Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De zegepraalende min ter bruiloft van den heer Joan Couck, en mejuffrouw Maria Provoost (1682)

Informatie terzijde

Titelpagina van De zegepraalende min ter bruiloft van den heer Joan Couck, en mejuffrouw Maria Provoost
Afbeelding van De zegepraalende min ter bruiloft van den heer Joan Couck, en mejuffrouw Maria ProvoostToon afbeelding van titelpagina van De zegepraalende min ter bruiloft van den heer Joan Couck, en mejuffrouw Maria Provoost

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.17 MB)

XML (0.01 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

bruiloftsdicht / epithalamium


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De zegepraalende min ter bruiloft van den heer Joan Couck, en mejuffrouw Maria Provoost

(1682)–Anoniem De zegepraalende min ter bruiloft van den heer Joan Couck, en mejuffrouw Maria Provoost–rechtenstatus Auteursrechtvrij

in den echt vereenigt, binnen Amsterdam, den 21 van grasmaand, Ao. 1682.


Vorige
[Folio A2r]
[fol. A2r]

De zegepraalende min
Ter Bruiloft van den Heer Joan Couck, En Mejuffrouw Maria Provoost,
In den Echt Vereenigt, binnen Amsterdam, den 21 van Grasmaand, Anno 1682.

De min.

 
'T MOet alles wat'er leeft aan my zich overgeeven;
 
Vergeefs is 't wederstreeven;
 
De Bliksem van Jupijn is krachteloos voor my:
 
De woënde Mavors moet voor mijn gevreesde schichten,
 
Als zy hem treffen, zwichten,
 
Hoe vol van razerny.
[Folio A2v]
[fol. A2v]
 
Geen waterkolk, hoe diep, kan iemand voor my bergen:
 
My vlieden, is my tergen.
 
Geen duisternis, geen nacht
 
Benevelt mijn gezigt, mijn schitterende straalen,
 
Schoon die van Phebus daalen,
 
Staan steeds in volle kracht
 
Geen schoonheid, hoe zy ook mag weezen ingenomen
 
Met waan, en wufte droomen,
 
En slechte afkeerigheid,
 
Die zich niet endelijk moet laaten overwinnen
 
Van 't heuggelijke minnen,
 
Dat zo veel zoets bereid.
 
Maar wie zou 't zachte juk 't geen die my dienen draagen
 
Verveelen, of mishaagen:
 
O wat gevoelt een hert
 
Tot loon van zyn verdreit, zyn traanen, en zyn zuchten,
 
Al weelde, en al genugten,
 
Als 't my gëoffert werd.
 
Een hart dat liefdeloos, zyn jeugdelijke jaaren
 
Gerust laat heenen vaaren
 
Gevoelt nooit eenig zoet:
 
Gevoelig zyn geeft weelde, en voor mijn vlam bezwijken,
 
Zyn heerelijke blijken
 
Van een verlicht gemoed.
[Folio A3r]
[fol. A3r]
 
Maria kan daar van getuigenisse geeven,
 
wijl, na lang tegen streeven
 
Zy endelijik bevond,
 
Dat liefde, hoe ramp hy haar ook scheen te weezen
 
Zoo zeer niet was te vreezen
 
Wijl hy meer heelt als wond.
 
Laat Couck, laat ieder die in 't minnen is ervaaren,
 
Aan u oprecht verklaaren,
 
Hoe ik verliefde loon
 
Die, door een zuiv're vlam, in kuissche liefde blaaken,
 
Wat blijdschap zulke smaaken,
 
Hoe ik hun kloekheid kroon.
 
Gy Juffers, die noch blijft aan bloode schaamte hangen,
 
Daar ge u licht wenscht gevangen,
 
Ontsla u van dat juk:
 
Ziet Bruidegom en Bruid, door 't wenschelijke paaren,
 
In 't bloyenst hunner jaaren,
 
Ten top van hun geluk.
 
Ziet, ziet uw tijdgenoot, de Bruid, van liefde dronken,
 
Haar Bruidegom belonken
 
En oordeel van haar vreugd;
 
Ziet hoe daar tegen aan de Bruigom, in de Roozen
 
Die op haar kaaken bloozen,
 
Zyn brandend oog verheugd.
[Folio A3v]
[fol. A3v]
 
Nooit strengelde Olm om Eik zo heuggelijk, zo zwierig,
 
Noch Wijnrank ooit zo tierig
 
Om stok, of latten heen,
 
Als zy, wanneer zy door gelijke lust onsteeken,
 
Niet als door kusjes spreeken,
 
En smelten onder een.
 
Volg dan gewilliglijk, en wilt geen tijd verzuimen,
 
Want liefde heeft meëluimen,
 
En kan wel op zijn beurt,
 
Zich van gelede hoon, in rechte toorn ontsteeken,
 
Op 't allervinnigst wreeken,
 
Dat meenig heeft betreurt.
 
Maar gy, gelieven, gaat daar u de weeldens nooden,
 
't Word u door my geboden;
 
Kom, voeg u na de Koets,
 
Om in mijn lekkerny uw zielen te verzaden,
 
En heuggelijk te baaden
 
In eene Zee vol zoets.
 
Verwacht van 't gunstig lot vry dochteren, en zoonen,
 
Die uwe liefde kroonen,
 
En u tot vreugd, en troost
 
Verstrekken zullen. Wat al wenschelijke looten
 
Voorzie ik reeds gesprooten
 
Uit Couck, en uit Provoost!
[Folio A4r]
[fol. A4r]
 
Vaar wel, vereenigt paar, en slijt gerust uw daagen,
 
Met onderling behaagen,
 
Steeds vry van huisverdriet;
 
Wy keeren weer te rug, o lukkigste aller menschen,
 
Terwijl dat gy uw wenschen,
 
En harten lust geniet.

Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken