Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande. Nieuwe reeks. Deel 1 (1876)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande. Nieuwe reeks. Deel 1
Afbeelding van Dietsche Warande. Nieuwe reeks. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande. Nieuwe reeks. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.26 MB)

Scans (30.22 MB)

XML (1.34 MB)

tekstbestand






Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande. Nieuwe reeks. Deel 1

(1876)– [tijdschrift] Dietsche Warande–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 594]
[p. 594]

Min bekende vaersjens
van Mr Roemer van Wesel,
en een paar onuitgegevene van Maria Tesselschade.

Mijn goede vriend De Jager heeft me in der tijd onder 't oog gebracht, dat de hoofdinhoud van zekere aanteekening over Tesselschades neef, den haagschen Dr Juris, mij geleverd door mijn niet minder goeden vriend Pr Allard (‘D. War.’ X, 374), reeds te vinden was in de Vaderlandsche Letteroefeningen van 1827, No 14. Ik heb wel eens gehoord, dat de oude jaargangen van Vader IJntemaas tijdschrift niet druk meer gelezen worden. De Heer Allard zoû dus, al was hem bekend geweest, dat de Letteroefeningen het bijschrist op Pastoor Andries Keyser reeds van plaat- in letterdruk hadden overgebracht, niet gemeend hebben vergeefsch werk te doen, met het in mijne garmondletter te herdrukken. De lezer, die de Letteroefeningen van -27 bij de hand heeft, kan in ieder geval nu nazien, waarin Pr Allard van zijn voorganger (G. van Leeuwen) afwijkt. Deze, zegt mij Dr De Jager, geeft op: ‘R. van Wesel 1/5 1679’, in plaats van Allards ‘R. van Wesels, 1679.’ Wie heeft gelijk? De zelfde lezer zal ook weten, of het hier volgend geestig vaersjen insgelijks in de Letteroefeningen is opgenomen geweest. Het is gegraveerd onder het portret van ‘Heer Willem Joseph Baron van GentGa naar voetnoot1, Lutenant Adml van Hollandt ende West-Vrieslandt van het Collegie ter Admiraliteijt residerende tot Amsterdam, Collonel van het Regiment de Marine:

 
Dit is 't afbeeltsel van den Admiraal van Gent,
 
Soo nae als teêr papier Syn Edelheyt can dragen:
[pagina 595]
[p. 595]
 
Want stont hy hier soo fier als hem de Britten sagen
 
Voor Chetam off ontrent 't verbaesde Gravesend,
 
'T papier souw branden, als des Conings schepen deden:
 
Soo vol is desen Helt van mordich oorloghs vier.
 
Vraegt iemant waer sijn Print noch beter is gesneden...
 
Int hart van Engeland, door schrick van syn rapier.
 
 
 
Romane.’

Het vaersjen bevat twee aardige gedachten; maar al ware 't onbeduidend, - ik bewaar met erkentlijkheid een lap van het paradekleed, door Mev. de Sévigné te Grignan met haar sterven ontruimd, - zoû ik de vaerzen van Tesselschades neef, die genoemd werd naar Tesselschades vader, niet belangrijk vinden?

Ziehier nog eenig berijmd proza van hem, door den Heer A.D. de Vries Az. te Etten afgeschreven van een steen, voor een gesticht der Nobelaers. Op den steen staat het familiewapen: [van goud] met een [zwarten] valk (of raaf?).

 
Ter eeren Godts en van Gods uitverkoren vat
 
Sint Paulus, tot gebruick van dertien arme vrouwen
 
Hr Joost de Nobelaer dit Godtshuys heeft doen bouen
 
Gelyck vrouw Beatrix van Heussen eertydts hadt
 
Syn soon Heer Jan Louis belast by codicille
 
Die sijnde door de dood van dat te doen belet
 
Voldeed zijn vader dus aan beyder goede wille
 
En gaf de grondt van 't syn waerop dit is gezet.
 
MDCLXXXJ.
 
 
 
Romane.

De Zungchin werd door Vondel opgedragen aan Cornelis Nobelaer.

 

Maar ik heb nog meer. Dr van Vloten, drukt, op bl. 11, 12 van zijn bundeltjen Tesselschade Roemers en hare vrienden, den brief af, waarin de bedroefde weduw aan Hooft den ramp meldt, die haar overkomen is, in het plotslijk sterven van Crombalch bij de dood van hun dochtertjen Taddea. De brief is, in zijn oorspronklijke gestalte, thands ter Amsterdamsche Ten-toon-stelling, en, wat men zeker niet verwacht had, op de binnenzijde van het blad, waarop de brief aan Hooft geschreven is, staat een vaersjen, waarvan nooit, ook niet door den Heer van Vlo-

[pagina 596]
[p. 596]

ten, melding gemaakt is. Het is blijkbaar uit de dicht- en schrijfpen van Tesselschade-zelve gevloeid, en luidt aldus (Ik schrijf het af, met al de spelfouten en andere vergissingen, die tot de grammatiek van de beroemde vrouw behooren):

 
‘Pensando aij suui filia si graue e tanti
 
geme in vn mormorio flebile e fioco
 
si distempre in sospir, si stilla in piante
 
E giace in ghiaccio, e si disfoga in foco
 
E poy l'Altire Cor non may tremante
 
ne trova al gran martier requie, ne loco
 
E si forte e l'affanno, e si possente
 
Chi le corde del cor spezzar si sente
 
Questo e l'advise
 
del sagace D. Pauoni.’

Dat is, ongeveer:

 
‘'t Ghedencken van sijn Dochter quam hem d'ademtoght beletten;
 
Hy kerremde in sijn anghst met swack en̄ pijnlijck stenen;
 
In suchten gingh hy op en smolt wegh in het weenen;
 
Verstijfde tot ijs en̄ vondt verluchtinghe in de hette;
 
Soo dat het edel herte dat noyt van beven en wist voorhenen,
 
Gheen rust vondt, en̄ sijn leedt ter gheener plaets meer kon versetten.
 
Soo hevigh was de slagh, dat alle crachten hem besweecken,
 
En̄ het hert syne snaren in de spanningh voelde breken.’

Liefhebbers kunnen ook, voor de laatste rijmwoorden, des verkiezende verginghen en springhen lezen.

 

Nog vind ik op een los blaadtjen:

 
‘Chi per hauer salute hebbe Tormente,
 
Ha breue gúerre per Eterna pace.
 
Ano 1648.
 
Elck sijn waerom.

In 't Neêrlandsch:

 
‘Die pijn lijdt om de saligheit,
 
Voert korten krijgh om eeuwgen vrede.

Sept., -76.

J.A.A.Th.

voetnoot1
H. Bary sc. P. Tongerlo ex.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • J.A. Alberdingk Thijm

  • over Maria Tesselschade Roemer Visschersdr

  • over Roemer van Wesel


datums

  • september 1876