Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Boekenwereld. Jaargang 6 (1989-1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Boekenwereld. Jaargang 6
Afbeelding van De Boekenwereld. Jaargang 6Toon afbeelding van titelpagina van De Boekenwereld. Jaargang 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Boekenwereld. Jaargang 6

(1989-1990)– [tijdschrift] Boekenwereld, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 159]
[p. 159]

Agenda

Veilingen

bubb kuyper Jansweg 39, 2011 KM Haarlem, 023-323986.
8-9 mei, kijkdagen 4-6 mei.

van gendt book auctions. Overtoom 197, 1054 HT Amsterdam, 020-128212/128403.
29-30 mei, kijkdagen 25-28 mei.

burgersdijk & niermans. Nieuwsteeg 1, 2311 RW Leiden, 070-121067/126381.
22-23 mei, kijkdagen 18-20 mei.

van stockum's ant. b.v Prinsegracht 15, 2512 EW 's-Gravenhage, 070-3649840/3649841.
13-15 juni, kijkdagen 8-10 juni.

Beurzen & Markten

Eindhoven: Antiquarenbeurs: 4-5 mei Hotel Cocagne, Vestdijk 47, Eindhoven.

Amsterdam: Boeken op de Dam: 27 mei & 22 juli, 10.00-19.00 uur. Boeken aan de Amstel: 24 juni & 19 augustus, 10.00-19.00 uur.

Noordwijk aan Zee: Antiquarische boekenmarkt Lomboek: 16 juni op het Lombok (zijstraat van de Schoolstraat). Inl. 01719-19498.

Tentoonstellingen

Van michelangelo tot rembrandt; hoogtepunten der tekenkunst.

In 1989 reisden 99 van de fraaiste zestiende- en zeventiende-eeuwse Italiaanse en Nederlandse tekeningen uit het bezit van Teylers Museum naar de Verenigde Staten, waar zij in New York en Chicago getoond werden. Deze unieke tentoonstelling werd daar bijzonder gunstig ontvangen. In de zomer van 1990 wordt dezelfde keuze, ditmaal in eigen huis, aan het Europese publiek getoond.

De selectie beoogt niet een alomvattend beeld van de rijke tekeningencollectie van het museum te tonen, maar beperkt zich tot werken van zestiende- en zeventiende-eeuwse Italiaanse en Nederlandse meesters. Dit maakt het mogelijk grotere groepen bijeen te brengen van kunstenaars die in Teyler bijzonder goed vertegenwoordigd zijn: Michelangelo, Rafaël, Goltzius, Guercino, Rembrandt, Claude Lorrain en Adriaen van Ostade zijn de sleutelfiguren op deze tentoonstelling. Rond hun werken zijn, waar dat mogelijk was, tekeningen geselecteerd van hun tijdgenoten en opvolgers. Zo wordt het werk van Rafaël omgeven door dat van zijn leerlingen Giulio Romano, Penni en Vincidor. Rond Rembrandt zijn werken van Bol, Flinck, Van Hoogstraten, Koninck en Renesse gegroepeerd. De invloed van Michelangelo werkt door in de bladen van zijn volgelingen, Daniele Da Volterra, Pellegrino Tibaldi en Battista Franco. De zeventiende-eeuwse Bolognese meester Guercino wordt gecontrasteerd met Romeinse en Bolognese tijdgenoten als Domenichino, Reni en Cortona. Rond Van Ostade en Ruisdael zijn groepen Hollandse genre- en landschapstekeningen bijeen gebracht. Niet minder dan tien tekeningen van Hendrick Goltzius en negen van Claude Lorrain vormen binnen deze expositie als het ware mini-tentoonstellinkjes, waarin de uitzonderlijke talenten van deze tekenaars in al hun facetten aan het licht treden.

De gekozen opzet maakt het bovendien mogelijk de werkwijze van de grote Italiaanse meester te contrasteren met die van hun Hollandse collega's uit de Gouden Eeuw. Het zal de bezoeker opvallen dat bijna alle Italiaanse tekeningen voorbereidende studies zijn, die dienen voor schilderijen, wandschilderingen, prenten of wandtapijten. Daarentegen waren veel van de noordelijke tekeningen juist op zichzelf staande kunstwerken, bestemd voor de verzamelaarsmarkt. Dit verschil uit zich onder andere in de grotere zorg die de Nederlandse kunstenaars besteedden aan de afwerking van hun tekeningen.

Terwijl het er kunstenaars als Guercino of Cortona in de eerste plaats om ging in hun werkstudies ideeën voor een compositie in grote lijnen op papier vast te leggen, en zij daarbij weinig aandacht besteedden aan details, werkten hun Hollandse tijdgenoten soortgelijke studies gewoonlijk veel verder uit. Gesigneerde en gedateerde tekeningen, dikwijls zorgvuldig ingekleurd, zijn in de Nederlandse Gouden Eeuw dan ook geen uitzondering. Dat laten de bladen van Avercamp, Saenredam en Van Ostade op de tentoonstelling duidelijk zien. Voor de Italianen was de tekening meestal een tussenstadium op weg naar een groter geheel, voor de Nederlanders daarentegen een doel op zichzelf.

De grote uitzondering onder de Hollandse tekenaars was natuurlijk Rembrandt van Rijn. Zoals uit de tentoongestelde bladen duidelijk blijkt, beschouwde Rembrandt de tekenkunst als een middel om zijn eigen inventiviteit te trainen en zijn creativiteit aan te scherpen. Zijn tekeningen van bijbelse voorstellingen in de tentoonstelling, waaronder de beroemde Terugkeer van de verloren zoon, zijn dan ook geen voorstudies voor schilderijen of etsen. Het zijn oefeningen in compositie- en vertelkunst, die de meester zijn leerlingen tot voorbeeld stelde.

De Italiaanse tekeningen in de tentoonstelling stammen alle uit de verzamelingen van de prinsen Odescalchi, in 1790 door Teylers Stichting in Rome verworven. Een belangrijke groep ervan - waartoe de tekeningen van Michelangelo, Rafaël en Guercino behoren - had tevoren deel uitgemaakt van de collectie van koningin Christina van Zweden. De Nederlandse bladen in het bezit van Teylers Museum werden in de loop van de twee eeuwen door de opeenvolgende conservatoren van het museum op openba-

[pagina 160]
[p. 160]

re verkopingen verworven. Prijs catalogus: f 49,50.

adres: Spaarne 16, Haarlem.
geopend: 19 mei t/m 8 juli, dinsdag t/m zaterdag 10.00-17.00 uur, zondag 13.00-17.00 uur.

Tentoonstelling incunabelen in de bibliotheca philosophica hermetica te amsterdam

Incunabelen hebben altijd een grote aantrekkingskracht op boekenverzamelaars uitgeoefend. Deze boeken gedrukt in de beginperiode van de boekdrukkunst (1450-1500) zijn volwaardige voortbrengselen van de Europese cultuur tussen middeleeuwen en renaissance in technisch, in cultureel en in esthetisch opzicht; zij zijn geen onvolkomen imitaties van handschriften.

Incunabelen hebben een bijzondere betekenis voor de Amsterdamse industrieel J.R. Ritman, die vanaf 1978 zijn boekencollectie ging uitbreiden met een afdeling incunabelen. Zijn bibliotheek, de Bibliotheca Philosophica Hermetica, is een particuliere bibliotheek, die zich als doel gesteld heeft de geschriften uit de hermetisch-christelijke gedachtenwereld bijeen te brengen, zowel in de vorm van authentieke handschriften en vroege drukken als in de vorm van een moderne referentie-afdeling. De ca. 15.000 banden van de bibliotheek vormen tezamen een geschiedenis van de Westeuropese spirituele traditie in de filosofie (b.v. Plato), in religie (b.v. Suzo), in literatuur (b.v. Dante) en in wetenschap (b.v. Paracelsus). Deze bibliotheek ziet incunabelen dan ook als getuigenis van een spirituele cultuur in de overgang van middeleeuwen naar renaissance.

Van de ca. 250 incunabelen die de B.P.H. thans telt, zijn er 192 uitvoerig beschreven in een wetenschappelijk bewerkte Engelstalige catalogus, die op 12 april a.s. onder de titel Christ, Plato, Hermes Trismegistus in twee delen zal verschijnen. De samensteller van dit werk, de Amerikaanse geleerde Margaret Ford, heeft naast een bibliografische beschrijving een op de inhoud gerichte analyse gegeven, die in feite de ratio van het bewuste boek in de B.P.H. aangeeft.

Ter gelegenheid van de verschijning van deze catalogus zal een ruime keuze uit deze 192 incunabelen in de Werkbibliotheek van de B.P.H., Bloemstraat 15 te Amsterdam, te zien zijn.

adres Werkbibliotheek: Bloemstraat 15-19, Amsterdam. Tel: 020-258079/259096. geopend: t/m 8 juni, werkdagen 9.00-12.30 uur en 13.30-17.00 uur.

Yoshitoshi en zijn tijd, japanse prenten ca 1860-1940

‘Yoshitoshi en zijn tijd’ is de vijfde en tevens laatste tentoonstelling in de reeks die het Rijksprentenkabinet samenstelt uit zijn verzameling Japanse kleurhoutsneden. De vorige tentoonstellingen behandelden de Japanse prentkunst tot ongeveer het midden van de negentiende eeuw. Op deze vijfde tentoonstelling is de prentkunst te zien uit de Meiji-(1868-1912) en de Taishō-(1912-1928) periode.

Ca. 1860 waren de grenzen van Japan voor buitenlandse handel en verkeer opengegaan. De onverwachte, vrijwel onbeperkte stroom van westerse ideeën, techniek en kunst bracht grote veranderingen teweeg in de Japanse maatschappij. Voor de prentkunstenaars en hun uitgevers braken moeilijke tijden aan. Hun publiek, de stadsbevolking van Tokyo, raakte gefascineerd door nieuwe ‘media’ zoals de lithografie en de fotografie. In de jaren 1860-1875 is de produktie van Japanse houtsneden dan ook niet groot.

Omstreeks 1880 ontstaat een hernieuwde belangstelling voor de prentkunst. Aangemoedigd door het succes van de kleuren-bijlagen lieten uitgevers nu grote reeksen drukken zoals de serie van ca. negentig gezichten op Tokyo van Kiyochika of de honderd gezichten op de maan van Yoshitoshi. Kiyochika's prenten vertonen invloeden van de westerse grafiek en van de fotografie. De thema's daarentegen zijn traditioneel. Voor Kiyochika is vermoedelijk Hiroshige een belangrijk voorbeeld geweest. Yoshitoshi werkte in de traditie van de Utagawa-school. Zijn werk is in het Rijksprentenkabinet in al zijn facetten vertegenwoordigd: spookprenten, komische taferelen, heldenverhalen, legenden enz. Zijn prentkunst neigt vaak tot het bizarre en het macabere.

Bij de produktie van deze prenten is de samenwerking tussen de kunstenaar, de houtsnijder en de drukker nagenoeg optimaal. Tien tot twaalf kleurblokken over elkaar heen gedrukt zijn niet ongewoon, evenmin als het gebruik van blinddruk, zilver- en micapoeder en het polijsten van de gedrukte verflaag. In een zelfde gecompliceerde techniek werden de triptieken uit de Sino-Japanse oorlog geproduceerd. Deze prenten waren lang verguisd, óók in Japan zelf, waarschijnlijk vanwege hun martiale onderwerpen. Na de Sino-Japanse oorlog verliest de houtsnede haar populariteit. Dit type prenten wordt dan meer en meer een luxeprodukt voor een klein publiek. Het album van Kamisawa Sekka is een voorbeeld van zo'n luxe editie in een kleine oplage.

Omstreeks 1920 gaf de uitgever Watanabe Shōsaburō nieuwe impulsen aan de traditionele houtsnede. Op zijn instigatie maakten bekende schilders, zoals Kawanabe Hasui, prenten met gezichten op Tokyo en beroemde landschappen in Japan. Buitenlanders waren de grootste afnemers ervan. Naast deze traditionele school ontstond een moderne stroming waarin de kunstenaars zelf hun blokken sneden en afdrukten. De tentoonstelling eindigt met een abstract werk van de belangrijkste van deze kunstenaars, één der grondleggers van de moderne Japanse kunst, Koshirō Onchi.

Bij de tentoonstelling verschijnt een geïllustreerde catalogus The age of Yoshitoshi door mw. drs. Ch.E. van Rappard-Boon. Prijs: f 49,90.

 

adres: Stadhouderskade 42 (rechterhoofdingang), Amsterdam.
geopend: t/m 24 juni, dinsdag t/m zaterdag 10.00-17.00 uur, zondag 13.00-17.00 uur.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken