Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Boek. Jaargang 5 (1916)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Boek. Jaargang 5
Afbeelding van Het Boek. Jaargang 5Toon afbeelding van titelpagina van Het Boek. Jaargang 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (12.00 MB)

Scans (326.12 MB)

XML (1.14 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/boekwetenschap


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Boek. Jaargang 5

(1916)– [tijdschrift] Boek, Het–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Boekbesprekingen.

De houtsneden in Vorsterman's bijbel van 1528. Afbeeldingen van Jan Swart, Lucas van Leyden e.a. Met een inleiding en een kritische lijst door Mr. N. Beets. Uitgeg. vanwege het Kon. Oudheidk. Genootschap te Amsterdam, 1915.

Het is een allerkeurigste reeks bijbelprentjes in goede facsimiles op Oud-Hollandsch papier, waarvan de heer Beets de uitgaaf bezorgd heeft; eenvoudig, ja naïef van opvatting, en krachtig van teekening. Het fraaie titelblad, de gedrukte titel in eene omlijsting van negen blokjes, moest in dit octavoboekje belangrijk verkleind worden, maar maakt desondanks nog een krachtigen indruk. Evenzoo de mooie voorstelling van de schepping van Eva midden in

[pagina 73]
[p. 73]

een krans van wolken en sterren, waaromheen God de vader met aanbiddende en musiceerende engelen; en ook het titelblad van het Nieuwe Testament met de vergelijkingstabel op de keerzijde. De gewone tekstprentjes konden onverkleind worden gegeven elk met een onderschrift dat de voorstelling kort aangeeft. Aan het slot, no. 98 is het colophon van 1528 gefacsimileerd, en dan volgt de zeer lezenswaardige Inleiding. Deze zou men graag iets uitvoeriger gewenscht hebben; de schrijver is zelf zoo door en door in het onderwerp thuis, dat hij zich moeielijk leeken-lezers kan voorstellen; ook veronderstelt hij, dat men zijne vroegere studies op hetzelfde gebied wel kent. Men zou al zeer goed op de hoogte moeten zijn om aanmerkingen op zijne beschouwingen te maken. Toch wil ik één ding ten minste vragen: Is het wel juist, uit een boek dat te Basel bij Adam anonymus gedrukt heet, te besluiten dat een drukker, schrijver of kunstenaar te Basel gewerkt heeft? Behoort niet veeleer die firma in werkelijkheid in de Nederlanden thuis?

Eene bijzondere voldoening geeft het boekje aan degenen die in 1914 de bijbeltentoonstelling te Amsterdam organiseerden. De daar bijeengebrachte uitgaven hebben den bewerker bij zijne vergelijkende prentstudie ten zeerste geholpen, en dit wordt door hem dankbaar erkend.

B.

Hermann Falk, Giambattista Bodonis Typenkunst. Voordracht, verschenen als bijlage op het 15e jaarverslag van de Gutenberg-Gesellschaft (1915).

Bodoni was typograaf te Parma, wiens verdienste gelegen is in zijn zoeken naar nieuwe vormen van drukletters en in de opvatting van het bladspiegel-arrangement. Twee periodes onderscheidt Falk: in de eerste, eindigende circa 1788 snijdt Bodoni bestaande modellen na; in de andere geeft hij eigen denkbeelden. Voor titelletter gebruikte hij uitsluitend en terecht kapitalen. - Enkele letterleveranties van dezen vakman zijn bekend geworden aan drukkers te Berlijn en te Kopenhagen. Ook werd zijn letter nagesneden; in onzen tijd is zij in Amerika gemoderniseerd. Elf facsimile's zijn in de voordracht opgenomen. Bodoni overleed te Parma 29 November 1813.

J.W.E.

Repertorium der literatuur van den waterstaat van Nederland, bewerkt door P.H. Kemper, 2e zeer verm. dr. uitgeg. van wege de Vereen, v. Delftsche ing. en de afd. Bouw- en waterbouwk. van het K.I. v. I. 's-Grav. Mart. Nijhoff, 1915.

De heer Kemper, ingenieur v.d. waterstaat, heeft het eerst in 1883 zijn bouwstoffen voor een gids of wegwijzer in de verspreide literatuur over den waterstaat van Nederland aan de Vereeniging van burgerl. ing. aangeboden, die het werk na advies van een daartoe benoemde commissie deed uitgeven. Na de uitgaaf is de samensteller voortgegaan met het verzamelen van gegevens, en zoo konden de beide hierboven genoemde lichamen nu eene tweede uitgave bezorgen. ‘Het Repertorium moet aangemerkt worden als eene proeve, en maakt op geen hoogeren titel aanspraak. De bewerker heeft geenszins gemeend eene wetenschappelijke bibliographie te leveren.’ Zoo werd de beoordeelaar bij de eerste uitgaaf, en ook nu weer gewaarschuwd. We moeten dus het werk ook uitsluitend met het oog op het practische gebruik beoordeelen. En dan is het wel duidelijk, dat het in heel veel gevallen met nut kan geraadpleegd worden, en dat de raadpleging zeer gemakkelijk en eenvoudig is.

[pagina 74]
[p. 74]

De titels van boeken en tijdschriftartikelen zijn in één alfabet gebracht op woorden, met het oog op den inhoud uit den titel zelf uitgekozen, en daartusschen zijn de schrijversnamen ingevoegd met verwijzing naar den titel. Om het gebruik van deze verwijzingen gemakkelijk te maken zijn de titels doorloopend genummerd van 1 tot 2760. Behalve op auteursnamen zijn ook op onderwerpen verwijzingen gemaakt, wat in vele gevallen noodig is, daar de titels over eenzelfde of over verwante onderwerpen niet altijd op één woord te brengen waren. Zoo zal men b.v. aan het raadplegen van het woord Paalworm niet genoeg hebben, maar ook op Zeeworm en op Zeedijken moeten zoeken.

Of het Repertorium de compleetheid nabij komt? Men zou haast twijfelen, bij een stof, waarop in ons land de aandacht zoo altijd door gevestigd is. Zouden er werkelijk niet meer dan 2760 boeken en artikelen over den waterstaat van Nederland zijn? En of deze manier van beschrijven voldoende is? Zij zou het zijn als alle auteurs een duidelijken titel wisten te kiezen. Maar er zijn glad verkeerde, onjuiste titels, zooals ‘De Middeneeuwen in Nederland’ door A.L. H. Obreen, een geschrift dat met de middeleeuwen niets heeft uit te staan, en over een zeer bepaald onderwerp handelt, maar dat naar deze methode - gelukkig met voorbijgaan van het woord middeneeuwen - alleen op het algemeene woord Nederland kon gebracht worden.

De correctie is niet volmaakt; zelfs in de vet gedrukte aanvangswoorden zijn hier en daar drukfouten. Een gekke fout is veroorzaakt door een eigenaardig pseudoniem. Een brochure over de Noordzeehaven voor Amsterdam is volgens titel 1093 geschreven door PoeΣ. Met dien eenen Griekschen letter hebben redacteur, zetter en corrector niet goed raad geweten, terwijl ze met de voorafgaande maar korte wetten gemaakt hebben. Er zal wel gestaan hebben POEΣ, en dit zal wel als Roes gelezen hebben moeten worden, maar de bewerker heeft den aanvangsletter voor een P gehouden, en de verwijzing bij de P onder dak gebracht, terwijl er nog een ongelukkige drukfout bij kwam, zoodat daar nu op ‘Penning’ volgt ‘PeoΣ’, een naam, waarover de auteur die toch iets van Grieksch afwist, wel niet gesticht zou geweest zijn. Gelukkig dat de meeste gebruikers van het boek dit eenige Grieksche woord wel niet zullen kennen.

Intusschen, zulke fouten zijn kleine bloempjes voor den criticus, maar doen aan de waarde van het boek niets af. Om hiervan een indruk te krijgen, behoeft men slechts woorden als Bemaling, Haarlemmermeer, Holland op zijn smalst, Zuiderzee op te slaan, en men ziet, ook al is men leek in het vak, wel, dat daar in een zeer beknopten vorm een heel rijke literatuur nauwkeurig wordt aangegeven.

B.

Hydrologische bibliographie van Nederland, door J. Versluys en J.F. Steenhuis. Amsterdam, W. Versluys, 1915.

De twee auteurs, ingenieur en geoloog bij het Rijksbureau voor drinkwatervoorziening, hebben de literatuurlijsten die ze voor eigen gebruik gemaakt hadden, tot één verwerkt en uitgegeven. De lijst tracht volledig te zijn op een zeer beperkt gebied: het gevonden water in Nederland en wat daarmede onmiddellijk verband houdt. Of zij dit op 32 bladzijden al tamelijk wel bereikt hebben? In alle geval is er kans dat de lijst zich zal blijven aanvullen en dus de compleetheid gaandeweg nog nader komen. Wat niet rechtstreeks met het grondwater te maken heeft, is uitgesloten, omdat de in 1912 verschenen bibliografie - door ons vroeger (1913 blz. 186) besproken -

[pagina 75]
[p. 75]

op dat gebied het noodige geeft. In de bewerking verschilt dit boekje geheel van dat vroegere. Hier is in 't geheel geen systematische indeeling. Alles is gerangschikt op de schrijversnamen in alfabetische orde; daarna (p. 30-32) eenige anonieme titels, weer alfabetisch op een gekozen woord. Het boekje is doorschoten in den handel gebracht, zoodat de gebruikers gemakkelijk nieuwe titels kunnen bijschrijven. Aan drukfouten zijn de auteurs niet ontkomen; een lijstje Errata corrigeert o.a. eenige eigennamen.

B.

J.A.J. Vermaat Jr. Registratuur-stelsel. Practische methode voor het ordenen, klassificeeren en indiceeren van Departements-, Provinciale- en Gemeente-archieven en van die van groote administratiën. Delft 1915.

Onlangs vroeg mij een geleerde jonge dame: ‘Gelooft U in 't kaartsysteem?’ Ik vond toen deze vraag mal en gaf een lachend en ontwijkend antwoord. Het boek van den heer Vermaat echter heeft in dit opzicht mijn geest verklaard, want hij ‘gelooft in het kaartsysteem’, hij heeft er, zou ik bijna zeggen, een eeredienst van gemaakt.

De nieuwe methode van registratuur voor groote kantoren en voor het nieuw-archief van regeeringsadministraties is hier tot in de kleinste bizonderheden beschreven aan de hand der aldus ingerichte administratie van de ‘Pensioen-raden’, die door den schrijver wordt beheerd. Het ‘kaartsysteem’ met al zijn mogelijkheden en onmogelijkheden, werd hier minutieus doorgevoerd, met veelkleurige kaarten in verschillende vormen, met ruitertjes en wat dies meer zij. Het betoog wordt toegelicht met vele modellen van kaarten en staten. Ook de geheele inrichting van den dienst, het meubilair enz. worden in bizonderheden beschreven. Dat de schrijver daarbij weleens wat al te veel specialiseert is niet te ontkennen. Zoo vind ik o.a. op pag. 28 bij de bespreking van het meubilair vermeld:

‘2 sorteertafels.

Hiervoor kunnen alle soorten tafels worden benut, mits zij van voldoende afmetingen zijn’. Men vraagt zich, dit lezende, af, waarom dragen ze dan den weidschen en zeer specialen naam van ‘sorteertafels’, en waarom worden ze hier besproken? Logisch zou het dan in elk geval geweest zijn, de ‘voldoende afmetingen’ wat nader te bepalen.

Uit een bibliotheek-oogpunt is voornamelijk van belang Hoofdstuk VII, waar een beknopte en heldere uiteenzetting wordt gegeven van de verschillende moderne klassificatiesystemen. De systemen van Dewey, Cutter en Ottlet worden hier vergeleken en critisch getoetst.

Voor hen op wie de taak rust, klaarheid te brengen in groote en zeer ingewikkelde administraties zal dit boek een gewaardeerde handleiding zijn.

De literatuurlijst op pag. 103-106 is uit een bibliographisch oogpunt zeer onvolledig.

 

J.D.C. v D.

Schoevers' Stenografische novellen-bibliotheek (systeem Groote). Deel I. Uitg. v.h. Steno-dactylo Instituut ‘Schoevers’, Amsterdam 1916.

Dit keurig uitgevoerde boekje brengt iets geheel nieuws. Het is het eerste stenografie-leesboek dat door cliché-druk verveelvuldigd is. De beoefenaar van het systeem-Groote krijgt met zulk een deeltje voor 50 cents 40 bladzijden lectuur met geestige illustraties in den tekst. Voor iemand die het systeem niet verstaat, zijn deze prentjes begrijpelijker dan het schrift, en ze geven den indruk dat de lectuur wel amusant, maar niet van hooge verheffing zal

[pagina 76]
[p. 76]

zijn - wat trouwens ook de bedoeling van de uitgaaf van eene novellenbibliotheek is. Niet aangenaam voor den lezer is het glimmende kunstdrukpapier, maar zonder dat is wellicht een zoo correcte afdruk van de cliché's niet mogelijk. Voor een zoo geringen prijs is wezenlijk met deze techniek iets verdienstelijks geleverd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over De houtsneden in Vorsterman's bijbel


auteurs

  • Jan Willem Enschedé

  • J.D.C. van Dokkum

  • C.P. Burger jr.

  • over J. F. Steenhuis