stelling van de plaats die Kentering eigenlijk op zo'n avond had behoren in te nemen. ‘Contour is een puur klein-Nederlands tijdschrift’ zegt hij vervolgens temidden van luidruchtig op-de-borst-geklop over eigen activiteiten en ruimheid van geest. Ja hoor.
En Kentering is het grossniederländisches Zeitschrift für Waddinxveen und Umgebung, waar alle Groot-Nederlanders naar hunkeren.
Over onze eigenlijke aanmerking heeft Hazeu niets te vertellen. Hij zanikt wat over het feit dat het folder niet nieuw meer was (het werd overigens in mei 1967 nog verspreid), leutert nog een beetje over aktualiteit, een begrip dat hij vermoedelijk verwart met mode, pocht over de kreativiteit van Wim Ik Hazeu en kameraden, maar van een werkelijke tegenargumentatie is nergens sprake. Zijn hele verhaal is dan ook duidelijk niet geschreven om ons te weerspreken, maar om op het niveau van een buren-roddelruzie de lang afgewachte kans te benutten, zijn gal tegen Contour eens lekker te spuien.
Behalve Kentering-redakteur is Hazeu ook nog samensteller van het radioprogramma ‘Literama’, en als zodanig de profane schaduw van de heilige Okke Jager. Laat Wim maar tot zijn pensioen bij de NCRV blijven werken. En als hij dan eens, oud en der dagen zat, ontslaapt in de armen van Okke, zal de enige progressief-linkse medewerker die de NCRV, waarschijnlijk zonder dat zelf te weten, ooit heeft gehad, zijn heengegaan. Om onze aantijging dat er in ‘Literama’ overmatig veel aandacht wordt besteed aan Kentering te ontzenuwen, geeft Hazeu een uitvoerige opsomming uit de programma's van de NCRV, een opsomming waaruit zonneklaar blijkt wat hij graag wil bewijzen, maar niet de naar verhouding tot andere tijdschriften aan Kentering bestede tijd. En van de Kentering-redakteuren die in dagbladen literaire periodieken bespreken noemt hij alleen degenen die het inderdaad nooit over Kentering hebben. ‘Dat laten zij aan anderen over’, schrijft hij. Dat klopt. Bijvoorbeeld aan Wim Hazeu in de Delftsche Courant.
Redaktie Contour