Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Boomgaard. Jaargang 1 (1909-1910)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Boomgaard. Jaargang 1
Afbeelding van De Boomgaard. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van De Boomgaard. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.53 MB)

Scans (163.22 MB)

ebook (7.09 MB)

XML (0.97 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Boomgaard. Jaargang 1

(1909-1910)– [tijdschrift] Boomgaard, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 118]
[p. 118]

Adam in ballingschap

Gedicht in 1664 door den toen ze ven-en-zeventig-jarigen maar nog jeugdfrisschen en jeugdspontanen Vondel, werd Adam in Ballingschap, Aller treurspelen treurpel voor de eerste maal ten tooneele gebracht in 1907 - 250 jaar later - door Willem Royaards en zijn gezelschap. Voor Royaards is die oorspronkelijke opvoering wezenlijk eene creatie geweest: het genie van een uitzonderlijk fijn-aangelegd en fijn-voelend regisseur en acteur heeft moeten het genie van den treurspel-schrijver aanvullen, om op de planken te kunnen brengen een drama zoo simpel, zoo ontdaan van alle verwikkeling, zoo leeg van wat men tegenwoordig noemt ‘scenieke actie’ als Adam en daarmee een modernen toeschouwer te kunnen interesseeren. In zoo verre, moet de opvoering van Adam in allingschap ook als eene belangrijke proefname, eene zeer eigenaardige experimentatie aanzien worden. Eene proefneming die zegenrijk is geweest, zooals degene, overigens, die Royaards vroeger had gepoogd met verscheiden andere classieke stukken - zooals Elkerlyc of De vroolijke vrouwtjes van Windsor, om maar die twee te noemen - voorgesteld volgens de logische vereischten van hunnen aard.

Wat nu Adam in Ballingschap aangaat, is de opvoering van dat stuk, te Antwerpen, me eene echte veropenbaring geweest. Sedert lang had ik Vondel niet meer herlezen. Na

[pagina 119]
[p. 119]

Adam heb ik onmiddellijk weer Lucifer en Jozef in handen genomen. En de belangstelling waarmee ik twee maal, zonder verzwakking, heb naar Adam geluisterd heeft me zelf verrast. Ik dacht niet dat een modern mensch die kende heel de subtiele poëzie van thans en die rijkelijk had genoten van wat de dramatische kunst ons deze laatste jaren aan sterkst en complexst werk had geschonken, ook zoo vroom en plechtig zou geluisterd hebben naar werk zoo eenvoudig van psychologie, zoo statig van gang, zoo puur van stemming als Adam.

Met geestdrift zeg ik: zelden heeft ontroering zoo machtig me bemeesterd als op die twee avonden, toen Adam en Eva vóór me leefden, in den wonderbaren hof van Eden, zelden heeft zoo onvoorwaardelijk gevoel van bewondering me gepakt, zoo rein esthetisch genieten me doorhuiverd. 't Zijn avonden van wijding geweest, en van geestelijke hoogheid, avonden onvergetelijk.

't Was - in 't zonnige décor van, Mr De Moor - eene middeleeuwsche schilderij die, vervleescht, elk moment, op de sceen, was uitgebeeld. Die rij van engelen had ik zóó gezien op de doeken van Fra Angelico en Botticelli, die Eva en dien Adam zóó op de doeken van Cranach. Of Dante Gabriele Rossetti had me ook die mystische impressie in kleurzang en gebaar-rythmus gegeven. En tot de reinheid, de wezenlijkheid van dien indruk droegen daarbij al de bestanddeelen van het drama bij: het décor, de kleedij, het woord, het spel, de mime, de dans, de muziek, - dat alles in sobere harmonie geschikt rond de handeling en het verloop van het treurspel, waarin Vondel ons nu van 't hoogste heeft gegeven van zijn breed-menschelijke lyriek en dramatiek.

Want - dit hoeft nog opgemerkt - niet alleen geldt Adam als lyrische brok, maar ook - wat men daar ook na eerste

[pagina 120]
[p. 120]

impulsie moge over denken - als sterk en wijd dramatisch gewrocht: 4de en 5de bedrijf mogen onder dat opzicht als voorbeeld, voor vele modernen zelfs, strekken. Die overweldigende dramatische kracht wordt men eerst dan gewaar wanneer men een groot kunstenaar in zijn genre lijk Royaards de levensrichting ervan ziet uitbeelden.

Dank aan Willem Royaards van die vertooningen, dank aan hen die door hunne ijverige werking, hunne flinke impressario-campagne, de onderneming mogelijk maken, waaronder in eerste plaats hier weze vernoemd, Mr Emmanuel de Bom.

Nog eenige vertooningen van dien aard en ons publiek zal van zelf, uit eigen beweging, uit eigen verontwaardiging, boycotteeren de commercieele schouwspelen die men ons als kunst wil opdringen, in onzen officieelen vlaamschen theater, en die niets verwezenlijken van wat maar eenigszins op kunst trekken kan. Royaards zal en moet Antwerpen omkeeren.

Met Adam heeft Royaards bewezen een volkomen kunstenaarschap.

 

André de Ridder.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Adam in ballingschap, of aller treurspelen treurspel


auteurs

  • André de Ridder