straalde Podorov van pluchen onbetrouwbaarheid. En werd veelal verliefd, zo zij voorhanden waren, op meisjes die zijn dochters konden zijn. (Appelmientje - tekstverwerking, fax en telefoon! - zou weinig nadat Podorov verwijderd werd uit eigen beweging haar ontslag aanbieden.)
Alles is begonnen met een doos uit Java: ‘Besuki B’. (Meinen Podorov was tot voor kort heer en meester van de monsterkamer. Waar stalen tabak uit balen her en der gestapeld in entrepot of pakhuis, arriveerden, uitgepakt en ingegekeken werden, voor korte tijd bewaard en meestal ook verzonden werden. Als illustraties bij offertes: ‘Ein entsprechendes Muster haben wir heute an Sie abgeschikt.’ Hij verbeeldde zich daarbij dat Kromhout met die ‘wir’ (we, nous, wij) ook Podorov bedoelde: hij maakte per slot de pakjes!
Meinen verzorgde, hield inventaris en waakte over monsters deugdzaamheid: er zaten immers zieke stukken bij, of bladeren die te droog, te nat waren of wemelden van ongedierte.) Het pak uit Java was vergeven van de kevertjes.
Lasioderma is een in de tabak zeer gevreesde plaag. (Een sigarenfabrikant droomt dat hij een kistje van zijn prestigieuze topmerk openmaakt om een dierbaar iemand van zijn fijnste rookwaar aan te bieden en dat hij vaststelt dat de dingen vol gaatjes van één, twee millimeter zitten, en zit plots rechtop in bed.)
‘Lasiodrama!’ zoals de kenners zeggen en waarmee ze doelen op aanwezigheid van tabakskever.
Kevertjes in al hun metamorfosen: eitjes; larfjes als de zaden van een goudsbloem die zich na een vraatperiode telkens weer en op adembenemende wijze ontpoppen tot kevertjes; kevertjes alles erop en eraan.
Wie ooit op het punt heeft gestaan zo'n wezentje dat nog larvenwit is, inderdaad al wat vergelen gaat, en nog niet goed wakker is van pootjes krijgen, vleugeltjes en voelsprieten, zo'n wezentje dood te slaan, die weet iets van het wonder.
Het zijn kleine kevertjes, nog geen halve centimeter groot, bruinig met een stuifmeelachtig glanzen op de schutvleugels. En