Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Boekenwereld. Jaargang 22 (2005-2006)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Boekenwereld. Jaargang 22
Afbeelding van De Boekenwereld. Jaargang 22Toon afbeelding van titelpagina van De Boekenwereld. Jaargang 22

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Boekenwereld. Jaargang 22

(2005-2006)– [tijdschrift] Boekenwereld, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 115]
[p. 115]

Verschenen boeken

Saskia de Bodt, Getekend, Hans Christian Andersen. Zijn geïllustreerde sprookjes in de Lage Landen. Uitgeverij Terra/Koninklijke Bibliotheek, Warnsveld/Den Haag 2005, 94 p. geïll. ISBN 9058973549, €17,95

Dit glossy gebonden boekje verscheen ter gelegenheid van de 200e geboortedag van Hans Christian Andersen, die blijkens een komische zetfout in de flaptekst nog voortleeft tot het jaar 18975. Ter gelegenheid van het boek is ook een tentoonstelling georganiseerd rondom Andersen-illustratoren in het Veluws Museum Nairac. Dat is een goed initiatief geweest, want de illustraties bij de sprookjes van Andersen zijn een lust voor het oog en nemen het leeuwendeel van dit boek in beslag. Het boek is losjes opgezet rond de bekendste illustratoren van Andersens sprookjes, zoals Hutschenreuter, Dirk Nijland, John Raedecker, Rie Cramer, Cornelis Jetses, Monro S. Orr; alle nationaliteiten door elkaar dus. Zij passeren met enkele proeven van hun werk in chronologische volgorde de revue. Aan elke periode is een etiket gehangen, zoals ‘artistieke idealen’ voor begin 20e eeuw, ‘somber en sober’ voor de oorlogsperiode en ‘vrolijke expressie’ voor de decennia daarna. In eenvoudige bewoordingen krijgt de lezer uitgelegd wat er zo speciaal is aan elke nieuwe tekenstijl. Veel meer pretentie lijkt dit boek verder niet te hebben. Er is niet naar wat voor volledigheid dan ook gestreefd - zo is alleen uitgegaan van de collectie van de kb - en ook aan achtergrondinformatie worden niet veel woorden vuil gemaakt. Merkwaardig genoeg wordt pas helemaal aan het einde even de bijzondere editie genoemd van de Sprookjes uit 1992, waarin bij elk verhaal weer van een andere set illustraties gebruik is gemaakt. Met die editie uit 1992 was het onderwerp van Getekend, Hans Christian Andersen in feite al op de kaart gezet. De toonzetting en de opzet van het boek doen vermoeden dat hier gemikt wordt op een zeer breed publiek, terwijl het onderwerp naar meer smaakt. (lk)

R. Breugelmans, Fac et spera. Joannes Maire Publisher, Printer and Bookseller in Leiden 1603-1657. Leiden 2003, 758 p., ISBN 9061942292. [Een handelseditie is verschenen te 't Goy-Houten bij uitgeverij hes & de graaf, ⁖350]

Op 20 november 2003 verdedigde Ronald Breugelmans zijn langverwachte proefschrift over Joannes Maire aan de Universiteit van Leiden. Naar verschillende uitgevers en drukkers in het zeventiende-eeuwse Leiden, zoals De Elseviers en de Raphelengii, is al veel onderzoek verricht. Met dit proefschrift heeft Breugelmans de naam van Maire aan dit rijtje willen toevoegen en hem de aandacht willen schenken die deze drukker/uitgever/boekhandelaar, naar zijn stellige overtuiging, verdient. En inderdaad, aan Maire en zijn fonds kan men niet zomaar voorbij gaan, want we hebben hier te maken met een uitgever met een zowel kwantitatief als kwalitatief respectabel fonds. Hij gaf de Discours de la methode (1637) van René Descartes en De veritate religiones Christianae (1629) van Hugo de Groot uit, naast nog eens 414 andere boeken in de periode 1626-1657. Al deze uitgaven blonken uit in wetenschappelijke inhoud en uiterlijke verzorging.

Het proefschrift van Breugelmans bevat grofweg twee delen: een algemene inleiding waarin de activiteiten van Maire als uitgever, drukker en boekverkoper in Leiden wordt belicht. Daarbij wordt natuurlijk aandacht besteed aan het belang en de betekenis van het fonds en van enkele auteurs. Het tweede en omvangrijkste gedeelte (ruim 600 pagina's) van het proefschrift omvat de bibliografische beschrijvingen van alle uitgaven van Maire. Het boek wordt afgesloten door vier appendices en een onmisbare index op persoonsnamen. Op een bij het proefschrift gevoegde cdrom zijn afbeeldingen van alle beschreven titelpagina's opgenomen. Hiermee wordt de lezer een nuttig apparaat aangereikt om op een snelle manier een goed inzicht in het fonds van Maire te

[pagina 116]
[p. 116]

kunnen krijgen. Breugelmans geeft zelf aan dat het maken van de uitgebreide bibliografische beschrijvingen zijn ‘aanvankelijke en enige hoofddoel’ was. Juist daardoor is de algemene inleiding, die vooral voor een groot lezerspubliek van belang is, helaas aan de beknopte kant gebleven. Toch kan het Breugelmans niet worden ontzegd dat hij een van zijn doelen heeft bereikt, namelijk het naar voren brengen van Maire als een van de belangrijkste uitgevers van het zeventiendeeeuwse Leiden. (KvO)

P.G. Hoftijzer, Rijk van Pallas. Leiden, Universiteit Leiden 2003, 20 p., niet in de handel

Op 5 september 2003 aanvaardde profdr. P.G. Hoftijzer het ambt van bijzonder hoogleraar in de geschiedenis van het boek vanwege de Dr P.A. Tiele-stichting met een rede getiteld Rijk van Pallas. Deze werd uitgesproken in het groot auditorium van het academiegebouw aan het Leidse Rapenburg. Op deze locatie is door de eeuwen heen een innige relatie tussen de universiteit en de boekhandel en uitgeverij in Leiden te zien geweest. Het academiegebouw ligt centraal in het academiekwartier, waar zich traditiegetrouw vele boekhandels onder andere in de Kloksteeg, Nonnensteeg en Pieterkerkchoorsteeg bevonden (en ten dele nog steeds bevinden). Bovendien bevindt het gebouw zich op een steenworp afstand van het gedeelte van het Rapenburg dat ook wel bekend staat als het Rijk van Pallas. In zijn rede geeft Hoftijzer een boeiend overzicht van de natuurlijke symbiose tussen universiteit en boekenbedrijf in Leiden. Nadere aandacht wordt hierbij besteed aan de relatie tussen wetenschap en boekhandel in deze Hollandse universiteitsstad gedurende de Gouden Eeuw. Deze relatie is volgens Hoftijzer, zeker in het geval van Leiden, betrekkelijk harmonieus en er was zeker sprake van een vanzelfsprekende interactie tussen universiteit en boekenbedrijf.

De centrale vraag voor de boekgeschiedenis is volgens Hoftijzer het begrijpen welke functie het boek, in al zijn verschijningsvormen, heeft vervuld in het verleden. Hij waarschuwt daarbij het boek niet te veel te isoleren en de rol van het boek, tenslotte een van de vele manieren waarop kennis en informatie werd uitgewisseld, niet te veel uit te vergroten. Hoftijzer pleit daarom sterk voor een interdisciplinaire wijze van onderzoek. Dat het bij Hoftijzer niet alleen om de theorie gaat, komt naar voren uit de indrukwekkende lijst van projecten waarbij hij de afgelopen jaren betrokken is geweest: de nbv, Bibliopolis, het Scaliger Instituut en natuurlijk de Dr P.A. Tielestichting. (KvO)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken