Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande. Jaargang 7 (1866-1868)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande. Jaargang 7
Afbeelding van Dietsche Warande. Jaargang 7Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande. Jaargang 7

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.21 MB)

Scans (27.12 MB)

XML (1.37 MB)

tekstbestand






Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande. Jaargang 7

(1866-1868)– [tijdschrift] Dietsche Warande–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 176]
[p. 176]

Wandalisme.

XXXIII.

In den Ned. Spectator van 26 Nov. dezes jaars bevestigt de Heer Dr C. Leemans, Lid van hetgeen hij noemt: de ‘Commissie der Kon. Akademie van Beeldende Kunsten voor de overblijfselen der oude vaderl. kunst’, onze mededeeling van ‘D.W. VII, I, bl. 94, betreffende de slooping der Renkumsche kerk en hare fotografische afbeelding. De Heer Leemans neemt ons echter zeer kwalijk, dat wij dit bericht putteden uit het Handelsblad, en niet uit de verslagen, die de ‘Commissie’, wij erkennen dit dankbaar, de beleefdheid had ons toe te zenden.

Uit die verslagen blijkt, dat 's Heeren Leemans' medelid der ‘Commissie’, de Heer architekt Rose, de kerk, bij gelegenheid dat hij in de geldersche landouwen verwijlde, ‘vluchtig onderzocht’ heeft, en dat deze Heer ‘de uitkomsten van zijn onderzoek in een uitvoerig verslag’ heeft nedergelegd. Op grond van zijn ‘vluchtig’ onderzoek heeft de Heer Rose verder getuigd, dat ‘de kerk volstrekt geene aesthetische waarde heeft, maar als stellig van romaanschen (?) oorsprong voor de geschiedenis van den vaderlandschen (!) kerkbouw van zeer hoog belang moet geacht worden’. Voords heeft de zelfde Heer Rose aan den Heer ingeniëur Fijnebuik de noodige aanwijzingen gedaan om gelegenheid te geven, dat er teekeningen van liet gevonnist bouwwerk gemaakt konden worden. Dat leeren ons de verslagen; maar wordt de Lezer er veel wijzer uit, dan uit het bescheiden bericht van het Handelsblad? Wij lezen de verslagen wél; dáarover moet de Heer Leemans zich niet beklagen: Verg ‘D. War.’ VI, bl. 494: maar wij belijden met schaamte, dat ze ons niet alleen niet

[pagina 177]
[p. 177]

wijzer,... dat ze ons ook niet beter maken. De ondervinding leert, dat uit gestadige ergernis op den duur kregelheid geboren wordt; kregelheid is soms de moeder van liefdeloosheid, van gebrek aan deernis - en ziedaar de reden, waarom de ‘D. War.’ te dikwerf de schouwplaats van onmeêdoogende kastijdingen is. Dit verschijnsel moet, in zijn oorsprong, aan daden als het vernielen der Loterijzaal onder het patronaat, - en het sloopen der Renkumsche kerk met de goedkeuring,- der ‘Commissie’, bovengenoemd, geweten worden. Als wij echter zeggen, dat de Heeren Rose c.s. niet aan onze zedelijke volmaking bevorderlijk zijn, erkennen wij toch in geenen deele, dat wij zouden schuldig staan aan ‘slordigheid’, ‘oppervlakkigheid’, of ook zelfs aan ‘kwade trouw’, zoo als de Heer Leemans dat betuigt - maar geenszins betoogt. Het feit handhaaft zich, ondanks het welgeschreven artikel van den Heer Leemans, in volle kracht: dat de Renkumsche kerk gesloopt wordt, of waarschijnlijk reeds is; dat daarmeê is vernietigd een werk, ‘dat voor de geschiedenis van den vaderlandschen kerkbouw van zeer hoog belang moet geacht worden’, volgends de getuigenis van den Heer Rose; dat de ‘Commissie’, voornoemd, genoeg meent gedaan te hebben met een uitvoerig verslag over een vluchtig bezoek aan te hooren, met aan een ingeniëur te rekommandeeren de maten naar eisch op te nemen, met eene welgeslaagde fotografische afbeelding van het gebouw te accepteeren. Ziedaar, met en benevens de leer, dat de oudste kerk van het land een romaansch gebouw is, en dat een hoogst belangrijk bouwwerk zonder aesthetische waarde kan zijn, de trofeën der ‘Commissie’, waarvoor wij verzuimd hebben ons eerbiedig te buigen. Het doet ons leed, dat de Hr Dr Leemans ter dezer gelegenheid de lof schijnt te willen verbeuren, hem op blz. 29 van ons Bulletin, VI, No 5 toegezwaaid.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken