Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Die bouc van seden. Een middelnederlandsch zedekundig leerdicht (1891)

Informatie terzijde

Titelpagina van Die bouc van seden. Een middelnederlandsch zedekundig leerdicht
Afbeelding van Die bouc van seden. Een middelnederlandsch zedekundig leerdichtToon afbeelding van titelpagina van Die bouc van seden. Een middelnederlandsch zedekundig leerdicht

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.39 MB)

Scans (10.73 MB)

ebook (3.01 MB)

XML (0.69 MB)

tekstbestand






Editeur

W.H.D. Suringar



Genre

poëzie

Subgenre

leerdicht


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Die bouc van seden. Een middelnederlandsch zedekundig leerdicht

(1891)–Anoniem Bouc van Seden, Die–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina IV]
[p. IV]
 
Ist dat ic yet scrive hier in
 
Dat den enen of oec den anderen
 
Niet en ghenoecht, die mach gaen wanderen
 
Ende latent anderen luden lezen,
 
Dien dit donct bequamelic wesen.

Der Minnen Loep III, 14.

[pagina V]
[p. V]

[Woord vooraf]

Bij de intrede van mijn zes-en-tachtigste levensjaar heb ik het nog eens gewaagd - en dit zal dan ook wel de laatste maal zijn dat ik zulks durf ondernemen - een gedeelte van de letterkundige onderzoekingen, waarmede ik mij in den laatsten tijd heb bezig gehouden, door den druk bekend te maken; daarbij gemoedelijk vertrouwende dat het lezend publiek aan dezen arbeid geen mindere goedkeuring zou willen schenken dan aan mijne vroeger uitgegevene geschriften is te beurt gevallen. Daartoe zou ik echter thans niet hebben durven besluiten, hadde ik mij niet vooraf mogen verzekerd houden dat het mij niet ontbreken zou aan den bijstand van bevriende letterkundigen, welken ik op mijnen leeftijd en bij mijn sedert lang verzwakt gezichtsvermogen, al te zeer gevoelde te zullen noodig hebben.

Zoodanigen bijstand, als ik meest behoefde, heb ik tot mijne blijdschap, gereedelijk gevonden bij een viertal mijner daartoe aangezochte vrienden; t.w. de heeren Dr. J. Verdam, hoogleeraar te Amsterdam, Dr. W.N. du Rieu en Dr. S.G. de Vries, bestuurders der Leidsche Universiteits-bibliotheek, benevens Dr. L.J. Suringar, leeraar aan het Gymnasium te Amsterdam, hebben mij met de meeste bereidvaardigheid hunne hooggewaardeerde diensten bewezen: deels door mededeeling van menige belangrijke opmerking en terechtwijzing; deels door bezorging van zeldzame boeken en handschriften uit binnenen buitenlandsche bibliotheken; deels door het verbeteren der drukproeven, waarvan de terugzending meestal van goede wenken vergezeld ging. Voor dit alles betuig ik gaarne ook hier ter plaatse mijnen verschuldigden dank; bewust als ik ben dat, indien dit geschrift van mij mag

[pagina VI]
[p. VI]

bevonden worden niet zonder verdienste te zijn, deze voor een gedeelte aan die heeren moet worden toegekend.

De uitvoering der taak, die ik ondernomen heb, heeft ondershands eenen grooteren omvang gekregen dan ik mij had voorgesteld - te groot misschien als men eene vergelijking wil maken met andere bewerkingen die tot dusverre op dit gebied geleverd zijn. Het is mij daarbij opnieuw gebleken, hoe moeilijk het is zich niet door de liefde voor zijn werk te laten meesleepen en luisterende naar het Heus tu, manum de tabula, zich enkel tot eene voldoende keuze te bepalen uit hetgeen men met zorg in zijne Adversaria had bijeengebracht.

Wanneer ik dus nu mijnen arbeid, zooals die gedrukt voor mij ligt, met een onpartijdig oog doorloop - al zou men mij willen geruststellen met de verzekering dat in de bewerking van een stuk van beperkten omvang, gelijk het hier behandelde, eene grootere uitvoerigheid zonder bezwaar kan geduld worden, en dat er wellicht genoeg lezers zullen gevonden worden die niets minder zouden verlangd hebben - dan wil ik toch echter niet ontveinzen dat ik zeer goed gevoel, dat veel van mijne aanteekeningen voor menigeen zonder schade had kunnen worden weggelaten. Doch hoe dit zijn moge, daar nu toch eenmaal gedane zaken geen keer kunnen hebben en evenmin in een gedrukt werk kan geschrapt worden, zoo blijft mij niet anders over dan den geleerden lezer, die hier te veel vindt opgedischt, te mijner verschooning toe te voegen - wat ook Vader Cats gedaan heeft, toen hij ontwaarde dat de Verzameling zijner van heinde en verre te zamen gebrachte Spreekwoorden wel wat al te groot was uitgevallen -:

 
Meynt yemant desen boeck te langh of groot te wesen,
 
Die magh, indien hy wil, alleen maer weynigh lesen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken