 21 cm, 248 blz., afbeeldingen (21 prenten van Abr. Rademaker). Het boek draagt de signatuur 54 B 1, en een bibliotheekstempel met de tekst ‘Goutse Librij’ o.i.d.

Engelse boeken in Amersfoort

Sinds enige tijd voert G. van Hoff een antiquariaat waar voornamelijk Engels-talige boeken verkocht worden. In deze ‘Old English Bookshop’ vindt men ‘pre-war hard-bound books’, over vooral land- en volkenkunde, kunst en geschiedenis, geïllustreerde boeken, ‘privately printed’ boeken en Engelse topografie. Daarenboven voert men Amerikaanse pockets van vóór 1955.

De Old English Bookshop is gevestigd boven boekhandel Bell, H. van Viandenstraat 30 i, Amersfoort, tel. 033-15746/12533.

De boekenwereld in prent

Ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de Nederlandse Vereeniging van Antiquaren (1935-1985) werd in september in een beperkte oplage een boekje uitgegeven, waarin 49 prenten en één tekening zijn afgebeeld die alle betrekking hebben op boekverkopers, prentenhandelaren en veilinghouders. De meeste prenten dateren uit de achttiende en de negentiende eeuw. De tekening is van Jacobus Perkois en toont ons een reizende prentenhandelaar (anno 1784).

Het boekje is te verkrijgen bij de secretaris van de Vereeniging, Jansweg 39, 2011 KM Haarlem (prijs: f 10,- incl. portokosten).

Nieuw gespecialiseerd veilinghuis van boeken en prenten

Antiquariaat Bubb Kuyper, voorheen gevestigd Kleine Houtstraat 60 te Haarlem, betrok 7 januari 1986 een nieuw pand te Haarlem: het fraaie achttiende-eeuwse voorhuis van het Hofje van Staats, Jansweg 39, 200 meter lopen van het Station. Hier zullen, te beginnen

[pagina 106]
[p. 106]

eind januari/begin februari 1986, zeer regelmatig (10 à 12 keer per jaar) gespecialiseerde veilingen van boeken en prenten worden gehouden. Het antiquariaat blijft in afgeslankte vorm gehandhaafd: bibliografie/typografie, (toegepaste) kunst, bibliofilie/geïllustreerde boeken, Nederlandse taal- en letterkunde en topografie Noord-Holland.

Kunst des Lesens

In het Museum für Kunsthandwerk in Frankfurt am Main werd van 24 oktober tot 26 januari 1986 een tentoonstelling gehouden getiteld: ‘Die Kunst des Lesens - Lesemöbel und Leseverhalten vom Mittelalter bis zur Gegenwart’. Op deze expositie werd aan de hand van boeken, schilderijen, prenten, meubels en andere voorwerpen een poging gedaan een soort ‘Kulturgeschichte des Lesens’ te tonen. Dat er nog al wat schakels ontbraken, spreekt - met een dergelijke ambitieuze opzet - voor zich. Eén van de belangrijkste bruikleengevers was Simon Emmering, die ruim 35 prenten in bruikleen had afgestaan. In één van de bovenzalen werden ontwerpen van moderne vormgevers getoond.

Bij de expositie is een catalogus verschenen waarin alle geëxposeerde werken staan afgebeeld en kort worden beschreven (prijs: dm 28,-).

Jubileum Nederlandsche Vereeniging van Antiquaren

Woensdag 4 september j.l. vierde de Nederlandsche Vereeniging van Antiquaren haar vijftigjarig bestaan met een feestelijke dag voor al haar leden in Amsterdam. Uit o.a. Amerika, Engeland en Denemarken waren op uitnodiging van het bestuur voorzitters van zusterverenigingen overgekomen om de feestelijkheden mee te beleven.

Het programma omvatte een rondvaart door de grachten (voor velen een nieuwe belevenis of een herhaling na dertig jaar), een druk bezochte receptie in het Amsterdams Historisch Museum, aangeboden door het gemeentebestuur van Amsterdam en een afsluitend diner in hetzelfde museum.

In de namiddag vond in de aula van de Universiteitsbibliotheek aan het Singel, naast een speech van de oud-voorzitter van de nvva, de heer A.L. van Gendt over de geschiedenis van de Vereeniging, de uitreiking van de Menno Hertzbergerprijs plaats. Deze prijs, ingesteld in 1963, wordt eens in de vijf jaar toegekend voor een al dan niet gepubliceerde studie op het gebied van de bibliografie en/of geschiedenis van het boek in de ruimste zin des woords. Bij voorkeur wordt een Nederlands auteur met de prijs geëerd. De prijs werd deze keer uitgereikt aan Dr. Frans A. Janssen voor zijn boek Zetten en drukken in de achttiende eeuw. David Wardenaar's Beschrijving der Boekdrukkunst (1801). Tekstverzorging, inleiding en aantekeningen door Frans A. Janssen. Uitgegeven te Haarlem, 1982. Bij de uitreiking van de prijs las Prof. Mr. H. de la Fontaine Verwey het juryrapport voor. Daarna sprak Dr. Frans A. Janssen, conservator van de Bibliotheca Philosophica Hermetica in Amsterdam, een dankwoord uit, dat we hieronder in zijn geheel overnemen.

De betekenis van een prijs als deze is afhankelijk van tenminste vier factoren.

Daar is allereerst de naam van de prijs. Het is een eer een prijs te mogen ontvangen die genoemd is naar de grote Nederlandse antiquaar Menno Hertzberger. Daar komt voor mij persoonlijk nog bij dat ik, hoewel ik hem alleen maar heel oppervlakkig ontmoet heb, toch veel aan hem te danken heb, doordat hij mij - ik was toen nog student - trouw zijn catalogi toestuurde (het was nog in de tijd waarin men je antiquariaatscatalogi bleef toezenden ook al kocht je nooit iets); deze catalogi las ik als verhalen die mij inwijdden in de mij nog deels onbekende wereld van het oude boek.

Een tweede factor wordt gevormd door de uitgevende instantie, de Nederlandsche Vereeniging van Antiquaren. Toen ik enkele jaren geleden mijn huidige functie aanvaardde - conservator van een speciale bibliotheek -, meende ik dat een verzamelaar en zijn conservator aan de ene kant en de antiquaar aan de andere kant enerzijds elkaars natuurlijke vrienden zijn anderzijds elkaars natuurlijke vijanden. Beider belangen lopen immers parallel wanneer de antiquaar en de conservator een boek willen doen overgaan in de door de laatste beheerde collectie, maar wanneer die conservator zich niet tevreden stelt met een passieve houding en zelf op boekenjacht gaat op gebieden die vóór die van het antiquariaat liggen, op zoek gaat naar de bronnen van de bronnen, dàn ontstaat - zo dacht ik althans - een andere situatie. Het bekendste voorbeeld van zo'n situatie waar zich dan de natuurlijke vijandschap tussen antiquaar en conservator zou openbaren, is de veilingzaal. Ik kan hier verklaren dat ook dit oordeel een vooroordeel is gebleken: de natuurlijke vriendschap heb ik in ruime mate ervaren, maar van de natuurlijke vijandschap is mij eigenlijk niets gebleken, integendeel: de vriendschap strekte zich uit tot in de veilingzaal. Daar komt nog bij dat ik in de vele contacten die ik met antiquaren heb gehad, veel geleerd heb over het oude boek, over aspecten en inzichten die voortkomen uit een - in sommige gevallen zelfs van generatie op generatie doorgegeven - kennis die met iedere bibliograaf tot zijn beschikking heeft. Ik voel me daarom gelukkig een prijs die door de nationale organisatie van antiquaren wordt uitgereikt, te mogen ontvangen.

Een derde aspect in verband met de betekenis van een prijs als deze ligt in de samenstelling van de jury. Als ik in de krant lees dat er weer een literaire prijs is uitgereikt, dan kijk ik altijd eerst naar de samenstelling van de jury, en dan denk ik wel eens - ik leen dan een uitspraak van een Nederlands schrijver, die een grote ervaring bezit op het gebied van literaire prijzen -, dan denk ik wel eens: ‘Opgetild worden door dwergen is iets waar je nog niet veel mee opschiet.’ Ik haast me daarom hieraan toe te voegen dat ik de jury voor de Menno Hertzberger Prijs, die uit grote persoonlijkheden uit de wereld van het boek bestaat, alleen maar gevoelens van achting en erkentelijkheid toedraag.

De vierde factor betreft de eerdere prijswinnaars: Mevr. Van Eeghen, Mevr. Hellinga, de heren Hellinga, Voet, Koeman, Valkema Blouw en Buijnsters. Ik heb

[pagina 107]
[p. 107]

het leerzame genoegen gesmaakt in het gezelschap van bijna al deze voortreffelijke geleerden verkeerd te mogen hebben, het is mij een grote eer nu ook door middel van deze prijs met deze vakgenoten verbonden te zijn.

U heeft wel begrepen dat ik niet over één nacht ijs ben gegaan, toen ik de voorzitter van de Nederlandsche Vereeniging van Antiquaren berichtte, dat ik de Menno Hertzberger Prijs, die mij voor mijn boek Zetten en drukken in de achttiende eeuw toegekend werd, gaarne accepteer, en ik dank zowel het bestuur van de nvva als de jury voor de hoge eer die zij mijn boek bewijzen. Ik wil daaraan toevoegen dat het mij bijzonder genoegen doet dat het Prof. De la Fontaine Verwey was, die mij de prijs uitreikte: hij is een van mijn leermeesters en behalve vele andere zaken heeft hij mij een belangrijk inzicht meegegeven, nl. dat men een boek wel naar zijn fysische aspecten kan bestuderen, dat men een boek wel naar zijn inhoudelijke aspecten kan bestuderen, maar dat een boek alleen werkelijk begrepen kan worden als men het ziet tegen de achtergrond van de cultuur waaruit het voortkomt - een inzicht waarmee zowel de wetenschappelijk onderzoeker als de conservator zijn voordeel kan doen. Tegelijkertijd doet het mij verdriet dat mijn geachte promotor, Prof. G.W. Ovink, niet meer onder ons is; het zou mijn vreugde volledig gemaakt hebben, was hij hier aanwezig geweest.

In mijn dank wil ik ook mijn uitgever, in de persoon van Mr. J.J. Enschedé, betrekken: de uitgeverij is immers, naar het woord van Balzac, ‘de keuken van de glorie’. De typografisch ontwerper, de heer Bram de Does, wil ik in het bijzonder danken, omdat hij mijn nogal ingewikkeld gestructureerde tekst, met verschillende soorten aantekeningen en noten, met tabellen en appendices, tot een heldere typografie heeft weten om te zetten - terecht is hij daarvoor op een tentoonstelling in Leipzig onderscheiden. Deze heldere typografie heeft ten opzichte van mijn tekst ook een nadeel, dat ik het beste kan duidelijk maken aan de hand van een citaat uit hetzelfde werk van Balzac waaruit ik zojuist een paar worden aanhaalde, nl. de in de boekenwereld spelende roman illusions perdues:

De typografie maakt van het handschrift wat de schouwburg van de vrouw maakt: zij laat het volle licht schijnen op schoonheden èn op gebreken; zij vermoordt evenzeer als zij doet leven; fouten springen even scherp in het oog als de mooiste gedachten.

Ik dank daarom de jury óók voor de vriendelijkheid die zij mij betoont door niet - tenminste niet hier en niet vandaag - de aandacht te vestigen op de vele fouten en zwakheden die zij ongetwijfeld in mijn boek heeft waargenomen.

Het wetenschappelijk onderzoek waarvan mijn boek verslag geeft, is in feite maar één aspect van wat mij in het boekenmaken boeit. Een tweede aspect vormt de ambiance van het maken van boeken, de gevoelens van schoonheid en van ontroering die dat bij mij kan oproepen. Ik heb hier niet allereerst het oog op de produkten van de drukkerij maar op het typografisch instrumentarium zelf, ik denk bijvoorbeeld aan de schoonheid van vorm en beweging van een werkende drukpers, of het nu een houten handpers, een ijzeren Columbia handdegel, een Heidelberger degelautomaat of een Johannisberger stopcilinderpers is. Hetzelfde geldt natuurlijk ook voor de zetapparatuur, waarvan het staccato van het gietapparaat van de Monotype me doet denken aan sommige opnamen van Jimmy Hendrix, terwijl het zachte gerinkel van de matrijzen van de Linotype verwantschap toont met enkele platen van Soft Machine (nog oudere generaties dan de mijne zullen niet weten wat ik met deze vergelijking bedoel, jongere generaties dan de mijne trouwens ook niet). Dit zijn sensaties van de esthetica van vorm en beweging die vergelijkbaar zijn met de ontroeringen die ik onderga wanneer ik een in 1482 door Anton Sorg in Augsburg gedrukte incunabel opensla.

Het is U bekend dat déze ambiance door de elektronica verdrongen is. Zowel deze ambiance als de verdwijning daarvan zijn beschreven door Willem Frederik Hermans, kenner van machines (en van literaire prijzen - hij was het die ik aan het begin citeerde), in een essay dat de veelzeggende titel Machines in bikini draagt; ik lees U enkele zinnen daaruit voor:

Sinds het opdringen van de elektronen op allerlei gebieden, zijn de machines steeds minder mechanisch geworden. Meer en meer machines hebben minder bewegende delen. De raderwerken sterven uit. Niet voor niets werden van oudsher horloges en klokken in dezelfde winkels verkocht als juwelen; is niet een kamrad van messing een even groot kunstwerk als een trouwring van goud, of groter? Maar de frezen, zagen en vijlen van de edelsmid maken plaats voor de lompe soldeerbout van de elektricien en voor de laselektroden van de gemaskerde lasser, diepzeeduiker in het blauwe licht van verdampend koper. Wie zal de erotische gevoelens beschrijven die opgewekt kunnen worden door skeletklokken met openhartige onrusten? Het ideaal is meer en meer de machine waarin mets beweegt. Enkele jaren zijn voldoende geweest om de ratelende sprossenradtelmachines te doen wegvagen door plastic doosjes vol elektronica, die niet groter dan een zakagenda zijn.

Dit aspect van de ambiance staat niet in mijn boek, tenminste niet expliciet - het was wel een inspiratieve kracht op de achtergrond. Ter verontschuldiging van dit gemis kan ik alleen maar de woorden aanvoeren van de hoofdpersoon uit Aldous Huxley's geleerdenroman The Genius and the Goddess:

Dit is de ironie van ons lot: Shakespeariaanse gevoelens te hebben en er alleen maar over te kunnen spreken (behalve die zeldzame enkelingen die toevallig een Shakespeare zijn) als autoverkopers, als teenagers of als geleerden.

Ik dank U.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken