Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Boekenwereld. Jaargang 7 (1990-1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Boekenwereld. Jaargang 7
Afbeelding van De Boekenwereld. Jaargang 7Toon afbeelding van titelpagina van De Boekenwereld. Jaargang 7

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Boekenwereld. Jaargang 7

(1990-1991)– [tijdschrift] Boekenwereld, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 69]
[p. 69]

Veilingen

Beijers, september 1990

Een groot deel van de op deze veiling aangeboden boeken was afkomstig uit het bezit van de in 1985 op hoge leeftijd overleden neerlandicus dr. P.J. Meertens, van wiens bibliotheek hier het eerste deel onder de hamer kwam. Als geen tweede beheerste deze Zeeuw de diverse terreinen van zijn geschakeerde onderzoeksgebied: de taalkunde en de dialectologie, de emblematiek, de volkskunde en de (familie)naamkunde. De op zijn naam staande lijst van publicaties bevat meer dan 2000 titels, die voor een deel betrekking hebben op onderwerpen die buiten zijn professionele onderzoeksopdrachten lagen. Zo werd Meertens terecht de biograaf van het socialisme genoemd; geen wonder dat de veilingcatalogus tien bladzijden ‘socialism’ bevatte. Behalve door zijn geschriften en in de herinnering van zijn studenten leeft Meertens voort in het Instituut voor Dialectologie, Volkskunde en Naamkunde van de Universiteit van Amsterdam, waarvan hij sinds de oprichting in 1930 directeur was: het P.J. Meertens-instituut. Over de hechte band die Meertens met ‘het boek’ had zou veel te zeggen zijn. Laten wij ons hier beperken tot twee zinnen die uit zijn mond werden opgetekend en voldoende, zo niet alles, zeggen: ‘Wie kan lezen, voelt zich nooit eenzaam’ en ‘Wij ontdekken de wereld op twee verschillende manieren: door eigen ervaring en door het boek; maar wie ze alleen op de eerste wijze ontdekt, ontdekt niet bijster veel’. Meer dan eens gaf Meertens te kennen dat het geschreven woord voor hem een troost in verdriet, een hechte steun in tegenspoed was geweest. Een Dordtse antiquaar vertelde mij dat Meertens de enige klant was die ‘binnen’ aan de huiskamertafel van zijn ouders mocht plaatsnemen. Want de erudiete neerlandicus reisde het hele land door op zoek naar voor hem interessante boeken, hetgeen in een fraaie bibliotheek met menige rariteit en diverse unica resulteerde. De eerste rubriek in de veilingcatalogus luidde dan ook ‘rariora et curiosa’. De belangstelling van de handel en de privé verzamelaars was zeer groot. Tot de zeldzaamheden behoorde bijvoorbeeld het Leidse drukje (1769) De ridderhofstad Santhorst verheerlijkt door het ontvangen van den grootsten held dezer eeuw Pascal Paoli, onverwinlijke voorstander der Corsische vrijheid (f 850). Curieus zijn ook de Sermoenen van Tauler in de uitgave Amsterdam 1588. De foliant in matige staat bracht f 1.800 op. Hetzelfde bedrag moest worden neergeteld voor een uniek klein octaafje dat in 1659 te Amsterdam van de hand van Anneken Hoogwants verscheen: De klare proeve van de ware kerck ofte Gemeente Gods (taxatie f 250-300!). Zeer zeldzaam is ook de uitgave van de 150 eschatologische profetieën van Jacob Boehme, die de ‘geestdrijver’ Quirin Kuhlmann in 1674 te Leiden liet drukken. Het kleine octaafbandje (alweer!) bracht f 2.500 op (f 1.200-1.500). En dan was daar nog het sedecimo-bandje in perkament van Wassenburgius: De gheestelijcke scheepvaart na de haven des eeuwigen levens (Utrecht 1626). In dit unieke boekje duidt de auteur de onderdelen van een schip in religieus-christelijke zin. Het boekje trok heel wat geïnteresseerde broeders uit alle windstreken naar de Domstad, immers ook de geschatte opbrengst was met f 150-180 interessant. De eindfase van het biedgevecht ging tussen de V.U. en een antiquaar die dit scheepje ten koste van f 1.600 uiteindelijk in Dordrecht (voorlopig) afmeerde.

Er werd ook een mooie collectie landkaarten van Europese landen uit ca. 1600 aangeboden, voor het merendeel uit een Ortelius-atlas. Wie gemeend had hier voor een leuk prijsje een decoratieve kaart van zijn favoriete vakantiestreek te kunnen bemachtigen, moest het afleggen tegen de handel: f 475 voor Franken (Bamberg en omstreken), f 400 voor Westfalen, f 300 voor het Zwarte Woud, f 400 voor Galicië, f 500 voor Silezië. Dik betaald werd ook een tweehandig exemplaar van Titsingh, Bijzonderheden over Japan (Den Haag 1824-25) met vier gekleurde platen. Een Zwols antiquariaat telde er f 2.700 voor neer. Al werd de taxatie niet gehaald, f 4.300 voor de Cierlijke voorsnydinghe aller tafel-gerechten (Amsterdam 1664) is toch een prijs die er mag zijn voor dit met 32 plaatjes geïllustreerde octaafje in oblongformaat. Ook miniatuurboekjes waren in trek: de Kooker en Tas Almanach voor 1779 met 13 plaatjes ging in een rood marokijnen bandje (6,2 × 3,1 cm) voor f 1.000 naar een Haagse antiquaar. De f 1.300 (= de taxatie) die een liefhebber voor het Groot algemeen moolenboek van J. van Zijl (Amsterdam 1761) betaalde, is alleszins redelijk te noemen. Goedkoop ging het Palleys der Amstel-Goden van J.H. Krul (Amsterdam 1636), ende f 220 voor een aardige Willink, Amsterdamsche buitensingels in een tweede druk uit 1738 zijn ook verantwoord besteed. Uitgesproken de klad zit - zoals al eerder opgemerkt - in juridische werken in het Latijn uit de 17de en de 18de eeuw. In deze rubriek gingen alle vier aangeboden kavels onverkocht retour. Dat een Dissertatio juridica van Tollens jr. (Leiden 1834) voor f 110 een koper vond, zat hem waarschijnlijk in het 42-regelige gedicht van de hand van vader Tollens achter in het boek. Daarin richt deze Rotterdamse handelaar in verfwaren zich met gevoelige woorden tot zijn juist gepromoveerde zoon.

G.J. Jaspers

Van Gendt 25, 26 en 27 september

Twee catalogi deze keer. De eerste meldt ons ‘Bookplates auction no. 1’. Dat ‘no. 1’ maakt nieuwsgierig. Een keurig catalogusje met aardige illustraties (o.a. van Cossmann, Von Bayros, Orlik, Bauer, Escher en

[pagina 70]
[p. 70]

een fullpage afbeelding van Toorops poster voor het Eucharistisch Congres in 1924, niet echt hèt voorbeeld van ex-libris); daarin systematisch de ruim 25.000 bookplates (want met het meervoud van exlibris wordt het rommelen), verdeeld over 774 kavels variërend van 2 tot 5000 stuks, een paar enkelingen. De heer R. Kok, zelf verzamelaar van deze materie, heeft per land en per land op ontwerper ingedeeld. Bij kleine kavels staan meestal ook de namen van degenen voor wie het ex-libris ooit bestemd was, hier en daar wat verwijzingen naar de handboeken. Nee, tot zover alles in orde. Maar op de veiling gaat het een beetje mis: een niet al te grote belangstelling, veel nummers blijven onverkocht. De door Escher ontworpen exlibrissen (Van Dale geeft 't wel degelijk) halen ruim hun taxatie met opbrengsten tussen de f 90,- en f 280,-; voor ongeveer dezelfde bedragen gaan de ontwerpen van Lebeau, maar dan wel zeven per aankoop. Zelfs de naam Werkman, meestal toch goed voor enige beroering, blijkt in de ex-libris-kring niet zo te werken: drie van de vier nummers gaan terug. Het grootste kavel, 5000 exemplaren, vindt voor f 1600,- zijn weg naar een koper; 5000 stuks, genoeg voor een kleine veiling, ‘Bookplates auction no. 2’? ik moet 't nog zien.

In de tweede catalogus ‘Book auction no. 289 (dat is andere koek) en ‘Print auction no. 45’. Wat de boeken betreft, het bekende gevarieerde aanbod, redelijke kwaliteit, geen echte toppers. Een greep uit enkele rubrieken: een collectie van 47 boeken in ‘batikbanden’ haalt de schatting van f 1500,-, een foto van Couperus met handtekening en dankwoord f 3200,- (800-1000), manuscriptmateriaal van Jef Last, gedeeltelijk gebruikt in Brieven uit Spanje en De Spaanse tragedie, f 2800,- (1200-1500). Zeer interessant en eveneens in verband staande met Spanje, het bandje met 7 gedateerde mss. (1929-1934) van H. Marsman, (i.a. Drievoudig afscheid, Twee Andalusische steden, Toledo en Dos Pasos), dat voor f 8500,- (4000-6000) in particuliere handen komt. Het incomplete handschrift van Couperus, Elyata. Een sproke van de Historie, blijft in de inzet van f 35000,- steken en kan weer via de diverse schijven terug naar de inzender. Dadaïsme en bibliofiele uitgaven blijven kennelijk gewild: van de eerste groep Picabia's Poési Ron-Ron, 1919, een van de 100 ex., f 900,- en van dezelfde Unique eunuque (1920) met een voorwoord van Tzara f 425,-; van de tweede groep lijkt me The History of Reynard the Foxe, in de uitgave van de Kelmscott Press, 1892, met f 2500,- goed betaald, terwijl de vijf items van de Golden Cockerel Press tussen de f 140,- en f 950,- rond hun respectievelijke schattingen hun weg vinden. Flor de Pascua, 1921, met 15 houtsneden van Escher en De vreeselijke avonturen van Scholastica, 1933, eveneens door Escher geïllustreerd, blijven met f 4400,- en f 2400,- onder hun absurd hoge taxaties (6000-8000) en (3000-4000), maar worden uiteraard wel verkocht. Bij de kinderboeken haalt een redelijk ex. van Meggendorfer's bewegliche Schattenbilder II, misschien mede dankzij de fraaie afbeelding in de catalogus, f 1500,- (500-1000). De 19 delen Kwadraat-Bladen blijken met 2500-3500 te optimistisch geschat en gaan terug, wat niet gezegd kan worden van Industriia Sotsializma, 1935, 6 (van de 7?) delen, met het cover design van Lissitzky, f 3800,- (8001000). Bij de oude boeken nauwelijks verrassingen. Het Groote Tafereel der Dwaasheid, 1720, zo langzamerhand een vast nummer op iedere veiling, brengt f 4200,- op, een pittige prijs, maar nog altijd een stuk ‘voordeliger’ dan de f 6500,- die op de vorige Van Gendt veiling voor dit boek betaald werd. Een ander obligaat veilingnummer, Wagenaars Vaderlandsche Historie, 1752-'59, 21 delen met alles erop en eraan en zelfs wat extra's, lijkt me voor f 1600,- (800-1000) geen koopje. Met de ‘oude’ Nederlandse letterkunde blijft 't sukkelen. Wat al verkocht wordt, blijft vaak onder de taxatie; Vondel kan weer in 10 delen terug in zijn doos, f 1400,- blijkt te veel gevraagd.

Ook Buffon komt - om maar eens een eufemisme te gebruiken - ‘nog al eens voor’ op veilingen, maar deze 21 (van de 38) delen ‘natuurgeschiedenis’, 1766-'79, bevatten o.a. 402 handgekleurde platen, zodat een prijs van f 4400,- niet eens al te dol is. Het schitterende boek over schelpen van Knorr, Verlustiging der Oogen en van den Geest etc., 1770 evv., helaas verre van compleet, brengt toch f 2800,- op. A. Rogaards Nodige en Tijdige Waarschouwing tegens de Gemeenschap aan Sodom, 1731, haalt met f 850,- bijna zes maal de schatting, welk succesje voor de veilinghouder op bescheidener wijze herhaald wordt met Reize(n) rondom de Waereld, 1795-1809, van J. Cook; dit bibliotheekexemplaar in 14 banden met op een na alle platen, haalt de pittige prijs van f 4600,- (1200-1500), een goed slot van een redelijke veiling.

J.A. Borst

Tekeningen en prenten bij A. Mak, 2 oktober

Het grote succes - overigens zowel voor het veilinghuis als voor de kopers - van de tekeningen- en grafiekveiling die Mak te Dordrecht in maart 1989 organiseerde van de collectie van mr. J. Prinsen, moet de inspiratie geleverd hebben voor de speciale veiling op 2 oktober j.l. Dat het eerdere succes niet geëvenaard werd, lag helaas aan het aanbod dat beduidend minder was. Het catalogiseren was met grote ijver, maar hier en daar wat optimistisch verricht. Soms laat onwetend publiek op de veiling zich meeslepen door die enthousiaste onwetendheid en koopt onder het bekende motto ‘niet goed, geld weg’; de ervaren kopers laten zich echter niet zo gauw verleiden, met als resultaat dat taxaties deze keer bij Mak in veel gevallen niet gehaald werden. Een voorbeeld hiervan was een charmant, maar wat mager potloodteke- ningetje van 8,5 × 15,5 cm dat toegeschreven was aan C. Kimmel, getaxeerd op f 400-500 en afgebeeld in de catalogus. Ondanks deze moeite daalde de hamer al bij f 180,- na een inzet van f 150,- (in de karakteristieke slepende monologue intérieur van de veilingmeester: ‘Maar eens inzetten op...’). Een dergelijk lot trof ook twee figuurstudies die aan P.C. Wonder waren toegeschreven en waarvan eveneens illustraties in de catalogus waren opgenomen: resp. f 110,- en f 160,- (taxatie elk 400-500). Wat teleurstellend was ook het resultaat van een nogal saai gezicht op het dorp Laren door N. Wicart (pen en penseel in grijs, 29,5 × 43,5 cm.): f 1100,- bij een taxatie van f 1800-

[pagina 71]
[p. 71]

2000. De grootste deceptie voor de veilinghouder zal ongetwijfeld de opbrengst zijn geweest van Der arme Vetter met 38 litho's door Ernst Barlach, waarvan er echter 7 ontbraken (uitgave in 300 exemplaren, 1919); het werk werd op f 8000,- ingezet en bleef met 11.000,- ruim onder de toch ook wel forse schatting van f 20.000-25.000.

Er waren ook goede opbrengsten. Een Duits- Zwitsers schetsboekje van 142 pagina's met voornamelijk natekeningen naar oudere prenten deed f 1800,- (taxatie 600-800). Een los getekende en met aquarel en gouache afgewerkte scène met een flamengo-danseres door Piet van der Hem (Madrid 1914, 45 × 62 cm) was getaxeerd op f 800-1000, werd ingezet op f 2000,- en werd uiteindelijk voor f 3200,- door een handelaar gekocht. Het is mij niet duidelijk waarom zo'n tekening niet in de catalogus afgebeeld werd. Twee aardige laat 18de-eeuwse scheepstekeningen in rood krijt, deden f 650,- en f 700,- (taxaties resp. 600 en 500). Er werd ook over de telefoon geboden: twee tekeningen in rood krijt naar antieke beelden deden f 550,- (taxatie 100-150); zou de hele zaal zich vergist hebben en zou de signatuur A. Bloemaert ten onrechte genegeerd zijn ten faveure van de omschrijving ‘Onbekend (ca. 1700)’? Een ander telefonisch bod gold twee academiestudies van f 260,- en f 360,- (taxaties resp. 400-500 en 300-400). Het is te hopen dat deze tekeningen niet gekocht werden omdat ze - zoals de catalogus vermeldde - bij het Amsterdamse genootschap Felix Meritis zouden zijn ontstaan. Men zou bedrogen uitkomen. In ieder geval droeg het eerste blad de handtekeningen J. Ziezenis en C. Buys die als directeuren van de Amsterdamse tekenacademie, de ‘concurrent’ van Felix Meritis, destijds toezicht hadden gehouden bij het tekenen naar het naaktmodel. Zij signeerden het blad niet als gezamenlijke tekenaars maar parafeerden als controleur en directeur ten bewijze van het feit dat de tekening slechts in twee sessies gemaakt was en dus kon meedingen naar één der jaarlijkse prijzen. Het attente Amsterdamse Gemeentearchief kocht een fraaie aquarel van de Amsterdamse Bloemenmarkt door W. Steelink, ingezet op f 800,- en afgeslagen voor f 1.300,- (taxatie 600-700). Curieus was het om de Gemeente Zwijndrecht te zien bieden tegen het Dordrechts Museum met als inzet een leuke tekening van een schrijvende man (‘De gemeente-secretaris van Zwijndrecht’) door Willy Sluiter uit zijn vroege jaren: opbrengst f 550,- bij een taxatie van f 150-200.

De middagzitting bevestigde nog eens dat deze kleine veilingen in de provincie verrassingen kunnen inhouden. Verrassingen zowel wat betreft hoge prijzen, als wat betreft extreem lage. Enkele voorbeelden van de eerste soort: een anonieme kopie naar P.J. Saenredam (in de catalogus omschreven als eigen werk van Saenredam) bracht toch nog f 140,- op, een ‘Strichätzung’ van Kokoschka f 500,- (200-300), twee reproducties van L.W.R. Wenckebach (omschreven als etsen) f 100,- en twee zwaar beschadigde Nieuwjaarswensen f 120,-. Niet duur waren bij voorbeeld vier houtsneden van de Rus Lebedieff (f 20,-), een zeldzame satirische prent op de vrede van 1714 (f 40,-) en een aantal ovale gravures uit De Nederlandsche Stad- en Dorpsbeschrijver (ca. f 15,- per stuk). Enkele litho's uit Nash' Mansions ofEngland deden gemiddeld f 300, - (500-600). Een prent van Sallieth van de Slag op de Doggersbank werd verkocht voor f 400,- (500-600) dankzij aanprijzingen van de veilingmeester: ‘Is een bekende slag geweest; tegen de Engelsen waarschijnlijk’ en een 18de-eeuwse kaart van China kreeg de opmerking mee ‘makkelijk voor de mensen die er heen gaan; is niet veel veranderd’.

Ook de ca. 35 lots boeken vertoonden uitschieters. De Verhandeling over het natuurlijk verschil der wezenstrekken in menschen van Petrus Camper deed f 220,- (50-80), de eerste druk van Van Eedens Kleine Johannes met de ets van Jan Veth f 70,- (150-180), de twee delen van U. Huber over de Regtkunde in Friesland (1774/5) f 20,- (50-80) en een beschadigd exemplaar van Le Lavater portative uit 1808 f 400,- (100-150).

Tenslotte nog enkele prijzen van moderne kunst: Twee delen Picasso 347 Graphik (München 1970) f 800,- (800-1000) en elf litho's Elles van Toulouse-Lautrec f 800,-(1000-1200).

R.J.A. te Rijdt en A.G. van der Steur


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Gerard Jaspers

  • J.A. Borst

  • A.G. van der Steur

  • R.J.A. te Rijdt


datums

  • 25 september 1990

  • 2 oktober 1990