Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bzzlletin. Jaargang 3 (1974-1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bzzlletin. Jaargang 3
Afbeelding van Bzzlletin. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van Bzzlletin. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.42 MB)

Scans (82.37 MB)

ebook (15.35 MB)

XML (0.93 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bzzlletin. Jaargang 3

(1974-1975)– [tijdschrift] Bzzlletin–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 21]
[p. 21]

Film international



illustratie

Het is weer achter de rug. Het vierde film-festival van de alternatieve cinema, goed voorzien van films en hun makers, was een overweldigend sukses. Een grote hoeveelheid films (52 programma's in 108 voorstellingen) werd over de hoofden van een in grote getale opgekomen publiek op de schermen van 't Venster, het Rotterdams Filmhuis en de zaal van de Lantaren geprojekteerd.

Het festival beoogt in Nederland die films te vertonen die niet zullen worden aangekocht door de distributeurs van de Nederlandse Bioskoop Bond en daarom Nederland nooit of zeer sporadisch zullen bereiken. Een aantal films zal, dankzij het distributie-apparaat van Film International, toch in Nederland blijven om voor vertoning in de Nederlandse filmhuizen beschikbaar te zijn. Met filmmakers en producenten wordt in dat geval een procenten regeling van de verschillende recettes getroffen. Naast normaal festival, waarin het bezoek kan kennis maken met de nieuwe ‘moeilijke en dus onrendabele’ film, is het tevens een beurs voor de programmeurs van de verschillende filmhuizen in het land.

Als je dan zo over de filmhuizen in het land praat, is het moeilijk om voorbij te gaan aan de Haagse situatie. Het filmhuis is er in Den Haag nog steeds niet. Wel zal, ongeveer ten tijde van het verschijnen van dit nummer van BZZLLETIN, in de Commissie Kunstzaken gesproken worden over de oprichting van een gemeentelijke stichting voor film. Een voorstel hiertoe werd gedaan door een groep Haagse filmvertoners. Deze stichting, waaraan is voorgesteld de naam van Joris Ivens te verbinden, zal als intermediair moeten dienen tussen álle verschillende filmaktiviteiten in Den Haag en het gemeentebestuur. Een van de allereerste taken van een dergelijke filmstichting zal zijn de oprichting van een filmhuis is Den Haag te realiseren. Er wordt aan gewerkt, dat is duidelijk. Hoe lang het echter nog duurt alvorens het Haagse Filmhuis gaat draaien is niet met zekerheid te zeggen. Toch moeten we maar goede hoop hebben op een spoedige en liefst wat voortvarende afwikkeling van het Haagse Filmhuis.

Terug van de alternatieve cinema in meest konkrete zin van het woord, naar het festival van de alternatieve cinema in Rotterdam. In deze kolommen zal ik proberen te komen tot de bespreking van een aantal films. Een vervolg hierop zal in het april-nummer worden gegeven. De volgorde waarin de films hieronder besproken worden heeft niets te maken met de waardering voor of de kwaliteit van de films.

EEN EENVOUDIGE MELODIE was een luchtige zweedse bijdrage van Kjell Grede. Grede is via assistentschappen bij Igmar Bergman met de film in aanraking gekomen. Sinds 1968 maakte hij vier films, waarvan ‘Een eenvoudige melodie’ de laatste is. Als bijzonderheid kan verder vermeld worden dat hij getrouwd is met de bekende actrice Bibi Anderson. ‘Een eenvoudige melodie’ is het verhaal van een jongen van het platteland, die een opleiding volgt voor brandweerman en ambulancechauffeur. Hij steekt echter duidelijk in zijn nadeel af tegen de andere kursisten. De meest elementaire oefeningen zijn hem al te veel. Thuis vermant hij zich voortdurend en bereidt zich voor op de volgende schooldag. De gebeurtenissen thuis geven een wat verwarrend beeld van het Zweedse platteland. De vader speelt met de kleine kindertjes èen meisje van een jaar of veertien allerlei vreemde spelletjes. De moeder kan haar ogen en haar handen bijna niet van haar zoon af honden. Uiteindelijk wordt onze ‘held’ van school gestuurd op het moment dat er ergens in de stad een grote brand uitbreekt en alle brandweerwagens en ambulances wegrijden. Hij blijft in de bedrijfsschool achter. Na een telefoontje, waarbij om ambulance-assistentie gevraagd wordt, steelt hij de laatste en ook zeer wrakkige ambulance en gaat op zoek naar zijn patient. Vreemde en dolle avonturen beleeft hij tenslotte, wanneer hij een ziek en vreselijk knap meisje, slechts met een deken over haar naakte lichaam, uit een groot landhuis ontvoert. In de laatste beelden zit hij achter het stuur van de wagen en zegt glunderend voor zich uit: ‘Ik haal het, het lukt mij’, Dat laatste was ook zijn enige doel van deze vreemde missie.

