Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bzzlletin. Jaargang 20 (1990-1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bzzlletin. Jaargang 20
Afbeelding van Bzzlletin. Jaargang 20Toon afbeelding van titelpagina van Bzzlletin. Jaargang 20

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (23.30 MB)

Scans (105.38 MB)

ebook (26.47 MB)

XML (2.34 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bzzlletin. Jaargang 20

(1990-1991)– [tijdschrift] Bzzlletin–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 100]
[p. 100]

Jaap Sie
Schuldgevoelens en vraagtekens
Over het vertalen van ‘Max Havelaar’ en ‘De aanslag’

In de levensloop van Jaap Sie weerspiegelt zich een belangrijk stuk hedendaagse geschiedenis. Geboren in 1941 in koloniaal Nederlands-Indië, uit Chinese ouders, vertrok hij in 1961 onder druk van een onwelgevallig Indonesisch klimaat naar China, waar hij - onder het daar geldende ius sanguinis - formeel welkom was. In 1987 verscheen daar zijn vertaling van Multatuli's Max Havelaar; in 1988 gevolgd door die van Mulisch' De Aanslag.

Momenteel werkt Sie aan de samenstelling van een binnenkort in Nederland te verschijnen bundel Chinese reportageliteratuur.

Saïdjah en Adinda

Dat het Chinese lezerspubliek in de tweede helft van de jaren tachtig van deze twintigste eeuw kennis kon maken met twee typisch Nederlandse boeken, is te danken aan het samenvallen van een paar unieke historische en individuele omstandigheden.

Die vertalingen waren niet het resultaat van een overheidsinitiatief, maar het zou aanmatigend zijn ze enkel en alleen op een (in dit geval mijn) individueel conto te schrijven.

Daarmee is de vraag nog niet beantwoord waarom de keuze nu juist viel op de Max Havelaar en op De Aanslag, en wat voor rol ik daarbij mocht spelen. Die vraag, mij gesteld door een van mijn beste vrienden, heeft mij laten verzinken in een diep en vaak pijnlijk gepeins, waarbij ik zelf niet buiten schot bleef.

Al sinds mijn prille jeugdjaren houd ik van lezen. Ik wilde dan ook schrijver worden. Nu kenden die jeugdjaren enige ongebruikelijke elementen: van geboorte was ik Chinees, ik woonde in wat eigenlijk Indonesië was en als voertaal bezigde ik het Nederlands. Geen wonder dat je dan aan het piekeren slaat over je identiteit en over de maatschappij om je heen. Lezen bood mij de mogelijkheid de realiteit te ontvluchten, maar tegelijk ook te begrijpen.

Neem het verhaal van Saïdjah en Adinda; voor de eerste keer werd ik mij toen bewust van de onrechtvaardigheid van het kolonialisme. Later volgden imperialisme en kapitalisme. Zoals bij vele anderen die zich niet konden beroemen op een proletarische achtergrond riep die bewustwording in mij, gekoesterd in een verwesterd bourgeois dokters-milieu, langzamerhand een diep schuldgevoel wakker, dat koloniale, etnische en burgerlijke trekken vertoonde.



illustratie
Multatuli


Het verlangen om mijn leven helemaal opnieuw in te richten, om op mijn manier iets te doen voor al de Saïdjahs die nog steeds in de

[pagina 101]
[p. 101]

wereld leefden en iets van hen te leren, en ook om allerlei identiteitsconflicten te ontvluchten, reisde ik op mijn negentiende jaar af naar het socialistische China. Daar maakte ik mij autodidactisch de Chinese taal eigen, maar een schrijverschap daarin was natuurlijk uitgesloten. De taal- en cultuurproblemen stonden gelukkig een universitaire opleiding tot biochemicus en fysioloog niet in de weg.

‘De objectieve realiteit bestempelde mij tot een obsolete bastaard van Nederlandse, Indonesische en Chinees-burgerlijke culturen, tot een onnutte boekenwurm die geen weet had van de harde werkelijkheid’

Ik verslond politieke geschriften en ik genoot met volle teugen van bezoeken aan en excursies naar het platteland, waar ik kennis maakte en vriendschap sloot met vele Chinese (ex)Saïdjahs. De toekomst leek heel mooi en schuldgevoelens leken niet meer te bestaan.

Culturele revolutie

Mijn individuele idylle werd hardhandig verstoord door de Culturele Revolutie. De objectieve realiteit bestempelde mij tot een obsolete bastaard van Nederlandse, Indonesische en Chinees-burgerlijke culturen, tot een onnutte boekenwurm die geen weet had van de harde werkelijkheid. Als remedie moest ik in China's armste provincie Guizhou gaan werken.

Dat accepteerde ik gelijkmoedig; onder de absurde situatie bloeiden mijn vroegere schuldgevoelens weer volop op, waardoor ik in het begin bijna alles van de Culturele Revolutie goed vond. Natuurlijk was het begrijpelijk dat de Rode Gardisten zo hard en radicaal optraden. Was het proletariaat niet eeuwenlang op beestachtige wijze onderdrukt en uitgebuit?

Natuurlijk moest ik mij door een Spartaanse opvoeding laten omvormen. Laten afstraffen zelfs. Mijn klasse, mijn groep, mijn familie, hadden die immers niet altijd onproletarisch geleefd en bestaan?

En inderdaad leerde ik in Guizhou heel veel.

Over het leven daar van de voormalige Saïdjahs, voor de Bevrijding van 1949. Maar geleidelijk werd mij duidelijk dat ook na dat jaar nog vele Saïdjahs niet helemaal bevrijd waren.

Vertalen

Op recommandatie van vrienden werd ik in 1972 plotseling naar Peking ontboden om vertaler te worden. Er was namelijk in heel China geen tweede man te vinden die het Nederlands beheerste als ik. Langzaam rijpte in mij een idee. Schrijver kon ik niet meer worden; wetenschapper mocht ik niet worden. Politiek bedrijven werd algemeen beschouwd als gevaarlijk, vooral voor een gerepatrieerde overzeese Chinees. Waarom zou ik mij niet nuttig maken als vertaler?

Misschien is het waar dat ik tot een uitstervende soort behoor. Na de verdwijning van het (Nederlandse) kolonialisme valt toch moeilijk te verwachten dat er nog veel multi-culturele mensen als ik voortgebracht worden?

Zou het niet mooi zijn als ik, juist vanuit die driedubbele achtergrond, de Max Havelaar ver-

[pagina 102]
[p. 102]

taalde? Was dat geen mooi geschenk aan de vele Chinese Saïdjahs en Adinda's? Met als bijkomend voordeel dat het mij zou verlossen van een deel van mijn schuldgevoelens. Al was ik dan geen drie-generatie-proletariër, ik kon daarmee toch bewijzen dat ik van enig nut kon zijn. Maar dat mooie voornemen moest nog ettelijke jaren wachten op zelfs maar een begin van uitvoering.

Pas in de vroege jaren tachtig werd het verbod op het vertalen en lezen van westerse boeken opgeheven. Van toen af aan ging het snel. Een Nederlandse vriend stuurde mij het boek; mijn Nederlandse boekenkast had de Culturele Revolutie namelijk niet overleefd.

Andere Nederlandse vriend(inn)en verleenden uiteenlopende vormen van steun: zo kwam ik in het bezit van woordenboeken, referentiemateriaal en papier. Mooi meegenomen was dat de prestigieuze Volksliteratuur Uitgeverij in China al lang een oog op het boek had laten vallen, maar er tot dan toe niet in geslaagd was een geschikte vertaler te vinden.

Ironisch genoeg achtte zij mij direct gekwalificeerd. Mijn voordien dubieuze multi-culturele achtergrond bleek ineens een onmisbare voorwaarde. Om de Max Havelaar goed over te brengen bij het Chinese publiek was kennis van de Nederlandse en Indonesische cultuur onontbeerlijk, naast inbedding in de Chinese, terwijl enige vertaalervaring ook geboden leek.

Dat de Volksliteratuur Uitgeverij gebrand was op de Max Havelaar is niet zo verwonderlijk: het is haar taak om alle goede literatuur van alle landen in de hele wereld voor het Chinese publiek te ontsluiten en de Max Havelaar is, behalve dat het zonder twijfel een van de belangrijkste werken uit de Nederlandse literatuur is, ook nog eens politiek uiterst vernieuwend.

De Aanslag koos ik vooral om zijn progressieve inhoud, maar ook om zijn realistische, menselijke inhoud. De hoofdpersoon Anton, door het fascisme wreed vervreemd van zijn verleden en angstig op zoek naar de waarheid en naar zijn identiteit, sprak mij persoonlijk zeer aan.



illustratie
Saïdjah en Adinda in de film ‘Max Havelaar’


Het was nogal pretentieus van mij om te veronderstellen dat ik met deze dubbele keuze het Chinese lezerspubliek een beeld zou kunnen geven van de Nederlandse literatuur van een eeuw geleden en van vandaag. En dat ik daarmee een inzicht zou kunnen verschaffen in de Nederlandse samenleving - door Multatuli een roofstaat genoemd, maar tegelijk de wieg van vele grote humanisten, onder wie Multatuli zelf. Een maatschappij ook, waarin grote progressieve bewegingen gedijen, zoals de zo levendig door Mulisch beschreven vredesbeweging. De eerste Chinese editie van de Max Havelaar verscheen in de periode dat in Nederland het honderdste sterfjaar van Multatuli werd herdacht. Er werden enige duizenden exemplaren van verkocht. Van De Aanslag zelfs enige tienduizenden. Publiciteit in China's belangrijkste

[pagina 103]
[p. 103]

dagbladen, maar vooral in de Nederlandse pers. Felicitaties. Goede recensies en reacties.

Volgens zeggen bood de toenmalige minister van Cultuur, Wang Meng, zijn officiële gasten de vertaling van de Max Havelaar aan als welkomstgeschenk. Enthousiaste brieven van jongeren over De Aanslag, dat volgens de grote Xinhua Boekwinkel verschrikkelijk goed verkocht. Het stond buiten kijf dat de twee vertalingen een succes waren.

Tot zover de ontvangst in de buitenwereld.



illustratie
Harry Mulisch (foto: Rico D'Rozario)


[pagina 104]
[p. 104]

Vragen

Wat mijzelf betreft? Eerlijk gezegd kan ik zelfs nu nog mijn gevoelens niet goed beschrijven. Natuurlijk was ik verheugd over het succes. De vertalingen vormden ook een pleister voor mijn schuldgevoelens. Mijn multi-culturele achtergrond had zijn waarde in dit geval bewezen en mij in staat gesteld mijn land een dienst te bewijzen.

Maar tegelijkertijd welden nieuwe problemen en vragen in mij op. Waarom bijvoorbeeld verzweeg de pers bij de berichtgeving over de Max Havelaar zorgvuldig mijn naam, terwijl anderen, die niet direct met de vertaling te maken hadden, wel genoemd werden? Waarom is het voor mij nog steeds moeilijk meer vertalingen te verzorgen? Waren mijn schuldgevoelens juist? Als ik mij waar kon maken op een terrein waarvoor ik helemaal niet opgeleid was, zou dat dan niet in versterkte mate gelden voor mijn eigenlijke vakgebied?



illustratie
Jaap Sie en zijn vrouw


Waarom is het leven ten opzichte van mij zo discriminerend? Zit er niet ergens iets fout? En waar zou die fout dan zitten? In de omstandigheden buiten mij, of moet ik de hand in eigen boezem steken? Misschien is het mijn eigen fout dat ik nog steeds met problemen kamp: verlang ik teveel van het leven of overschat ik mijn capaciteiten?

Misschien is het volkomen normaal dat ik mij, als lid van een uitstervende soort, altijd als een vreemde eend in de bijt zal voelen, mij in geen van de drie culturen thuisvoel die mij gevormd hebben.

Moet ik mij nog meer aanpassen aan de omstandigheden; mijn schuldgevoelens de vrije baan laten en daaruit berusting putten? Of zullen die juist een bron van inspiratie blijken om, net als Multatuli, te zoeken, te vinden en, hopelijk, te schrijven?

Want uiteindelijk denk ik dat mijn besluit om de Max Havelaar te vertalen in laatste instantie is ingegeven door mijn verlangen om de geest van Multatuli te doorgronden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Max Havelaar of de koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy

  • over De aanslag


auteurs

  • Jaap Sie

  • beeld van Multatuli

  • beeld van Harry Mulisch