Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande. Jaargang 3 (1857)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande. Jaargang 3
Afbeelding van Dietsche Warande. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.40 MB)

Scans (26.82 MB)

ebook (3.83 MB)

XML (1.44 MB)

tekstbestand






Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande. Jaargang 3

(1857)– [tijdschrift] Dietsche Warande–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 190]
[p. 190]

Mengelingen.
Berichten, wenken, vragen, briefwisseling;
ernst en scherts.

STOOM-ORGELS IN DE VIIIe EEUW. - ‘Het orgel, waermede Constantijn Capronymus in 577 hulde deed aan Pepijn den Korte, en het welk men langen tijd in Sint-Korneliskerk te Compiègne ging hooren, werd door stoom in spel gebragt; de volgende woorden van Willem van Malmesberg, die dit bevestigen, zyn te opmerkelyk om ze niet over te schryven.

“De lucht, ontstaende uit het geweld van gekookt water, vervult de pijpen van het speeltuig, doorloopt de duizende koperen buisjens en brengt harmonievolle toonen voort.”

Het schynt dat deze orgels, met den stoom tot spel gebragt, en waarvan het geheim verloren is gegaen, in het Oosten niet zeldzaem waren, gedurende de eerste eeuwen der Christene tijdberekening.’

Mededeeling, door onze verdienstelijke dietsche zuster ‘De Eendragt’ van Gent, onder meer over het orgel, aan het dagblad de ‘Schelde’ van 4 Jan. ontleend.

R.

 

KLOOSTER-BIBLIOTHEEKEN. - Wij hebben met belangstelling kennis genomen van Prof. Molls oordeelkundige en ons henschelijk toegezonden beschrijving der boekerij van St Barbaraas konvent te Delft. Voor den begaafden Hoogleeraar, die misschien den Brusselschen ‘Klauwaert’ (welke onder den sterkeren invloed van Stallaert een nieuwen, rijkeren adem te scheppen schijnt) niet onder het oog krijgt, en voor de velen, die de voorwerpen zijner studie liefhebben, kopiëeren we hier, uit gemeld tijdschrift (No V, 22 Maert) een artikeltjen ‘Boekery der Abtdy te Roodklooster by Brussel, in de XIVe Eeuw.’ -

‘Het ware eene kostelyke bron, by den heropbouw onzer letterkundige Geschiedenis der middeneeuwen, den inventaris te bezitten van de gelyktydige Libraries der kloosters. Veel is er in de midden-

[pagina 191]
[p. 191]

eeuwen in de landtael geschreven, waervan ons geen enkel spoor meer overblyft of waervan men somtyds nog flarden aentreft, die aen onze boekbinders der 16e eeuw een vel parkement, eenige deniers uitgespaerd hebben. Zie hier den inventaris van de Boekery der abtdy te Roodklooster by Brussel; wy schreven dien af uit eenen Codex der Burgondische Bibliotheek, dragende het nummer 1351.

Dit fijn die dietsche boeke die ons toe behoeren:

Item inden eersten een ewangeli.

Item een epistel boec.

Item ij brulochten.

Item noch een stue van eenre brulocht.

Item vanden vij sloten.

Item vanden vij gaerden der minnen.

Item ij aerloepe (sic) die beginnen: Het was een ionghelinc.

Item enen dietschen souter.

Item ene expositie op de ewangelien, ende beghint aldus: Hier es te wetene na der Historien.

Item noch drie boeke van Hadewighen, die beghinnen aldus: God die de clare minne.

Item noch een ewangeli boec.

Item een boec: dat rijc der ghelieve, ende beghint: Justum deduxit dominus.

Item vanden sacramenten ende beghint aldus, met roede letteren gheschreven: Dit boec mach wel een spieghel heten.

Item een boec vander biechten, ende beghint: Annuncia populo meo scelera eorum.

Item de regule in dietsche.

Item Salomons boeke uter bybelen in dietsche.

Item een boec.... dat ons meester Peter vander Racken gaf. Ende beghint....’

K.F. Stallaert.

 

VERDRUKKING DER NEDERLANDSCHE NATIONA-LITEIT in Belgiën. - Terwijl Frankrijk het onderwijs der nederlandsche taal in zijne vlaamsche streken organizeert - is Belgiën bezig om verontrustende wetten te maken, tot bedwang der ontwikkeling van het vlaamsche volksleven. Ten spijt van het aas, omstreeks Leopolds troonfeestviering, den vlaamschen bevolkingen toegeworpen, door de benoeming der Staatskommissie, belast met het onderzoek der taelgrieven - ten spijt der eenstemmigheid, waarmede die kommisfie de

[pagina 192]
[p. 192]

wenschen van drie vijfden des volks brengen zal vóor de groene tafel van het Bewind - ten spijt der verzoekschriften en drukpersbeweging, tegen de goevernementale verfransching van Vlamingen en Brabanders aangevoerd, - heeft de wetgevende macht - Senaat en Volksvertegenwoordigers - goed kunnen vinden te beslissen, dat voortaan de Notarissen, die in de Dietschsprekende gewesten des lands geplaatst worden, niet noodig hebben de taal dier gewesten te verstaan of te spreken. Leve toch maar de konstitutioneele modelstaat! Zoo'n kamer van volksvertegenwoordigers is toch maar een heerlijk ding! Zie Belgiën! Daar dekreteeren vlaamsche volksvertegenwoordigers, dat de ambtenaren en officianten, die om den wille van het volk zijn aangesteld, de taal van het volk niet behoeven te kennen. Mijn Hemel, laten dan ook de onverbasterde Brabanders en Vlamingen er zóo veel voor over hebben om op de wijze, als thands in de smaak is, geregeerd te worden, dat ze hun kinderkens een jaar of wat naar een parijzer lycee sturen, om hunne moedertaal af te leeren! Hebben de Vlamingen en Brabanders aan het nieuwe régime hunne vrije en onvrije universiteiten niet te danken, waar de Brasseurs, Laurents en hunne geestverwanten hun de Gódsdienst der vaderen uit het hoofd weten te praten - zóodanig dat de staats- en stadsadministraties de herdrukkers bezoldigen der onbeschoste satyre van Marnix? Laat nu de Táal der vaderen er maar bij in den grond geboord worden! Wat hebben toch al die oude volksvormpjes voor waarde - dat zijn maar vormen, heeren! en vormen zijn niets waard: want dat zijn de dragers en vereenigers van geest en stof - en van die vereeniging willen de nieuwerwetsche volken niets weten. De nieuwerwetsche volken willen alleen weten: hier - van geld - la science des richesses - de beurs - het papier, waarmeê men de gewetens dichtplakt (of het hollandsche schoorsteenen waren) dat er het minste tochtjen van Boven niet meer dóor kan - geld, geld, geld - lekker eten en dure (niet mooye) kleêren: dáar - aan de hoogeschool en in het ministeriëel kabinet - van pantheïstische of idealistische silozofie en bloot menschelijke politiek - afgescheiden van de moraal, die alleen nog maar een meubeltjen in de politiekommis. sariaten gebleven is..... De nieuwerwetsche volken willen alleen weten - óf van de doode, dikke, tastbare materie; óf van de platte, holle, vluchtige abstraktie. Wat daar tusschen ligt - wat geest en stof verbindt - de schoone vorm, het zinnebeeld eens hoogeren levens, daar is niets goeds aan.

Ernstig - minder pessimistiesch, gemaligder - gesproken: men moog

[pagina 193]
[p. 193]

zich aan de taalrechten der Vlamingen vergrijpen - zégepralen op het dietsche leven zal men tóch niet: dat heeft het verledene bewezen: want, inderdaad, onder betere regeerings-régimes is óok de nederduitsche nationaliteit in Belgiën nog al eens mishandeld - en toch is zij verre van dood te zijn - in tegendeel. Men beklaagt zich zeer in Belgiën, dat de klachten der Dietschgezinden in Holland zoo weinig weêrklank en ondersteuning ontmoeten: ‘'t Is,’ zeggen de Vlamingen, ‘of wy alleen goed zyn, om bydragen te leveren tot de studie der dialekten en de geschiedenis der schoone kunsten van de nederlandsche stammen....’ Helaas! bij den hoe-veelsten man onzer Kongressen stond inderdaad de volksvraag méer op den voorgrond, dan eene onschadelijke.... liefhebberij?

M.

 

L'ABOMINABLE MOYEN AGE (IIGa naar voetnoot1). - De Heer P.C. van der Meersch, Belgiesch Staats-Archivaris in Oost-Vlaanderen, heeft het eerste deel van een boekwerk uitgegeven, dat een hoogst belangrijk onderwerp behandelt: de geschiedenis namelijk der in den vreemde gevestigde nederlandsche (holl. en belg.) drukkers en van het door hen genomen aandeel in de ‘regénération littéraire de l'Europe an XVe siècle’. In de inleiding tot dezen omvangrijken arbeid erkent de Hr van der Meersch, dat 's Heeren Noordzieks vertalingen der pleitredenen van nederlandsche geleerden ten voordeele van Haarlems aanspraak op de uitvinding der boekdrukkunst aanleiding gegeven hebben dat Ebert, de bekende bibliothekaris van Dresden, Graaf Leo de Laborde, de engelsche ikonograaf Ottley, en de bibliograaf Sotheby Haarlems recht erkennen. Als tegen Mentz gekant, haalt hij ook Brunet aan, en hij bewijst de autoriteit van den Hr Aug. Bernard, die in zijn geschrift ‘De l'origine et des débuts de l'Imprimerie en Europe (Paris, 1853)’ zich, na een gestreng onderzoek in de verschillende landen van Europa, ter gunste van Haarlem verklaart. 't Is jammer, dat in een boek, hetwelk recht doet aan het grootsche streven van Charlemagne - hoewel het (uit Hallam!) citeert dat de Keizer niet schrijven kon (waaromtrent men de waarheid bij Einhart had kunnen vinden), en dat de levendige intellektueele beweging van de XIIe Eeuw door geheel Europa (p. 9-13) beschrijft, - ter zelfder tijd hooge lof aan S. Thomas Aq. als een ‘docteur illustre’ en ‘métaphysicien éminent’ wordt gegeven en zijne silozofie wordt geminacht; en dat het vooroordeel in dat zelfde boek

[pagina 194]
[p. 194]

de volgende regels (een Jules Janin waardig) heeft kunnen neêrschrijven): ‘Au moyen-âge, un art qui a pour principale mission d'entretenir le mouvement intellectuel (zoo als de drukkunst), n'avait aucune raison d'être, et s'il avait vu le jour pendant cette longue période d'ignorance et de ténèbres, il est probable qu'il eût été fatalement condamné à périr au berceau. Un aperçu rapide de l'état des esprits pendant cette funeste époque d'abaissement universel, fera ressortir les causes qui ont retardé la découverte de ce puissant instrument de civilisation et de progrès, etc.’ Door dergelijke hartstochtelijke verklaringen kan men slechts de waarde zijner meer gegronde beweeringen twijfelachtig maken.

A.Th.

 

PATER CATS. Molanus gewaegt, in zyne tot dusverre onuitgegevene geschiedenis van LeuvenGa naar voetnoot1), van zekeren Pater Matthias Cats, van Brouwershaven, Provincialen minister der Minderbroeders, overleden, in het Klooster van Leuven, den 6 Maert 1576: ‘Mathias Felisius, Minister. Anno 1576, die 6 martii, obiit venerandus Pater Mathias Cats, de Brouwershaven, Minister Provinciae, nondum expleto Ministerii sui officio. Qui ad publicam utilitatem edidit Commentarios in decalogum, et in secundum librum sententiarum.’ Behoorde deze Minderbroeder tot den stam van vader Cats, den bekenden volksdichter, en weet men wat meer over zijn leven?

Edw. v. E-n.

voetnoot1)
Verg. ‘D. Warande’, II, bl. 170.
voetnoot1)
Onze geachte Warandgenoot, de leuvensche Archivaris, schrijver van dit artikeltjen, heeft ons, ter opneming in eene onzer eerstvolgende afleveringen, toegezonden een zeer belangrijken arbeid, waartoe de stoffe aan dit werk van Molanus ontleend is. Hij betuigt zich daarvoor de gelegenheid verschuldigd geweest te zijn aan Profesfor de Ram, Rektor der Leuvensche Hoogeschool.
Aant. v.d. Best.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Karel-Frans Stallaert

  • J.A. Alberdingk Thijm

  • Edward van Even

  • over P.C. van der Meersch

  • over Matthias Cornelisz Cats