* MARTHA is de film die R.W. Fassbinder voor de Duitse tv maakte in 1973. Over het fenomeen Fassbinder valt veel te zeggen. In het volgende nummer van BZZLLETIN zal aan deze zeer produktieve duitse filmmaker ruime aandacht worden besteed. Fassbinder is voor Film International een jaarlijks terugkerende persoon en het was misschien ook wel een beetje kaal geweest zonder hem. ‘Martha’ is het verhaal van een sadomasochistisch duo, dat in fijne, uitgebalanceerde, korte scenes op het doek verschijnt. Sadomasochistisch in engere erotische zin, maar zeker óók sadomasochistisch zoals wij het in het dagelijkse leven van man en vrouw niet graag onderkennen. Het erotische is slechts het sausje, dat het voor de vrijblijvende kijker akseptabel maakt. De slaafse onderwerping van Martha aan haar wat heet-gebakerde

[pagina 22]
[p. 22]

tyraniserende man, is in feite een goede schets van nog steeds geldende man-vrouw verhoudingen, waarin de onbenullige en sporadische weerstand direkt in de kiem gesmoord wordt. ‘Martha’ is net zo min een vrijblijvende film, als Fassbinder een vrijblijvende filmmaker is.



illustratie
Touche Pas à la Femme blanche Marco Ferreri-de indianen o.l.v sitting Bull


* TOUCHE PAS A LA FEMME BLANCHE, een film van Marco Ferreri is voor de normen van het festival eigenlijk een ‘miskleun’. Deze film die via Film International voor vertoning in Nederland beschikbaar blijft, is naar mijn smaak van een te populair karakter om te worden vertoond gedurende een festival van de alternatieve cinema en later in de alternatieve cinema zelf. Behoort deze film tot de keus, dan blijven er wellicht drie andere films liggen. Deze sterrenkomedie met Catherine Deneuve, Marcello Mastroianni, Michel Piccoli en vele anderen, kan wel, en dat is belangrijk, een ondersteuning vormen voor de programmering van de filmhuizen in het land. De ‘zware kost’ die over het algemeen door de filmhuizen wordt gepresenteerd moet zo nu en dan worden afgewisseld met films als ‘Themroc’, ‘Bof’, ‘La Maman et la Putain’. Daarin zie ik de enige funktie van ‘Touche pas...’ voor de alternatieve cinema. De man van ‘L'Udienza’ en ‘La grande Bouffe’, heeft zijn kwaliteiten ook in ‘Touche pas...’ gelegd. Generaal Custer en Buffalo Bill beleven op nieuw hun gevecht tegen de indianen, maar nu in de grote kuil die in het hartje van Parijs is ontstaan, na de afbraak van de Hallen. De speelsheid waarmee de film gemaakt lijkt, demonstreren Custer en Buffalo Bill gedurende de hele film, wanneer zij als grote kinderen op paarden door Parijs rijden en hun spel van cowboys en indianen spelen. Een ontspannende film, waarin spekulaties over verborgen boodschappen als ‘de macht van de massa’, die zich zou demonstreren in het eensgezind optreden van de indianen, overbodig zijn.

* ALLONSANFAN is het werk van de Italiaanse broers Paolo en Vittorio Taviani. Marcello Mastroianni in de rol van Fulvio, is de wat dubieuze leider van een groep opstandelingen die zich ‘Frère Sublime’ noemt en ten tijde van de Italiaanse Restauratie de wapens opneemt tegen het gezag. Fulvio wil zich uit de strijd terug trekken en met het geld, waarvoor hij geacht wordt wapens te kopen, een rustig leven leiden in Amerika. Tegen zijn wil in raakt hij toch betrokken bij de grote strijd en komt, evenals zijn kamaraden om het leven. De hele film is een mengeling van sferen en stemmingen die je dan weer komisch voorkomen en dan weer dwingen tot een intens beleven van de aktiviteiten op het doek. Bij voortduring vraag je je af of Fulvio je sympatie heeft of niet. Dit alles is gevat in fotografisch schitterende beelden en een mise en scene die een voortdurend doordachte indruk maakt.



illustratie
Allansan San-Paolo Vittorio Taviani-Fulvio (Marcello Mastroianni)


* DER SCHWARZE ENGEL van Werner Schroeter uit de Bondsrepubliek, behoort tot de kategorie ‘overbodige films’. Twee Europese vrouwen raken in Mexico in vervoering door de restanten van de Incakultuur waarmee ieder kontakt, voor de één innerlijk, voor de ander in uiterlijke vormen, mislukt. Werner Schroeter is tijdens het festival voor de eksperimentele film in Knokke door de film gegrepen en heeft zijn studie laten varen, om vervolgens de kritiek met een grote hoeveelheid films op 8, 16 en ook wel eens op 35 mm, voor raadsels te zetten. Met zijn laatste produkt ‘Der schwarze Engel’ heeft hij die lijn door gezet.

* HEROES is een kollage familiefilms over één genratie, gemonteerd door de amerikaan Frederick Becker. Drie Amerikaanse families stonden hun filmmateriaal af en Becker vormde het om tot een nieuwe film die een regelrechte aanklacht is tegen de oorspronkelijke makers. Dat zij het zelf niet zo voelen blijkt uit het begeleidend kommentaar door hen zelf gegeven bij de eerste vertoning. Naar mate de film vordert wordt dit kommentaar steeds meer vervangen door elektronische muziek en spreken de beelden voor zich. Kommentaar is ook niet meer nodig, want de privé-filmers zijn er in de loop van één generatie niet in geslaagd iets anders te filmen dan verjaardagen, kerst- en verjaardagvieringen, vakanties en hun eigen bezit. Dat laatste variëerd van de eerste auto met elektrische ramen tot paarden en zeiljachten. Vijfentwintig jaar verveling, verkwisting en vervuiling manifesteert zich gedurende 90 minuten, waarbij de aandachtige toeschouwer zich geen moment behoeft te vervelen. In ‘Cinema 75’, no 194, schrijft Gérard Frot-Coutaz: ‘Kortom, men heeft nog nooit zo'n verschrikkelijk portret van de zwijgende meerderheid kunnen aanschouwen’. En dat is het, in een enkele zin.

* OP WEG NAAR HET EINDE is het speelfilmdebuut van de in 1934 geboren Hongaar Gyula Maár.

[pagina 23]
[p. 23]

Met dit debuut schoot hij meteen in de prijzenroos van het festival van Mannheim. In een, zo hier en daar wat trage, maar zeer indringende film, vertelt hij het verhaal van een socialistische pionier van rond 1948, op zijn eerste pensioendag. Het is het terugkijken op een leven met zijn strijdende hoogtepunten en de teleurstellende momenten, waarop hij zijn meerdere in anderen moest erkennen. In de film groeit bij de man het besef, dat hij de tijd niet heeft kunnen bijhouden en dat er geen mogelijkheid meer bestaat dat te veranderen. Hem rest niets meer dan een potje te grienen aan het begin van een leven dat met niets dan herinneringen gevuld zal zijn.

* SNEEUWKLOKJES IN SEPTEMBER behoort tot de serie films die momenteel in grote hoeveelheden in Duitsland geproduceerd wordt: ‘de-baas-in-eigen-fabriek-film’. Deze katagorie films beoogt de arbeiders inzicht te verschaffen in hun maatschappelijke situatie en hen de mogelijkheden te tonen die situatie te veranderen. Maar met beogen alleen ben je er natuurlijk niet. Vaak is de filmmaker zelf niet in staat afstand te doen van de eigen bourgeois-mist, van waaruit hij zijn films over de maatschappelijke werkelijkheid maakt. De infantiliteit en naïviteit die de films van het Amsterdams Stadsjournaal uitdragen, films die ook zijn gemaakt met de opzet te werken aan situatieverbetering van gedepriveerde groepen, is maar al te vaak het gevolg van een bevoogding gebaseerd op theoretische bla-bla. Volgens de introduktie bij de film van Christian Ziewer, is hij er goed in geslaagd door te dringen tot die affiniteitsgebieden waarop de doelgroep zich aangesproken voelt. De film geeft een voldoende beeld van het leven van de arbeider, van de keuken, de kroeg tot het werk en de vakantie, om zodoende aanknopingspunten te kreëren die in de diskussie achteraf gebruikt moeten worden. Als je dan over de diskussie achteraf praat, een essentieel onderdeel bij de vertoning van een dergelijke film, heb ik toch enige bedenkingen bij de 108 minuten die de film duurt. Een gesprek van een uur is toch op zijn minst noodzakelijk, en welke arbeider beschikt na zijn werk nog over drie uur waarin hij gekonsentreerd moet kijken, luisteren en mee praten. Toch behoort ‘Sneeuwklokjes...’ tot de betere films in deze katagorie.



illustratie
Sneeuwklokjes in september Kurt Weber, fotografie, Christian Ziewer, regle en scenario: Klaus Wiese (v.l.n.r)


Van Ferenc Kosa werden twee films vertoond.

* VOORBIJ DE TIJD, een film uit 1972, kan wellicht een toelichting zijn op de berichten die wij dagelijks in de kranten lezen over de Baader-Meinhof groep en de manier waarop zij zijn ingesloten. Het verhaal speelt zich af in de jaren twintig. Drie politieke gevangenen zijn in hongerstaking gegaan en de direktie van de gevangenis wordt door de autoriteiten onder druk gezet om de hongerstaking te breken. De standvastigheid waarmee de drie hun idealen bevechten, blijkt alleen in de dood gebroken te kunnen worden. Dit alles speelt zich af in een gevangenisdekor waarin medegevangenen hun best doen de gunst van de direktie te winnen, door mee te zingen in het gevangeniskoor, om zodoende bij hoogtij-dagen ekstra door de sociale dametjes bedacht te worden. Symbolisch voor het zinloze is de vogelkooi-met-vogel die een van de solisten uit het koor als beloning voor goed gedrag krijgt. Ook de hongerstaking lijkt zinloos. Lijkt zinloos, maar is het niet. Het is het gesprek van de dag. De overtuiging van de ander houdt de tegenstander bezig, zowel in de film, als bij de B.M. groep.

* SNEEUWSTORM is de laatste film van de Hongaar Ferenc Kosa. Volgens de introduktie is de film gebaseerd op de opvallende gelijkenis tussen de volkstradities in Japan en de Hongaarse inwoners van Transslavië. Bejaarde mensen, zowel in Japan, als in bedoeld deel van Hongarije trekken zich terug in de bergen om hun dood af te wachten, wanneer zij zich overbodig voelen. Angst voor de dood bestaat niet. Kosa is met de Japanse auteur Shichiro Fukazawa, naar wiens boek ‘Naryama Bushiko’ (De liederen van de Eikenberg) de film werd gemaakt, naar Japan gereisd om de verschillen en overeenkomsten tussen beide kuituren te vergelijken. Toen pas heeft hij de film gemaakt.



illustratie
Voorbij de tijd-Ferenc Kosa.
Foto's Sneeuwstorm & celine et Julie vont en bateau op achters omslag


Een jonge soldaat vermoord gedurende een veldloop een tegenstander, wint en is zodoende in staat gedurende zijn prestatieverlof te ontkomen aan de dreigende oorlog. Toch keert de oorlog zich tegen hem, wanneer hij met zijn grootmoeder een voettocht maakt op zoek naar zijn vader. Hij wordt door de eigen troepen gevangen genomen op verdenking van desertatie. De grootmoeder is het, die voortdurend haar kleinzoon dwingt de volle verantwoording op zich te nemen van zijn daden en zijn plichten

[pagina 24]
[p. 24]

te aanvaarden. Tot dat inzicht gekomen neemt hij, tegen de winter, de wapens op tegen zijn eigen vaderlandse troepen, die hem steeds onmenselijker voorkomen. De taak van de grootmoeder is volbracht. Zich overbodig voelend trekt zij zich terug in de bergen en wacht op de sneeuwstormen die voor haar onherroepelijk de dood betekenen.

* DIE VERROHUNG DES FRANZ BLUM van de Duitser Reinhard Hauff, stelt het gevangeniswezen op een vrij unieke wijze aan de orde. Het is niet, zoals bij Kosa de verfilming van de verhouding gedetineerde-autoriteiten, maar de verhouding van de gedetineerden onderling. Een beeld van de intermenselijke relaties van de gevangenisbevolking met al de eigen wetten, normen en codes. De macht van de sterkste geldt ook binnen de muren tussen de gevangenen onderling. Franz Blum is zich daarvan, wanneer hij pas is ingesloten, nog niet ten volle bewust. Hij komt daar echter snel achter, wanneer hij hardhandig in kontakt komt met de nog al potige officieuze leider van de gedetineerden, Kuul. Gedurende de film wijzigt de verhouding zich in het voordeel van Franz Blum, die tegenover de lichamelijke kracht van Kuul, zijn eigen kracht en infentiviteit zet. Hij stelt voor om sportmiddagen te organiseren en wordt benoemd tot voorzitter van de organisatiekommissie, die op een gegeven moment alleen nog bestaat uit tegenstanders van Kuul. Zijn ‘voorbeeldig’ gedrag, in feite berustend op intimidatie en bedreiging van zijn mede-gevangenen, leidt tenslotte tot een vroegtijdig ontslag uit de gevangenis. Gedurende het festival werd bijzondere aandacht besteed aan de Japanse filmmaker Masaki Kobayashi. Hij kan gerekend worden tot de grootste regisseurs van zijn generatie en van zijn land. Europa maakte kennis met hem, toen hij met twee * films achter elkaar, ‘Harakiri’ uit 1963 en * ‘Kwaidan’ uit 1964, de speciale prijs van de jury op het festival van Cannes kreeg. Zijn films zijn in Europa amper te zien geweest en dat houdt dan over het algemeen in, dat ze in Nederland helemaal niet te zien zijn. Kobayashi is zo wèl een bekende en graag geziene filmmaker geworden, maar in Nederland nooit te zien geweest. Het festival in Rotterdam deed daar wat aan en dat leverde de vertoning van vijf van zijn films op. Opvallend was de praktisch 9 uur * durende film ‘DE STAAT VAN DE MENS’, die een paar dagen eerder zijn eerste komplete Europese vertoning in Londen kreeg. Gemaakt in drie delen die op elkaar aansluiten, speelt de film in de jaren 1943-1945 in het door de Japaners bezet Mands joerije. Het is een hele opgave gedurende 9 uur de aandacht te konsentreren op de krijgshaftige Japanse avonturen met al hun lief en leed. Drie pauzes met een totale lengte van 2 uur maakte de vertoning tot een marathon, die 's middags om 3 uur begon en 's nachts om 2 uur eindigde. Dat de voorstellingen van deze film aan het ‘frisse’ begin van het festival waren gepland getuigt van inzicht van de organisatoren. Iets minder land, maar toch nog zo'n 220 minuten *duurde de film ‘KASEKI’ (De Fossielen). Deze film komt naar mijn idee toch niet uit boven een montage van feuilleton-delen die gedurende 10 weken bij de Tros een redelijke kijkdichtheid zou halen. Het gegeven is voor de duur van de film onvoldoende uitgewerkt. Een minder breedvoerige verfilming had voor een intensere meebeleving gezorgd van de film. Een susksesvol zakenman resit voor zijn plezier naar Europa, geniet van Parijs, Spanje en bereidt zich voor op een bezoek aan Rome, wanneer hij zich voor het eerst van zijn leven niet helemaal lekker voelt. Op aandringen van zijn sekretaris die hem begeleidt, bezoekt hij een ziekenhuis, waar een onderzoek uitwijst dat hij aan kanker lijdt en dat een operatie zinloos is. Bij vergissing verneemt hij dit, en vanaf dat moment ziet hij de wereld met andere ogen. Hij neemt zich voor de dood gedurende het resterende jaar zoveel mogelijk voor te blijven, door de dingen nieuwe betekenissen te geven, die daardoor dieper en rijker worden dan voorheen. Een operatie in Japan tenslotte lijkt goed te slagen.

* Een Andere, wat lange film was CELINE ET JULIE VONT EN BATEAU van Jacques Rivette, de franse regisseur waarvan in een eerdere BZZLLETIN reeds ‘Out One: Spectre’ werd besproken. ‘Out One: Spectre’ was de verkorte versie van ‘Out One’, een film die 12 uur en 40 minuten duurt. Ook Rivette is lang van stof, maar weet wat meer te boeien dan zijn Japanse kollega Kobayashi. ‘Celine et Julie...’ is eigenlijk een vreemde film, een drama, een komedie, een magische film, een horror-film, een film in een film, alles tegelijk. Het fantastische spel van Juliet Berto (de vrouwelijke versie van Jean-Pierre Leaud) en Dominique Labourier geeft voortdurend aanleiding tot spontane reakties van het publiek. Celine (Juliet Berto) en Julie (Dominique Labourier) ontmoeten elkaar toevalling. Julie is bibliothekaresse, gek op toekomstsvoorspellingen uit Tarot-kaarten en en leest voortdurend in een groot rood boek over toverij. Beiden bezoeken om de beurt een soort spookhuis, waar ze na een dag helemaal in de war uitkomen. Steeds hebben ze een snoepje in hun mond, waardoor zij alles in het huis opnieuw beleven. Het blijkt dat ze voortdurend hetzelfde beleven en dat de inwoners van het huis steeds het zelfde doen en zeggen. Zodra het snoepje op is, missen ze ieder kontakt met het beleefde in het huis. Steeds ook missen ze het essentiele onderdeel van wat zich in het huis afspeelt, werkelijk herinneren wat er gebeurde kunnen ze niet. Tenslotte slagen ze erin beide het huis binnen te dringen en komen tot de ontdekking dat de inwoners als geesten uit een andere wereld hun dagelijkse rolletje spelen. Celine en Julie nemen zich voor, het kleine meisje dat onderdeel is van het hele gebeuren uit deze repeterende ‘werkelijkheid’ te redden. Het lukt hen het meisje uit haar roes te laten ontwaken en nemen haar, zoals het goede alternatieve hulpverleners betaamd, mee naar huis. Wanneer aan het eind van de film, Celine, Julie en het meisje een boottochtje maken, presenteert Rivette ons het laatste raadsel, door het hele gezelschap uit het huis, in een andere boot voorbij te laten varen. Het spontane en natuurlijke dat deze film kenmerkt, is eksemplarisch voor de weg die een deel van de Franse Cinema is ingeslagen bij de start van de Nouvelle Vague. Naast Rivette, komt veel van de eer toe aan Juliet Berto, die in iedere film weer gewoon is, wie ze is (al heet ze honderd keer Celine): Juliet Berto.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken