Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Boek. Jaargang 2 (1913)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Boek. Jaargang 2
Afbeelding van Het Boek. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van Het Boek. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.71 MB)

Scans (307.62 MB)

ebook (10.20 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/boekwetenschap


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Boek. Jaargang 2

(1913)– [tijdschrift] Boek, Het–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Mededeelingen.

Goed en slecht drukwerk. - Over de tentoonstelling van goed en slecht drukwerk, welke van 15 Februari tot 2 Maart j.l. gehouden werd te Amsterdam in het stedelijk museum, schrijft Deka, de Amsterdamsche correspondent der Oprechte Haarlemsche Courant het volgende in het nummer van 22 Februari:

De vereeniging ‘Kunst aan het Volk’ heeft in een der bovenzalen van het Stedelijk Museum eene kleine tentoonstelling geopend, waarop eens in ruimen kring de aandacht mag worden gevestigd. Ik bedoel de Tentoonstelling van goed en slecht drukwerk, welke een vervolg mag heeten op de afdeeling drukwerk van de Tentoonstelling van smaakmisleiding, welke voor twee jaren door dezelfde vereeniging gehouden is.

De thans geopende tentoonstelling spreekt duidelijker tot den leek dan de vorige, omdat men zooveel mogelijk gelijksoortige voorbeelden naast elkander heeft gehangen, een goed reclamebiljet en een slecht; een mooi tentoonstellings-biljet en een leelijk.

De tegenstelling tusschen wansmaak en juist begrip komt daardoor sterker uit, dan meestal in zoo'n ‘gruwelkamer’ het geval was. Aan de muren ziet men, kort samengevat: ‘Naast een leelijke adreskaart een betere, naast een niet-sprekend biljet een duidelijk; naast een onrustige en fletse boekpagina een rustige en kleurvolle(?); naast een technisch- en daardoor tevens aesthetisch-foutief opgezet en uitgevoerd biljet een dat juist is van opzet en uitvoering; naast een vrij-ontworpen, geteekend, slecht omslag een dergelijk goed; naast een onsmakelijk(?) en overdadig versierde, gezette circulaire een smaakvolle en bescheiden georneerde eveneens in boekdruk uitgevoerd’!

Ik ontleen dit overzicht aan de inleiding welke de bekende heer S.H. de Roos voor den catalogus der Tentoonstelling heeft geschreven.

Ik heb voor die Inleiding veel lof, alleen mag met recht aanmerking worden gemaakt op de slordige wijze waarop de heer De Roos de Nederlandsche taal hanteert. Ik plaatste in het kleine citaat twee kleine vraagteekens. Wat is kleur-vol? Ik vind dat woord niet in mijn De Vries en Te Winkel. En ‘onsmakelijk’ moet zeker wansmakelijk zijn. Deze tentoonstelling is een protest tegen smaakmisleiding, en zij zal, als zoodanig, van groot nut zijn. Maar nu moeten de aanstichters ook eerbied toonen voor andere belangen, welke niet minder gevaar loopen, en in de allereerste plaats de Nederlandsche taal waarin zij zich richten tot den bezoeker die om uitlegging vraagt, zuiver houden.

Een goed werk deed de heer De Roos door nog eens duidelijk uiteen te zetten aan welke eischen een reclamebiljet moet voldoen, niet alleen in aesthetisch opzicht, ook uit een practisch oogpunt. Een reclamebiljet, zoo zet hij uiteen, moet duidelijk zijn, sprekend; het moet de aandacht trekken. Daarnaast moet de kunstenaar rekening houden met de bestemming van het biljet. Een aankondiging van Vondel's Lucifer verlangt een fijner, en stemmiger uitvoering dan eene reclame voor koffie of bier, schrijft hij terecht. In de tweede plaats: een biljet is geen schilderij, het moet de werkelijkheid niet imiteeren; het is eene papier-versiering en dus mag de voorstelling niet het vlak, waarop zij is aangebracht, breken, door den valschen schijn van naar voren komende figuren of letters. Ook mag men op het biljet geen ander materiaal, bijv. tegeltjes nama-

[pagina 111]
[p. 111]

ken. Dat is een leugen op papier. Alles moet in zijn eigen karakter blijven, en naar zijn eigen aard worden behandeld. Men bereikt door eene imitatie niets, daar reeds op een afstand te zien is dat het niet echt is, en men dus bij den neus wordt genomen. En zelfs moet worden afgekeurd - maar dit is waarschijnlijk voor den ongeoefenden bezoeker moeilijker te begrijpen, het gebruik van een werkelijk kunstwerk voor een reclame-biljet, indien er niet het minste verband is tusschen het aangeprezen artikel en het sujet dat den artist bezielde. Ik denk aan het zeer typische voorbeeld dat de schrijver geeft: de olieverfstudie van Breitner, voorstellend een of meer paarden:... reclame voor Delftsche sla-olie.

Toch is het begrijpelijk dat sommigen daarin vervallen, gezien de waarlijk gruwelijke monsters van origineele reclamekunst welke de tentoonstelling te zien geeft. Ik denk aan de biljetten voor twee te 's-Gravenhage te houden 1913-tentoonstellingen. Hoe voordeelig steekt daartegen af de prachtige plaat voor de E.N.T.O.S. (Eerste Nederlandsche Tentoonstelling op Scheepvaartgebied) te Amsterdam. Maar dit is dan ook het resultaat van eene prijsvraag, waaraan knappe teekenaars deelnamen, terwijl de beoordeeling aan bevoegden is overgelaten. Ik voor mij zie nog liever een goede ‘ouderwetsche’ reclame-plaat, dan bloedlooze producten van zoogenaamde moderne kunstenaars.

Dezelfde beginselen als hierboven voor reclame-biljetten zijn aangegeven, gelden voor het drukwerk op deze tentoonstelling. Papier moet altijd den indruk blijven maken van papier; d.w.z. moet versierd worden naar zijn aard, dat is: vlak, met vlak-decoratieve ornamentaties, zonder schaduwwerking. Papier, zegt de heer De Roos, mag niet door het bedrukken met kruislijntjes of lederkorn den valschen schijn wekken linnen of leder te zijn, of gedecoreerd alsof het gips, brons, hout, marmer, linnen of leder ware. Door de keuze van versiering, ornamenteel, symbolisch of illustratief, door de kleur of combinaties van kleuren, licht of donker, scherp of zacht, warm of koel; door de lettergroot of klein, fijn of dik, breed of smal, open of gesloten te kiezen; door het papier wit of getint, ruw of glad, dik of dun te nemen, en door het bepalen van de afmetingen als ook door de oneindig-mogelijke wisselwerkingen van al deze factoren, kan zóó'n groote verscheidenheid bereikt worden, dat inderdaad de vrees voor eentonigheid ongegrond is.

Naast de tegenstellingen van slechter en beter drukwerk is getracht, door middel van een aantal boeken en reproducties daarvan, een behoorlijk overzicht te geven van de ontwikkeling van het boek-uiterlijk. Naar de catalogus meedeelt noodzaakte gebrek aan ruimte tot het laten zien van slechtse merkwaardigste voorbeelden. Maar men krijgt dan toch een volledig overzicht, te beginnen met het geschreven boek, en gaande langs de hoogten van bloei, en de diepten van verval tot den tegenwoordigen weder-opbloei. Dat ook in ons land een nieuwe morgen daagt kan niet anders dan met genoegen worden vernomen.

DEKA.

 

De ‘Library Assistants' Association’ zal haar derde ‘Annual Easter School and Excursion’ ditmaal in ons land houden. De Engelsche gasten zullen hier ontvangen worden door de ‘Studie-Afdeeling der Centrale vereeniging voor Openbare Leeszalen en Bibliotheken’ uit welker leden zich een commissie gevormd heeft, bestaande uit de dames A.C. Gebhard. O. Mühlenfeld en N. Snouck Hurgronje, die de regeling voor de ontvangst op zich genomen hebben.

Van 21-24 Maart zal een bezoek gebracht worden aan de bibliotheken en aanverwante instellingen te Dordrecht, 's Gravenhage, Leiden, Haarlem, Amsterdam, Hilversum, Utrecht en Rotterdam, waar verschillende bibliothekarissen welwillend hunne medewerking in dezen toegezegd hebben. De Hollandsche vakgenooten hopen er dus in te zullen slagen, hun Engelschen gasten een indruk te geven van het vele merkwaardige dat het oudere bibliotheekwezen in Nederland te zien geeft, alsook van het nieuwe leven dat zich op het gebied van het moderne bibliotheekwezen thans ook hier openbaart.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken