Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Braga: dichterlijke mengelingen. 1843 (1842-1843)

Informatie terzijde

Titelpagina van Braga: dichterlijke mengelingen. 1843
Afbeelding van Braga: dichterlijke mengelingen. 1843Toon afbeelding van titelpagina van Braga: dichterlijke mengelingen. 1843

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.89 MB)

XML (0.43 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Braga: dichterlijke mengelingen. 1843

(1842-1843)– [tijdschrift] Braga–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

't Boek van den Roskam.
Tweede onderhoud.
Een praatjen over ons huidendaagsch Patriotisme.

Italia mia, benche 'l parlar sia indarno
Alle piaghe mortali
Che nel bel corpo tuo si spesse veggio;
Piacemi almen, che i miei sospir sien etc.

Petrarca.
 
‘Och, goede vriend, wij zijn van 't eerste schoolbankje af
 
Tot ons het vijfde jaar een dubblen eerprijs gaf,
 
Zóó op de Liefde tot het Vaderland gewezen,
 
En zóó er in doorzult en zóó er om geprezen,
 
Dat wij nu zoo precies niet weten wat zij is.’
 
Ge ontkent haar ons alzoo? Wel foei, wat slaat gij mis!
 
Wie onzer leest niet graag van ‘vrij gevochten slaven,’
 
Van ‘tachtig jaren strijds,’ de ‘moedige Bataven,
 
Ons voorgeslacht,’Ga naar voetnoot*) te forsch voor Roomschen ketenprangk?
 
Wie heeft geen Helmers op zijn eiken boekenplank
 
In Engelsch linnen? wie de Vaderlandsche Mannen
 
En Vrouwen niet van 't Nut? Wij vloeken de tyrannen:
 
Vooral Napoleon, den bloedhond! Ja, geen land
 
Is vaderlandscher, als Bellone's fakkel brandt.
 
Gij twijfelt? waag het lijf! beklim de zolderingen
 
Der Boekverkoopers! tracht de bergpas in te dringen
 
Der ‘op 's!’ en ‘zegt, waarheen 's?’ waarvoor geen kooper kwam,
 
Sints Hollands Leeuw op nieuw een middagslaapjen nam.
 
Ge erinnert u gewis 't jaar dertig, 't jaar der Perzen
 
En Meders, en vooral der Overwinningsverzen!
 
Ja, de eerste burger, die 't niet met ons eens is, heet
 
Een aterling, plus 't een of ander epitheet,
 
Bij voorbeeld vloekbaar, vuig of duivelsch, dat hem dadelijk
 
Bekeert, of - niet bekeert. Ook zijn wij onverzadelijk
 
Aan toasten op de Kaas (de Hollandsche!) op den bloei
 
Van Land en Koning, op de Vrijheid, op den groei
 
Der Neêrlandsche Industrie, fabrieken en tafrieken,
 
En wat dies meer zij! Hoort het vroege morgenkrieken
 
Niet vaak 't Wilhelmus of het nieuwe-haringlied,
 
Dat onder 't glaasjen puns ons vol gemoed ontschiet?
 
We kennen Lamartine, en ware ons de oude spelling
 
En de eeuwge zedepreêk geen eeuwge bron van kwelling,
[pagina 11]
[p. 11]
 
We kenden vader Cats van buiten op een prik.
 
En, wat een Albert raze, ik durf beweeren, ik
 
Die abonné ben met mijn vrouw en kroost, wij hèbben
 
Een nationaal tooneel! en wou de vloed wat ebben
 
Der lokkende opera's, 'k ging stellig tweemaal 's weeks
 
Mijn oog verlustigen aan de eindelooze reeks
 
Verdietschte Kotzebue's en lieve Alex-van-Raytjens,
 
Dat meesterstukjens zijn, zoo aardigjens en fraaitjens,
 
Dat wis, wat zeden en wat taal betreft, niet één
 
(De autheur der Neven zelfs!) ooit in zijn spoor zal treên!
 
De oorspronklijkheid is nul bij zulk een translateeren!
 
‘Maar onze kleeding?’ Wij chausseeren en coëffeeren
 
Adoniseeren en pinceeren ons, precies
 
Naar buitenlandsch model, 'k beken het, - Maar - 't zegt niets
 
Wijl de ondervinding meer dan overtuigend leerde,
 
Hoe bitter weinig ons een kleederdracht flatteerde
 
Die nationaal moest zijn. 't Is iets absurds, een zoon
 
Van Neêrland nationaal, in kleederdracht. Gewoon
 
Aan 't keurs van vreemden, mòèt hij dobbren op de golven
 
Der mode en 't plaatjen der Parijsche naaisters volgen.
 
Maar o wat zegt dit? want rijst niet, aan d' andren kant,
 
Statue en eerzuil op, tot roem van 't Vaderland?
 
De Ruiter is (in steen) te Vlissingen herboren!
 
De Zwijger zal het PleinGa naar voetnoot*) bewoonen! En waar gloren
 
Ter waereld zoo veel lints en kruisen? 't geen ons leert
 
Hoe onder ons 't getal geniën steeds vermeêrt!
 
Wij bluffen op 't verleên; want hoeveel stralen taanden,
 
Ze zijn er toch geweest! Wij steken alle maanden
 
't Belastingouter aan, tot stijving van 's lands kas,
 
(Een Danaïdenvat schoon 't eens gebodemd was!)
 
En zweeren in het fransch, duitsch, engelsch, alle talen:
 
‘Geen tong der aarde kan bij 't krachtig Neêrlandsch halen!’
 
Nu vraag ik vriend, is dat geen nationaliteit?
 
‘Concedo! 'k dwaalde! wilt ge amende?Ga naar voetnoot**) ik ben bereid!’
 
 
 
Gerne hätt' ich fortgeschrieben,
 
Aber es ist liegen blieben.

voetnoot*)
Volgens de vrij algemeene dwaling.
voetnoot*)
Te 's Gravenhage.
voetnoot**)
Amende honorable.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken