Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Contour. Jaargang 1 (1964-1965)

Informatie terzijde

Titelpagina van Contour. Jaargang 1
Afbeelding van Contour. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van Contour. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.69 MB)

Scans (179.37 MB)

ebook (5.44 MB)

XML (0.44 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Contour. Jaargang 1

(1964-1965)– [tijdschrift] Contour–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

[Nummer 1]

contourlijnen

Een literair tijdschrift zonder een gevestigde naam zal tegenwoordig in Nederland, nu tijdschriften in massa komen en gaan (wat overigens een teken van gistende aktiviteit is) zijn bestaan moeten rechtvaardigen. Dat zou kunnen door konsekwent in de aanval te gaan, tegen bepaalde tijdschriften van avant-gardisten bijvoorbeeld. Maar die methode zal niet de onze zijn. Wij willen vooral, zoekend uitgaande van de mogelijkheden die aan de literatuur eigen zijn, ons verwerend tegen eenzijdigheid en dogmatische verstarring, proberen een lijn te trekken van de traditie naar de toekomst. Door schrijvers die hetzelfde willen in dit tijdschrift een trefpunt te bieden, hopen wij in het verwarde beeld van de literatuur van vandaag contour te brengen. Polemiek zal daarbij veelal ingebed zijn in dit zoeken naar nieuwe mogelijkheden, uitgaande van vertrekpunten die vergeten zijn geraakt bij de stampei van een modeliteratuur die zich alleen voor bestsellers interesseert. Zonder behoudzucht, maar met literaire werkelijkheidszin kan er een literatuur opgebouwd worden, die in de tweede helft van deze eeuw modern is. En de ontwikkeling in die richting is reeds begonnen.

Contour is opgericht, nadat de tijdschriften Fase en Trans, op grond van een gelijkgericht streven tot een fusie waren gekomen. De redakties van beide bladen hebben zich verenigd, en om praktische redenen is daarna onderscheid gemaakt tussen een uitvoerende redaktie en een adviserende redaktieraad.

In wat hierna volgt, zullen wij het standpunt van Contour beknopt weergeven voor wat poëzie, proza en kritiek betreft.

Er is stilstand in de poëzie. De Vijftigers hebben de Nederlandse poëzie, die in een slop was geraakt, een nieuwe vrijheid van woord en beeld verschaft, en haar verlost van loze vormen. Vijftig gaf Nederland opnieuw een moderne dichtkunst. De oorzaak van de stilstand is, dat er daarna geen evolutie is gevolgd. De vrijheden van woord en beeld werden niet gekonsolideerd, maar integendeel

[pagina 2]
[p. 2]

in veel gevallen tot een uiterste autonomie doorgevoerd. Dit leidde naar een onverstaanbare, hermetische poëzie, die een essentiëel aspekt aan de dichtkunst ontnam. Want is het gedicht niet een literair middel om wat de dichter wil zeggen aan de lezer over te brengen? Onverstaanbaarheid van woord en beeld achten wij een vlucht uit de dichterlijke werkelijkheid van de communicatie, en daarom verlangen wij van poëzie een op die communicatie gerichte funktionaliteit van beide. Kunst, ook de literaire, is een zaak van menselijk kontakt.

De eigen, onverwisselbare aard van woord en beeld wordt uitgemaakt door de dichterlijke persoonlijkheid, en tekenen daarvan zijn in vorm en inhoud van het gedicht onontbeerlijk. Dit betekent enerzijds een veroordeling van de onpersoonlijke poëzie van de velen die blindelings achter de Vijftigers aan zijn gaan lopen, maar ook van de nieuwste avant-gardistische modegril, van de opzettelijk onpersoonlijke poëzie van ‘objets trouvés’. Poëzie waaraan de persoonlijkheid ontbreekt of ontnomen wordt, is een uiting van een onvolwaardig dichterschap, dat de verantwoordelijkheid voor wat op het papier gezet wordt, afwijst en zo eigen onbeduidendheid propageert.

Dat Lucebert ooit geschreven heeft, dat hij trachtte ‘op poëtische wijze... de ruimte van het volledig leven tot uitdrukking te brengen’ schijnt sedertdien volkomen vergeten te zijn. Het leven wordt integendeel in thema's en motieven van de hedendaagse poëzie eerder versmald en beperkt. Men geeft het gedicht maar helemaal geen inhoud meer, of men vult het met wat futloze gevoelentjes van zelfbeklag, onvolwassenheid, kinderlijke onaangepastheid, in een ikjes-lyriek van de geborneerdste soort. Wij verlangen van de dichter een binding met, een houding tegenover een onbeperkte werkelijkheid. Of hij orde wil scheppen in een chaos, of hij orde tot chaos uiteen wil breken, of hij getuigen wil, profeteren, of hij gevoelens of waarnemingen weer wil geven, of zijn zintuigelijkheid wil laten gelden, daarvoor ligt de verantwoordelijkheid bij hem zelf. Maar hierbij zijn mogelijkheden, die door kortzichtige ‘modernisten’ zijn afgesloten en die wij willen heropenen, onder protest tegen de maniakale eenzijdigheid en onderwereldmentaliteit, waardoor bepaalde ondichters tegenwoordig proberen op te vallen.

De hoofdzaak van het bovenstaande kan, mutatis mutandis, op het Nederlandse proza toegepast worden. Na de laatste wereldoorlog zijn er enkele belangrijke prozaschrijvers aan het woord

[pagina 3]
[p. 3]

gekomen, en tot de thema's in hun werk behoorde de afrekening met jeugdproblematiek. Dit leidde echter tot een stroom van navolging, die alleen maar liet zien hoe velen het in ons land moeilijk hebben gehad, en die de literatuur verstikte in onbenul. De meeste aandacht trekken hierbij de laatste tijd de idolen van de uitgeversreklame, die een soort lektuur produceren voor mede-onvolwassenen, waarbij flinkdoenerij in woordkeus alsmede de zotte reakties van moreel-onthutsten de indruk wekken als zou hier iets belangrijks aan de hand zijn. De oninteressante relazen over hun Ik, hun Avonturen en de troebelen hunner zorgelijke puberjaren veroorzaken merkwaardigerwijs een gekrakeel van boekverbieders en zielzorgers, waarin het werkelijke probleem ten onder gaat: er is nauwelijks jong literair proza in Nederland. En de stem van de enkele begaafde prozaïst die aan het woord kan komen, gaat in dat gekrakeel al evenzeer verloren.

Van het proza vragen wij voor alles weer die ‘ruimte van het volledig leven’. Wij willen een prozakunst zonder geestelijk provincialisme, en zònder de taboes van fatsoen met al te lange tenen.

De literaire kritiek is tegenwoordig zeer omstreden. Op dit punt erkennen wij de verdiensten van het tijdschrift Merlyn, dat de routinekritiek in de Nederlandse dag- en weekbladen en ook in de literaire tijdschriften, onbeduidendheid en ondeskundigheid verweet, en daar de eis van het goed lezen tegenover stelde. Is er sinds Merlyn bestaat echter veel veranderd? Sommige van de belangrijkste bladen hebben nog steeds de onbenulligste critici in dienst.

Wij willen de kritiek een funktie van stuwkracht geven bij de vernieuwing waar de Nederlandse literatuur hard aan toe is. Ons bezwaar tegen de wijze van literatuurbeschouwing van Merlyn is dan ook, dat een alleen maar objektief-wetenschappelijke kritiek in een literaire situatie als de tegenwoordige, buiten de werkelijkheid komt te staan. Van een kritiek die een eind aan de stilstand moet maken, vragen wij een synthese van objektieve en subjektieve literatuurbeschouwing. De taak van de criticus wordt daardoor gekompliceerd: aan de ene kant moet hij een bepaald werk toetsen aan de meer objektieve normen die zijn literair-kritisch vakmanschap hem verschaft, aan de andere kant moet hij de subjektiviteit van zíjn literair-kritische persoonlijkheid laten gelden en vandaaruit persoonlijkheid en inhoud van dat werk beoordelen. Kritiek moet in de literaire situatie van vandaag als stuwende kracht vernieuwing de kans geven door haar van stilstand te onderscheiden.

Redaktie Contour


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken