Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bunker Hill. Jaargang 7 (nrs. 23-28) (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bunker Hill. Jaargang 7 (nrs. 23-28)
Afbeelding van Bunker Hill. Jaargang 7 (nrs. 23-28)Toon afbeelding van titelpagina van Bunker Hill. Jaargang 7 (nrs. 23-28)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bunker Hill. Jaargang 7 (nrs. 23-28)

(2004)– [tijdschrift] Bunker Hill–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 100]
[p. 100]

Aan dit nummer werkten mee:

Dirk-Jan Arensman (1974) is journalist en vertaler. Hij schrijft in Het Parool en de VPRO Gids over literatuur en popmuziek en vertaalde onder meer drie romans van John Fante - De weg naar Los Angeles, Dromen van Bunker Hill en 1933 was een slecht jaar - en Uzult versteld staan van onze beweeglijkheid van Dave Eggers.

 

Erik Bindervoet (1962) is dichter, vertaler en kunstenaar. Samen met Robbert-Jan Henkes vertaalde hij onder meer Tarkovski, Joyce, De Quincey, Stanshall, Shakespeare en The Beatles en publiceerde eveneens met Henkes onder meer Waar wij voor zijn en tegen (essays, 1996). Zijn debuutbundel Tijdelijk zelfportret met hoofd en plaatsbepaling, oranje werd genomineerd voor de C. Buddingh'-prijs in 1996; meest recent is de dichtbundel Aap (2002).

 

Pieter van den Blink (1966) werkt als zelfstandig journalist in Parijs. Naast andere onderwepen bericht hij in Trouw, Vrij Nederland en Filosofie Magazine over Franse literatuur.

 

Colette (1873-1954) schrijft haar eerste boeken over haar schoolherinneringen die worden uitgegeven onder de naam van haar eerste echtgenoot. Het duurt tot 1905 voor ze uit elkaar gaan. Aangezien Colette nog niet van haar pen kan leven, wordt ze pantomime-actrice. Ze verschijnt in de Moulin Rouge samen met haar lesbische vriendin Marquise de Morny, in een scene die zo'n schandaal veroorzaakt dat de politie ingrijpt. Tijdens de Eerste Wereldoorlog is ze journaliste aan het front. In 1923 verschijnt Le blé en herbe, haar eerste roman die ze met eigen naam ondertekent. Wanneer ze op 81-jarige leeftijd overlijdt, is ze de eerste vrouw die een officiële begrafenis krijgt in Frankrijk.

 

Kiki Coumans (1971) is vertaalster van Philippe Sollers, Catherine Millet en Jules Verne. Onlangs verscheen in haar vertaling de roman Sido van Colette.

 

Ariane Dreyfus (1958) publiceerde een drietal dichtbundels bij kleine uitgeverijen alvorens door te breken met

[pagina 101]
[p. 101]

een aantal kort na elkaar bij de toonaangevende uitgeverij Flammarion verschenen bundels: Une histoire passera ici (1999), Quelques branches vivantes (2001) en Les compagnies silencieuses (2001).

 

John Fante (1909-1983) debuteerde met de roman Wait Until Spring, Bandini in 1938. Daarna verschenen onder meer Ask The Dust (roman, 1939) en Dago Red (verhalen, 1940). Ook schreef hij vele filmscenario's. In 1978 werd hij blind maar hij bleef schrijven en dicteerde zijn vrouw zijn laatste roman Dreams from Bunker Hill. Voor meer informatie zie het nummer 11/12 van Bunker Hill (september 2000).

 

Martin de Haan (1966) is vertaler, essayist en recensent voor de Volkskrant. Behalve de drie romans van Michel Houellebecq vertaalde hij onder meer twee romans van Milan Kundera en gedichten van Raymond Queneau. Momenteel werkt hij aan vertalingen van Proust, Diderot en Vauvenargues.

 

Michel Houellebecq (1958) publiceerde essays en poëzie voordat hij zich in 1994 met de roman De wereld als markt en strijd, die bekroond werd met diverse prijzen, opwierp als belofte van de Franse letteren. Die status bevestigde hij met Elementaire deeltjes (1999, Prix Novembre en Impact Dublin Literary Award), dat hem terecht de faam van groot schrijver bezorgde. Daarna verschenen Lanzarote (2001) en Platform (2002).

 

Régis Jauffret (1955) schreef verschillende romans, waaronder het spraakmakende Univers, univers, waarvoor hij de Prix Décembre ontving.

 

Guus Luijters (1943) is schrijver, dichter en literair journalist. Hij stelde de twee bloemlezingen De moderne Franse poëzie (2002) en Dichters van de avantgarde (2003) samen, en werkt aan een biografie van Arthur Rimbaud.

 

Jan H. Mysjkin (1955) is vertaler en leidt beroepshalve een nomadisch bestaan tussen Amsterdam, Boekarest en Parijs. Hij publiceerde vertalingen van Paul van Ostaijen en Gerrit Kouwenaar in het Frans; daarnaast verschenen in het Nederlands een bloemlezing met dada-teksten uit de ontstaanstijd (Een avond in Cabaret Voltaire), een bloemlezing van Franstalige Belgische dichters (Hanenveren van diverse pluimage) evenals de roman De beiaardier van Georges Rodenbach.

 

Henk Pröpper (1958) is schrijver en essayist. Van 1998 tot 2003 was hij directeur van het Institut neérlandais in Parijs, momenteel is hij directeur van het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds. Samen met Erik Lindner stelde hij Le verre est un liquide lent; 33 poètes néerlandais samen, een

[pagina 102]
[p. 102]

bloemlezing die in 2003 verscheen bij uitgeverij Farrago.

 

Marcel Proust (1871-1922) begon in 1907 aan het eerste deel van Op zoek naar de verloren tijd. De rest is geschiedenis.

 

Jacques Roubaud (1932) wordt gerekend tot de groten van de Franse literatuur. Hij is dichter, vertaler, essayist en onvermoeibaar verdediger van de moderne poëzie. Uit zijn werk spreekt een fascinatie voor logica; op een verrassende manier past hij in zijn gedichten ‘wiskundige strategieën’ toe. Roubaud maakt deel uit van de ‘Werkplaats voor Potentiële Literatuur’ (oulipo). In het Nederlands verschenen van hem de dichtbundels Iets donkers (1986) en De vorm van een stad verandert sneller, helaas, dan het hart van de mensen (2002), een jeugdboek en twee romans.

Het gedicht ‘De straten van Parijs’ is afkomstig uit De vorm van een stad verandert sneller, helaas, dan het hart van de mensen en werd afgedrukt met vriendelijke toestemming van Wagner & Van Santen.

 

Gwenaëlle Stubbe (1972) debuteerde in 1999 met Un serpent de fumée, in 2002 gevolgd door Le héros et sa créature. Zij woont in Parijs, waar zij workshops creatief schrijven verzorgt.

 

Christophe Tarkos (1964) trad voor het eerst naar voren met het door hemzelf in eigen beheer uitgegeven tijdschrift R.R. (waarin hij onder meer gedichten van Paul van Ostaijen opnam). Hij trad uit het alternatieve circuit met de publicatie van Caisses (1998) gevolgd door Le signe = (1999), Pan (2000) en Anachronisme (2001).

 

Boris Vian (1920-1959) leidde een kort maar veelbewogen leven dat vooral bestond uit schrijven, muziek maken, auto's repareren en het aflopen en organiseren van feesten. Zijn werk strekt zich uit van thrillers, populaire liedjes, toneelstukken en korte verhalen (veelal onder pseudoniem) tot de mooie, surrealistische romans die hij onder eigen naam publiceerde.

 

Nele Ysebaert (1961) is vertaalster van Franse en Engelse literatuur, onder meer van René Crevel, Julia Kristéva, Sherwood Anderson en Colette Dowling.

[pagina 103]
[p. 103]


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken