Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande. Jaargang 7 (1866-1868)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande. Jaargang 7
Afbeelding van Dietsche Warande. Jaargang 7Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande. Jaargang 7

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.21 MB)

Scans (27.12 MB)

XML (1.37 MB)

tekstbestand






Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande. Jaargang 7

(1866-1868)– [tijdschrift] Dietsche Warande–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 510]
[p. 510]

Wandalisme.

XXXVI.

Men gaat steeds voort met bizonder veel geestdrift aan den dag te leggen voor oude zaken; maar alleen - op papier; niet in natura. En te-recht. Heb-je een ding op papier; je kunt het rollen, je kunt het vouwen, je kunt het afsnijden, opzetten, voorzien met aanteekeningen; je kunt het in een omslag, in een laadtjen, in een kokertjen, in je zak, opeen plankjen, je kunt het overal bergen; en verveelt het je - je maakt er een prop van, en gooit er de waanzinnige kunstvrienden meê om de ooren....

Scherts ter zijde - is het inderdaad niet treurig met die zaak gesteld? Alle dagen nieuwe sloopingen, en alle dagen het zelfde huichelachtig bedrijf van den kant der would-be oudheidvereerders.

Zoo deelden Burgemeester en Wethouders van Eindhoven onlangs weêr van alles mede aan den Heer Leemans (den omnis homo der Commissie voor de overblijfsels), die daaromtrent destiglijk verslag uitbrengt in de zitting der Akademie (Letterk. Afd.) van 11 Dec. II. - maar ondertusschen breken die Burgemeester en Wethouders hun allerliefst stadhuis van de XVIe Eeuw af, en zetten er een monster van een ding neêr. Wat heeft men aan zulk een ‘oudheidkunde’? Zij heeft al de onverdraaglijke pedanterie van een zich bewust en bewondrend devoement voor de publieke zaak, voor ‘het ware, het schoone en het goede’, en - zij praesteert niets. Haar gantsche maatschappelijke aktie is saamgevat in het epistolariesch kladwerk eener XIXe-eeuwsche korrespondentie; die reeds ontastbare aktie wordt gealambikeerd in eene ‘mededeeling’ van Dr Leemans aan de Akademie - et tout est dit. Komt

[pagina 511]
[p. 511]

er nog hier of daar eens een voortreslijk bouwwerk, geïnspireerd op de Eeuw, toen de ‘vakmannen’ wat meer verstand en zelfbeheersching hadden dan de Sekretaris van de Maatschappij van Bouwkunst in zijne woedende speeches toont te bezitten, - komt, zeggen we, nog ergends zulk een bouwwerk tot stand - zoo als bijv. de nieuwe Cathrinenkerk in dat zelfde Eindhoven, - dan weten die kunstlievende Eindhovenaren te weeg te brengen, dat het stuk het achterste-voor gezet wordt! Lepida capita! Maar laten wij ons niet dood ergeren! de voldoening voor onze tegenpartij ware te zoet!

S.

XXXVII.

MODERNIZEERING VAN GEVELS. - In Amsterdam zijn er nog een goed getal overblijfsels van de verschillende bouwstijlperioden der drie laatste eeuwen. Dat geeft het schilderachtig voorkomen aan onze stad, hetwelk o.a. door de zoogezegd onverbeterlijke Gothikers Didron en Reichensperger zoo hoog gewaardeerd is. Ja, dit moeten we, in 't voorbijgaan en tusschen twee haakjens, opmerken, dat de beweering ‘Didron, Reichensperger enz. enz. vinden alleen wat Gothiek is mooi,’ tot de meest geakkrediteerde leugens behoort, die de partij Leliman als wapen tegen ons gebruikt. Wij konstateeren dan, dat de bouw-détails der Renaissance, de gevels van 1590, 1620, 1640, 1680, 1700, 1750, welke in Amsterdam aanwezig zijn, zelfs door voorstanders der Gothiek geestig, schilderachtig, zeer waardeerbaar zijn bevonden. Het schijnt dus, dat de Burgerij er op bedacht moest zijn die dingen te sparen. Dit doet zij echter niet. Zij breekt ze bij haar best af, en wien het aan geld ontbreekt, om zijn geheelen gevel te vernieuwen, haast zich toch zijn in steen gebeitelde deurposten, de steenen omlijstingen en frontalen van de middenvensters en van het raam boven de voordeur door houten lijsten en kozijnen,

[pagina 512]
[p. 512]

zonder beeldwerk, te doen vervangen. Aldus (éen voorbeeld uit duizend) aan een (thands gepleisterd!) huisjen op de Heerengracht bij de Hartenstraat en aan den opgang van een der fraaiste bovenhuizen onzer stad, Heerengracht bij de Wolvenstraal, KK 248.

Heeft iemant een leuning aan zijn sloep met fraaye pijlers (of balusters) uit de tijd van Lodewijk den XIV, - hij heeft niets haastisgers te doen, als hij een bankbiljet over de hand heeft, dan die rijk vercierde pijlers aan Raap te verkoopen en eenige stijlloze, magere dingen uit de gieterij te ontbieden. Millionairs vinden er behagen in hunne stoepen te verderen met het zelfde gietwerk, dat het optreedtjen van een naaister of toehuis van een timmermansbaas verciert. Zie bijv. Heerengracht, KK 182.

Zoo gaat het in 't algemeen. Maar daar zijn ook loffelijke uitzonderingen, en die, naar gelang harer meerdere zeldzaamheid, hooger waardeering verdienen. Bijv., aan het fraaye huis op het Cingel bij de Gasthuismolensteeg, KK 7, dat met zijn breeden achtergevel en tuin op de Heerengracht uitkomt, onder den naam van het ‘IJzeren hek’, moest de stoep en leuning vernieuwd worden. Menig voorbijganger hield zijn hart vast, bij de gedachte, dat ook hier, vóor dien breed behandelden gevel, drie magere giet-ijzerstaven de fraai gemodeleerde balusters zouden vervangen: maar zijn wantrouwen is beschaamd. De 5 fraaye pijlers zijn schoon gemaakt, hunne cieraden zijn opgezuiverd, zij zijn hersteld, en zullen morgen op zijn oud-Amsterdamsch geschilderd worden, naar behooren. Vooral heden ten dage zal niemant onze belangstelling in dien gevel wraken: want werd het huis in het begin dezer Eeuw bewoond door den gehaten Franschen Praefekt, - thands abriteert de gevel eene der geachtste familiën der stad en is de Heer des huizes tevens een der voornaamste en edelmoedigste bouwheeren van het nieuwe St-Jacobsgesticht, in de Plantaadje. Ehre dem Ehre gebührt.

K.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken