Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bunker Hill. Jaargang 3 (nrs. 9-12) (1999)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bunker Hill. Jaargang 3 (nrs. 9-12)
Afbeelding van Bunker Hill. Jaargang 3 (nrs. 9-12)Toon afbeelding van titelpagina van Bunker Hill. Jaargang 3 (nrs. 9-12)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bunker Hill. Jaargang 3 (nrs. 9-12)

(1999)– [tijdschrift] Bunker Hill–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 4]
[p. 4]

[Nummer 11-12]

red.

Voor Joyce, natuurlijk

 

Als persoonsverheerlijking aan iemand besteed zou zijn geweest, dan aan John Fante. Je kan geen boek openslaan of de hoofdpersoon droomt over een toekomst waarin rijen journalisten vol bewondering naar de ‘grootste schrijver ter wereld’ kijken. Op verschillende plaatsen in zijn werk is er sprake van kleine onbenulligheden, persoonlijke bezittingen, die in een gedroomde toekomst zwaar bewaakt achter glas liggen in een beroemd museum. Fante's karakters compenseren een groot minderwaardigheidgevoel door een voorschot te nemen op een waardering die op dat moment nog niet voelbaar is, maar waarvan de hoofdpersoon weet dat die ooit komen zal. In die zin is het nauwelijks tragisch te noemen dat Fante te weinig van de waardering die zijn werk is gaan krijgen heeft kunnen proeven - hij heeft zich immers de roem verbeeld en in de verbeelding leeft de schrijver.

Dit Fante-nummer toont dan ook meer dan alleen Fante's grootheid. Het geeft inzicht in de redenen van fascinatie voor Fante, zaken die met verheerlijking niets uit te staan hebben. Fante's biograaf Stephen Cooper schrijft juist in de ontdekking van de onvolkomenheden in Fante's leven een manier te hebben gevonden om naar zijn eigen leven te kijken. In de

[pagina 5]
[p. 5]

omschrijving van het Filippino's-project door Lodewijk Brunt en Kees Tamboer blijkt duidelijk wat Fante niet is: hij is geen Steinbeck, met zijn talent voor sociale drama's; de weduwe Joyce beweert nooit iets te hebben gezien in dit tot mislukken gedoemde plan. Zo kan door het Filippinoproject een falen worden aangeduid dat in zekere zin exemplarisch is voor het werk van Fante. Mislukking is de grondtoon van zijn oeuvre; compensatie, grootse compensatie, het Leitmotiv. Jaap Scholten toont dit aan door een minder beschreven uitlaatklep van Fante: het golven. Alle Lansu beschrijft het belangrijkste karakter van Fante: Arturo Bandini. Dirk-Jan Arensman gaat in op de biografie van Cooper. En wat is een special over een Italian-American zonder familie: Johns zoon Dan?

Wat is er bijzonder aan John Fante? Gezamenlijk leggen deze bijdragen iets bloot van wat je de contouren van een antwoord op deze vraag zou kunnen noemen. Wat verleent de kleur? De bijdragen van Fante zelf: de meesterlijke proloog op Ask the Dust waarin iets zeer essentieels is te lezen. Volgens John Martin - uitgever van Black Sparrow Press - werd het oorspronkelijk geschreven om ‘de afnemende interesse van de kant van de redacteur aan te wakkeren’. Om deze interesse nieuw vuur in te blazen wordt het verloop van het verhaal, een dramatische synopsis van het boek gegeven. Zonder uitleg, zonder interpretatie, zonder verkooppraat. Er wordt de redacteur dus niet verteld waarom dit verhaal zo goed is, het verhaal zelf wordt gewoon verteld! Als een Italiaanse kok die niet zegt: ‘het is goedkoop’, of: ‘het is nieuw’, of: ‘anderen vonden het lekker’, of: ‘ik ben een prof’, maar die zegt: ‘proef maar, dan weet je waarom je komt eten’.

Dit is geloof in de kracht van zijn materiaal, van zijn kunst. Fante wil persoonlijk garant staan voor zijn werk. Deze bezielende proloog van Fante beweert dan ook vooral dit: ik heb leven geschreven. Geen onderhoudend verhaaltje, geen beschrijving, maar een afdruk, een facsimile van het leven. Bij Fante staat literatuur tot leven als 1:1. En als dat zo is, als Fante zelf in elke zinswending waarneembaar is, dan is het bijna begrijpelijk dat hij veronderstelde dat hele generaties geobsedeerd naar een vingernagel van Hem in een goedbewaakt museum zouden gaan kijken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken