Gedenkteken ter eeuwiger gedagtenisse van de algemeene vreugd der Amstelaaren, over de verheffing van de edele agtbaaren heer en mr. Ferdinand van Collen, heere van Guntersteyn, etc. etc. etc. tot het burgermeesterschap van hunne hemelsteygerende vest. (1727)
Op den Wel Edele Gestrenge Heer Mr. Ferdinand van Collen Heere van Gunterstein en Tienhooven, President Scheepen en Raad, Thans verkooren tot Hoofd-officier der Stad Amsterdam.
Was Amstels Burgery in rouw; wanneer de dood
Dien trouwe Burgerheer, uw Vader, d'oogen sloot:
En wenschten zy dat God, tot heil der Stad, mocht geeven,
Dat gy Ampten en in Deugd, hem na zoud streeven.
Thans is haar wensch vervuld; tot troost in haar verdriet:
Wyl men het Graaflyk zwaard in uwe handen ziet;
Om als Verdediger der Vryheid, ender Wetten
De onnooslen voor te staan, de boosheid te verpletten.
Dus word het kwaad gestraft, dus word de Deugd beloond,
En door Gerechtigheid uw waardig hoofd bekroond.
Wyl gy van ieder een bemind word, en gepreezen
Als troost der Weduwen, en Vader aller Weezen:
Zoo roept de Burgery ,,Handhaver van het Recht
,,Volg 's Vaders voetspoor na: dit is genoeg gezegd.