Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Boekenwereld. Jaargang 7 (1990-1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Boekenwereld. Jaargang 7
Afbeelding van De Boekenwereld. Jaargang 7Toon afbeelding van titelpagina van De Boekenwereld. Jaargang 7

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Boekenwereld. Jaargang 7

(1990-1991)– [tijdschrift] Boekenwereld, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 36]
[p. 36]

Berichten

De Vereeniging 175 jaar

De Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels vierde op 19 september haar 175-jarig bestaan. De stichtingsdatum gaat terug op de ‘Acte van verbintenis’. Daarin verbond een aantal uitgevers zich - aan het begin van de negentiende eeuw was een uitgever immers ook nog boekverkoper - gezamenlijk actie te ondernemen tegen mensen die hun uitgaven onrechtmatig nadrukten en zo de houders van het kopijrecht ernstig benadeelden. De Vereeniging trok een advocaat aan om in deze zaken te procederen. En met succes. Elke veroordeling van een nadrukker bracht nieuwe leden, want het nut van samenwerking was duidelijk.

Het 25-jarig bestaan werd gevierd in 1842. Deze datum berustte op een onduidelijkheid: weliswaar was de ‘Acte’ van 1815, maar de eerste jaarvergadering werd pas in 1818 gehouden, met een jaarverslag over 1817. Pas bij de nadering van het 100-jarig bestaan werd de oprichting van de Vereeniging definitief in 1815 geplaatst (zo werd het 75-jarig feest dus in 1892 gevierd).

In de vele jaren van haar werkzaamheid heeft de Vereeniging zich steeds met belangenbehartiging bezig gehouden. Steeds weer gingen er verzoeken naar de Koning: om verbetering van de wetten, die voor het gehele boekenvak van belang waren. De regeling van het recht op de letterkundige eigendom (aanvankelijk niet bij de auteur, maar bij de uitgever), maar ook een wat bizarre zaak als die tegen directeuren op postkantoren die gratis tijdschriften konden versturen en daar een handeltje van maakten. Aan het einde van de negentiende eeuw speelde de Vereeniging een prominente rol, toen in internationaal verband de auteursrechtkwestie besproken werd op de Berner Conventie. Intern zorgde zij voor ondersteuning van behoeftige vakgenoten en hun weduwen en wezen. En voor de onderlinge communicatie: hoewel nog in 1833 een eigen tijdschrift niet noodzakelijk werd geacht, kwam het in 1834 op particulier initiatief opgerichte Nieuwsblad voor den boekhandel na verloop van tijd onder de vleugels van de Vereeniging. Evenals bijvoorbeeld het Bestelhuis (waar het Centraal Boekhuis uit voortkwam). Ook CPNB, Vakopleiding en Speurwerk zijn alle voortgekomen uit de Verbintenis van 1815.

Een internationaal beroemde instelling van de Vereeniging, die van belang is voor ieder die van het boek houdt, is de in 1845 opgerichte Bibliotheek. Deze bevindt zich thans in de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam en is openbaar toegankelijk. De Bibliotheek bezit een rijke verzameling over het boek in al zijn facetten: van manuscript tot handelsobject.

Bij het jubileum van de Vereeniging met de lange naam is een jubileumboek verschenen, waarin de rijke geschiedenis in plaatjes wordt getoond. Tot eind oktober wordt in de tentoonstellingszaal van de universiteitsbibliotheek van Amsterdam een tentoonstelling van dit materiaal (met veel negentiende-eeuws drukwerk) gehouden.

Schrift in beeld

Van 14 september t/m 25 november wordt in het Joods Historisch Museum de tentoonstelling Schrift in beeld gehouden in nauwe samenwerking met de Bibliotheca Rosenthaliana, de afdeling voor judaica en hebraica van de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam. De Bibliotheca Rosenthaliana is tevens ook de voornaamste bruikleengever voor deze grotendeels op Nederlands bezit gebaseerde tentoonstelling. Emile Schrijver, medewerker van de Bibliotheca Rosenthaliana, geeft hieronder een korte inleiding.

Afgezien van de beroemde Dode Zeerollen zijn Hebreeuwse handschriften ons slechts van relatief late datum bekend. De vroegste gedateerde handschriften zijn bijna zonder uitzondering na de tiende eeuw gecopieerd. Hebreeuwse middeleeuwse handschriften zijn afkomstig uit alle plaatsen waar in de middeleeuwen joden gewoond hebben: de Oriënt, het gebied van het oude Byzantijnse rijk, Italië, Sefarad (Noord-Afrika, Spanje, Portugal en Zuid-Frankrijk) en Ashkenaz (Noord-Frankrijk en Noordwest-Europa). Deze Hebreeuwse handschriften werden vaak uitbundig geïllumineerd en het is geen overdrijving te stellen dat het verlucht Hebreeuwse handschrift een vergelijking met zijn christelijke en islamitische tegenhangers moeiteloos kan doorstaan. Vanzelfsprekend legden joodse kunstenaars andere accenten: zo werd in bepaalde gebieden (Oriënt, Byzantium en Ashkenaz) in meer of mindere mate aanstoot genomen aan het tweede gebod om afbeeldingen te maken van de menselijke gestalte. Bij de vervaardiging van het joodse handschrift was er bijna nergens sprake van een daadwerkelijke institutionalisering, het christelijke scriptorium, met zijn streng verdeelde taken, kent eigenlijk geen middeleeuws joodse tegenhanger. Met de uitvinding van de boekdrukkunst kwam, met uitzondering van de in de liturgie gebruikte handgeschreven bijbelteksten, de vervaardiging van Hebreeuwse handschriften stil te liggen, zij het dat er in de achttiende eeuw in Centraal Europa nog een korte maar hevige opleving plaatsvond. Ook werden bepaalde politiek gevoelige of zelfs verboden teksten in talloze versies in handschrift verspreid. Hiervan zijn vooral veel voorbeelden afkomstig uit de zeventiende-eeuwse Portugees-joodse gemeenschap in Amsterdam.

De eerste gedrukte Hebreeuwse boeken - de zogenaamde incunabelen, boeken gedrukt voor 1501 - zijn afkomstig uit Italië, het Iberisch schiereiland en Turkije (slechts één). Van de 139 bekende edities zal

[pagina 37]
[p. 37]

een aantal op de tentoonstelling te zien zijn. In de zestiende eeuw werden grote hoeveelheden Hebreeuwse boeken ook in andere culturele centra vervaardigd. Voorbeelden hiervan zijn Basel, Praag en Constantinopel, maar Italië en vooral Venetië, bleef het belangrijkste centrum. In de zeventiende eeuw verplaatste het centrum van de vervaardiging van joodse boeken zich van Italië naar de Nederlanden.

Hebreeuws was inmiddels al lang niet meer de enige taal waarin joodse boeken gedrukt werden.

Op de tentoonstelling worden boeken getoond uit bijna alle belangrijke perioden; bovendien zijn nog twee handschriften waarvan de afzonderlijke delen zich in verschillende collecties in de wereld bevinden, voor het eerst weer verenigd. De getoonde gedrukte boeken dienen vooral om een indruk te geven van de hoge esthetische kwaliteit van het gedrukte joodse boek. De indeling van de tentoonstelling is een thematische: bijbel, rabbinica, godsdienstig leven, wetenschappen en belletrie. In elke rubriek komen ook moderne uitgaven voor, waaruit de dynamiek en voortgaande traditie van de joodse boekproduktie blijkt.

Bij de tentoonstelling is een catalogus te koop, waarin behalve beschrijvingen van de getoonde objecten ook vier inleidende artikelen zijn opgenomen, waarin de geschiedenis van de joodse literatuur, het Hebreeuwse handschrift, het Hebreeuwse gedrukte boek en de collecties waaruit is geput nader worden belicht: The image of the word. Jewish tradition in manuscripts and printed books.

Nieuw Grafisch Museum

In Zutphen werd begin juni het Grafisch Historisch Centrum geopend. Dit nieuwe museum (in wording) is gevestigd in een voormalige brandewijnstokerij en ligt in het hartje van de stad naast de St. Walburgskerk en de beroemde Librije.

Op de begane grond zijn verschillende types drukpersen te bewonderen waarvan een aantal nog in gebruik is. Verder staat er een schepkuip opgesteld en enkele andere utensiliën voor het vervaardigen van papier. Op de eerste verdieping wordt vooral aandacht besteed aan het boekbinden. Daar staan ondermeer een bordschaar, een clichékast en een verguldpers opgesteld. Pronkstuk op deze verdieping is de collectie stempels en boekbindersgereedschap van Elias P. van Bommel die in bruikleen is afgestaan door het Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen te Amstelveen. Deze prachtige verzameling stempels is nog steeds opgeborgen in de oorspronkelijke kasten.

Men hoopt regelmatig demonstraties te kunnen geven van verschillende bindwijzen, marmeren enz. Leden van de sectie Handboekbinders van het K.V.G.O. kunnen in het museum, op afspraak, gebruik maken van de collectie Van Bommel.

Het Grafisch Museum is gevestigd aan het Kerkhof 16 in Zutphen.

Openingstijden: wo., do. en vr.: 13.00-16.30 uur.
za.: 11.00-16.30 uur.

Men doet er verstandig aan van tevoren even te bellen (tel.: 05750-42329).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken