Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
CARAN-conferentiebundel 1. Conferentie Neerlandistiek in het Caribisch Gebied 2011. Symposium Nederlands als Vreemde Taal in het Onderwijs 2008 (2012)

Informatie terzijde

Titelpagina van CARAN-conferentiebundel 1. Conferentie Neerlandistiek in het Caribisch Gebied 2011. Symposium Nederlands als Vreemde Taal in het Onderwijs 2008
Afbeelding van CARAN-conferentiebundel 1. Conferentie Neerlandistiek in het Caribisch Gebied 2011. Symposium Nederlands als Vreemde Taal in het Onderwijs 2008Toon afbeelding van titelpagina van CARAN-conferentiebundel 1. Conferentie Neerlandistiek in het Caribisch Gebied 2011. Symposium Nederlands als Vreemde Taal in het Onderwijs 2008

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

CARAN-conferentiebundel 1. Conferentie Neerlandistiek in het Caribisch Gebied 2011. Symposium Nederlands als Vreemde Taal in het Onderwijs 2008

(2012)– [tijdschrift] CARAN-conferentiebundel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 128]
[p. 128]

Nederlands een vreemde taal in het onderwijs?
Jessica van der Linden-Maduro - Instituto Pedagogico Arubano

We weten allemaal dat de Nederlandse taal de instructietaal is in het onderwijs.

Tijdens de lessen in het basis- en voortgezet onderwijs wordt van de leerkracht verwacht dat hij goed Nederlands spreekt.

De leerkracht behoort in het Nederlands uit te leggen, instructie te geven en opdrachten te bespreken.

Er is echter wel een uitzondering gemaakt voor het speciaal onderwijs en het katholiek en openbaar kleuteronderwijs. Zij mogen in Papiamento spreken, de tweede officiële taal van Aruba en tevens de voertaal voor de meerderheid van de bevolking,.

In veel landen, waaronder Nederland, is de voertaal (al dan niet officieel) de instructietaal van het onderwijs.

Op Aruba krijgen de kinderen echter onderwijs in een vreemde taal. Om te verduidelijken wat het Nederlands een vreemde taal maakt, zal ik eerst uitleggen wat we verstaan onder: moedertaal (T1), tweede taal (T2) en tenslotte vreemde taal (VT).

 

Een moedertaal is de taal waarmee het kind van huis uit opgroeit.

Als we de situatie op Aruba vergelijken met de situatie in Nederland, dan is op Aruba het Papiamento de moedertaal van de meeste inwoners, te weten 69% (Censo 2000). In Nederland echter is dat voor het merendeel van de bevolking het Nederlands.

 

Een tweede taal is de taal die het kind na zijn vierde jaar leert. Deze taal is de voertaal (al dan niet officieel) van het land waarin het kind woont. Er is hier dus sprake van een discrepantie tussen de thuistaal en de schooltaal/voertaal. Op Aruba is het Papiamento de tweede taal voor alle anderstaligen. In Nederland is het Nederlands de tweede taal voor alle inwoners met een andere moedertaal. Een tweede taal hoeft tevens niet letterlijk de tweede taal te zijn die het kind leert!

 

Een vreemde taal is een andere taal, naast de moedertaal of de tweede taal, die het kind of de volwassene als vak op school of via een cursus aanleert. Op Aruba zijn dit o.a. de talen Nederlands, Engels en Spaans. Deze talen leren de meeste kinderen pas als ze naar school gaan in de eerste klas van het basisonderwijs. In sommige gevallen kunnen we ook spreken van lokale vreemde talen, aangezien een deel van de bevolking deze talen als moedertaal heeft en men het vaak tegenkomt in het dagelijkse leven.

 

Het Nederlands is voornamelijk alleen op school nog aanwezig. De andere twee talen in vele situaties buiten de school. De ene taal echter wel meer dan de ander. Het Engels via de media (televisie, internet, entertainment, krant) en het Spaans ook via de media maar vooral ook vanwege de hoeveelheid Spaanstalige immigranten op het eiland. Als we Nederland weer vergelijken met Aruba dan zijn de meest voorkomende vreemde talen

[pagina 129]
[p. 129]

in Nederland het Engels, Frans en Duits. Dit zijn tevens de vreemde talen die in het voortgezet onderwijs worden onderwezen.

 

Op het cirkeldiagram zijn de aanwezige talen en het percentage moedertaalsprekers op Aruba af te lezen. Papiamento heeft de meeste sprekers met een percentage van 69%. Daarna volgt het Spaans met 13%. Engels heeft een percentage van 8% en Nederlands 6%. De overige talen zijn o.a. het Mandarijnenchinees, Frans, Portugees, etc.

 

Op het staafdiagram is de moedertaal naar schooltype gesorteerd.



illustratie

Het rendement van Nederlands als instructietaal is bij alle andere moedertaalsprekers dan de Nederlandstalige erg laag.

 

Verder is er ook nog geconstateerd dat veel zittenblijvers onder de niet - Nederlandstalige kinderen in totaal 27,3% is, versus 2,8% Nederlandstalige kinderen.

Van iedere lichting studenten die naar Nederland gaat, haalt de helft hun diploma en komt maar de helft gediplomeerd terug. Terwijl dat percentage (tussen 75% en 80%) veel hoger ligt bij studenten die in de VS, het Caribische gebied en Zuid - Amerika hebben gestudeerd.

 

Zijn er andere knelpunten die invloed hebben op taalbeheersing van het Nederlands naast Nederlands als instructietaal?

[pagina 130]
[p. 130]

Wij denken van wel. Vroeger, dan praten we over 80 tot zo'n 20 jaar geleden, was het Nederlands veel meer ‘hoorbaar’ in de samenleving. Nu is het Nederlands, mede door opkomst van toerisme dat sterk gericht is op de Amerikaanse en Zuid-Amerikaanse markt, steeds minder aanwezig in de samenleving.

 

Voor Arubaanse leerkrachten is het Nederlands ook een vreemde taal. Veel leerkrachten onder steunen de instructietaal met Papiamento, het gaat ten slotte om het begrijpen van de leerstof, en die bijt elkaar in de staart. Leerlingen leren lezen en schrijven in een VT terwijl ze nog geen (substantieel) woordenschat hebben opgebouwd in die VT. Een ontoereikende woordenschat van de leerling gedurende hun schoolcarrière, terwijl er op school geen implementatie van een gestructureerde woordenschatdidactiek sprake is. Er is geen stijgende lijn in de Dagelijks Algemene Taalvaardigheden van het kind (DAT, ookwel alledaagse taal) naar Cognitief Abstracte Taalvaardigheid (CAT, ookwel schooltaal). Binnen het huidige schoolsysteem worden vakken vaak gezien als losse elementen binnen het onderwijs met elk hun eigen domein. Er is dus weinig samenhang en vakkenintegratie, laat staan taalgericht vakonderwijs.

 

Er zijn wel oplossingen te bedenken waardoor het Nederlands meer rendement zou kunnen opleveren.

 

Te denken valt aan een nieuwe benadering van het vak Nederlands, namelijk als een vreemde taal met tweede taal elementen. We kunnen er niet langer van uitgaan dat leerlingen een grote woordenschat hebben. Dat betekent dat we meer aandacht moeten besteden en tijd moeten vrij maken voor het creëren van communicatieve en betekenisvolle contexten. We zullen moeten familiariseren, wat niets anders is dan het kind op jonge leeftijd in aanraking laten komen met het Nederlands (en ook andere vreemde talen). De leerlingen kunnen zo op jonge leeftijd spelenderwijs vreemde taal leren, d.m.v. TPR, dramatiseren, liedjes, versjes, verhalen, audiovisueel materiaal, etc.

 

Van mondeling communicatieve vaardigheden naar schriftelijke communicatieve vaardigheden toewerken.

 

De passieve woordenschat opbouwen naar een actieve woordenschat waarbij stapsgewijs de verschillende niveaus behaald worden.

 

◆Eerst leren lezen en schrijven in het Papiamento daarna lezen en schrijven in het Nederlands Als het kind eenmaal de leesvoorwaarden beheerst, zal het lezen in alle talen toegankelijk zijn, mist ze voldoende woordenschat hebben om het ook te kunnen begrijpen om het leesplezier te vergroten en te behouden.
◆Thematisch of zelfs projectmatig aanbod van Nederlands en andere vakken
[pagina 131]
[p. 131]
Thematisch of projectmatig Nederlands en andere vakken dichter bij elkaar brengen.
◆Herkenbare en Betekenisvolle contexten.
◆Zowel taalgericht onderwijs als vakgericht taalonderwijs.
- Taalgericht vakonderwijs houdt in dat de vakleerkracht rekening houdt en aandacht besteedt aan de talige elementen binnen zijn vak, hetzij woordenschatuitbreiding, strategieen, werkvormen, etc.
- Vakgericht taalonderwijs houdt in dat de taalleerkrachten binnen het vak gebruik maken van vakspecifieke teksten en vanuit deze vakspecifieke teksten taal(deel)vaardigheden (bv. begrijpend lezen, zakelijk schrijven, woordenschatuitbreiding, zinsontleding, etc) behandeld.
◆Meer samenwerking en overleg tussen taaldocenten (Nederlands en andere talen).
◆Meer samenwerking en overleg tussen taaldocenten en andere vakken.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Jessica van der Linden-Maduro


taalkunde

  • Taaldidactiek

  • Nederlands als tweede taal