Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande. Jaargang 10 (1874)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande. Jaargang 10
Afbeelding van Dietsche Warande. Jaargang 10Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande. Jaargang 10

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.67 MB)

Scans (29.16 MB)

XML (1.40 MB)

tekstbestand






Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande. Jaargang 10

(1874)– [tijdschrift] Dietsche Warande–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 372]
[p. 372]

De Visschers en Van Wesels
door H.J. Allard en J.A. Alb. Th.

I.

Op het vorenstaand tafereeltjen van den arbeid, door Tesselschade aan Tassoos epos besteed, volgt niet kwalijk een en ander hist.-literariesch' en genealogiesch' over de gezusters Visscher. Gaarne plaats ik dus reeds heden een stukjen van mijn vriend Prof. Allard, aan een dichterlijk voortbrengsel van Tesselschades neef, Anna Roemers oudsten zoon, Roemer van Wesel, gewijd.

Het is misschien niet ongepast daaraan vooraf te laten gaan de synopsis der familiebetrekking. Ondanks de minder en meer met redenen omkleede loffpraken toch, door onze heele, halve en quart-letterkundigen aan het gezin van Roemer Visscher toegezwaaid of, wilt ge liever, toegegalmd, - voelt ons beschaafd publiek zich nog maar heel weinig te midden dier personen te huis; en de twintigste onzer schoonen zal naauwlijks Anna Maria van Schurman van Maria Tesselschade Visscher weten te onderscheiden. 't Is al veel, als eene ‘derde’ Maria - Maria van Reygersbergen - met wat duidelijker trekken voor de verbeelding onzer tijdgenoten optreedt.

Zie hier tegenover het staatjen:

[pagina 373]
[p. 373]


illustratie
A.Th.


Ga naar voetnoot*Ga naar voetnoot§

illustratie



illustratie

[pagina 374]
[p. 374]

II.
Een onopgemerkt vers van Mr Roemer of Romanus Boot van Wesel.

In de Nalezing en Aanteekeningen op de Werken van Vondel (Deel VI, blz. 12) deelt Mr. J. van Lennep een vers mede, door Roemer ofte Romanus Boot van Wesel aan den Haagschen predikant en dichter Joh. Vollenhoven gezonden, ter begeleiding van eenige narichten aangaande zijne naaste familiebetrekkingen. Dat vers luidt:

 
Aen den Heer Vollenhoven.
 
 
 
Vollenhoven,
 
Die van boven
 
Af tot onder in de bron
 
Sijt doorweyckt van Helicon;
 
't Geen ick vinden
 
Van mijn vrinden
 
Haer geboorts- en stervenstijdt
 
Kon, naer aengewende vlijt,
 
Gaet hier neven.
 
Kan ick geven
 
Noch iets anders, daer uw Vriendt
 
En Gy mede sijt gediendt:
 
Dat U lieden
 
Maer gebieden
 
Die 't sal achten gunst en eer
 
Naer te komen uw begeer.
 
 
 
Romané,
 
R. van Wesels, 1679.
 
27 January 1679.

Nu vond ik dezer dagen op een voor mij liggend portret in fol. van Andreas Caesareus, die van 1645 tot 1677 als

[pagina 375]
[p. 375]

pastoor gestaan heeft der kerk in de Juffrouw-Ida-straat te 's Gravenhage en den 7den November van laatstgenoemd jaar op 60-jarigen leeftijd overleed, het volgende onderschriftGa naar voetnoot1:

 
Siet hier 't Eerwaerdigh Beelt van die in s Gravenhage
 
Heeft twee en dertigh Jaer der zielen zorgh gedrage,
 
Waer voor hy oock zijn ziel te zetten was bereijdt
 
Wiens Deughden in het Hert van zijn Gemeent geschreven
 
Den Naem daer zullen van Caesareus doen leven
 
Terwijl zijn Ziel bij Godt rust in der Eeuwicheyt.
 
 
 
Romane.
 
1678.

Is de tweede Romanè dezelfde als de eerste?

Ik geloof niet dat er eenige gegronde twijfel kan bestaan, of deze versregels behooren aan den zoon van dien Dominicus Boot van Wesel, die den 11den Februari 1624 in 't huwelijk trad met de ‘wijse’ Anna Roemer Visschersdr. Mr. Roemer ofte Romanus van Wesel J.U.L. was den 27 Februari 1625 geboren en werd, zoo als bekend is, met zijn broeder Joannes bij de Jezuïeten te Brussel opgevoed. Later studeerde hij te Leiden waar moeder Anna hem vergezeldeGa naar voetnoot2: daar hij echter aan ‘'t Roomsche houtjen’ vasthield, was hij tot geen regeeringspost benoembaar. Hij koos dus de loopbaan der rechtspraktijk, vestigde zich als advokaat in den HaagGa naar voetnoot3, waar hij, volgens J. Vollenhoven in een brief aan G. BrandtGa naar voetnoot4 ‘voor een fraai Poëet werd gehouden’. Daar zal RomaneGa naar voetnoot5, na 't overlijden van zijn vriend en zielenherder, wiens devies was Deo servire

[pagina 376]
[p. 376]

Coesareum est, bovenstaande lofvers aan zijne nagedachtenis gewijd hebben.

De dichtlust ‘een erfziekte, van zijn geslachte en moeder aangeërft’ bleef dus den schrijver van De lijdende ChristusGa naar voetnoot1 ook op verderen leeftijd bij. Door 't vervaardigen der onopgemerkte versregels volgde hij het voorbeeld dier moeder, en Romane deed in 1678 voor Caesareus, wat Anna Romeria in 1630 voor Stalpaert van der Wiele gedaan hadGa naar voetnoot2.

Seminarie Kuilenburg,
October 1872.

H.J. ALLARD.

III.

Wat den persoon van Roemer van Wesel-Visscher betreft, zal ik hierachter uit Baalen (Dordrecht, bl. 1272) overnemen, dat deze Advokaat voor den Hove van Holland in 1677 een vijftal kinderen had: maar het is misschien niet onbelangrijk ook de hoofdelementen uit het geslachtregister der Van Wesels tot op de familie van Romanus op te geven (uit een HS. van Mr van Dam van Noordeloos):

[pagina 377]
[p. 377]


illustratie
A.Th.


Ga naar voetnoot*Ga naar voetnoot§Ga naar voetnoot**
[pagina 378]
[p. 378]

IV.

Jacobus Scheltema geeft als het wapen der familie Visscher (die zich ook somtijds de Visscher genoemd heeft) een schild op, dat volgenderwijs te blazoneeren is:

Rechts doorsneden: I, van zilver; II, van goud, met 3 roodepalen; een vos van sabel loopt in het zilver langs de snede. Indien Mr Jacobus, wiens mededeelingen slechts met groote voorzichtigheid te gebruiken zijn, zich hier niet vergist, komt dit wapen aldus voor op een portret van Anna Roemersdr, geteekend door Stolker, naar eene schilderij van den Alkmaarder Nicolaas van der Heck; maar - dan kunnen ook de Pieters en Roemers Visscher niet stammen uit het geslacht Visscher, dat nog heden in den Belgischen adel voortleeft en zich kenmerkt door een rood schild met gouden St-Andries-kruis. Toch schijnt dit geslacht een zijner takken in Amsterdam te hebben overgeplant, en het is zelfs meer waarschijnlijk, dat onze Binnen- en Buiten-Visscher-straten, aan den Haarlemerdijk, haren naam ontleenen van den Lambert Janszoon Visscher, die in den aanvang der XVIIe Eeuw op die hoogte gewoond heeftGa naar voetnoot1 (even als

[pagina 379]
[p. 379]

de Dommerstraat aldaar van een - hoekhuisbewoner? - Dommer haar naam kreeg), dan van onzen Roemer, hoewel ook dezes achterhuis ter dier tijd op weinige minuten afstands van de Visschersstraten moet gelegen hebben.

Ziehier in 't kort de geschiedenis dier Visschers van het gouden schuinkruis.

De naam is Visscher, De Visscher, of von Vischer. Zij zijn van Duitschen oorsprong. De eerste berichten levert mij Herkenrodes Nobiliaire. De oudste bekende stamvader, Friedrich Vischer, Ridder, stierf in Palaestina, Ao 1168. Zijn zoon Jan, uit zijn huwlijk met de Zwaabsche Johanna v. Schellenberg, was voor Akkaron, en hielp Jerusalem nemen in 1191.

Uit den kleinzoon van dezen sproot Ulrich, die leefde in de XIVe Eeuw en wiens wapen, het gouden St-Andrieskruis op het kelen veld, vermeld wordt.

Hendrik, Ulrichs zoon, sneuvelde te Sempach den 9n Juli 1386, zijn andere zoon Willem was gebleven in een gevecht tegen de Turken, vier jaar vroeger.

Achtervolgends zijn de stamhouders van dit moedig geslacht Hoofdlieden van grootere of kleinere benden keizerlijke voet- en lansknechten geweest. Een der jongere zonen Jan de Visscher deed in 1507 de beêvaart naar het Heilige Graf.

De oudste tak werd in de XVIe E. door zijn neef en naamgenoot Jan de Visscher vertegenwoordigd, die onder Karel den Ve diende en stierf in 1553.

Wellicht was het ter eere van den Keizer dat dezes 3e zoon den naam van Carl of Karel droeg. De oudste, Theodorus, kapitein van een bende van 400 voetknechten, was Goeverneur van Stralen; hij huwde hier in Nederland, en wel te Vianen met Adriana van Hoorne, gezegd v. Hemissem.

Zijn zoon Jan, in 1551 in Duitschland geboren, was van

[pagina 380]
[p. 380]

1593 tot 1618 Schepen van Andwerpen, en de eerste van het geslacht, die een burgerlijk staatsambt bekleedde.

Hij stierf 29 Maart 1619. Uit een huwelijk met Cath. Longin had hij 5 kinderen: Jan Balthasar, Heer van Schiplaken, geb. 27 Nov. 1580 en Commissaris van monstering van wege den Koning van Spanje. Het zelfde militaire ambt bekleedde Jan Balthasars schoonbroeder, D. Juan de Gomez Cano, gehuwd met Anna de Visscher.

Wanneer wij nu mogen aannemen, dat de te Amsterdam aan de Haerlemer-straet gevestigde Visschers een afzetsel der zelfde familie waren, dan ontbrak de Theodoor (een naam, die met dien van Jan of Johan dikwerf in de familie voorkomt) ook niet in de generatie, waartoe Jan Balthasar behoorde.

Theodorus de Visscher namelijk (een eigen broeder van den Amsterdammer) was in de XVIIe Eeuw insgelijks Commissaris van monstering van wege den KoningGa naar voetnoot1. Wellicht volgde hij Jan Balthasar op, die in 1640 overleden was. Theod. de Visscher had eene zuster Cornelia, gehuwd met Jan Staat, en den broeder Lambertus de Visscher, hooger door mij genoemd. Ook deze drie waren kinderen van Jan de VisscherGa naar voetnoot2, en dan vermoedelijk uit een tweede huwelijk van den Schepen. In de gedrukte genealogiën wordt maar van 5 kinderen gewaagd: Jan Balthasar, Roelant, Anna, Margaretha en het brusselsch Begijntjen Catharina de Visscher. Blijkbaar had de tak waartoe Theodorus behoorde, al waren zijn broeder en zuster naar Holland verhuisd, allen invloed in Belgiën nog niet verloren: het hooge militaire ambt, de post van vertrouwen, door hem in 's Konings legers bekleed, bewijst dit niet minder dan het Leuvensch professoraat van zijn in Holland geboren broederszoon, dat wij zoo terstond zullen aanroeren.

Lambertus, die, vervreemd van hunne militaire overleveringen, te Amsterdam een bloeyenden handel dreef, was hier gehuwd

[pagina 381]
[p. 381]

met de dochter uit een patriciesch geslacht van Noord-Holland, Jannetgen Jacobsdr Crap. Indien Theodorus, met zijn doopnaam aan Lambertus' eerstgeborene te schenken, gemeend heeft hem naar Belgiën te tronen en er een foldaat van te maken, is hij maar voor een gedeelte in dit opzet geslaagd. De zoons van Lambertus de Visscher neigden voor de noblesse de robe, en werden geleerden. Theodorus verkreeg te Leuven het Baccalaureaat in de TheologieGa naar voetnoot1 en werd er, in 1665, tot een akamedischen Leerstoel benoemd. Drie jaar later naar zijn geboorteland te-ruggeroepen werd hij aldaar met al de Priesterlijke waardigheden bekleed, waarop zijne afkomst, ook in de oogen van den Internuntius te Brussel, en zijne talenten hem aanspraak gaven. Hij was reeds in 1666 tot Kanunnik in het kapittel van Haarlem verkozen; later werd hij Aartspriester van Noord-Holland en Drechterland en stond als Pastoor achtervolgends te Purmerend en te AlkmaarGa naar voetnoot2. Hij heeft, in de zaak van den Vicarius Codde eene niet onopgemerkte rol vervuld en maakte met 4 andere KanunnikenGa naar voetnoot3 de meerderheid van het Haarlemsch Kapittel uit, die den 17n Mei 1707, tot groote ergernis der JansenistenGa naar voetnoot4, een verzoekschrift aan de Staten van Holland richtten, om den ‘Amsterdammer’ Adam Daemen, Kanunnik der Kerk van Keulen, als Apost. Vikaris toe te laten. Zijn broeder de Med. Doctor Jacobus, als geneesheer te Amsterdam gevestigd, ging op zijn 26e jaar een huwelijk aan met Rebecca Cornsdr Van der Es, van Hoorn, die hij waarschijnlijk aldaar bij de verwanten zijner moeder ontmoet had. Het huwelijk was echter tegen den zin des vaders, want het werd zonder consent en met een vonnis

[pagina 382]
[p. 382]

voltrokken. De goede verstandhouding echter, die tusschen de kinderen van Lambertus Visscher bleef heerschen, getuigt ten voordeele van Dr Jacobus. Of hij mannelijke nakomelingschap gehad heeft, is mij onbekend. Hij had 3 zusters: Elisabeth, vóor de anderen overleden; Cunera, de oudste, die ongetrouwd bleef, en Christina, die in 1635 geboren, op 23-jarigen leeftijd de vrouw werd van Willem ThijmGa naar voetnoot1. De Visschers-Longin, met hunne wapenspreuk sans fard en hunne roode leeuwen tot schildhouders, vertegenwoordigt in Belgiën Ferdinand Baron de Vischer te OstendeGa naar voetnoot2 en de familie der Graven De Celles.

A.Th.

voetnoot*
‘Pieter Roemerszoon’ zegt het Begr.-b. der Nieuwe Kerk. Trijn Roemers wordt, Feb. 1595, uit de ‘herynckpackery’ begraven: is dat misschien een zuster van Pieter?
voetnoot§
‘Kint van Roemer Pietersz Visscher’.
voetnoot1
De Batavia Sacra II, pag. 242, geeft dat vers wel, doch zonder jaartal en naamteekening.
voetnoot2
In 't voorbijgaan zij hier aangemerkt, dat Anna Roemers te Alkmaar overleed en niet te Leiden, zoo als Dr Jonckbloet te lezen geeft in zijne Geschiedenis der Letterkunde Deel II, blz. 33.
voetnoot3
't Blijkt uit zijn eigen bericht bij J. van Lennep, t.a.p.
voetnoot4
J. De Haas, het leven van G. Brandt, blz. 103.
voetnoot5
Ook volgens J.C. Kobus, in het aanhangsel van Witsen Geysbeeks Woordenboek, was zijn gewone zinspreuk RomaneGa naar voetnoot*.
voetnoot*
Een andere Ja-Cobus noemt dat devies ‘gansch niet nederig - op zijn Romeinsch’ - Anna en M. Tess., bl. 146. 't Ligt er aan: misschien heeft Mr Romanus er geen caezarischen trots, maar papistische ongeneeslijkheid meê aan den dag willen leggen.
A.Th.
voetnoot1
Zie in 't voornoemde aanhangsel (III, blz. 356) de overige gedichten van Romanus en 't minder gunstig oordeel over zijn dichttalent. Verg. D. Warande, VIII, bl. 494. Ik veroorloof mij hier, den Eerw. W. Everts, op een vergissing te wijzen: Roemer v.W. heeft nimmer een treurspel geschreven: de lijdende Christus (Geschied. der Nederl. letteren II, blz. 74), maar een uit het Latijn vertolkt zesregelig vers getiteld: De lijdende Christus, treurspel, vertoont tot Londen, den 9n Febr. 1649. (Zie de Bloemkrans van verscheide Gedichten, blz. 294).
voetnoot2
Volks-Alm. voor Ned. Kath. 1854, blz. 221.

voetnoot*
De familie beweert, dat de beroemde Andraeas Vesalius, lijfarts van Karel V, een telg is van hun stam. Deze werd te Brussel geboren in 1513. Hij kan echter geen zoon van dezen Thomas zijn, want, volgens Foppens, die het portret van Andries geeft, heette dezes vader óok Andraeas, zijn grootvader Everaert, en dezes vader Jan Pietersen van Wesel - een gantsch geslacht van artsen.
voetnoot§
Voert en pied in zijn wapen (3 loopende wezels in zilver) een wijnkroes, wellicht ter herinnering, dat hij geherbergd heeft Charlotte de Bourbon, Princes van Oranje, die ten zijnent bevallen is van Charlotte Brabantine de Nassau.
voetnoot**
Deze kan niet dan bezwaarlijk de uitgever des dichtbundels van 1669 zijn, waar Jacobus Scheltema (bl. 146) van spreekt; want hij was in dit jaar op zijn best een 19-jarig jongeling, indien hij ten minste het 3e kind was.
voetnoot1
Ik moet echter opmerken, dat reeds in 1598 (Begr.-b.N. Kerk, 29 Mei) van ‘de Vischer-straet by die harelemmer poort’ gefproken wordt (versta de oude poort bij het Droogbak). De straat kan ook heeten naar ‘Arent Janszen Visker, buyten die haerlemer poort’, van wien 25 Apr. des zelfden jaars een klein kind in de N. Kerk begraven werd. Deze Visker (= Visscher) kan echter geen broeder van onzen bovengen. Lambert zijn. Een broeder van Arent, Jan Janszen Visker werd 17 Aug. 1598 ten grave gedragen. Pieter Aertsz Vischer, wonende ‘buyten haerlemmerpoort teerste huys anden dijck’, werd in de N. Kerk begraven den 11 Jan. 1586, en Pieter Gerritsz Vischer ‘buyten de haerlemer poort’ den 5n December 1590. Is Jan Visscher, die den 31n Jan. 1592 in de N. Kerk begraven wordt, de vader van Arent en Jan bovengenoemd? Zijn woonplaats is niet vermeld. Hij was een deftig man: want zijn erfgenamen hebben f 6. - gegeven, om hem te doen beluyden met ‘die groote clock’ der Oude Kerk (zie Begr.-b. 30 Jan. 1592): eene eer, waarop zelfs onze Burgemeesters niet altoos aanspraak maakten. Misschien zal iemant van meening zijn, dat de hier bijgebrachte personen visschers waren, die de goede lieden binnen de ‘haerlemmerpoort’ van Y-bot voorzagen; maar indien werklijk de visschers toen ter tijd zoo dicht aan de stad woonden, en een visschersbuurtjen vormden, zoû men de moeite hebben kunnen sparen bij elk hunner zijn beroep te vermelden; ook worden in de begraafboeken zeer zelden de beroepen vermeld. Zeker is het, dat Lambert Jansen Visscher een tabakshandelaar was, en dat ook geen lid der familie Dommer, al leefden zij al te zamen onder de gehoorzaamheid van den Vatikaanschen Visschersring, het beroep van Petrus en de zijnen hebben uitgeoefend.
voetnoot1
Blijkends onder mij berustend kopie-extrakt van 't begin der XVIIIe Eeuw, uit versch. authentieke akten; gelicht ter zake van 't eigendom de graven C 16 en G 33 in de N. Kerk te Amsterdam.
voetnoot2
Volg. de kopie-akte bovengenoemd.
voetnoot1
Hij moet in 1659 ter Hoogeschool zijn ingeschreven, ‘omdat een leergang in de philosophie twee jaar duurde en dat hij, volgens Bacx, in 1661 de 7e plaats bekwam, dat is bij het eindigen zijner studie als philosoof.’ Mededeeling van mijn vriend den Archivaris Van Even. Theod, de V. kwam te Leuven in 1659 en woonde in de Paedagogie het Varken, waar Adriaan VI en Van Loon gewoond hebben. ‘D. War.’, IX, bl. 197.
voetnoot2
Batavia Sacra, in fol. II, 422.
voetnoot3
De anderen waren Theodorus van Groenhout, Nicolaas vander Meer, Cornelis vander Coogen en Lambertus Schaep. Hoynek v.P. Hist. d. Utr. Kerke, aanh. bl. 72.
voetnoot4
Batav a Sacra, in 8o, III, 525.
voetnoot1
‘D. Warande’, IX, bl. 547.
voetnoot2
Ch. Poplimont, ‘La Belgique héraldique’, XI, 234.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • J.A. Alberdingk Thijm

  • H.J. Allard

  • over Maria Tesselschade Roemer Visschersdr

  • over Anna Maria van Schurman

  • over Roemer van Wesel


datums

  • oktober 1872