Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Boekenwereld. Jaargang 30 (2014)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Boekenwereld. Jaargang 30
Afbeelding van De Boekenwereld. Jaargang 30Toon afbeelding van titelpagina van De Boekenwereld. Jaargang 30

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (29.24 MB)

Scans (419.13 MB)

ebook (34.62 MB)

XML (1.40 MB)

tekstbestand






Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Boekenwereld. Jaargang 30

(2014)– [tijdschrift] Boekenwereld, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 47]
[p. 47]


illustratie
rechterpagina Striptease: het lijk ontdoet zich van zijn huid. Julius Casserius. Tabulae anatomicae LXXIIX, omnes novae nec ante hac visae, Venetië 1627.
Meer striptease: het lijk ont(k)leedt zichzelf.


Tot het einde van de achttiende eeuw had de anatomie weinig invloed op de medische praktijk. Anatomen waren academische prima donna's die indruk maakten in hun theaters, maar nauwelijks daarbuiten. De medische wetenschap was hoogstens onderhevig aan theoretische modes die voor de patiënt vervelend konden uitpakken - als hij de pech had rijk genoeg te zijn om de dokter te kunnen betalen. Maar gelukkig waren de meeste voorgeschreven medicijnen onschuldig, zoals kruiden of gedroogde en fijngemalen adder. Chirurgie was vóór 1800 een ruw vak dat beoefend werd door slagers met een vaste hand en een ziel van ijzer, die simpele ingrepen uitvoerden zoals het afzetten van een been of het verwijderen van nierstenen.

Dat veranderde allemaal tijdens de Franse Revolutie. Chirurgijns werden artsen die grondig werden onderwezen in de anatomie door vrijwel dagelijks in lijken te snijden. Het beroep kreeg status en daarmee begon een tragedie die bijna honderd jaar zou duren. We hoeven maar te denken aan de strijd van Semmelweis om de meest elementaire hygiëne ingevoerd te krijgen. Door het koppige verzet tegen elementaire maatregelen als het wassen van handen stierven ontelbare vrouwen in het kraambed. De kans om levend uit een ziekenhuis te ontsnappen nam in de negentiende eeuw drastisch af. Aanvankelijk door onwetendheid, later door hardnekkige koppigheid, veroorzaakt door blinde eigenwaan - een eigenschap waar de medische stand ook tegenwoordig wel eens last van heeft.

Artsen waren verantwoordelijk voor onvoorstelbaar en nodeloos lijden. Dat begon op de snijtafel waar lijken werden ontleed die, tot verdriet van de nabestaanden, uit graven waren gestolen of door moordenaars waren aangeleverd. Voordat algehele verdoving rond het midden van de negentiende eeuw gangbaar werd, werden patiënten op de operatietafel gemarteld, soms zelfs doodgemarteld. Het is opvallend maar niet opmerkelijk dat de eigendunk van de academische medicus in diezelfde periode tot ongekende hoogte steeg - niet ondanks, maar dankzij de offers die door de zieken werden gebracht. Zo lijkt de negentiende-eeuwse kliniek nog het meest op een Incatempel, een offerplaats voor de wetenschap, compleet met hogepriesters die geen weerwoord dulden.

Was al die anatomische kennis die eeuwenlang werd verzameld dan helemaal zinloos? Natuurlijk niet. Zelfs nutteloze kennis vindt vaak een toepassing, maar dan op een heel ander terrein. En het is aannemelijk dat we zonder Vesalius geen Descartes hadden gehad, zonder Descartes geen Spinoza en zonder Spinoza geen Verlichting. Echte vooruitgang is (in tegenstelling tot namaak) meestal het gevolg van tegenspraak. Veel mensen denken dat wetenschap begint met de vraag ‘Waarom?’ Maar de echte vraag is ‘Hoezo?’ - hoe gehaat de vragensteller zich daarmee ook maakt. Om die vraag te kunnen stellen moet er een aanleiding zijn. En niets nodigt daartoe meer uit dan pseudo-kennis die gekleed gaat in het feestgewaad van maatschappelijke waardigheid.

[pagina 48]
[p. 48]


illustratie

[pagina 49]
[p. 49]

Gekkenhuis

Kort na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog tekende Louis Raemaekers deze ‘satirieke kaart van Europa’, die in 1915 werd uitgegeven door Broese in Utrecht. Engeland, gekleed in Schotse kilt, hakt met zijn sabel in op Duitsland dat Frankrijk naar het leven staat. België wordt voorgesteld als een mannetje dat in het oorlogsgeweld wordt verpletterd. Angstvallig probeert de Hollander zijn neutraliteit te handhaven met een pijp in de ene en een pistool in de andere hand - een toespeling op de mobilisatie. Oostenrijk-Hongarije, de bondgenoot van Duitsland, dreigt onder de voet te worden gelopen door het tsaristische Rusland. Het Ottomaanse Rijk heeft militaire hulp van Duitsland aanvaard, getuige een kromzwaard met het opschrift ‘Made in Germany’. De inlijving bij de As-mogendheden dreigt suïcidale gevolgen te hebben, want de Turk snijdt zichzelf bij de Dardanellen de keel af: een toespeling op het Britse plan voor de Dardanellen-expeditie, dat eind 1914 gestalte kreeg en zou uitlopen op een desastreuze mislukking. Op de Balkan worden de messen geslepen en tussen de bedrijven door tracht een besnorde Italiaan zich meester te maken van de irredenta Zuid-Tirol en Triëst.

Raemaekers' kaart stond niet op zichzelf, er verscheen destijds een zwerm van zulke ‘humoristische’ kaarten. De karikaturale inkleuring verschilde, al naar gelang de herkomst van de maker.

Raemaekers had destijds in Nederland een gevestigde reputatie als schilder, politiek tekenaar en illustrator [De Bodt, De verbeelders, p. 46-47], maar zette voortaan zijn talent in voor het verbeelden van de oorlog. Als politiek tekenaar zou hij een sleutelrol spelen in de geallieerde propaganda, zoals blijkt uit het artikel van Ariane de Ranitz.

De Boekenwereld presenteert een drieluik over prenten uit en over de Eerste Wereldoorlog. Naast Raemaekers hielden verscheidene andere Nederlandse verbeelders zich bezig met het thema dat ook in Nederland de actualiteit beheerste. Tussen 1915 en 1919 tekende Jan Sluijters voor De Nieuwe Amsterdammer een reeks van 77 (anti-)oorlogsprenten, die wordt besproken door Henk Slechte. Piet van der Hem en Willy Sluiter publiceerden prenten in hetzelfde tijdschrift. Een speciale categorie bestaat uit de propagandaprenten van Duitse en Franse origine, waarvan verzamelaar Nico Boerma een selectie bijeenbracht. Deze picturale oorlogvoering komt aan de orde in het artikel van Dirk Tang.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken